[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D35208, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-XIII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 XIII-2 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024.

Onderdeel van zaak 2023Z14463:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023–2024
36 410XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 12.244,6 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 5.619,8 mln.

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Het Ministerie van Ecomische Zaken en Klimaat heeft twee begrotingen:

  1. de beleidsbegroting (Hoofdstuk XIII van de Rijksbegroting) en
  2. de begroting van het Nationaal Groeifonds (NGF) (Hoofdstuk L van de Rijksbe­groting).

Voor u ligt de beleidsbegroting Hoofdstuk XIII.

1. Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  1. Begrotingsstructuur;
  2. Prestatiegegevens;
  3. Groeiparagraaf;
  4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.;
  5. Ondergrenzen toelichtingen.

1. Begrotingsstructuur

Beleidsagenda

De beleidsagenda begint met het onderdeel beleidsprioriteiten. Aansluitend bij de missie van EZK hebben de beleidsprioriteiten de volgende opbouw: Inleiding, Economisch beeld, Gaswinning Groningen, Duurzaam Nederland, Lange termijn verdienvermogen, Ondernemend Nederland, Digitale economie, Mededinging, interne markt en consumentenbeleid en Europese en regionale samenwerking. Na het onderdeel beleidsprioriteiten volgen: een overzicht coronamaatregelen, de belangrijkste begrotingsmutaties voor de uitgaven en de ontvangsten, de openbaarheidsparagraaf, de Strategische Evaluatie Agenda, het overzicht van de risicoregelingen en tenslotte de overzichtstabel bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Innovatiebeleid.

Beleidsartikelen

Aansluitend op de beleidsagenda volgt de toelichting op de beleidsartikelen. Per beleidsartikel is een algemene doelstelling en een beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van de bewindspersonen opgenomen. Voor elk beleidsartikel zijn de belangrijkste beleidswijzigingen apart opgenomen onder het kopje «beleidswijzigingen». De financiële instrumenten zijn voorzien van een korte toelichting. Waar mogelijk wordt, voor een meer inhoudelijke en gedetailleerde beleidstoelichting, verwezen naar de relevante beleidsnota’s of brieven die al naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.

In de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen zijn de financiële instrumenten onderverdeeld naar de volgende categorieën: subsidies, opdrachten, garanties, leningen, bekostiging, bijdrage aan agentschappen, bijdrage aan ZBO’s/RWT’s, bijdrage aan (inter)nationale organisaties en bijdragen aan medeoverheden. Deze onderverdeling komt ook terug in de structuur van het beleidsartikel.

In de begroting zijn verder de volgende bijlagen opgenomen: (bijlage 1) een overzicht van de ZBO’s/RWT’s vallend onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, (bijlage 2) een overzicht met de specifieke uitkeringen van EZK, (bijlage 3) een toelichting op de mutaties ten opzichte van de stand Voorjaarsnota en Incidentele Suppletoire begrotingen, (bijlage 4) Moties en toezeggingen, (bijlage 5) het subsidieoverzicht met hyperlinks naar de betreffende subsidie, de meest recent uitgevoerde evaluatie en geprogrammeerde eerstvolgende evaluatie en de geplande einddatum van de subsidie, (bijlage 6) een nadere uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda en de meest recent uitgevoerde en geprogrammeerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties met hyperlinks naar de betreffende rapporten, (bijlage 7) een overzicht van de uitgaven ten behoeve van Caribisch Nederland, (bijlage 8) een overzicht met de projecten op de EZK-begroting, gefinancierd uit het Nationaal Groeifonds (NGF), (bijlage 9) een rijksbreed overzicht van klimaatuitgaven en (bijlage 10) een overzicht met de middelen uit het Klimaatfonds die aan de EZK-begroting zijn toegevoegd.

Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve mag met toestemming van de Minister van Financiën ten laste van een begrotingsartikel worden aangehouden (artikel 2.21, lid 1 Comptabiliteitswet 2016). De begrotingsreserves zijn bestemd voor een concreet doel en kunnen alleen voor dat doel worden gebruikt. De begrotingsreserves op de EZK-begroting worden ingezet voor de volgende doelen:

  1. Als borg voor de afgegeven garantstellingen (Borgstelling MKB-kredieten (inclusief het Corona en Groen luik), Garantie Ondernemingsfinanciering (inclusief Corona luik), Groeifaciliteit, Klein Krediet Corona, MKB financiering, garantieregeling Aardwarmte). Uit deze begrotingsreserves kunnen eventuele mismatches in de tijd tussen (premie-) inkomsten en uitgaven (verliesdeclaraties) worden opgevangen;
  2. De uitfinanciering (op kasbasis) van reeds aangegane en deels nog aan te gane verplichtingen (reserve voor duurzame energie en klimaattransitie en lening ECN). Via de reserves blijven de middelen beschikbaar voor het specifieke doel tot het moment van uitbetaling.
Borg garanties Duurzame energie en klimaattransitie Lening ECN
Artikel 2 547,4 100% 547,4
Artikel 4 5.054,3 100% 18,1 5.029,6 6,6
Totaal 5.601,7 100% 565,5 5.029,6 6,6

In de 1e suppletoire begroting 2023 zijn op beleidsartikel 2 geen stortingen of onttrekkingen aan de begrotingsreserves op artikel 2 opgenomen. Dit betreft de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), Borgstelling MKB-Groen (BMKB-Groen), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), Groeifaciliteit, Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona (KKC).

In de 1e suppletoire begroting 2022 is, als uitwerking van wat hierover in de Startnota van het kabinet was opgenomen, € 1.572 mln onttrokken aan de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de subsidie-uitgaven van de SDE, de SDE+ en de SDE++ in de jaren na 2025 en voor de (toen nog voorgenomen) nadeelcompensatie van de productiebeperking van de Nederlandse kolencentrales. Tevens is € 4 mln onttrokken om de kasgevolgen van de ophoging van het budget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) te dekken (amendement-Sienot).

In de betreffende beleidsartikelen (2 en 4) van deze begroting worden de bovengenoemde begrotingsreserves apart toegelicht (conform artikel 2.21, lid 2 Comptabiliteitswet 2016). Naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Financiën aan de Algemene Rekenkamer en de aangenomen motie Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 475, nr. 20) wordt het percentage juridisch verplicht voor de begrotingsreserves in de beleidsartikelen 2 en 4 toegelicht. Daarnaast zijn conform de motie Van Veldhoven en Koolmees (Kamerstuk 34 475, nr. 12) de eventuele aanvullende afspraken over de begrotingsreserves opgenomen . Als opvolging van de motie Geurts (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 64) worden de geraamde wijzigingen gedurende het begrotingsjaar in de 1e en 2e suppletoire begroting inzichtelijk gemaakt. 

Overzicht maatregelen ten behoeve van het klimaatbeleid

Voorheen werd een totaaloverzicht van de rijksbrede klimaatuitgaven opgenomen in beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering). Dat overzicht toonde, conform de motie Leegte (Kamerstuk 2014-2015, 30 196, nr. 278), alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het Klimaatakkoord (inclusief de CO2-reducerende maatregelen die genomen zijn om te voldoen aan het Urgenda-vonnis van de Hoge Raad). Inmiddels is het Klimaatakkoord opgevolgd door verscheidene intensiveringen, waarvan de middelen voor het Klimaatfonds in oprichting het meest in het oog springen. Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer in haar rapport ‘Inzicht in uitgaven klimaatbeleid’ begin 2023 geconstateerd dat de overzichten van de klimaatuitgaven die de Kamer ontvangt niet altijd consistent zijn, doordat verschillende overzichten onderling afwijken en definities ontbreken van wat meetelt als klimaatuitgaven. In de kabinetsreactie op dat rapport heeft het kabinet de definitie van hetgeen onder klimaatuitgaven valt expliciet gedefinieerd, en toegelicht hoe deze uitgaven gepresenteerd worden in zowel de begrotingstukken van EZK als in andere begrotingsstukken. In de begrotingen voor 2024 tracht het demissionaire kabinet deze werkwijze binnen de beperkte tijd zo goed mogelijk na te leven. Dit blijft de komende jaren in ontwikkeling en zal continu verbeterd worden.

Vanwege deze ontwikkelingen zal een totaaloverzicht van de uitgaven van het klimaatbeleid nu worden opgenomen in bijlage 9 van deze begroting. De hierin opgenomen cijfers zijn, zoals toegezegd in de kabinetsreactie, één op één te herleiden naar de budgettaire tabellen in de begrotingen van de departementen met klimaatuitgaven. Aanvullend op dit uitgavenoverzicht toont het integraal overzicht klimaat in de Miljoenennota ook de klimaatgerelateerde belastingopbrengsten. Daarnaast vindt u in bijlage 10 van voorliggende begroting een overzicht van alle uitgaven op de EZK-begroting die gefinancierd zijn met middelen uit het Klimaatfonds. Er is gekozen voor een aparte bijlage voor deze uitgaven om de in het coalitieakkoord gereserveerde middelen voor het Klimaatfonds separaat zo goed mogelijk navolgbaar te houden voor het parlement.

Met deze aanpassingen tracht het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zo goed mogelijk recht te doen aan de hiervoor genoemde motie Leegte (Kamerstuk 2014-2015, 30 196, nr. 278), het rapport van de Algemene Rekenkamer en gedeeltelijk invulling te geven aan de recent aangenomen motie Grinwis/Stoffer (Kamerstuk 2022-2023, 36 274, nr. 45), omdat verschillende in die motie genoemde elementen onderdeel zijn van de in deze begroting opgenomen bijlages over de uitgaven voor het klimaatbeleid. Over de samenhang tussen instrumenten en programma's en financieringsbronnen als het Klimaatfonds, het Nationaal Groeifonds en Invest-NL, ontvangt de Tweede Kamer in het najaar van 2023 een separate brief.

2. Prestatiegegevens

In de beleidsartikelen wordt onder de algemene doelstelling aangegeven waar de Minister van EZK en de Minister voor Klimaat en Energie voor verantwoordelijk zijn. Indien voor deze doelstellingen een directe relatie gelegd kan worden tussen het gevoerde beleid en de gewenste (maatschappelijke) uitkomst, zijn prestatie-indicatoren opgenomen. De voorwaarde voor het opnemen van een indicator is een (doen) uitvoerende rol van de Minister. Bij de doelstellingen waarbij EZK een belangrijke bijdrage kan leveren door de juiste randvoorwaarden te creëren en het resultaat afhankelijk is van externe factoren, is het niet of beperkt mogelijk om prestatie-indicatoren op te nemen en wordt volstaan met kengetallen over ontwikkelingen op het betreffende beleidsterrein. Daarnaast zijn, waar mogelijk, prestatie-indicatoren en kengetallen opgenomen op instrumentniveau, die inzicht geven in het bereiken van specifieke resultaten.

3. Groeiparagraaf

Brede welvaart

In de begroting 2024 in het onderdeel beleidsprioriteiten is aandacht besteed aan brede welvaart. EZK heeft de afgelopen jaren steeds meer invulling gegeven aan het begrip ‘brede welvaart’ als leidraad voor beleid. Daarbij gaat het om de kwaliteit van het leven van huidige generaties in Nederland én dat van latere generaties en mensen in andere landen. Brede welvaart biedt een integrerend kader voor maatregelen die raken aan meerdere publieke belangen, zoals volksgezondheid, economie, maatschappelijke verhoudingen en de leefomgeving. Het concept brede welvaart sluit ook goed aan bij de denkwijze die nodig is voor het behalenvan de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).

Herstel- en Veerkrachtplan

Op 4 oktober 2022 is het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) goedgekeurd. Het definitieve Nederlandse HVP bestaat uit 49 maatregelen. EZK geeft uitvoering aan de volgende zeven uitgavenmaatregelen: AiNed, Groenvermogen Waterstof, Nationaal Onderwijslab, Quantum Delta NL, Health RI, Investeringssubsidie Duurzame Energie, Wind op Zee. Daarnaast is EZK verantwoordelijk voor hervormingen zoals de vernieuwde Energiewet.

Het kabinet werkt momenteel hard aan de implementatie van het HVP, alsook aan de afronding van het REPowerEU-hoofdstuk dat daar onderdeel van is. Op 4 juli is de Nederlandse inzet voor het REPowerEU-hoofdstuk formeel ingediend bij de Europese Commissie. Over de voortgang van de implementatie van het HVP wordt de Kamer tweejaarlijks geïnformeerd. In het voorjaar van 2024 zal dit gebeuren door middel van het Nationaal Hervormingsprogramma en in het najaar door middel van een aparte Kamerbrief.     

Nederland is voornemens eind 2023 het eerste betalingsverzoek ter waarde van € 1,4 mld in te dienen bij de Europese Commissie. De Minister van Financiën bereidt, namens het kabinet en in nauwe samenwerking met de departementen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende maatregelen, het formele betalingsverzoek voor. EZK is voor het eerste betaalverzoek verantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van twee mijlpalen uit de investeringen Health RI en Quantum Delta NL en het borgen van de financiële belangen van de Unie voor de relevante maatregelen van EZK. Over de beoordeling van het eerste betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer te zijner tijd geïnformeerd.

Nederland is tevens voornemens om medio 2024 het tweede betalingsverzoek bij de Europese Commissie in te dienen. Over de beoordeling van dit tweede betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer ook te zijner tijd geïnformeerd.

Informatievoorziening

EZK hecht aan hoogwaardige, betrouwbare informatievoorziening om de impact van haar beleid en de voortgang op doelen te monitoren. Uitvoeringsorganisaties worden aangestuurd om relevante monitoringsinformatie te verzamelen over de voortgang en impact van beleid voor burgers en bedrijven. Daarnaast zet EZK in op gebruik van onafhankelijke voortgangsinformatie zoals van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, de EU en de OESO. EZK communiceert thematisch over beleidsvoortgang op websites als www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl, dashboardklimaatbeleid.nl en dashboardgroningen.nl. Voor voortgang op brede welvaart publiceert het CBS de Monitor Brede Welvaart en Sustainable Development Goals. Daarnaast is informatie, zoals ook genoemd in de toelichting bij de beleidsartikelen, te vinden op websites van betreffende uitvoeringsorganisaties. Tot slot wordt op rijksfinancien.nl alle budgettaire data verzameld. Deze website biedt ook de mogelijkheid om gerelateerde informatie toe te voegen aan de reguliere begrotingsinformatie. Dat zijn bijvoorbeeld beleidsevaluaties, visualisaties van financiële tabellen, bijbehorende officiële stukken, en links naar aanvullende beleidsinformatie.

EZK tracht de informatiewaarde van de begrotingsstukken voor de Kamer stelselmatig te verbeteren. Er lopen rijksbreed verschillende initiatieven om de informatie toegankelijker te maken. Hierover lopen de gesprekken tussen de Commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer en het Ministerie van Financiën. Qua informatiewaarde van de begrotingsstukken zijn de rijksbrede trajecten te zien als de aangewezen plek waar meer grootschalige en verstrekkende veranderingen kunnen worden gerealiseerd. EZK spant zich in om hier volop in te participeren.

4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland op grond van het Nederlands Nationaal Hervormingsprogramma een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2023-2024 (COM(2023) 619 final) wordt onder andere aanbevolen:

  1. De geldende energiegerelateerde steunmaatregelen tegen eind 2023 uitfaseren en de daarmee samenhangende besparingen gebruiken om het overheidstekort terug te dringen.
  2. Doorgaan met de gestage uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en met de snelle uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan.
  3. De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen door a) de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, b) randvoorwaarden te verbeteren om investeringen in de uitbreiding van transmissie- en distributienetten voor elektriciteit te stimuleren en 3) de energie-efficiëntiemaatregelen uit te breiden en te bespoedigen om het energieverbruik terug te dringen, met name in de bebouwde omgeving.

In de beleidsartikelen 1 (Goed functionerende economie en markten), 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei) en 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) wordt op deze aanbevelingen ingegaan, in aansluiting op de kabinetsreactie die hierop al is gegeven in een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 2022-2023, 21 501-20, nr. 1951).

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven van EZK voor Caribisch Nederland in 2024 bedragen € 23,4 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1, 2, en 4.

In bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland zijn alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

5. Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsagenda

Beleidsprioriteiten

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2024 zal voor EZK in het teken staan van de verduurzaming van de Nederlandse economie, het voortvarend voortzetten van de klimaat- en energietransitie en het inlossen van de ereschuld aan de regio Groningen en haar bewoners.

Samen met zijn partners werkt EZK aan de brede welvaart van alle Neder­landers, nu en later, en van mensen elders in de wereld. We streven naar een economie die kan vergroenen én kan groeien. We werken aan een economie die werkt voor mensen, en waar de samenleving van meeprofiteert. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie en oog voor economische veiligheid. Wij werken aan de klimaatambities en durven scherpe doelen te stellen. Wij zetten ons in voor een duurzame samenleving met schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energie. Wij werken aan een nieuw begin voor de regio Groningen en aan een verbetering en versnelling van het herstel en de versterking van woningen in het aardbevingsgebied. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en burgers. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol door te maken, hebben we een sterke economie met vindingrijke ondernemers hard nodig.

Het inlossen van de ereschuld aan de regio Groningen vraagt om een generatielange aanpak. Het jaar 2024 zal mede in het teken van deze inlossing staan. De gaswinning in Groningen heeft tot veel schade geleid en heeft een grote maatschappelijke impact. Het kabinet heeft in reactie op het rapport Groningers boven Gas van de Parlementaire Enquêtecom­ missie Aardgaswinning Groningen vijftig maatregelen aangekondigd om de schadeafhandeling en versterking te verbeteren, evenals investeringen in verduurzaming, sociaal herstel en economisch perspectief voor de regio Groningen en Noord-Drenthe. EZK heeft bij deze generatielange aanpak een coördinerende rol1. We blijven in gesprek met bewoners, maatschap­ pelijke organisaties en medeoverheden om samen deze maatregelen te realiseren.

Economisch beeld

In 2022 veroorzaakte de oorlog in Oekraïne een grote schok. Naast het menselijk leed en de geopolitieke spanningen, resulteerde de oorlog samen met de nasleep van de coronacrisis in een aanzienlijke stijging van de inflatie, voornamelijk veroorzaakt door de toegenomen energieprijzen. Ook in 2024 zullen deze gevolgen nog een belangrijke factor zijn in het economische beeld.

De Nederlandse economie is in internationaal perspectief goed hersteld van de coronacrisis.2 Grootschalige faillissementen van bedrijven zijn voorkomen en de werkloosheid bleef laag. In 2022 leidde dit tot een economische groei van 4,5 procent.3 Hiermee lag het bbp per inwoner weer boven het niveau van 2019. Dit is een resultaat van de veerkracht van de Nederlandse economie. Tegelijkertijd zijn er nieuwe uitdagingen op ons af gekomen.

De inflatie zal naar verwachting in 2023 en 2024 rond de 4% bedragen.4 De oorlog beïnvloedt de inflatie met name via de energieprijzen. De doorwerking van energieprijzen in de inflatie is naast direct ook indirect, via de hogere prijzen van andere goederen en diensten vanwege energiegebruik in het productieproces. De hogere energieprijzen zijn in het bijzonder problematisch voor huishoudens met lagere inkomens, die een relatief groot deel van hun inkomen uitgeven aan energie en de prijzen van producten zien stijgen, en voor bedrijven in de energie-intensieve industrie voor zover ze de hogere prijzen niet kunnen doorberekenen.

Het economisch perspectief in 2024 is enigszins onzeker. De verdere ontwikkeling van de inflatie is immers moeilijk te voorspellen, temeer omdat ze in grote mate afhangt van volatiele energieprijzen. Als gevolg hiervan is ook de ontwikkeling van de koopkracht van burgers met onzekerheid omgeven. In de Macro Economische Verkenning (MEV) 2024 van het Centraal Planbureau (CPB), is de geraamde mediane koopkrachtstijging in 2024 rond de 2 procent. Het tijdelijke prijsplafond in 2023 heeft de gevolgen van de verhoogde energieprijzen op de koopkracht van huishoudens grotendeels gedempt. De lonen zullen de komende jaren sterker dan gemiddeld stijgen, wat de koopkracht ten goede komt. Energieprijzen die (fors) hoger of lager uitvallen dan verwacht kunnen de koopkracht weer ten slechte of ten goede beïnvloeden. Ook de economische impact van de stikstofproblematiek is een onzekere factor.

In 2024 zal de Nederlandse economie vooral een fase van afkoeling tegemoet gaan, net zoals veel andere economieën in de Europese Unie. Door een zwakkere wereldhandel, hoge rente en hoge energiekosten voor huishoudens en bedrijven, wordt voor de jaren 2023 (0,7%) en 2024 (1,5%) een kleine economische groei verwacht. In het eerste halfjaar van 2023 is de Nederlandse economie in een milde recessie beland. De krimp hangt samen met de afkoeling van de economie en is daarom niet onverwacht en vooralsnog niet problematisch. De (geopolitieke) onzekerheid en hogere rente beïnvloedt de buitenlandse vraag naar Nederlandse goederen. De afkoeling van de economie is daarom vooral terug te zien in de afgenomen productie van de industrie. Bovendien is in het tweede kwartaal de consumptie van huishoudens sterk gedaald. Tegelijkertijd zien we een toename in de investeringen dit jaar, ondanks de hoge rente. De Nederlandse economie is nog steeds één van de koplopers wat betreft herstel na de pandemie. Dat zijn positieve signalen voor het toekomstige economische beeld.

De Nederlandse economie is sterk, dynamisch en veelzijdig. Maar de wereld staat niet stil. Het Perspectief op de Nederlandse economie5 schetst de sterktes, zwaktes, uitdagingen en kansen van onze economie. Onze economie is veelzijdig, we zijn sterk in samenwerken, hebben een uitstekende geografische ligging, handelsgeest en interna­tionale oriëntatie. Ook kent Nederland een sterke arbeidsproductiviteit, maar deze groeit net als in andere ontwikkelde landen niet hard meer.

De mate van valorisatie van wetenschappelijke kennis in Nederland kent ruimte voor verbetering en het aantal start-ups dat doorgroeit naar scale-ups is relatief laag. Niet iedereen in Nederland profiteert in voldoende mate van de brede welvaart die de economie creëert. Nederland heeft te maken met drie wereldwijde ontwikkelingen: machtsverschuivingen, digitalisering en de transities naar een klimaatneutrale, circulaire en natuurinclusieve economie. Nederland loopt daarnaast tegen een aantal grenzen aan op het gebied van energie, grondstoffen, arbeid, natuur, water en ruimte. Zo is het tekort aan vakkrachten en technologisch experts een remmende factor voor de transitie naar een duurzame en digitale economie. 

De Nederlandse economie is robuust, maar behoud van onze concurrentiepositie en verdienvermogen op de lange termijn is geen gegeven. Het vereist investeringen in kennis en innovaties, en de toepassing hiervan in producten en diensten. Het vereist investeringen in verduurzaming zodat we niet alleen competitief maar ook duurzaam worden. En het vereist Europese en internationale samenwerking en het inzetten op en behouden van een diverse economie met daarin een technologisch hoogwaardig industrie zodat we ons als Europa beschermen tegen ongewenste afhankelijkheden en richting geven aan de ontwikkeling van internationale waardeketens.

Daarom zal EZK zich ook in 2024 weer inzetten, samen met regionale, internationale en Europese partners, voor een innovatieve, duurzame, sterke en welvarende economie met een zo hoog mogelijke brede welvaart waarvan iedereen kan profiteren. Daarbij houden wij ook oog voor de ontwikkeling van een aantal relevante indicatoren van brede welvaart6 op het EZK-beleidsterrein7 zoals beschreven in de factsheet Brede Welvaart bij de EZK-begroting van het CBS.

Lange termijn verdienvermogen

Nederland is een van de rijkste, gelukkigste en gezondste landen ter wereld. We zijn creatief, staan bekend om onze handelsgeest en we zijn harde werkers. Zo hebben we met elkaar een sterke, dynamische en veelzijdige economie gebouwd. We zijn een land waar bedrijven zich graag vestigen en groeien. We hebben duizenden bedrijven om trots op te zijn. Ook grotere, vaak innovatieve bedrijven vestigen zich graag in ons land. We hebben een aantrekkelijk investeringsklimaat, uitstekende kennisinstellingen en goed opgeleide werknemers.

EZK streeft naar brede welvaart waar de hele samenleving van profiteert. Groei stelt ons in staat collectieve voorzieningen te bekostigen, maar moet ook bijdragen aan de welvaartsontwikkeling van alle Nederlanders. Duurzame groei sluit aan op andere beleidsdoelen van het kabinet, in het bijzonder een succesvolle en tijdige energie- en klimaattransitie en de transitie naar een circulaire economie. Met deze duurzame groei kunnen het streven naar materiële welvaart en het beschermen van de leefomgeving worden samengebracht. Concreet geeft EZK hier vorm aan via onder andere het Missiegedreven Innovatiebeleid, het Nationaal Groeifonds, Nationaal Programma Verduurzaming Industrie en het Klimaatfonds.

Nederland heeft een sterke economie, maar de welvaart is niet vanzelf­ sprekend. EZK zet zich in voor een blijvend sterke economie, waarin innovatieve koplopers vernieuwing aanjagen en een brede basis van bedrijven werkgelegenheid biedt aan velen. Het Missiegedreven Innovatie­ beleid van EZK benut de innovatiekracht van de topsectoren om belangrijke bijdragen te leveren aan het vermarkten van vernieuwingen en het aanpakken van sociale en maatschappelijke vraagstukken. De creativiteit en innovatiekracht van startups en scale-ups en andere partners in het ecosysteem zijn de banenmotor van de toekomst en dragen met hun innovatieve producten en diensten bij aan het oplossen van maatschap­ pelijke vraagstukken. Nederland scoort internationaal goed op het gebied van concurrentiekracht (4e World Economic Forum) en innovatie (5e in de Global Innovation Index).

Ook in 2024 zal het Nationaal Groeifonds bijdragen aan het vergroten van ons duurzaam verdienvermogen. Het Nationaal Groeifonds richt zich vanaf de derde ronde (2023) van het Groeifonds op investeringen op twee terreinen: Kennisontwikkeling enerzijds en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie anderzijds. In 2021 besloot het kabinet bij de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds om voor ruim € 4,1 mld (al dan niet voorwaardelijk) toe te kennen en te reserveren. In 2022 werd voor de tweede ronde besloten tot het (al dan niet voorwaardelijk) toekennen van € 5 mld en het reserveren van € 1,3 mld, voor in totaal 28 projecten. In de derde ronde heeft het kabinet besloten om voor € 4,0 mld (voorwaardelijk) toe te kennen en reserveren voor 18 projecten. Dit zijn 16 voorstellen via de departementale route en 2 subsidieaanvragen. Hiermee wordt fors geïnvesteerd in duurzame economische groei in Nederland.

Een dwarsdoorsnijdende uitdaging bij alle opgaven waar EZK voor staat is de grote krapte op de arbeidsmarkt. Zo vormen personeelstekorten op dit moment een grote belemmering voor de klimaat- en digitale transitie. Maar ook voor het realiseren van duurzame groei zijn de tekorten een probleem. EZK wil daarom, samen met SZW en OCW, de tekorten aan technici en ICT’ers terugdringen. Dat doet EZK middels het Actieplan Groene en Digitale Banen. Tegelijkertijd ligt er ook een kans besloten in de arbeidsmarktkrapte. Door voortvarend aan de slag te gaan met digitalisering en andere technologische vernieuwing kunnen we onze productiviteit verhogen, en daarmee onze welvaart. De vindingrijkheid van bedrijven is hierbij onmisbaar.

Gaswinning Groningen

Vanaf 1 oktober 2023 wordt de gaswinning uit het Groningenveld teruggebracht naar 0. Komend jaar kan alleen in zeer uitzonderlijke situaties nog gas worden gewonnen. Het gasveld wordt uiterlijk 1 oktober 2024 definitief gesloten. Dit wordt in de wet vastgelegd. Daarmee zal niet meteen een einde komen aan de aardbevingen, maar deze zullen naar verwachting wel in aantal en intensiteit afnemen. Het wegnemen van de bron van alle schade en verdriet in het gaswinningsgebied is een eerste stap. Daarnaast nemen we een aantal maatregelen om het schadeherstel en de versterking milder, menselijker en makkelijker te maken. Zo wordt in het effectgebied van de gaswinning niet meer gekeken naar de oorzaak van individuele schades als de herstelkosten op een adres lager dan € 60.000 zijn. We werken daartoe intensief samen met de uitvoeringsorganisaties Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en andere departementen. Het IMG krijgt ook de wettelijke ruimte om knelpunten bij de afhandeling van schades voortvarend op te lossen.

In 2024 willen we de voortgang in de versterking van de voorgaande jaren vasthouden, met het doel om de versterking van woningen in 2028 af te ronden. Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de NCG, zodat er meer capaciteit is voor maatwerk. We kijken niet alleen naar veiligheid en versterking, maar ook naar leefbaarheid. Met de NCG passen we de menselijke maat toe middels een gebiedsgerichte aanpak en zorgen we ervoor dat bewoners meer zeggenschap krijgen over de versterking. De lessen uit de dorpenaanpak in Garrelsweer, Leermens, Zeerijp en Wirdum passen we versneld toe in de rest van het versterkingsgebied. Daarnaast profiteren bewoners door een extra impuls voor verduurzaming. Ook krijgen mensen met terugkerende schade door onderliggende gebreken aan hun woning de zekerheid dat de schade duurzaam wordt hersteld, wanneer sprake is van samenhang met versterken. We geven ruimte én de middelen om in de uitvoering lokale knelpunten op te lossen en onuitlegbare verschillen tegen te gaan.

Op het gebied van welzijn en sociaal herstel wordt een Sociale Agenda voor de regio opgesteld. Deze Sociale Agenda bestaat uit vier speerpunten: 1) het verbeteren van de (mentale) gezondheid; 2) het vergroten van de leefbaarheid en sociale cohesie; 3) kansen voor kinderen, jongeren en de volgende generatie; en 4) arbeidsparticipatie & armoedebestrijding.

Er komt ook een Economische Agenda voor de regio. Rijk en regio zetten in op een generatielange aanpak gericht op drie grote transities: 1) duurzame energie, 2) gezondheidstechnologie en preventieve gezondheid en 3) landbouw en landelijk gebied. Het kabinet zal hiervoor samen met de regionale overheden en partners inzetten op de juiste randvoorwaarden: 1) Een sterk ondernemings- en vestigingsklimaat voor het lokale mkb; 2) goede aansluiting van onderwijs – arbeidsmarkt; 3) hoogwaardige infrastructuur: bereikbaarheid en mobiliteit; 4) aandacht voor ruimtelijke inpassing en 5) voldoende regie en uitvoeringscapaciteit.

Duurzaam Nederland

Vanuit onze nationale verantwoordelijkheid om de mondiale temperatuurstijging te beperken, heeft Nederland in 2019 een Klimaatwet ingevoerd. Deze wet biedt een kader voor beleid gericht op het terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland, tot klimaatneutraliteit in 2050. Binnen de EU overeenstemming is overeenstemming bereikt over verhoging van het 2030-doel van ten minste 40 procent reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990 naar ten minste 55 procent. In het Coalitieakkoord is afgesproken om het klimaatbeleid te richten op een hogere opgave van circa 60% reductie, zodat het doel in de Klimaatwet van 55% reductie met grotere waarschijnlijkheid wordt gehaald. Daarnaast streeft Nederland naar een circulaire economie in 2050.

Nederland staat voor een ongekende transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie. De oorlog in Oekraïne heeft het belang van een succesvolle energie- en klimaattransitie nader onderstreept. EZK zet zich in voor het combineren van het streven naar duurzame groei met het verbeteren van het milieu, middels reductie van broeikasgasemissies en andere schadelijke emissies. Ook leveringszekerheid van energie en onafhankelijk blijven van Russisch gas en olie zijn belangrijke doelen. Verder is leveringszekerheid van kritieke metalen van cruciaal belang voor de energietransitie. Een circulaire economie draagt daaraan bij, evenals aan het verlagen van broeikasgasemissies in de hele keten.

Werken aan een duurzaam Nederland betekent werken in de richting van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) die in VN-verband zijn vastgesteld voor de periode 2015-2030 en waaraan ook Nederland zich heeft gecommitteerd. Specifiek raken SDG 7 (betaalbare en duurzame energie) SDG 8 (duurzame economie en waardig werk), SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur), SDG 12 (verantwoorde productie en consumptie) en SDG 13 (klimaatactie) aan de beleidsterreinen van EZK.

Klimaat

In 2050 is Nederland onderdeel van een klimaatneutraal Europa. In 2030 willen we ten minste 55% minder CO2-uitstoten ten opzichte van 1990. Dit zijn de doelen in de aangescherpte Klimaatwet. In het Coalitieakkoord is afgesproken om het klimaatbeleid te richten op een hogere opgave van circa 60% reductie, zodat het doel in de Klimaatwet met zekerheid wordt gehaald. Volgens de prognose van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2022 stoot Nederland in 2030 39-50% minder broeikasgassen uit.8

Om de doelen in de Klimaatwet te halen en de klimaatambities te realiseren, heeft het kabinet op 26 april jl. een pakket aan maatregelen gepresenteerd dat hieraan invulling geeft. Het kabinet wil rechtvaardig, uitvoerbaar en ambitieus klimaatbeleid voeren. Het pakket bestaat uit in totaal 122 maatregelen in alle klimaatsectoren.9 Onderdeel daarvan is het (eerste) ontwerp-Meerjarenprogramma voor de besteding van middelen uit het Klimaatfonds. Met Prinsjesdag verschijnt een prognose van het PBL van de bandbreedte van emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990, vooruitlopend op de publicatie van de Klimaat- en Energieverkenning 2023 in oktober. Op basis van deze bandbreedte beoordeelt het kabinet of het doel van ten minste 55% reductie van broeikasgassen in 2030 binnen bereik is.

In Europees verband zal worden ingezet op een goede implementatie van het Fit for 55 pakket en voorbereidingen voor de discussie in Europa over een nieuw doel en bijbehorende beleidsarchitectuur voor 2040 van de Europese Commissie. Op weg naar klimaatneutraliteit in 2050 blijft Nederland, in de bredere context van de mondiale leiderschapsrol van de EU, een internationale voortrekkersrol ambiëren in het behalen van de Parijsdoelen en de 17 Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).

Energie

Om de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 vorm te geven is behoefte aan regie en coördinatie door het Rijk. Daartoe is het concept Nationaal Plan Energiesyteem ontwikkeld, wat een visie betreft op het energiesysteem in 2050. Om uitvoering te geven aan het bestaande energiebeleid wordt een aantal financiële instrumenten en regelingen uitgevoerd, waaronder de SDE++, en wordt gestuurd op de ruimtelijke kant van het energiebeleid door middel van onder andere het Programma Energie Hoofdstructuur (PEH) en de inzet voor de Omgevingswet.

Het is daarbij van groot belang dat Nederland onafhankelijk blijft van de import van aardgas uit Rusland, de energievoorziening klimaatneutraal maakt en het toekomstige energiesysteem efficiënt vormgeeft. Hiervoor is een breed scala aan maatregelen nodig.

Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op extra windenergie op zee. Om dit mogelijk te maken zijn er in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aangewezen waarin ruimte is voor 10,7 GW extra windenergie tot en met 2030. Bovenop de huidige plannen komt het dan tot een totale capaciteit van circa 21 GW rond 2030. Ook is een forse inzet nodig op de ontwikkeling van groene waterstofproductie in Nederland. De huidige ambitie is 500 MW elektrolysecapaciteit in 2025 en 3 tot 4 GW in 2030. Tevens wordt ingezet op de ontwikkeling van een landelijk dekkende infrastructuur en de stimulering van de import van groene waterstof. In het geheel aan opties voor CO2-vrije elektriciteitsproductie kan ook kernenergie een hernieuwde rol spelen. Het kabinet zet daarom in op verlenging van de levensduur van de kerncentrale in Borssele. Daarnaast stimuleert het kabinet de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Beoogd wordt in 2035 de eerste centrale operationeel te hebben, met een vermogen binnen de bandbreedte van 1000 tot 1650 MW. In het Programma Groen Gas werkt het kabinet bovendien aan de noodzakelijke randvoorwaarden om het doel van 2 miljard kuub groen gas te produceren in Nederland te behalen.10

Om de volatiliteit van de energieprijzen te ondervangen en de onzekerheid voor huishoudens te verminderen, heeft het kabinet voor 2023 een prijsplafond voor energie voor kleinverbruikers ingesteld. Voor mensen achter een blokaansluiting werd de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting (TTB) ingericht. Voor energie-intensieve mkb-ondernemingen is de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) opgericht. Gezien het risico op marktverstoring en overcompensatie bij generieke steunmaatregelen, ziet het kabinet lange termijn contracten als de meest wenselijke manier voor huishoudens om zekerheid te verkrijgen. In 2023 is een subsidiemaatregel ingevoerd voor het vullen van gasopslag Bergermeer11, waarvan de kosten worden gedekt door een heffing. Mogelijk zijn er vergelijkbare maatregelen nodig in 2024 om de gasopslagen te vullen.

Energie die we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken, te betalen, te importeren of te transporteren. In lijn met het concept Nationaal Plan Energiesysteem wordt in 2024 met stakeholders en medeoverheden bekeken of aanvullende beleidsmaatregelen nodig zijn om de doelen voor energiebesparing te bereiken. Daarnaast wordt invulling gegeven aan het amendement van het Lid Kröger12 voor gegevensdeling van netbeheerders met de toezichthouders. Om bedrijven, instellingen en huishoudens te informeren en adviseren over energiebesparing, wordt in 2024 de communicatiecampagne ‘Zet ook de knop om’ voortgezet.

Het kabinet beoogt in 2050 een CO2-arm, duurzaam en betrouwbaar energiesysteem voor Nederland. Om daar richting de toekomst invulling aan te geven zal, zoals aangekondigd in de Contourennota (Kamerstuk 32 849, nr. 217) in het Programma Duurzaam gebruik van de ondergrond onderzocht worden welke mijnbouwactiviteiten (zowel fossiele winning als geothermie en opslag) waar zouden kunnen plaatsvinden, rekening houdend met niet alleen de technisch-geologische aspecten maar ook met maatschappelijk draagvlak. Bewoners, maatschappelijke organisaties, medeoverheden en operators worden actief betrokken in gebiedsprocessen, een werkwijze die we steeds vaker gaan toepassen.

Ondanks dat de komende decennia de binnenlandse vraag naar aardgas zal afnemen, zal aardgas als transitiebrandstof nog een belangrijke rol in de energiemix innemen. Aardgas geproduceerd in Nederland kent daarbij een lagere CO2-uitstoot. Het kabinet zet daarom in op versnelling van de productie van aardgas op de Noordzee, waarbij de inzet van het kabinet is om zowel de uitrol van wind op zee als de gaswinning zoveel mogelijk te faciliteren.

Ondernemend Nederland

Om onze welvaart ook in de toekomst te behouden zijn een excellent vestigings- en ondernemingsklimaat, vernieuwing, innovatie en verduurzaming cruciaal. Een excellent vestigingsklimaat ondersteunt ook de brede welvaart en stimuleert innovatie voor maatschappelijke uitdagingen en het behalen van specifieke duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).

Strategisch industriebeleid en economische veiligheid

Het kabinet wil regie voeren op de ontwikkeling van de industrie middels een proactief industriebeleid. Daarom wordt eind 2023 een nieuwe technologiestrategie gelanceerd met als doel om voor een select aantal sleuteltechnologieën aan te geven hoe deze verder binnen Nederland ontwikkeld en toegepast zullen worden. Beleid en uitvoering zullen specifieker gericht worden op een aantal strategische technologieën en waardeketens, bijvoorbeeld met de herijking van het missiegedreven innovatiebeleid. Op het gebied van verduurzaming van de industrie wordt invulling gegeven aan het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie.

In 2024 zet EZK in op het vergroten van de economische weerbaarheid door Nederlandse sterktes uit te bouwen en waar nodig risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen. Dit doen we door het beter borgen van de economische veiligheid. Met aandacht voor strategische technologieën, hoogwaardige en complexe producten en waardeketens om het concurrentievermogen van Nederland te behouden. Er zijn middelen beschikbaar gesteld om een beschermingsfonds op te richten waarmee als laatste redmiddel ingegrepen kan worden bij bedrijfsovernames van statelijke actoren. Ook internationale samenwerking binnen en buiten de EU is van belang voor technologische ontwikkeling, economische veiligheid, en leveringszekerheid van kritieke grondstoffen en ons concurrentievermogen.

EZK ondersteunt bedrijven in hun ambities om te verduurzamen, digitaliseren en hun positie in de internationale waardeketens te versterken, bijvoorbeeld via het Nationaal Groeifonds. Bedrijven kunnen zich daarmee sneller aanpassen aan de maatschappelijke eisen van de toekomst. EZK zal haar private partners wijzen op het belang van samenwerking, en ook vanuit eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid het goede voorbeeld geven.

Een klimaatneutrale en circulaire industrie kan een nieuwe aanjager worden van het verdienvermogen van Nederland. In het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) werkt het kabinet samen met het bedrijfsleven, netbeheerders aan de verduurzaming van de industrie in Nederland.13 Hierbij houden we oog voor de concurrentiepositie van de industrie en zetten we ons in voor vergroening in Nederland, zodat uitstoot niet weglekt naar andere landen. Een belangrijk onderdeel van de verduurzaming van de industrie zijn de maatwerkafspraken met de grote industriële CO2-emitters.

Eind 2022 heeft het kabinet de nationale grondstoffenstrategie gepresenteerd waarin ambities en vijf handelingsperspectieven geschetst zijn om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te vergroten. EZK heeft in deze begroting budget vrijgemaakt om invulling te geven aan deze strategie. Zo werk het kabinet aan het opzetten van een grondstoffenobservatorium dat zal bijdragen inzicht in de grondstoffenstromen en mogelijke kwetsbaarheden.

Innovatie

Innovatie is belangrijk voor onze brede welvaart en het verdienvermogen, creëert nieuwe oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en draagt bij aan de grote transities. Dat doen we onder andere met het herijkte Missiegedreven Innovatiebeleid, de Nationale Technologie Strategie en het Nationaal Groeifonds. Waar mogelijk doen we dat in internationale samenwerking, bijvoorbeeld via de invulling van de European Chips Act en het Europese Horizon-programma.

Het toenemende belang van strategische technologieën vraagt om meer en snellere innovatie. We streven, samen met onze Europese partners, naar het behoud van een sterke economie waarin innovatieve koplopers vernieuwing aanjagen en een brede basis van hoogproductieve bedrijven werkgelegenheid biedt. Daarom blijft het kabinet de R&D-uitgaven door bedrijven en kennisinstellingen stimuleren en heeft het extra aandacht voor de benutting van kennis door het bedrijfsleven, in het bijzonder door startups en scale-ups. De creativiteit en innovatiekracht van deze ondernemingen zijn belangrijk voor de toekomstige werkgelegenheid en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

Het Missiegedreven Innovatiebeleid van EZK benut de innovatiekracht van het bedrijfsleven om bij te dragen aan de oplossingen voor sociale en maatschappelijke vraagstukken. Hierbij maken we scherpe keuzes op basis van de de herijkte missies, vernieuwde Kennis en Innovatie Agenda’s (KIA’s) en een nieuw Kennis en Innovatie Convenant (KIC). Met de vernieuwde PPS-innovatieregeling worden innovatiepartners verder gestimuleerd strategisch te investeren. Hierdoor zetten we in op maximale welvaart in brede zin, voor nu en in de toekomst.

De innovatiekracht is mede afhankelijk van hoogwaardige kennis vanuit onderzoeksorganisaties. Daarom investeren we in de jaren 2023 tot 2031 in de Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2), die in 2024 geëvalueerd worden. Daarnaast moderniseren we de intellectueel eigendom-infrastructuur zowel op Europees als op nationaal niveau om het innovatief bedrijfsleven maximaal te faciliteren.

Vestigingsklimaat

Met de strategische agenda werkt het kabinet aan een blijvend sterk ondernemingsklimaat met een focus op bedrijfsactiviteiten die cruciaal zijn voor de transities en de weerbaarbaarheid van de economie. Zo is EZK, onder andere, een monitor ondernemingsklimaat en een impacttoets voor ‘nationale koppen’ op Europese regelgeving aan het uitwerken.

Het kabinet heeft in mei 2023 het nieuwe beleid voor startups en scale-up bekend gemaakt. De ambitie is om de innovatiekracht van Nederland te versterken en het ondernemingsklimaat voor startups en scale-ups uit te bouwen tot de beste van Europa. Daartoe is een aantal speerpunten benoemd, zoals de continuering van organisatie Techleap.nl met inzet op kennisintensieve deeptech startups, doorgroei van startups naar scale-ups en de beschikbaarheid van talent.

Midden- en kleinbedrijf

Om de toegang tot het brede mkb tot overheidsdienstverlening te verbeteren werkt EZK aan actieprogramma mkb-ondernemingsdienstverlening 2023-2025 met een focus op samenwerking tussen landelijke en regionale organisaties als de KVK, RVO en de ROMs en andere overheden.

EZK zet ook in op verbetering van de financieringsmogelijkheden voor MKB-ondernemers. Hiertoe wordt een centrale financieringshub ontwikkeld middels publiek-private samenwerking.14 Het verduurzamen van het mkb is één van de doelen waar EZK, samen met haar partners, op inzet. Voor de verschillende programma’s en regelingen wordt op dit moment een analyse met mogelijke verbeterstappen gemaakt, met oog voor passende en toegankelijke financiering.

Regeldruk

Gewerkt wordt aan de verdere invulling van het programma vermindering regeldruk voor ondernemers. Het accent ligt hierbij de komende periode vooral op de totstandkoming van een reductieprogramma met concrete maatregelen op basis van de knelpunten zoals opgehaald in het MKB indicatorbedrijvenonderzoek, waarin een zestal sectoren zijn doorgelicht op ervaren regeldruk. Onderdeel is de lancering van de regeldrukmonitor.

Regio

EZK werkt via verschillende nationale programma’s op het gebied van energietransitie en economie en met het NOVEX-programma15 aan de ruimtedruk in Nederland, evenals via het programma Mooi Nederland en de Nota Ruimte aan de ruimtelijke ordening van Nederland. Samen met de regio en andere departementen geeft EZK uitvoering aan het nationaal programma werklocaties onder de Nationale Omgevingsvisie. Dit programma is gericht op het waarborgen van voldoende ruimte voor economie en het beter benutten en verduurzamen van bestaande werklocaties. EZK werkt daarbij ook aan een Ruimtelijk Economische Visie voor Nederland om inzicht te krijgen in de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en het benodigde ruimtebeslag voor het bedrijfsleven voor de groene, digitale en circulaire transities, verduurzaming van de industrie en open strategische autonomie van de EU. Deze visie wordt eind 2023 verwacht.

Op het economisch domein wordt in 2024 voortgebouwd op de samenwerkingen met regionale partners op thema’s als het Missiegedreven Innovatiebeleid, internationalisering, energietransitie, verduurzaming van de industrie, scholing (Leven Lang Ontwikkelen), en digitalisering van het MKB. Samenhang tussen nationale en regionale activiteiten vergroot de impact en bereik van onze programma’s. Om die reden spant EZK zich in om de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) nog sterker te positioneren. EZK werkt ook samen met regio's zoals Brainport om zich verder te ontwikkelen om zo te streven naar eenconcurrerende hightech maakindustrie.16 Ook in de dienstverlening aan het mkb wordt samenwerking met de regio gezocht.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Bedrijven zijn verantwoordelijkheid om rekening te houden met mens, milieu en natuur in hun waardeketens en bedrijfsvoering. Om dit te stimuleren ondersteunt EZK het vergroten van inzichtelijkheid in waardeketens, bijvoorbeeld met de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive.17 Daarnaast wordt in 2024 wordt nader bekeken hoe het EZK-instrumentarium beter gericht kan worden op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Durfkapitaal

Een speerpunt van de inzet van EZK om de durfkapitaalmarkt te versterken is het mobiliseren van institutionele beleggers om te investeren in maatschappelijk betrokken startups en scale-ups. Het investeringsfonds Invest-NL is gevraagd te verkennen of pensioenfondsen een rol kunnen spelen in de funding van durfkapitaalfondsen. Daarnaast heeft het kabinet besloten deel te nemen in het European Tech Champions Initiative van het Europees Investeringsfonds. Hiermee zullen Europese ondernemingen beter in staat worden gesteld hun doorgroei te financieren.

Digitale economie

De digitale transitie en de snelle ontwikkelingen in digitale technologieën bieden ongekende kansen voor de Nederlandse economie en samenleving. Tegelijkertijd vergen snelle opkomende technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, aanpassingsvermogen van bedrijven, burgers en overheid. Door de digitale transitie te faciliteren en juiste randvoorwaarden te scheppen zorgen we voor duurzame economische groei en het borgen van publieke belangen als veiligheid, vertrouwen en eerlijke concurrentie. De ambities, doelstellingen en acties van EZK richting 2030 zijn vastgelegd in de strategie voor de digitale economie.18 Daarom zijn de prioriteiten voor de digitale economie het stimuleren van digitale innovatie en vaardigheden, het creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten, het behouden en versterken van een veilige, betrouwbare, hoogwaardige digitale infrastructuur en het versterken van de cybersecurity.

Digitale vaardigheden en de toepassing van nieuwe digitale technologieën zijn essentieel voor de digitale transitie en het verdienvermogen van Nederland. De focus in 2024 blijft op het stimuleren van digitale innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang, voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen. Dit doet EZK door het versterken van de kennis- en innovatiebasis door publiek-private samenwerking, en door het versterken van digitale vaardigheden en digitale innovatie in het onderwijs, voortbouwend op gehonoreerde Groeifondsvoorstellen en door te investeren in innovatieve cloudtoepassingen (Important Project of Common European Interest, IPCEI). Op Europees niveau worden in 2024 verdere stappen gezet met de totstandkoming van de AI Act die beoogt een Europese markt voor betrouwbare en innovatieve AI te creëren.

De digitale economie kan leiden tot te sterke machtsposities en afhankelijkheden van grote platforms. In 2024 wordt daarom verder gewerkt aan een effectieve implementatie van regelgeving in Europees verband. De Digital Markets Act (DMA) pakt de markt- en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan ten behoeve van concurrentie en de bescherming van gebruikers. Daarnaast wordt in 2024 de implementatie van de Digital Services Act (DSA) voorzien, die ervoor gaat zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven, verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. Daarnaast wordt in Europees verband verder gewerkt aan de Data Governance Act en de aanstaande Data Act waarin belangrijke stappen worden gezet om de data-economie beter te laten werken voor consumenten en ondernemers.

Nederland is binnen Europa een belangrijk digitaal knooppunt vanwege de hoogwaardige betrouwbare digitale infrastructuur. In 2024 wordt opvolging gegeven aan de verkenning op de digitale infrastructuur die later dit jaar wordt afgerond. Daarnaast wordt onderhandeld over het voorstel van de Europese Commissie voor de Gigabit Infrastructure Act, dat beoogt de uitrol van snelle netwerken te bevorderen. Tegelijkertijd werken we aan het realiseren van sterke en betrouwbare clouddienstverlening. Ter ondersteuning van een maximale beschikbaarheid van draadloze communicatiediensten wordt zo doelmatig mogelijk gebruik van frequentieruimte nagestreefd. Om die doelstelling te realiseren zijn in 2024 belangrijke lopende trajecten: de beoogde beschikbaarstelling van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie door consumenten en bedrijven en het herijken van het uitgiftebeleid van de 3,8-4,2 GHz-band en de 26 GHz-band.

In de uitvoering van de Strategie Digitale Economie wordt extra aandacht besteed aan de opkomende thema’s digitale open strategische autonomie en digitalisering en duurzaamheid. Digitale open strategische autonomie staat steeds meer onder druk door geopolitieke ontwikkelingen en internationale marktverschuivingen. Om hierop te anticiperen heeft EZK in 2023 gewerkt aan het in kaart brengen en identificeren van risicovolle strategische afhankelijkheidsrelaties en een handelingsperspectief om deze risico’s te mitigeren. Hierover wordt uw Kamer in het najaar van 2023 geïnformeerd.

Cybersecurity is een blijvende prioriteit van EZK en verdient continu aandacht en investeringen in kennis en innovatie. Door in Europees verband wet- en regelgeving en certificering (onder andere via de Cyber Resilience Act) te creëren kunnen consumenten en bedrijven vertrouwen op veilige digitale producten en diensten.

Digitalisering biedt tenslotte grote kansen voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Tegelijkertijd vraagt digitalisering om een verduurzamingsopgave voor de sector zelf. EZK heeft onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheden om de digitale sector te verduurzamen en digitalisering in te zetten om de verduurzamingsopgave te versnellen. In lijn met de motie Kathmann19 zal EZK de onderzoeken met kabinetsreactie dit najaar publiceren.

Mededinging, interne markt en consumentenbeleid

Ook in 2024 zet EZK zich er voor in dat de concurrentie tussen bedrijven wordt geborgd, consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld krijgen en consumenten worden beschermd. Een goed werkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor het generieke vestigingsklimaat in Nederland en hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid. Ook kan het een belangrijke bijdrage leveren aan het mogelijk maken van de transities. Via een actieagenda voor de interne markt wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen, het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt. Hierbij is er aandacht voor digitalisering en vergroening.

Ook in 2024 zet EZK in op een goed samenspel tussen overheid en markt, zodat bedrijven eerlijke kansen krijgen en de maatschappelijke waarde van de overheidsinkoop wordt vergroot. Prioriteiten zijn de borging van de goede dialoog uit het programma Beter Aanbesteden, de verbetering van de rechtsbescherming van ondernemers, de effectieve toepassing van het International Procurement Instrument (IPI) en de verordening buitenlandse subsidies (Foreign Subsidies Regulation).

Een andere prioriteit betreft moderne en toekomstbestendige consumentenregelgeving. Dit draagt bij aan een sterke positie van consumenten, gezonde concurrentie, keuzevrijheid en kwalitatief goede producten en diensten. De Europese Commissie onderzoekt momenteel of de huidige regels consumenten ook online voldoende beschermen. EZK zet zich in voor het versterken van de positie van consumenten in een digitale omgeving, zowel in de regelgeving als in het toezicht. EZK zet daarnaast, samen met andere departementen, in op ambitieuze Europese wetgeving om duurzame producten de norm te laten worden in de EU en consumenten te helpen bij het maken van duurzame keuzes.

Europese en regionale samenwerking

De oorlog in Oekraïne zet de discussie over de weerbaarheid en open strategische autonomie van de Europese Unie (EU) en de energietransitie nog hoger op de Europese agenda. Voor Nederland en de EU blijft een open economie en internationale samenwerking het uitgangspunt. De oorlog en de toegenomen strategische rivaliteit tussen de VS en China laten echter de urgentie zien van het verminderen van de risico’s van strategisch afhankelijkheden, zoals op het gebied van energie, kritieke grondstoffen en technologieën. In 2024 is EZK gericht op het versterken van de veerkracht en duurzaamheid van de energievoorziening en -markt, het bevorderen van de groene en digitale transitie, en het gezamenlijk zo goed mogelijk opvangen van de menselijke en economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Het versterken van de weerbaarheid kent zowel stimulerende als beschermende maatregelen. Dit vindt zijn weerslag in de in Europese Economische veiligheidsstrategie die in juni 2023 is gepresenteerd door de Commissie.

De Europese Commissie heeft in 2023 verschillende initiatieven gepresenteerd om de weerbaarheid van de Europese economie te vergroten, waaronder op het terrein van de interne markt, en om de risico's van strategische afhankelijkheden te verminderen en de verduurzaming van de industrie te versnellen door de business case van schone technologie te verbeteren. Het beleid om weerbaarheid te vergroten via onder meer technologisch leiderschap, IPCEI en de afbouw van de risico’s van strategische afhankelijkheden (onder andere de Critical Raw Materials Acts) zal blijvende inzet vergen. In 2024 zal in de EU de focus vooral liggen op de implementatie en het afronden van de onderhandelingen. Verder zal internationaal de samenwerking worden gezocht om afhankelijkheden te adresseren.

Het klimaat- en energiebeleid moet in alle sectoren fit for net zero worden. Begin 2024 zal de Europese Commissie naar verwachting een nieuw klimaatdoel voor 2040 voorstellen op weg naar klimaatneutraliteit in 2050. EZK wil inzetten op een aangepaste klimaatarchitectuur en instrumenten die passen bij fit for net zero. Een weerbare en concurrerende energiemarkt blijft belangrijk in de huidige geopolitieke context. Het verminderen van afhankelijkheden en de versnelde uitrol van hernieuwbare energie zijn daarbij essentieel, evenals diversificatie van import en importeurs op nationaal en Europees niveau voor leveringszekerheid. Rondom de digitale transitie zullen mogelijk binnenkort trilogen plaatsvinden over de Cyber Resilience Act, en wordt er onderhandeld over connectiviteitsvoorstellen. In 2024 wordt ook gewerkt aan de implementatie van de Data Act en naar verwachting de AI-verordening.

In 2024 vinden de Europese verkiezingen plaats. EZK zal zich inzetten voor het opnemen van de Nederlandse beleidsprioriteiten in het werkprogramma van de nieuwe Europese Commissie, Europees Parlement en de Strategische Agenda van de Europese Raad.

Tot slot

De Nederlandse economie en maatschappij hebben een zware periode achter de rug, waarin onze veerkracht op de proef is gesteld. De realiteit is dat een nieuwe uitdaging zich heeft aangediend, waarvan de duur en ernst ongewis zijn. Evenwel stemmen de afgelopen jaren hoopvol: Nederland heeft laten zien tegen grote klappen bestand te zijn. Deze veerkracht zal ook in toekomstige tijden van grote waarde blijven, en het bestendigen van die veerkracht is daarom van groot belang.

In de verantwoordelijkheden van EZK komen grote uitdagingen samen. Het aanscherpen van de klimaatdoelen met een omvangrijk pakket aan maatregelen. Onze energie schoon, veilig en betaalbaar maken. Bewoners in de regio Groningen een nieuw perspectief geven door structurele versterking. Ervoor zorgen dat Nederland voldoende toekomstig welvaart heeft en dat de gehele samenleving kan meeprofiteren van de economische groei, en dat niemand achterblijft. Het vergroenen van onze economie en onze industrie.

Dit zijn zware opgaven, maar ook een kans om het verschil te maken. Niet alleen, maar juist in brede samenwerking met burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, medeoverheden, de EU en andere landen.

Overzicht coronamaatregelen

De periode van voorjaar 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2022 was voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

1 Telecom Caribisch Nederland 3 Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105
2 Mentale steun ondernemers 1 2 Kamerstuk 25 295, nr. 998
2 Noodloket (TOGS) 0 0 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 5.461 3.487 291 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 13 15 4 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Omscholing naar tekortsectoren 0 1 Kamerstuk 35 420, nr. 105
2 Herstructurering winkelgebieden en binnensteden 6 10 16 15 12 Kamerstuk 31 757, nr. 105
2 Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren 8 32 34 33 28 13 Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 Evenementenregelingen 79 96 11 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462
2 Omzetderving Limburg 24 Kamerstuk 32 698, nr. 63
2 Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector 188 2 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 Qredits 38 70 30 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277
2 BMKB-Corona 1 1 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Garantieregeling Klein Krediet Corona 1 1 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Storting in de begrotingsreserve Groeifaciliteit 50 Kamerstuk 35 420, nr. 314
2 Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona) 50 25 25 25 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Storting in de begrotingsreserve GO-Corona 40 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Bijdrage RVO.nl 59 60 18 0 0 0 0 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 FieldLabs 2 Kamerstuk 25 295, nr. 1178
3 Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen 150 Kamerstuk 35 420, nr. 105
3 Corona Overbruggingslening (COL) 33 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
3 Dutch Future Fund 6 11 6 2 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Deep Tech Fund 60 25 25 65 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument) 8 22 10 10 Kamerstuk 33 009, nr. 96
4 Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland 8 Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105
Totaal 6.135 3.741 580 145 105 115 0
  1. De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen, aangezien deze maar ten dele corona-gerelateerd zijn. Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.

Toelichting op coronamaatregelen

Telecom Caribisch Nederland

De coronamaatregel is met ingang van 1 januari 2022 omgezet in een structurele subsidie. De subsidie vanuit artikel 1 van de EZK-begroting heeft te maken met de Rijkstaak om de Telecom/Internetaansluiting betaalbaar te maken en te houden. De subsidie is voor de periode 2023 tot en met 2026 beschikbaar gesteld en bedraagt 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD voor Eustatius en Saba.

Mentale steun ondernemers

In het kader van het Programma Mentale steun ondernemers is het Programma Emotie en Perspectief opgezet binnen het door EZK beschikbare gestelde budget van € 5 mln. In dit programma werken KVK, Ondernemersklankbord (OKB) en VNO-NCW/MKB-NL samen om mentale steun aan ondernemers in zwaar weer te geven. Dit gebeurt door middel van klankbordtrajecten voor ondernemers, trainingen van adviseurs, brancheaanpak, ontwikkeling van tools zoals de Toekomstcheck.

Noodloket (TOGS)

De TOGS, voorheen noodloket genoemd, is een belastingvrije gift van € 4.000 voor ondernemers die een dominant effect zien op hun bedrijfsvoering door het wegblijven van de consument als gevolg van de kabinetsmaatregelen in verband met COVID-19.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De TVL bood bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL heeft gelopen van 1 juni 2020 tot en met 31 maart 2022. De reguliere openstellingen zijn hiermee gestopt. In 2023 is nog circa € 300 mln nodig voor betalingen in verband met vaststelling van de subsidie, en voor bezwaar en beroep.

Tegemoetkoming vaste lasten starters

Een separate regeling voor bedrijven die tijdens de coronacrisis zijn gestart, biedt een tegemoetkoming voor de vaste lasten in het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022.

Omscholing naar tekortsectoren

In 2022 was € 40 mln (incl. uitvoeringskosten) beschikbaar voor de subsidieregeling Omscholing naar kansrijke beroepen in de ICT en techniek. Hiermee konden werknemers met een subsidiebedrag van maximaal € 3.750 worden omgeschoold, zijnde 50% van de verwachte kosten van een omscholingstraject van € 7.500 per individu. De werkgever droeg zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en vitale binnensteden. Met de Regeling specifieke uitkering Impulsaanpak winkelgebieden kunnen gemeenten hiervoor een specifieke uitkering ontvangen. De eerste openstellingsronde had een beschikkingsruimte van € 22 mln en is in mei 2022 opengesteld. In totaal volgen vier openstellingen waarmee naar verwachting ongeveer 40 projecten worden ondersteund.

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

Met deze regeling, die is opengesteld op 17 mei 2021, wordt beoogd de teruggang in R&D-investeringen in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, die het gevolg is van de coronacrisis, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Consortia van MKB, grootbedrijf en/of kennisinstellingen hebben gezamenlijk projectvoorstellen ingediend. Het budget bedraagt € 150 mln.

Evenementenregelingen

De regelingen ATE en TRSEC zijn in 2022 samengevoegd tot de Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22). De SEG22 is de garantieregeling voor de evenementensector in 2022 en heeft gelopen van 1 januari tot en met 30 september 2022.

Omzetderving Limburg

Dit betreft een specifieke uitkering aan de provincie Limburg ten behoeve van bedrijven die omzetderving hebben geleden ten gevolg van de waterschade tijdens de overstroming in juli 2021.

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

Dit betreft een faciliteit van € 400 mln voor Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) voor liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties die onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Daarnaast is in 2020 een budget van € 160 mln beschikbaar gesteld voor leningsfaciliteiten aan garantiefondsen voor de reissector. Hiervan is een leningsfaciliteit van € 150 mln beschikbaar gesteld aan SGR, waarmee SGR consumenten schadeloos kan stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Voor kleinere garantiefondsen VZR Garant en het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) is een leningsfaciliteit beschikbaar gesteld voor respectievelijk € 2,5 mln en € 4 mln.

Qredits

EZK heeft in 2020 aan Qredits een achtergestelde lening van € 25 mln verstrekt voor Corona-overbruggingskredieten voor bedrijven. Dit bedrag is in 2021 verhoogd met € 30 mln. Daarnaast is in 2021 € 40 mln in de vorm van een lening aan Qredits beschikbaar gesteld voor overbruggingskredieten aan starters. Van deze leningen is in 2021 € 38 mln aan Qredits uitbetaald. Daarnaast wordt in de jaren 2021-2024 in totaal € 200 mln aan Qredits ter beschikking gesteld in het kader van het TOA-krediet (Time-out-arrangement) gericht op ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) hun mkb-bedrijf willen doorstarten. Tot 2023 hebben ondernemingen hier nauwelijks gebruik van gemaakt.

BMKB-Corona

Het kabinet heeft een tijdelijke faciliteit onder de BMKB opengesteld voor door de Coronacrisis getroffen mkb-bedrijven om liquiditeitsproblemen op te vangen. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. De BMKB-Corona heeft in 2022 gebruik gemaakt van het garantiebudget van de reguliere BMKB (€ 765 mln). De BMKB-Corona was opengesteld tot 1 juli 2022. Voor eventuele verliesdeclaraties als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC ontwikkeld voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. De KKC is in 2022 opengesteld voor € 100 mln. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2022 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Storting in de begrotingsreserve Groeifaciliteit

In 2021 is circa € 50 mln afgestort in de begrotingsreserve Groeifaciliteit, ter afdekking van eventuele toekomstige schades als gevolg van faillissementen.

Garantie ondernemingsfinanciering (GO-Corona)

Het kabinet heeft tijdelijk een corona-module voor garantie op bankleningen aan de GO opengesteld (GO-Corona), met 80% garantie voor grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen. Het totale garantieplafond voor de GO (incl. de GO-Corona) is voor 2022 gesteld op € 300 mln. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2022 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar en is voor de komende jaren een kasbuffer op de begroting beschikbaar (zie ook de toelichting op de risicovoorzieningen in beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).

Storting in de begrotingsreserve GO-Corona

In 2021 is € 40 mln afgestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering, ter afdekking van eventuele toekomstige schades op de coronamodule van de GO als gevolg van faillissementen.

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de coronamaatregelen.

Fieldlabs

In het FieldLab Evenementen is in praktijktesten de inzet van sneltesten, testbewijzen, crowdcontrol en andere opschalingsvragen onderzocht. In het FieldLab Cafe's zijn inzichten vergaard over bezoekersgedrag en naleving van de maatregelen door bezoekers. Deze informatie heeft bijgedragen aan een veilige en verantwoorde heropening van café's.

Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Het kabinet heeft in 2021 € 150 mln beschikbaar gesteld om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) te versterken. Door het fondsvermogen van de ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s ook het eigen vermogen van veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen.

Corona Overbruggingslening (COL)

Het kabinet heeft de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) een lening van in totaal € 300 mln verstrekt voor de uitvoering van de COL. De ROM’s verstrekten tot en met 30 juni 2021 overbruggingskredieten tussen de € 50.000 en € 2 mln. Ondernemers die gefinancierd zijn met (extern) eigen vermogen (startups en scale-ups) en intern eigen vermogen die geen bankrelatie hebben (familiebedrijven en maakindustrie) kunnen een COL-aanvraag doen.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund (DFF) met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk maakt. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet bewezen hebben en waar relatief grote risico’s aan kleven. Het fonds is uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door de EZK is ingebracht en € 75 mln door Invest-NL.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Samen met Invest-NL en het EIF is een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln, waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve financiers worden vergroot. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.

Verlaging netbeheer Caribisch Nederland

Als specifieke maatregel voor de bewoners van de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius is aan de energiebedrijven van deze eilanden subsidie verstrekt, zodat de netbeheertarieven in 2020 en 2021 op € 0 gesteld konden worden en de bewoners dus minder geld kwijt zijn aan hun energierekening.

2 Noodloket (TOGS) 1 0,186 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217
2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 155 276 200 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 0 0 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Evenementenregelingen 0 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 462
2 Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector (Bedrijfssteun) 1 21 43 42 40 39 6 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 BMKB-Corona 126 0 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16
2 Klein Krediet Corona 141 0 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC) 9 Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 GO-Corona 15 9 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Onttrekking begrotingsreserve GO-Corona 76 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Bijdrage RVO.nl 3 6 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
3 Corona Overbruggingslening (COL) 20 33 27 30 210 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
Totaal 462 430 270 72 250 39 6
  1. Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgrond naar nul.

Toelichting ontvangsten

Noodloket (TOGS)

In 2022 is voor de TOGS € 0,2 mln terugontvangen, in verband met onder meer gecorrigeerde overboekingen en terugvorderingen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De ontvangsten houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik.

Tegemoetkoming vaste lasten starters

Eventuele ontvangsten houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik.

Evenementenregelingen

Eventuele ontvangsten houden met name verband met het terugvorderingen bij niet voldoen aan de voorwaarden van de regeling.

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

Dit betreft de geraamde ontvangsten in het kader van de voucherkredietfaciliteit, en de leningsfaciliteit voor SGR en de kleine garantiefondsen.

BMKB-Corona

Er is in 2021 een bedrag van € 126 mln aan afsluitprovisie ontvangen voor BMKB-Corona aanvragen.

Klein Krediet Corona (KKC)

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling KKC als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in 2021 € 140 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC. Hiernaast hebben er ook provisieontvangsten plaatsgevonden bij de KKC.

Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling KKC als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in 2022 € 9 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC.

GO-Corona

Er is 2021 € 15 mln en in 2022 € 9 mln aan provisie ontvangen voor GO-Corona aanvragen.

Onttrekking begrotingsreserve GO-Corona

Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling GO-Corona als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er in 2022 € 76 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve GO-Corona.

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft een terugbetaling door RVO aan het kerndepartement omdat de kosten van uitvoering van de coronamaatregelen lager zijn geweest dan geraamd.

Corona Overbruggingslening (COL)

Dit betreft de gerealiseerde en geraamde terugbetalingen in het kader van de Corona Overbruggingsleningen die door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen zijn verstrekt.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zijn opgetreden tussen de begroting 2023 (incl. amendementen en Nota’s van Wijziging) en de begroting 2024.

Stand ontwerpbegroting 2023 (inclusief NvW en amendementen) 27.178.059 14.087.488 12.491.004 11.716.128 11.115.624
Belangrijkste mutaties
Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) 2 ‒ 1.070.000 ‒ 300.000
Brexit Adjustment Reserve (BAR) 2 ‒ 191.411
NGF-projecten EZK-begroting 2 en 4 50.000 246.200 11.000 41.000 8.000
Klimaatfondsmiddelen 2 en 4 264.241 1.052.103 1.504.651 955.002 648.564
SDE 4 ‒ 365.000 ‒ 379.000 ‒ 557.000
SDE+ 4 ‒ 809.218 ‒ 2.676.000 ‒ 2.348.000
SDE++ 4 ‒ 500.000 ‒ 326.426 ‒ 44.044 ‒ 66.066
Vulmaatregelen gasopslag 4 ‒ 563.250 340.400 253.500
Garantie CCS Porthos 4 175.600
Kasschuif IPCEI waterstof 4 19.038 91.815 ‒ 272.284 ‒ 135.729 121.515
Kasschuifmiddelen waterstofbackbone 4 ‒ 196.620 ‒ 64.660 ‒ 45.860 19.140 80.800
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 4 ‒ 5.950.665 100.000
Tegmoetkoming blokaansluiting 4 513.335 178.641
Subsidieregeling bestuurlijke afspraken 5 124.933
Schadeafhandeling 5 57.520 ‒ 30.746 55.908 63.911 192.412
Versterkingsoperatie 5 228.969 51.049 128.782 9.656 ‒ 111.275
Vergoeding Norg Akkoord 5 ‒ 1.756.929 ‒ 157.658
Nationaal Programma Groningen 5 85.307
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) 5 135.922
Uitbreiding bereik woningsverbeteringsubsidie 5 150.000
Toekenning groeifondsmiddelen 6 ‒ 70.303 ‒ 392.909 ‒ 163.057 ‒ 122.085 ‒ 70.096
Kasschuiven NGF 6 ‒ 1.112.812 ‒ 478.877 ‒ 757.000 ‒ 583.200 ‒ 288.350
Loon- en prijsbijstelling 222.701 211.009 213.574 194.320 191.688
Overige mutaties 102.186 365.746 293.603 318.601 304.004
Stand ontwerpbegroting 2024 16.721.603 12.244.601 10.482.395 12.432.700 12.126.820 13.211.933

Toelichting

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

Naar aanleiding van de CPB-raming (CEP) wordt met deze mutatie het TEK-budget naar beneden bijgesteld. De verwachte prijsontwikkelingen leiden tot lagere benodigde uitgaven voor compensatie van de energieprijs. Daarnaast betreft het een reguliere herziening van de uitvoeringskosten van RVO in lijn met de hoeveelheid verwachte aanvragen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR betreft EU-middelen voor ondersteuning van bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de Brexit. Door tegenvallende interesse in de BAR-regeling (m.n. het bedrijfslevenspoor) is er aanzienlijke onderuitputting op het verplichtingen- en kasbudget. Deze in 2022 niet-bestede middelen worden overgeheveld naar 2023. Het per saldo overschot aan middelen (€ 280 mln, zie daarvoor ook tabel belangrijkste ontvangstenmutaties) wordt overgeheveld naar het programma REPowerEU. Zie ook de brief «Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve» (Kamerstuk 35 393, nr. 50).

NGF-projecten EZK-begroting

Dit betreft de som van vier mutaties: de toekenning van € 135,0 mln aan het project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen uit de derde ronde van het NGF, de gedeeltelijke omzetting van de reservering van € 333,0 mln voor project Quantum Delta NL in een toekenning van € 60,2 mln, de omzetting van een reservering in een toekenning voor project Health-RI van € 47,0 mln en tot slot de gedeeltelijke omzetting van een reservering van € 265,0 mln voor het project Groenvermogen in een toekenning van € 119,0 mln (en een voorwaardelijke toekenning van € 146,0 mln).

Klimaatfondsmiddelen

Vanuit de klimaatfondsmiddelen op de Aanvullende Post worden verschillende projecten op de EZK-begroting van dekking voorzien. Het gaat onder andere om Elektrolyse (elektrolyse onshore, offshore en import; op het opschalingsinstrument waterstof), Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI, op het instrument Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds), vergassing (op het DEI+-instrument) en kernenergieprojecten (onderzoek nieuwbouw kerncentrales op het instrument Onderzoek en opdrachten). Gedetailleerde toelichting op deze projecten is te vinden in de relevante beleidsartikelen, in bijlage 10 en in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2024.

SDE

Vanuit het SDE-budget wordt voor de jaren 2023 en 2024 in totaal € 744 mln ingeleverd ter dekking van het energiepakket van het kabinet. Ter dekking van het klimaatpakket wordt daarnaast in 2025 € 557 mln afgeboekt.

SDE+

Vanuit het SDE+-budget wordt in de jaren 2023 tot en met 2025 in totaal € 4,3 mld dekking geboden voor het energiepakket. In 2025 wordt € 1,653 mld ingeleverd ter financiering van het klimaatpakket. Tenslotte wordt in 2023 het budget met € 119 mln opgehoogd met de ontvangsten uit de tenderopbrengst van een van de kavels van het windpark Hollandse Kust (west).

SDE++

Uit het SDE++-budget wordt in 2023 € 500 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën ter financiering van de kapitaalversterking van netbeheerder Stedin. In 2025 wordt daarnaast € 300 mln afgeboekt ter financiering van het klimaatpakket. Tenslotte is op het SDE++-budget vanaf 2025 € 26 mln, oplopend naar € 88 mln in 2028 en latere jaren, bezuinigd als aandeel van het Ministerie van EZK in de ombuigingstaakstelling die het kabinet aan de departementen heeft opgelegd.

Vulmaatregelen gasopslag

Vanwege gunstige marktomstandigheden maakt EBN minder gebruik van de subsidie dan begroot. Om in lijn met de lange termijnvisie gasopslagen EBN de komende jaren in staat te stellen om gas in Bergermeer op te slaan wordt een deel van dit geld naar 2024 en 2025 geschoven voor toekomstige vultaken en valt het restant van de begrote middelen vrij. Daarnaast is voor de subsidiemaatregel voor marktpartijen voor het vullen van gasopslag Bergermeer in 2024 € 240 mln gereserveerd.

Garantie CCS Porthos

De garantieregeling Porthos kent de initiatiefnemers (EBN, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam) een garantie toe indien het scenario zich voltrekt dat de benodigde natuurwetvergunning niet verkregen wordt. De garantie loopt van 12 december 2022 t/m 31 december 2023. De verplichtingen en eventuele kasuitgaven door het Rijk en premie ontvangsten vanuit de Porthos partijen zullen pas in 2023 plaatsvinden. De garantie dekt een aanzienlijk deel van de door Porthos aan te gane financiële verplichtingen met externe partijen benodigd voor de bouw van het project in voornoemde periode, met een maximum van € 175,6 mln.

Kasschuif IPCEI waterstof

Voor IPCEI Waterstof golf 2, 3 en 4 worden middelen naar voren gehaald en doorgeschoven waardoor ze meerjarig in het correcte kasritme geplaatst worden.

Kasschuif middelen waterstof Backbone

Omdat de subsidie aan Gasunie voor het aanleggen van de waterstof backbone is uitgesteld naar 2023, is het niet-gebruikte verplichtingenbudget van 2022 (€ 750 mln) aan het budget voor 2023 toegevoegd en vervolgens meerjarig in een correct kasrimte geplaatst.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Omdat de energieprijzen sinds het begin van 2023 een sterk dalende trend vertonen, is de verwachting dat de kosten gemoeid met het prijsplafond energie voor kleinverbruikers in 2023 sterk zullen dalen. Daarom wordt het (kas)budget naar beneden bijgesteld.

Tegemoetkoming blokaansluiting

Voor de tegemoetkoming aan circa 700.000 huishoudens met een blokaansluiting (huurders van woningbouwcorporaties of particuliere verhuurders, eigenaar-bewoners in een Vereniging van Eigenaren (VvE), cliënten van woonzorginitiatieven, studenten) is er ruim € 710 mln aan de EZK-begroting toegevoegd.

Subsidieregeling bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is een aantal subsidie regelingen geïntroduceerd. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (ca. € 125 mln) zijn toegevoegd aan de begroting voor 2023 en meerjarig in het juiste ritme geplaatst door middel van een kasschuif.

Schadeafhandeling

De raming van de schadeafhandeling wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor fysieke schade, immateriële schade en waardedaling en de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld

Versterkingsoperatie

Ieder jaar wordt bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie zijn de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast.

Vergoeding Norg Akkoord

Conform de afspraken in het Norg Akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord worden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. In 2022 is € 85,3 mln van de beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Deze middelen zijn toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023. Hier is bij de 1e suppletoire begroting van EZK loon- en prijsbijstelling aan toegevoegd.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen, zijn voor 2023 toegevoegd aan de EZK begroting.

Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie

Zoals aangekondigd in Nij Begun wordt de bestaande subsidieregeling voor verduurzaming en verbetering (voor eigenaren van woningen die geen onderdeel zijn van het versterkingsprogramma van NCG) uitgebreid met 28 extra postcodegebieden aan de randen van het huidige toepassingsgebied (maatregel 30). Zo kan een groter deel van de regio van deze regeling gebruikmaken. Hiervoor wordt in de Prinsjesdag suppletoire begroting € 150 mln toegevoegd aan de EZK-begroting.

Toekenning groeifondsmiddelen

De kasreeksen voor de projecten Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (EZK), Maritiem Masterplan (I&W), Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (OCW) en DUTCH (VWS) uit de derde ronde worden overgeboekt naar de departementen. Een deel van de reservering van € 333,0 mln voor project Quantum Delta NL uit de eerste ronde wordt omgezet in een toekenning van € 60,2 mln. Ook deze middelen worden overgeboekt.

Kasschuiven NGF

Twee projecten ontvingen een toekenning via de subsidieroute in de derde ronde. Hiervoor blijven middelen geraamd in 2023 en 2024. De overige middelen worden doorgeschoven naar 2025 en verder. Voor de subsidieregeling kunnen pas vanaf september 2024 nieuwe aanvragen ingediend kunnen worden en de beoordelingsperiode duurt maximaal 26 weken. Het is daarom nagenoeg zeker dat nieuwe toekenningen pas in 2025 zullen plaatsvinden. De middelen die voor 2025-2027 geraamd stonden worden ook deels naar achteren geschoven om niet een overschot aan middelen op die jaren te hebben.

De overgebleven middelen uit 2023 worden doorgeschoven. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de benodigde middelen voor 2024 voor eventuele omzettingen en de deelname van de CAS-landen en de BES-eilanden aan het NGF. Op basis daarvan worden overtollige middelen voor 2024 ook doorgeschoven.

Er worden middelen voor voorwaardelijke toekenningen doorgeschoven om de raming van voorwaardelijke toekenningen uit de derde ronde mogelijk te maken.

Loon- en prijsbijstelling

De bij 1e suppletoire begroting 2023 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de verschillende instrumenten waar dit betrekking op heeft.

Stand ontwerpbegroting 2023 (inclusief NvW en amendementen) 17.064.925 8.714.385 4.915.572 3.935.842 3.775.902
Belangrijkste mutaties
Veilingopbrengsten FM-frequenties 1 120.180 32.645
Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) 2 150.000
Brexit Adjustment Reserve (BAR) 2 ‒ 215.000 ‒ 65.000
SDE 4 192.200
Lening EBN-Bergermeer 4 ‒ 2.300.000
Heffing gasleveringszekerheid 4 ‒ 157.750 ‒ 70.025 ‒ 70.025 ‒ 70.025
ETS-ontvangsten 4 ‒ 50.000 150.000 300.000 100.000 3.300.000
Ontvangsten NAM fysieke schade 5 ‒ 94.150 ‒ 53.429 ‒ 23.092 108.361 208.438
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 5 3.916 16.682 44.449 73.054 64.060
Dividenduitkering EBN 5 ‒ 2.692.900 ‒ 1.672.500 ‒ 151.000 325.000 325.000
Ontvangsten Mijnbouwwet 5 ‒ 2.213.000 ‒ 1.359.000 133.000 215.000 85.000
Overige mutaties 152.580 ‒ 201.268 267.429 237.090 167.971
Stand ontwerpbegroting 2024 9.968.751 5.619.765 5.351.333 4.924.322 7.856.346 6.229.519

Toelichting

Veilingopbrengsten FM-frequenties

Dit betreft de ontvangsten van de landelijke veiling FM-frequenties die in de zomer van 2023 heeft plaatsgevonden. Hiermee is in totaal € 152,8 mln opgehaald. Vanwege betalingsregelingen wordt een deel van dit bedrag in 2024 ontvangen.

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. De mutaties in 2022 en 2023 hangen samen met de actualisatie van ramingen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln waarvan € 485 mln in 2022. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en financiële verantwoording van de regeling aan de EU en ontvangt daardoor het volledige budget. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen vallen onder de ministeries LNV en Financiën.

SDE

RVO verwacht circa € 192 mln meer te ontvangen aan terugbetaalde voorschotten op basis van de afgegeven beschikkingen voor de SDE, SDE+ en SDE++. De toename van de terugbetaalde voorschotten wordt veroorzaakt door de hogere energieprijzen. De onrendabele top werd veel kleiner dan verwacht bij het afgeven van beschikkingen. De ontvangsten zijn ingezet om de (geraamde) tekorten op de locatieonderzoeken wind op zee van RVO en op de voorschotbetaling 2023 aan TenneT voor de aanleg net op zee te dekken.

Lening EBN-Bergermeer

EBN heeft de in 2022 ontvangen lening van € 2,3 mld voor het verder vullen van de gasopslag Bergermeer eind 2022 al in zijn geheel terugbetaald. De geraamde ontvangsten in 2023 vallen daarom vrij.

Heffing gasleveringszekerheid

Gegeven het open en grensoverschrijdende karakter van de Europese gasmarkt dragen de Nederlandse gasopslagen en het vullen ervan bij aan de leveringszekerheid van de gehele Europese Unie en met name de ons omringende landen. Uitgangspunt is dat de kosten die met hiervoor genoemde maatregelen gemoeid zijn via een heffing worden gedragen door zowel de gebruikers in Nederland als daarbuiten: een heffing op het gebruik van het gastransportnet. Met de 6e en 8e ISB is daarom een aparte ontvangstenreeks hiervoor aan de EZK-begroting toegevoegd.

ETS-ontvangsten

Door de gestegen prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten verhoogd.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de afhandeling van schades worden bij NAM in rekening gebracht. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitvoeringskosten die samenhangen met de schadeafhandeling worden ook bij NAM in rekening gebracht. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Dividenduitkering EBN

Vanwege de daling in de gasprijs zijn de ontvangsten aan dividend EBN naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Vanwege de daling in de gasprijs zijn de ontvangsten Mijnbouwwet naar beneden bijgesteld.

Openbaarheidsparagraaf

Dit is de openbaarheidsparagraaf bij de begroting voor 2024 van het Ministerie van EZK en de bijbehorende dienstonderdelen.20 De paragraaf komt voort uit het besluit tot actieve openbaarmaking van informatie, de plannen ter verbetering van de informatiehuishouding en artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo). We beschrijven de actuele ontwikkelingen rondom openbaarheid en informatiehuishouding en de bijbehorende inspanningen van het ministerie om toe te werken naar een meer transparante overheid.

Context

Informatiehuishouding en openbaarmaking staan onverminderd in de aandacht. Voorbeelden zijn de kabinetsreactie over chatberichten-archivering en het rapport Matglas van de Open State Foundation. Het interdepartementale programma Open Overheid en de departementale programma’s zijn nu twee jaar onderweg. De quick wins zijn verzilverd en de eerste acties zijn afgerond (zie eerdere openbaarheidsparagrafen).

Een belangrijke inzicht dat nog scherper is geworden betreft de inherente samenhang tussen informatiehuishouding en openbaarheid. We verwerken een grote hoeveelheid digitale informatie. Een goede informatiehuishouding is randvoorwaardelijk om grip te houden op deze informatiestroom en te voldoen aan onze verantwoordingsplicht naar samenleving en politiek. Dit betekent dat informatie niet alleen beschikbaar moet zijn, maar ook snel vindbaar voor openbaarmaking. Juist op dit punt is de integraliteit tussen informatiehuishouding en openbaarmaking extra zichtbaar geworden de afgelopen periode en met name bij Woo-verzoeken. Rijksbreed zijn de afhandeltermijnen langer dan wenselijk. Hierin wordt duidelijk dat ondanks de grote betrokkenheid en inzet van medewerkers om Woo-verzoeken tijdig af te handelen, er meerdere onderliggende vraagstukken liggen op het gebied van informatiesystemen, techniek, proces en organisatie. Vooruitgang op de thema’s informatiehuishouding en openbaarheid vraagt daarom echt om een integrale aanpak. Alleen op die integrale wijze kunnen we onze veranderopgave daadwerkelijk realiseren.

Effect op EZK

Binnen EZK bouwen we voort op deze inzichten en zetten we in op integrale en systemische maatregelen. Hieronder beschrijven we de belangrijkste interventies.

a. Impuls Informatiehuishouding en tooling

We zetten erop in dat eind 2024 bij alle directies een heldere informatiehuishouding-structuur aanwezig is, die ook wordt gehanteerd. We streven naar een volwassenheidsniveau van 2,5 (op een schaal van 1 tot 4) bij de jaarlijkse N-meting. Dit betekent dat medewerkers zich bewust zijn van het belang van informatiehuishouding en dat zij werken volgens bijbehorende kaders en richtlijnen. Ook geven we een boost aan de inzet van tooling (geen alomvattende oplossing) om het werken met informatie te automatiseren en versnellen. Denk aan het zoeken en vinden van e-mails en documenten en het ontdubbelen en lakken van informatie.

b. Masterplan Woo

Vanaf 2024 zetten we in op een integraal plan, dat op basis van een duidelijke stip op de horizon werkt aan een set van samenhangende maatregelen om de versnelling van de afhandeling van Woo-verzoeken te realiseren. De uitkomsten van de deelname aan de interdepartementale Woo-pilot worden hierin meegenomen.

c. Experimenteren met openbaarheid

Transparantie richting de samenleving is essentieel. Maar welke informatie is relevant en helpt mensen bij het inzicht krijgen in beleid en beslissingen? In 2024 gaan we door met het opdoen van ervaringen met proactieve openbaarmaking (het uit eigen beweging openbaar maken van informatie). We experimenteren met de eerste proactieve openbaarheidsadviezen voor directies. Daarbij onderzoeken we welke informatie ook echt meerwaarde heeft voor de samenleving. We werken toe naar een departementale richtlijn voor het proactief openbaar maken van informatie, zodat zo veel mogelijk relevante informatie tijdig en helder voor de samenleving beschikbaar is.

Selectie van aanvullende activiteiten en maatregelen

Verbeteren Informatiehuishouding

  1. Vanuit de afspraken in het departementale actieplan Informatiehuishouding wordt samen met de dienstonderdelen gewerkt aan het juist naleven van de richtlijnen voor archiveren en het verbeteren van de vindbaarheid, leesbaarheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie.
  2. Er is specifiek aandacht voor de archivering van berichtenapps en e-mails. De nieuwe rijksbrede richtlijn voor het archiveren van chatberichten wordt begin 2024 verwacht, waarna implementatie volgt. We zetten in op het sneller en beter opslaan van e-mails. Denk aan automatische opslag, directe opslag bij dossiers en het werken met automatisch taggen van e-mails. Er start een campagne om medewerkers goed te begeleiden bij het archiveren volgens deze nieuwe richtlijnen.
  3. Naar verwachting wordt de Archiefwet in 2024 ingevoerd met bijbehorend Archiefbesluit en Archiefregeling. Hiervoor worden in 2023 een uitvoerbaar- en handbaarheidstoets uitgevoerd. Bij EZK wordt gestart met de implementatie, bijvoorbeeld rondom de aanpassing van selectielijsten.
  4. De implementatie van het nieuwe informatiesysteem heeft in 2023 voor vertraging en knelpunten gezorgd in de informatiehuishouding. In 2024 gaan we door met de ontwikkeling van dit systeem zodat het daadwerkelijk het werken met informatie gaat ondersteunen en versterken. Ook kijken we breder naar de doelarchitectuur van diverse systemen en applicaties.

Openbaarmaking – passief, actief en proactief

  1. We geven vervolg aan de verplichte actieve openbaarmaking van de 17 informatiecategorieën onder de Woo via de Woo-index. Daartoe onderzoeken we welk platform bruikbaar is voor de publicatie van verplichte en proactief openbaargemaakte informatie voor politiek en samenleving.
  2. Verplichte actieve openbaarmaking geldt ook voor beslisnota’s bij Kamerstukken. Op basis van de evaluatie op de werkwijze in 2023 zal deze worden aangescherpt, gericht op het versterken van transparantie, uniformiteit en uitvoerbaarheid van de beleidslijn over beslisnota’s.
  3. We verkennen de optie om uitgebreider te werken met integrale inzage van documenten voor historisch, statistisch, wetenschappelijk of journalistiek onderzoek conform artikel 5.7 van de Woo.

Overkoepelende activiteiten

  1. In 2024 investeren we in betere sturing en sturingsinformatie op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Het ontwikkelde departementale Woo-dashboard zal hier een kwalitatieve en kwantitatieve impuls aangeven.
  2. Op basis van huidige ervaringen wordt verder gewerkt aan bewustwording en de nieuwe manier van denken en werken passend bij onze informatiesamenleving, waarbij informatie en openbaarheid meer centraal staan.
  3. We zetten blijvend in op het begeleiden van medewerkers door gerichte communicatie, instructies en het organiseren van trainingen en opleidingen op de verschillende onderdelen.
  4. De integrale aanpak capaciteit, die geleid heeft tot de inzet van 41 fte extra capaciteit binnen beleidsdirecties op de thema’s informatiehuishouding en openbaarmaking, ronden we af. Op basis van de opgedane ervaringen en inzichten worden de fte’s verder ingevuld binnen de organisatie.
  5. Het netwerk voor informatiehuishouding en openbaarheid wordt verder ontwikkeld om collega’s die werken aan de thema’s informatiehuishouding en openbaarheid gerichter met elkaar te verbinden, kennis en ervaring uit te wisselen en op te leiden.

Financiële toelichting

Bovenstaande activiteiten worden gefinancierd uit deels de POK-gelden (vanaf 2021) en Woo-gelden (vanaf 2022). Naast deze gelden zijn er eigen/reguliere middelen en capaciteit vanuit de lijnorganisatie en ICT-investeringen. Het totale budget aan POK- en Woo-gelden voor 2024 bedraagt € 21,1 mln, waarvan € 10,9 mln voor de dienstonderdelen.

Kerndepartement 3.836 6.375 10.211
Diensten 8.040 2.871 10.912
Totaal 11.877 9.246 21.123

De gelden zijn meerjarige toegekend door BZK en worden beheerd door het Programma Transparantie in Informatie (TiI). Als randvoorwaarde zijn basisafspraken opgesteld met diensten en directies waarin de kaders van de financiering zijn vastgelegd. Hieraan liggen inhoudelijke plannen ten grondslag.

Het Programma TiI heeft een monitorende rol met betrekking tot de doelmatige inzet van de financiële middelen, de inhoudelijke voortgang en financiële uitputting. Op basis van een afgestemde P&C-cyclus stuurt het programma TiI bij indien nodig.

Strategische Evaluatie Agenda

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Richten beleidsdoorlichtingen zich primair op de doorlichting van afzonderlijke begrotingsartikelen, in de SEA staan de beleidsthema’s van de missie van EZK centraal. Daarmee komt het vizier meer te liggen op de integrale en samenhangende beleidsaanpak van een beleidsthema (zoals energietransitie of innovatie) en minder op de afzonderlijke beleidsonderdelen. Met de SEA wordt tevens beoogd onderzoeken beter te laten aansluiten op de beleidscyclus en wordt meer recht gedaan aan ontwikkelingen op een beleidsveld. Op deze wijze kunnen ook leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen als dat nodig blijkt.

Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In bijlage 6 wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten Synthese 2022 Afgerond In 2021 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de EZK-begroting plaatsgevonden. Deze is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Kamer aangeboden. 1 Kamerstuk 30 991, nr. 37
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering ook een belangrijk onderdeel van is, is afgerond en is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering kwam deze beleidsdoorlichting te vroeg om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel is waar mogelijk gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties.
Goed werkende (digitale) economie en markten Synthese 2027 Te starten 1
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de beleidsdoorlichting van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor een synthese wordt voorzien in 2027.
Steun- en herstelbeleid Corona Synthese 2025 Te starten Dit beleid diende ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement heeft de verantwoordelijkheid voor de eigen maatregelen. 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In de afgelopen periode heeft de overheid meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Dit betrof een planning van de evaluaties van individuele steunmaatregelen, zoals de NOW, TOZO en TVL/TOGS. Ook bevatte de brief een overzicht van de monitoringsactiviteiten. De ministeries zouden de evaluatie-aanpak verder uitwerken met behulp van enkele onafhankelijke deskundigen vanuit de wetenschap en de planbureaus. Inmiddels is begin 2023 een update van deze planning naar de Kamer gestuurd met de aankondiging dat een synthese-onderzoek uiterlijk eind 2025 gereed is. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstuk 35 420, nr. 453). De synthesestudie zal zich richten op de grootste steunmaatregelen (TVL/TOGS, NOW, TOZO en belastinguitstel) en zal afhankelijk van de tijdige totstandkoming van de onderliggende evaluaties uiterlijk eind 2025 naar de Kamer worden gestuurd. Centraal bij deze synthese staat de vraag hoe doeltreffend en doelmatig de opeenvolgende steunpakketten als geheel zijn geweest. Tevens kijken we wat de belangrijkste lessen en eventuele onbedoelde neveneffecten zijn op basis van de individuele evaluaties. Hieronder wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZK zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZK-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zullen de evaluaties hiervan later dan de synthesestudie en zoveel mogelijk gezamenlijk plaatsvinden. Kamerstuk 35 420, nr. 227 en Kamerstuk 35 420, nr. 453
Kamerstuk 35 420, nr. 521
Ondernemerschap Synthese 2025 Te starten 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft recentelijk ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Innovatiebeleid Synthese 2025 Te starten 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak 2022 Afgerond 1, 2, 3 en 4 Durf te leren, ga door met meten
Toelichting met stand van inzicht:
Dit vormt een vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek stond in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. In oktober 2022 is het rapport «Durf te leren, ga door met meten» van de commissie Ter Weel opgeleverd en dit geeft een eerste aanzet voor kaders en methoden voor de evaluatie van systeem- en transitiebeleid.
Lerende evaluatie Klimaatbeleid Ex durante 2024 Lopend De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» en een syntheseonderzoek (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901 en Kamerstuk 32 813, nr. 1229). De lerende evaluatie richt zich op het transformerend vermogen van het klimaatbeleid richting klimaatneutraliteit in 2050. In de lerende evaluatie is in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope bepaald en een evaluatiekader geformuleerd, in 2023 en 2024 worden sectoranalyses uitgevoerd en via de casuïstiek verdiept. De uitkomsten worden in het nieuwe klimaatplan 2024 betrokken. 4
Publicatie PBL: Scope evaluatiekader
Synthese-onderzoek klimaat(mitigatie)beleid Synthese 2024 Te starten In 2023 start met een synthese-onderzoek dat inzichtelijk maakt wat we weten over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaat(mitigatie)beleid gericht op het doel van 2030 (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 1229). Dit synthese-onderzoek richt zich op de (sector) doelstellingen en concrete beleidsresultaten zoals geformuleerd in het Klimaatplan 2019 (gebaseerd op het Klimaatakkoord) gericht op 49% CO2-reductie in 2030, het aanvullend Beleidsprogramma Klimaat dat in juni 2022 aan de TK is aangeboden en de aanvullende besluitvorming van dit voorjaar. Het synthese-onderzoek gaat uit van beschikbare instrumentenevaluaties, onderzoeksrapporten en analyses. 4
Toelichting evaluatie Klimaatbeleid:
De Monitoring & Evaluatie van het Klimaatbeleid liep mee als pilot in de operatie Inzicht in Kwaliteit om het Rijksbrede belang te benadrukken, én een buitenboordmotor te hebben die nodig is om de komende jaren te komen tot een lerende evaluatiestructuur die beleid voorziet van resultaten op het moment dat de vaste momenten in de beleidscyclus (Klimaatwet, INEK) daarom vragen.
In het Klimaatplan is opgenomen dat het kabinet een evaluatieplan voor het nationaal klimaatbeleid ontwikkelt. Er is voor gekozen om deze in te vullen door een lerende evaluatie klimaatbeleid en een synthese onderzoek, met name gebaseerd op een analyse van reeds uitgevoerde instrumentenevaluaties. De (opbouw van de) monitor en de beleidstheorie daarachter, vormen de basis voor de evaluatie. De evaluatie is een aanvulling op de monitor, de specifieke instrumentevaluaties van betrokken departementen en de meer ex ante ingerichte analyses zoals de KEV van PBL en het IBO Klimaat. Uitkomsten van de monitor, specifieke instrumentevaluaties en analyse worden indien relevant meegenomen in de lerende evaluatie en het syntheseonderzoek. Beoogd is dat voorafgaand aan het nieuwe Klimaatplan in 2024 een evaluatie van het Klimaatbeleid kan plaatsvinden, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van afzonderlijke evaluaties in voorafgaande jaren. Reeds geplande relevante evaluaties in sectoren Gebouwde Omgeving, Landbouw & Landgebruik en Mobiliteit zijn weergegeven op de SEA’s/evaluatieplanningen van respectievelijk BZK, LNV en IenW.
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) Synthese 2029 Te starten Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. 4
Toelichting met stand van inzicht:
De nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot vervanging van de Elektriciteit en Gaswet) is in voorbereiding. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2024) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2029 gebeuren. Ook de nieuwe Warmtewet (Wet Collectieve Warmtevoorziening) is nog in voorbereiding en zal naar verwachting medio 2024 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden.
Een veilig Groningen met perspectief Overig 2023 Afgerond Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen 5 Kamerstuk 35 561, nr. 5
Kamerstuk 35 561, nr. 17
Toelichting met stand van inzicht:
In verband met de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is de geplande beleidsdoorlichting komen te vervallen. De parlementaire enquêtecommissie heeft onderzoek gedaan naar de aardgaswinning in Groningen en is op 11 februari 2021 ingesteld. De commissie heeft haar werkzaamheden uitgevoerd op basis van een onderzoeksvoorstel (Kamerstuk 35 561, nr. 2) dat op 9 februari 2021 is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Het eindrapport «Groningers boven gas» is op 24 februari 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering zie Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda.

Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en doorlichtingen, zie: Jaarverslag EZK 2022, bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek. Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinanciën.nl.

Overzicht risicoregelingen

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei BMKB 1.426.994 765.000 400.150 1.791.844 765.000 400.100 2.156.744 765.000
BMKB-Corona 190.991 0 95.495 95.496 95.496 0 735.000
Garantie Ondernemingsfinanciering 254.806 400.000 54.223 600.583 400.000 22.631 977.952 400.000
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona 177.173 0 77.085 100.088 45.201 54.887 2.100.000
Groeifaciliteit 56.076 85.000 7.124 133.952 85.000 9.244 209.708 85.000
Klein Krediet Corona garantieregeling 41.213 0 16.000 25.213 16.000 9.213 250.000
Microkredieten 129.980 0 129.980 129.980 130.000
Garantie MKB financiering 80.320 0 80.320 80.320 268.200
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Aardwarmte 16.211 44.200 8.250 52.161 0 7.961 44.200 0
Totaal 2.373.764 1.294.200 658.327 3.009.637 1.250.000 596.633 3.663.004 1.250.000 3.483.200
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei BMKB 11.217 22.344 158.627 11.127 42.228 33.000 158.627 ‒ 9.228 42.228 33.000 158.627 ‒ 9.228
BMKB-Corona 1.016 340 76.303 ‒ 676 76.303 0 76.303 0
Garantie Ondernemingsfinanciering 11.115 6.979 67.105 ‒ 4.136 11.745 13.000 67.105 1.255 11.745 13.000 67.105 1.255
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona 0 9.059 140.779 9.059 50.000 140.779 ‒ 50.000 25.000 140.779 ‒ 25.000
Groeifaciliteit 3.092 2.053 66.779 ‒ 1.039 8.222 8.000 66.779 ‒ 222 8.972 8.000 66.779 ‒ 972
Klein Krediet Corona garantieregeling 1.428 80 15.855 ‒ 1.348 15.855 0 15.855 0
Microkredieten 0 445 445 0 0 0 0
MKB financiering 0 468 21.776 468 21.776 0 21.776 0
0 0
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Aardwarmte 0 0 18.056 0 0 0 18.056 0 7.000 0 11.056 ‒ 7.000
Totaal 27.868 41.768 565.280 13.900 112.195 54.000 565.280 ‒ 58.195 94.945 54.000 558.280 ‒ 40.945

Toelichting

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De gemiddelde eenmalige premie voor het borgstellingskrediet bedraagt 4,8%, waarbij de premie afhankelijk is van de looptijd van het krediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen.
De BMKB is sinds 2016 kostendekkend. In 2023 is de BMKB (inclusief het groene luik, de BMKB-Groen) met 4 jaar verlengd tot 1 juli 2027.

Per 16 maart 2020 was de regeling verruimd met een coronaluik dat openstond tot 1 juli 2022. Onder dit luik werden borgstellingen gebracht voor bedrijven met een rekeningcourant-krediet en overbruggingskrediet met een looptijd van maximaal vier jaar, die negatieve economische gevolgen ondervonden van de coronacrisis. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% werd gehanteerd. De premie voor het coronaluik is 2% voor kredieten met een looptijd tot en met 2 jaar en 3% voor kredieten met een looptijd van 2 jaar tot en met 4 jaar.

Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren. Er is ook een begrotingsreserve aangelegd voor de BMKB-Corona en de BMKB-Groen.

Klein Krediet Corona (KKC)

De garantieregeling KKC was voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. Er was een grote kans dat juist dit type bedrijven als gevolg van de coronacrisis extra liquiditeit nodig had, maar hiervoor niet bij een financier terecht kon. De regeling stond open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,-, die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die voor 1 januari 2019 waren ingeschreven bij de KvK. De Staat garandeerde 95% van het kredietbedrag dat kredietinstellingen verstrekken aan mkb-ondernemingen. De Staat ontving een eenmalige premie van 2% voor deze garantie. De kosten die financiers aan de ondernemers mogen doorrekenen als zij gebruik maken van deze garantieregeling was gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Er is een begrotingsreserve voor de KKC en de horizonbepaling van de KKC was 1 juli 2022.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De garantieregeling GO is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO is voor nieuwe bankleningen en/of bankgaranties van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 150 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.
Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het risico. De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank, onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve. De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2025.

GO Corona

De GO was tot en met 31 december 2021 verruimd met een GO-coronamodule (GO-C), met als doel te voorzien in de liquiditeitsbehoefte als gevolg van de coronacrisis. In tegenstelling tot de reguliere GO konden landbouwsectoren eveneens aanspraak doen op de GO-C. Met de GO-C konden leningen tot een maximum van € 150 mln worden gegarandeerd, met een staatsgarantie van 90% voor het mkb met een omzet tot € 50 mln en 80% voor het (middel)grootbedrijf met een omzet vanaf € 50 mln.

De Staat ontving een garantieprovisie naar rato van het garantiepercentage. Dit is dezelfde provisie als die de financier ontvangt over het niet-gegarandeerde deel van de lening, onder aftrek van 0,5% die de bank voor haar beheeractiviteiten mag behouden. De afsluitprovisie komt geheel ten goede aan de bank. Deze zal nooit meer bedragen dan 1,0%. Naast de begrotingsreserve is er ook kasbudget gereserveerd voor GO-C. De horizonbepaling van de GO-C was 1 juli 2022.

Groeifaciliteit

De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.
Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt maximaal 50%.
Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt afgestort in de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is verlengd tot 1 juli 2024.

MKB-financiering

In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 268,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding hiervoor was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen staatssteun inhouden. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.

Qredits

Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln op de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd. Een garantie van € 25 mln is verstrekt aan het BNG voor € 50 mln funding van Qredits. Qredits is een premie van 0,4% verschuldigd op de garantie. In 2020 is een garantie van € 5 mln aan de CEB verstrekt ten behoeve van de funding van € 10 mln aan Qredits. Voor de CEB-garantie is Qredits een premie van 0,4% verschuldigd.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Aardwarmte

Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Aardwarmte is een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte was al een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020. Ook het Klimaatakkoord, Klimaatfonds en Nationaal Groeifonds zetten fors in op de ontwikkeling van geothermie in Nederland om de klimaatdoelen in 2030 te kunnen halen.

Een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte is het ontbreken van een (betaalbare) particuliere verzekering voor het geologische risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte niet succesvol is. Met deze garantieregeling aardwarmte wordt daarom het risico afgedekt dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warmwaterproductie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd. Hiervoor wordt een premie van 7% gevraagd en de garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is. Hiermee wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd.

Met deze garantieregeling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming).

EZK maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZK neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 12 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.

De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. De horizonbepaling is 2023, waarna de garantieregeling wordt geëvalueerd.

1 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Biopartner 13.524 1-7-2021
2 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen MARIN 6.807 1-1-2050
3 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Microkrediet Ned (Qredits) 44.630 1-4-2045
4 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Microkrediet Ned (SZW) 270 onbepaald
5 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen One Logistics 1.055 2-1-2025
6 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Provincie Limburg (voorheen LIOF Swentibold) 15.882 31-12-2023
7 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Qredits 1.765 1-2-2026
8 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Stichting Qredits Microfinanciering 47.500 15-6-2030
9 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen B.V. Finance Continuïteit IHC 5.000 onbepaald
10 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Stichting Garantiefonds Reisgelden 154.155 8-4-2028
11 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Stichting Qredits Microfinanciering Nederland 10.000 21-5-2028
12 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Sticht. Garantiefds. Gespecial. Touroperators (GGTO) 1.125 15-12-2026
13 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Stichting Qredits Microfinanciering Nederland 5.000 1-4-2030
14 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A. 750 15-12-2026
15 Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen Smart Photonics Holding B.V. 9.500 20-2-2033
16 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Bioconnection 1-3161 1.084 onbepaald
17 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. 8.705 31-12-2026
18 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. 21.784 31-12-2026
19 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Capital I B.V. (Smart Photonics) 20.000 30-6-2030
20 Artikel 3 Toekomstfonds BOM Life Science & Health Fund Brabant (Pivot Park) 2.000 31-12-2022
21 Artikel 3 Toekomstfonds Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. 7.278 31-12-2026
22 Artikel 3 Toekomstfonds De Aanjager 4.824 31-12-2026
23 Artikel 3 Toekomstfonds Horizon De Aanjager 1.755 31-12-2026
24 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter 13.742 31-12-2026
25 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter 41.795 31-12-2026
26 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter 36.495 31-12-2026
27 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter (COL) 5.640 31-12-2026
28 Artikel 3 Toekomstfonds InnovationQuarter namens Noord Holland 11.968 31-12-2026
29 Artikel 3 Toekomstfonds Innovation Quarter 5.700 31-12-2026
30 Artikel 3 Toekomstfonds Investeringsfonds Zeeland B.V. 768 31-12-2026
31 Artikel 3 Toekomstfonds LIOF (COL) 5.656 31-12-2026
32 Artikel 3 Toekomstfonds LIOF OverbruggingsFonds (LOF) 8.334 31-12-2026
33 Artikel 3 Toekomstfonds N.V. Economische Impuls Zeeland 2.282 31-12-2026
34 Artikel 3 Toekomstfonds Nedermaas Hightech Ventures 5.542 30-6-2021
35 Artikel 3 Toekomstfonds NOM 8.870 31-12-2026
36 Artikel 3 Toekomstfonds NOM (COL) 7.609 31-12-2026
37 Artikel 3 Toekomstfonds NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 11.100 31-12-2032
38 Artikel 3 Toekomstfonds NWO-TTW 2018 7.200 onbepaald
39 Artikel 3 Toekomstfonds Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. 11.962 31-12-2026
40 Artikel 3 Toekomstfonds Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. 25.472 31-12-2026
41 Artikel 3 Toekomstfonds Participatiemij Oost Nederland NV DVI-2 57.500 1-1-2035
42 Artikel 3 Toekomstfonds Participatiemij Oost Nederland NV DVI-I 94.073 1-1-2030
43 Artikel 3 Toekomstfonds StW 2014-2015 3.808 1-1-2050
44 Artikel 3 Toekomstfonds StW 2016-2017 8.246 1-1-2050
45 Artikel 3 Toekomstfonds Invest-NL Capital N.V. 12.094 31-12-2042
46 Artikel 3 Toekomstfonds Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund 7.720 31-12-2038
47 Artikel 3 Toekomstfonds NWO 2022/2023/2024 1.500 31-12-2035
48 Artikel 3 Toekomstfonds Invest-NL Deeptechfonds 35.000 15-8-2037
49 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening EBN BV 29.000 1-12-2034
50 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening ECN 40.000 31-12-2026
51 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening NRG (ECN) instr 142310 (voorheen 1300018406) 85.028 31-12-2026
52 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Fibrant 2.143 1-12-2034
53 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Fibrant 7.143 1-12-2034
54 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Fibrant 20.714 1-12-2034
55 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Pallas 43.607 1-7-2022
56 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening EBN BV 53.400 1-12-2038
57 Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening Invest-NL Capital N.V. SIF 64.800 15-6-2029
58 Artikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coordinator Groningen St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen 10.000 31-12-2025

Toelichting

1 Biopartner

Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een startup participatiefonds life sciences.

2 MARIN

De lening van € 6,8 mln is in 2003 tussen de Staat en MARIN vastgelegd in een aangepaste overeenkomst van geldlening, in verband met de in 2003 opgerichte MARIN Stakeholders Association (MSA). In deze overeenkomst is bepaald dat MARIN is vrijgesteld van aflossingsverplichting voor zover de MSA voor ten minste het bedrag van de lening deelnemersovereen­komsten heeft gesloten.

3 Microkrediet Nederland (Qredits)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van micro- en mkbkrediet aan ondernemers.

4 Microkrediet Nederland (Qredits SZW)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van microkrediet aan ondernemers.

5 Onelogistics

Dit betreft een in 2018 verstrekte lening aan Onelogistics ten behoeve van de voorbereidingen van een warehouse voor de opslag, het beheer en verzending van F-35 onderdelen op het Logistiek Centrum Woensdrecht.

6 Provincie Limburg

Dit betreft een lening aan de Provincie Limburg in het kader van Industriepark Swentibold.

7 Qredits (pilot achtergestelde leningen fonds)

Dit betreft een subsidie met terugbetaalverplichting in het kader van de pilot achtergestelde leningenfonds van Qredits.

8 Stichting Qredits microfinanciering

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan ondernemers.

9 B.V. Financiering Continuïteit IHC

Dit betreft een vergoeding aan de Staat van € 5 mln voor een overbruggingslening voor de continuiteit van Koninklijke IHC. Deze vergoeding staat voor onbepaalde tijd uit als lening aan B.V. Financiering Continuiteit IHC.

10 Stichting Garantiefonds Reisgelden Voucherfonds

Het kabinet heeft in 2021 een faciliteit van € 400 mln aan SGR beschikbaar gesteld voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Van deze faciliteit is door SGR gebruik gemaakt voor een bedrag van € 187 mln, waarvan ultimo 2022 nog € 154,2 mln open staat.

11 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet starters

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan startende ondernemers ten tijden van de Coronacrisis.

12 Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO)

Dit betreft een lening aan GGTO in verband met verwacht extra beroep dat bedrijven in de reissector zullen doen op dit garantiefonds ten gevolge van de coronacrisis.

13 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet

Dit betreft een lening aan Qredits voor de uitvoering van de TOA-faciliteit. Dit is een faciliteit voor mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2024.

14 VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A.

Dit betreft een lening aan VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A. in verband met verwacht extra beroep dat bedrijven in de reissector zullen doen op deze verzekering ten gevolge van de coronacrisis.

15 Smart Photonics Holding b.v.

Dit betreft een lening aan Smart Photonics als onderdeel van het NGF-project PhotonDelta.

16 BOM BioConnection

Dit betreft een in 2005 aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) verstrekte lening ten behoeve van BioConnection B.V.

17 BOM Capital I B.V. COL 1

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

18 BOM Capital I B.V. COL 2

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

19 BOM Capital I B.V. Smart Photonics

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) ten behoeve van de investering in Smart Photonics, een Eindhovense scale-up voor de productie van fotonische chips.

20 BOM Life Sciences & Health Fund

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij die in 2013 is verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van de Life Sciences & Health sector in Noord-Brabant.

21 Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan COL RU ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

22 Horizon de Aanjager (COL 2)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

23 Horizon de Aanjager (COL 1)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

24 Innovation Quarter (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

25 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

26 Innovation Quarter (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

27 Innovation Quarter namens Utrecht (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Utrecht.

28 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

29 Innovation Quarter (Innogenerics)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter voor de investering in Innoge­nerics B.V. ten behoeve van de overname van de geneesmiddelen fabrikant Apotex.

30 Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

31 LIOF (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

32 LIOF OverbruggingsFonds (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

33 Investeringsfonds Zeeland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

34 Nedermaas Hightech Ventures

Dit betreft een in 2009 aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF verstrekte lening ten behoeve van Nedermaas Hightech Ventures, een nieuw venture-capital fonds dat zich richt op de vroege financiering van hightech start up's in de Provincie Limburg.

35 NOM (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

36 NOM (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

37 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

38 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

39 Oost NL N.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

40 Oost NL N.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

41 Oost NL N.V. DVI-2

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative II.

42 Oost NL N.V. DVI

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative.

43 STW 2014-2015

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

44 STW 2016-2017

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

45 Invest-NL Capital N.V.

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Dutch Alternative Credit Instrument (DACI).

46 Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Dutch Future Fund.

47 NWO 2022/2023/2024

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van de regeling Vroege fase financiering.

48 Invest-NL Capital N.V. Deeptechfonds

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Deeptechfonds.

49 EBN

De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland volgens het businessplan genaamd ‘Masterplan Aardwarmte’. Er is door EZK gekozen voor verplichte deelname van EBN in deze geothermieprojecten. De lening is verstrekt aan EBN bv, die deze lening heeft doorgestort als agio in EBN Aardwarmte bv. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten via haar dochter voor 20% tot 40%.

50 ECN

In 2016 is aan ECN een lening verstrekt van € 40 mln voor het verwerken en afvoeren van historisch radioactief afval in Petten.

51 NRG

Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).

52 t/m 54 Fibrant

De leningen aan Fibrant zijn verstrekt voor investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO- equivalent) te reduceren. Hiermee worden drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2-equivalent.

55 Pallas

Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge fluxreactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.

56 EBN B.V.

In 2020 is een lening verstrekt aan EBN, zodat EBN vreemd vermogen kan aantrekken en daarmee deel kan nemen aan het Porthos-project in de Rotterdamse haven. De door EBN verkregen rendementen op het Porthos-project zullen worden gebruikt om deze lening af te lossen.

57 Invest-NL Capital N.V. SIF

Dit betreft een lening aan Invest-NL. Invest-NL leent dit bedrag door aan de SIF Group ten behoeve van uitbreiding van de productiecapaciteit voor monopiles voor windmolenparken.

58 St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

Deze lening dient ter financiering van de aankoop van langdurig te koop staande particuliere woningen in het aardbevingsgebied.

Overzichtstabel Bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Innovatiebeleid

Om invulling te geven aan de motie van het lid Veldman c.s. (Kamerstuk 33 009, nr. 76) wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt welke innovatiemiddelen vanuit departementale begrotingen worden ingezet ten behoeve van de vastgestelde missies ter adressering van de maatschappelijke uitdagingen of daaraan bijdragen. Onderstaande tabel bevat een meerjarig overzicht van de middelen die in 2023–2028 in principe beschikbaar zijn binnen de begrotingen van een aantal departementen voor het bedrijvenbeleid en het Missiegedreven Innovatiebeleid of daaraan bijdragen.

De indeling van de tabel geeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen. Voor een groot deel betreft dit het Missiegedreven Innovatiebeleid, dat uit een generieke pijler en een specifieke pijler bestaat. Het generieke beleid ondersteunt innovatie voor alle bedrijven, binnen en buiten de topsectoren (A1 en A2). Ook de bijdrage van Buitenlandse Zaken (A3) is generiek van aard. De kern van het specifieke beleid is publiek-private samenwerking (PPS, B1 en B2). Door een intensievere samenwerking tussen de excellente Nederlandse publieke kennisinfrastructuur en bedrijven vindt de kennis beter zijn weg in innovatieve producten en draagt het bij aan het realiseren van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. PPS wordt gestimuleerd met de PPS-toeslag en de MIT. Internationale PPS wordt mogelijk gemaakt door EU-cofinanciering (B2), Innovatie Attachés en technologiemissies. Onderdeel C bevat de instrumenten voor aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en tot slot bestaat onderdeel D uit verschillende specifieke bijdragen van departementen aan voor hun relevante topsectoren en missies.

In de tabel is aangegeven op welk begrotingsartikel de middelen op de departementale begrotingen staan. Daar zijn de hier getoonde reeksen vaak niet één op één terug te vinden, omdat hier alleen de middelen zijn getoond die samenhangen met het bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Innovatiebeleid. De verantwoording over dit budget vindt plaats via de reguliere begrotingscyclus van de desbetreffende departementale begrotingen.

I Generiek
A1. Ondernemerschap en innovatie 385 206 190 213 148 139 EZK
Financieringsinstrumenten Toekomstfonds 385 206 190 213 148 139 EZK 3
A2. Fiscale maatregelen 1.286 1.286 1.286 1.286 1.286 1.286 EZK/FIN
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 5 5 5 5 5 5 EZK/FIN 2, belastingplan
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 1.281 1.281 1.281 1.281 1.281 1.281 EZK/FIN 2, belastingplan
A3. Internationaal 248 248 247 240 235 235 BH/OS
Internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking 198 198 197 190 185 185 BH/OS 1,2,3
Dutch Good Growth Fund (DGGF) 50 50 50 50 50 50 BH/OS 1
II Specifiek voor topsectoren
B1. Kennis en innovatie 730 698 693 688 687 687
NWO-PPS1 100 100 100 100 100 100 OCW 16
NWO22 175 175 175 175 175 175 OCW 16
NWO-TTW 26 26 26 26 26 26 EZK 2
KNAW 14 14 14 14 14 14 OCW 16
Toegepast onderzoek (TO2)3 371 339 334 329 328 328
- TNO, MARIN, NLR, Deltares 280 248 243 238 237 237 EZK 2,4
- Wageningen Research 91 91 91 91 91 91 LNV 23
Profilering kennisinfrastructuur4 44 44 44 44 44 44 OCW 16
B2. Innovatie en PPS 386 315 293 289 289 312
PPS-toeslag 202 194 181 181 181 181 EZK 2
MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren 44 44 42 42 42 42 EZK 2
Cofinanciering EU-innovatieprogramma's en overige 67 56 56 56 56 75 EZK 2
Economische Ontwikkeling en Technologie 2 5 6 6 6 10 EZK 2
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 71 16 8 4 4 4 EZK 3
C. Onderwijs en arbeidsmarkt 25 48 43 37 35 27
Regionaal investeringsfonds MBO 25 48 43 37 35 27 OCW 4
D. Specifieke bijdragen departementen 332 4.000 2.954 1.563 208 251
Life Sciences & Health/zorg 70 70 70 56 56 56 VWS 1, 2, 4, kader Zorg
Energie-innovatie (excl. ECN) 203 176 133 86 80 123 EZK 4
Energietransitie gebouwde omgeving 0 3.683 2.680 1.350 1 1 BZK 4
Logistiek 20 IenW divers H-XII, IF en DF
Water en Maritiem 14 45 45 45 45 45 IenW divers H-XII, IF en DF
Creatief 15 15 15 15 15 15 OCW 14
Defensie 10 11 11 11 11 11 DEF 9
Totaal 3.392 6.801 5.706 4.316 2.888 2.937
  1. OCW draagt via NWO € 100 mln bij aan de Topsectoren in het kader van publiek-private samenwerking; dit is gezamenlijke programmering waarbij wetenschappers en bedrijven samen onderzoeksprojecten opzetten en financieren.
  2. OCW investeert via NWO € 175 mln in vrij onderzoek en talent en publiek-privaat geprogrammeerd onderzoek waarvoor geen private cofinanciering nodig is. Dit zijn middelen uit andere programma's die ex-post bijdragen aan de Topsectoren.
  3. Ongewijzigd, betreft bedragen Kennis- en Innovatie convenant 2022-2023.
  4. Deze middelen zijn onderdeel van de ex-post € 175 mln die OCW via NWO bijdraagt aan de Topsectoren.

3. Beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

A. Algemene doelstelling

Goed functionerende markten zijn een motor voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart. Dit geldt voor zowel de Nederlandse markt als de Europese interne markt. De Europese interne markt levert door de schaalgrootte nieuwe afzetmogelijkheden, de mogelijkheid om meer te specialiseren en voor nieuwe uitdagers de ruimte om snel op te schalen. Het kabinet zet zich daarom nationaal, Europees en internationaal in voor regels en afspraken die ervoor zorgen dat: (1) consumenten keuzevrijheid hebben, (2) bedrijven op een gelijk speelveld opereren en (3) markten open en transparant zijn.

EZK zet in op het realiseren van de volgende strategische doelen:

  1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten;
  2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie;
  3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen. Goed functionerende markten die concurrentie stimuleren en waar de consument goed wordt beschermd, leveren een belangrijke bijdrage aan economische groei en innovatie. 

Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals tijdens de coronapandemie o.a. bleek met grenssluitingen. Daarnaast staat de interne markt in toenemende mate onder druk door oneerlijke concurrentie van binnen en buiten de EU. Digitalisering en vergroening leiden eveneens tot nieuwe uitdagingen. Via een actieagenda voor de interne markt wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen, het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt.

EZK zet zich in EU-verband sterk in voor het competitief houden van markten en voor eerlijke onderlinge verhoudingen in markten. Hierdoor wordt de concurrentie tussen bedrijven geborgd, het vrije verkeer van diensten en goederen bevorderd en consumenten beschermd. Modern en toekomstbestendig consumentenbeleid draagt bij aan een sterke positie van consumenten, gezonde concurrentie, keuzevrijheid en kwalitatief goede producten en diensten. Goedwerkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor de economie als geheel en het generieke vestigingsklimaat in Nederland. Het hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het mogelijk maken van de complexe transities waar bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering om vragen. Ook werkt EZK aan goede kaders om aanbestedingen te gebruiken als strategisch beleidsinstrument om doelen als duurzaamheid en open strategische autonomie te bevorderen. Ook de waarborg-, normalisatie- en accreditatiestelsels dragen bij aan de hiervóór genoemde doelen.

2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

De digitale economie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Een strategisch doel van het kabinet is het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, digitale en inclusieve economie. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. De ambities, doelstellingen en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030, staan beschreven in de Strategie Digitale Economie (Kamerbrief 26 643, nr. 941). Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn.

Om uitdagingen te adresseren en de vruchten van de digitale transitie te blijven plukken, werkt EZK in de Strategie Digitale Economie aan een open, weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie. De strategie zet stevig in op het versterken van ons verdienvermogen, het versterken van het fundament, het borgen van publieke waarden en het zorgvuldig afwegen van publieke belangen in een steeds geopolitiekere context met de volgende prioriteiten:

  1. Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden
  2. Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten
  3. Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur
  4. Versterken van cybersecurity
  5. Versnellen van digitalisering mkb

3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken

EZK is voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) systeemverantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke productie van goede en betrouwbare statistieken, en voor rechtmatige en doelmatige besteding van publieke gelden die daarmee gemoeid zijn. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut de taak om betrouwbare statistische informatie te leveren. Onafhankelijke en betrouwbare statistieken zijn van belang om meer inzicht te krijgen in de samenleving en maatschappelijke fenomenen. Deze informatie draagt bij aan het voeren van becijferde maatschappelijke debatten en inzichten voor beleid.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken en Klimaat ziet het als haar taak belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en innovatie te stimuleren. In dat verband is de Minister systeemverantwoordelijk voor de Mededingingswet, de Aanbestedingswet en voor het functioneren van de Autoriteit Consument en Markt. Ook is zij systeemverantwoordelijk voor de Dienstenwet, de Wet EU-beroepskwalificaties, de Metrologiewet, de Waarborgwet en het stelsel van normalisatie en accreditatie. Zij is voorts op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de uitvoering van de Strategie Digitale Economie (Kamerstuk 26 643, nr. 941). De Minister heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege.

Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Stimuleren

  1. Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid.
  2. Het stimuleren van innovatie met digitale technologie in het bedrijfsleven.
  3. Het stimuleren van een goede werking van privaat-publieke samenwerking binnen de metrologie, waarborg, normalisatie en accreditatie.

Financieren

  1. Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van een deel van de exploitatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), van TenderNed (het elektronisch aanbestedingssysteem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.
  2. Het financieren van een deel van de exploitatie van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.
  3. Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.
  4. Het bijdragen aan een vrij, veilig en open internet door het financieren van een aantal (internationale) organisaties op het terrein van internet governance, waaronder het Internet Governance Forum (IGF).

(Doen) uitvoeren

  1. Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met generiek mededingingsbeleid, zoals opgenomen in de Mededingingswet.
  2. Het bijdragen aan de ontwikkeling van Europees en nationaal beleid ten aanzien van consumentenbescherming, aanbestedingsregelgeving, interne markt en mededinging.
  3. Het opstellen van regels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door – in geval van schaarste – te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.
  4. Het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van frequentieruimte.

Regisseren

  1. Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.
  2. Het scheppen van de juiste voorwaarden voor concurrentie met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet 2012, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.
  3. Het moderniseren van de telecommunicatieregelgeving om deze te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.

Om - aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u opde website van het CBS de planning van de CBS-publicaties. Actuele en gedetailleerde informatie over de specifieke beleidsgebieden kunt u vinden op de websites van PIANOo, de ACM (o.a. over de telecommunicatiemarkt), Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (Staat van de Ether, jaarberichten), TNO (Monitor Draadloze Technologie) het CBS (Cybersecuritymonitor enDAB+ ontvangers), NCSC (cybersecurity dreigingen, incidenten en maatregelen) en het Digital Trust Center (DTC).

Voor de hierna benoemde prestatieindicatoren zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid in beeld.

1. Penetratiegraad van digitale radio ontvangers in huishoudens 10% 12% 15% 18% 22% 24% 35% CBS1
2. Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI) 4 4 4 4 3 3 Koploper DESI2
3a. Connectiviteit – beschikbaarheid vast breedband 98% 98% 97% 99% >99% >99% >99% DESI/EZK3
3b. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband via 4G 99+% 99+% 99+% 99+% 99+% n.v.t. n.v.t. DESI4
3c. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband via 5G n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 80% 97% 99+% DESI5
  1. In eerdere jaarverslagen is ten onrechte het percentage van personen vanaf 12 jaar gebruikt in plaats van het percentage van huishoudens om de penetratiegraad van digitale radio ontvangers weer te geven. Deze tabel corrigeert dit voor de jaren 2019, 2020 en 2021.
  2. Deze ranglijst geeft de rang van Nederland op het moment van het opstellen van het jaarverslag van het betreffende jaar.
  3. Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 1b1 (30 Mbps) voor de jaren 2014-2018 en beschikbaarheid op basis van EZK breedbandkaart (100Mbps) vanaf jaar 2019.
  4. Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 1c1_4G
  5. Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 5G.

In bovenstaande tabel staan de kengetallen uit de meest recente Index Digitale Economie en Samenleving van de Europese Commissie (DESI, juli 2022) en de meest recente CBS-statistiek (september 2022). De DESI-cijfers hebben steeds betrekking op het voorgaande jaar en zullen in het vervolg worden geïntegreerd in het jaarlijkse verslag over de stand van het digitale decennium21. Omdat de DESI vanaf 2021 alleen nog de beschikbaarheid van mobiel breedband via 5G-dekking opneemt en niet langer via 4G-dekking, is er een indicator (3c) toegevoegd aan tabel 13 en is oorspronkelijke indicator (3b) verduidelijkt. De kengetallen voor de beschikbaarheid van vast breedband (ten minste 100 Mbps) vanaf 2019 zijn afkomstig van de inventarisatie van EZK naar breedbanddekking in Nederland. De cijfers tonen de beschikbaarheid voor het betreffende jaar. In de kolom ambitie 2024 staan de streefwaarden van EZK voor de genoemde activiteiten.

Aansluitend de ranglijst digitale economie en samenleving, waarin Nederland binnen de jaarlijkse toonaangevende Digital Economy and Society Index (DESI) van de Europese Unie in 2022 zijn top-3 positie behoudt. De DESI rangschikt Europese landen als het gaat om de kwaliteit van de digitale infrastructuur, de mate waarin en wijze waarop het bedrijfsleven digitaal onderneemt, gebruik van digitale toepassingen door en vaardigheden van de inwoners en de digitale dienstverlening door de overheid.

Figuur 3 Index Digitale Economie & Samenleving

C. Beleidswijzigingen

1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

Goed functionerende markten zijn niet alleen de motor achter economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart in Nederland. Soepel werkende markten zijn ook nodig om complexe transities mogelijk te maken die bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering vragen.

Versterking en herstel interne markt

Via een interne-marktactieagenda wordt in 2024 onder andere ingezet op het wegnemen van belemmeringen met concrete stappen (o.a. via de Europese Taskforce interne-markthandhaving/SMET), het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt. De Kamer wordt hierover jaarlijks geïnformeerd middels een voortgangsrapportage, die in het najaar wordt voorzien. Diverse Europese wetsvoorstellen zullen de interne markt verbeteren, zoals het interne-marktnoodinstrument (Single Market Emergency Instrument).

Beïnvloeding standaardisatiestrategie

De normalisatiestrategie van de Europese Commissie legt de nadruk op een betere afstemming tussen normalisatie en Europa’s beleidsprioriteiten (bijvoorbeeld de groene en digitale transities en opleiding van een nieuwe generatie normalisatie-experts), alsmede het belang van normalisatie voor Europa’s concurrentievermogen. EZK zet zich in 2024 richting Commissie en lidstaten in om een zo effectief mogelijke uitwerking van de strategie in de praktijk te verwezenlijken en een zo sterk mogelijke internationale positie voor Europese bedrijven te creëren door strategische inzet in het internationale normalisatiestelsel.

Mededinging/internationaal

De Europese Commissie herziet momenteel diverse regelgeving onder het Europese mededingingskader, onder andere m.b.t. de handhaving van de mededingingsregels in de EU. Daarnaast gaat de Commissie richtsnoeren voor misbruik van economische machtsposities in het kader van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie opstellen. Het kabinet volgt de uitwerking van de herzieningstrajecten in 2024 actief en is in dit kader betrokken bij de Europese besluitvorming.

Verordening verstorende buitenlandse subsidie (RFS)

In internationaal verband is het van groot belang om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Dit vraagt om (het behoud van) robuuste mededingingsregels en het tegengaan van verstorende subsidies uit derde landen. Het kabinet zet zich in 2024 verder in voor effectieve toepassing en handhaving van de Europese verordening buitenlandse subsidies, waarbij tevens oog wordt gehouden voor de recente aanpassingen van maart 2023 in de staatssteunregels.

Vervolgprogramma Beter Aanbesteden

In 2021 is het Vervolgprogramma Beter Aanbesteden gestart. Dit programma is een samenwerking van EZK, VNO-NCW/MKB-Nederland, VNG en PIANOo. Doel van dit programma is om te zorgen dat de kennis en kunde van overheden en ondernemers over het aanbestedingsproces verbeteren en dat beide partijen eerder met elkaar in dialoog gaan. Het programma kent een looptijd van vier jaar en loopt eind 2024 af. De focus ligt op het verspreiden en toepassen van opgedane kennis in de praktijk, onder andere via evenementen waar overheden en ondernemers samenkomen en het bevorderen van regionale initiatieven. EZK kijkt naar mogelijkheden om de succesfactoren van het programma na 2024 voort te zetten.

Duurzame keuzes voor de consument

De Europese Commissie heeft diverse voorstellen gedaan op het gebied van duurzaamheid. Dit zijn onder meer de Ecodesign Verordening die duurzamere productontwerpeisen invoert en de Richtlijn om groene claims te onderbouwen. Ook liggen er voorstellen voor betere reparatiemogelijkheden en voor duidelijke duurzaamheidsinformatie aan consumenten. EZK zet hierbij in 2024, samen met andere departementen, in op ambitieuze Europese wetgeving. Consumenten spelen een belangrijke rol in de transitie naar een duurzame economie. Het is daarom noodzakelijk dat zij de juiste informatie en handvatten krijgen om duurzame keuzes te kunnen maken, waardoor ook greenwashing wordt tegengegaan en producenten worden aangespoord duurzamer te produceren. Hogere eisen aan duurzaamheidsclaims en keurmerken dragen hieraan bij.

2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

Het faciliteren van de transitie naar een digitale economie is een van de strategische doelen van EZK. In de Strategie Digitale Economie staan de ambities, doelstelling en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030 verder uitgewerkt (Kamerstuk 26 643, nr. 941). Uw Kamer wordt dit najaar geïnformeerd over de Strategie Digitale Economie en de financiële paragraaf bij de strategie. In 2024 zal het kabinet in de strategie aandacht besteden aan opkomende thema’s waaronder de digitale open strategische autonomie (DOSA). Deze staat steeds meer onder druk door geopolitieke ontwikkelingen en internationale marktverschuivingen.

Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden

Verduurzamingsopgave van de Digitale Economie

Digitalisering biedt grote kansen voor het behalen van de door het kabinet geformuleerde klimaatdoelstellingen. Tegelijkertijd heeft digitalisering zelf ook een negatieve impact op ons klimaat door de bijdrage aan de emissie van broeikasgassen; hier ligt dus een verduurzamingsopgave voor de sector. Zoals toegezegd heeft het kabinet onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om de digitale sector te verduurzamen en digitalisering in te zetten om deze verduurzaming te versnellen. In lijn met de motie Kathmann zal EZK de onderzoeken met kabinetsreactie dit najaar publiceren.

6G Future Network Services

Het voorstel 6G Future Network Services (FNS) heeft als ambitie om als Nederland mee te doen met de koplopers bij de 6G-ontwikkeling en de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven te benutten. Op advies van de Adviescommissie van het Nationaal Groeifonds (NGF) heeft het kabinet uit het NGF € 61 mln voorwaardelijk toegekend voor de eerste fase en is € 142 mln gereserveerd voor de tweede fase van het FNS-programma (Kamerstuk 36 200-L-11).

Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten

Europese wet- en regelgeving DMA, DSA, DGA

De digitale economie kan leiden tot te sterke machtsposities en afhankelijkheden van grote platforms. In 2024 wordt daarom gewerkt aan een effectieve implementatie van regelgeving in Europees verband. De Digital Markets Act (DMA) pakt de markt- en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan ten behoeve van concurrentie en de bescherming van gebruikers. Daarnaast wordt in 2024 de implementatie van de Digital Services Act (DSA) voorzien, die ervoor gaat zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven, verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. Tevens wordt in Europees verband in 2024 verder gewerkt aan de lopende implementatie van de Data Governance Act (DGA) en de aanstaande Data Act, waarin belangrijke stappen worden gezet om de data-economie beter te laten werken voor consumenten en ondernemers. EZK blijft in 2024 oog houden voor de macht van grote platforms en beziet of verdere (nationale) wet- of regelgeving in aanvulling op de bestaande regelgeving noodzakelijk is.

Europese wet- en regelgeving AI-verordening en Dataverordening

In 2024 worden op EU niveau verdere stappen gezet met de totstandkoming van de Dataverordening en de AI-verordening. Deze verordeningen zijn belangrijk voor de regulering van de digitale economie. Nederland is op grond van het Europese verdrag verplicht te borgen dat de wetgeving effectief wordt geïmplementeerd. De Dataverordening beoogt het gebruik van data te bevorderen, burgers en bedrijven meer controle over hun data te geven en te verzekeren dat de waarde uit data gelijkwaardiger wordt verdeeld over de partijen die deelnemen aan de data-economie. De AI-verordening heeft als doel EU-burgers vertrouwen te geven in AI door te zorgen dat veilige Al-systemen de interne markt op komen met waarborgen voor de bescherming van fundamentele rechten. Om de specifieke risico's van AI-systemen te voorkomen en mitigeren, zijn proportionele en flexibele regels voorgesteld.

Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur

Verkenning digitale infrastructuur

Nederland is binnen Europa een belangrijk digitaal knooppunt vanwege de hoogwaardige betrouwbare digitale infrastructuur. In 2024 wordt opvolging gegeven aan de verkenning van de digitale infrastructuur die later in 2023 wordt afgerond. Daarnaast wordt onderhandeld over het voorstel van de Europese Commissie voor de Gigabit Infrastructure Act, dat beoogt de uitrol van snelle netwerken te bevorderen.

Versterken cybersecurity

Cybersecurity

Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarde voor de Nederlandse digitale economie en de samenleving. Op basis van het coalitieakkoord is in 2024 € 13 mln aanvullend beschikbaar voor de EZK-inzet op cybersecurity. EZK zet in 2024 in op de afronding van de Europese Cyber Resilience Act, waarbij voor EZK een wettelijke cybersecurity zorgplicht voor fabrikanten en leveranciers van producten met digitale elementen in de hele productlevenscyclus van belang is. Cybersecurity kennis en innovatie wordt gestimuleerd door middel van het publiek-private samenwerkingsplatform dcypher en NEXIS (beiden ondergebracht bij RVO). NEXIS is het nationaal coördinatiecentrum behorend bij het netwerk van het Europees Cybersecurity Competence Center (ECCC). NEXIS zal in 2024 een subsidieregeling uitvoeren voor Nederlandse bedrijven ten behoeve van cybersecurity-innovaties uit het Digital Europe Programme. Om consumenten bewust te maken van digitale risico’s en hen te stimuleren om beschermingsmaatregelen te nemen, zullen ook in 2024 publiekscampagnes zoals ‘Doe je updates’ worden uitgevoerd.

Digital Trust Center

In 2024 zal onder andere de notificatiedienst van het Digital Trust Center verder worden uitgebouwd. De notificatiedienst waarschuwt bedrijven over ernstige dreigingen. Daarnaast zal het netwerk van samenwerkingsverbanden van bedrijven kwantitatief en kwalitatief worden versterkt. Het uiteindelijke doel is dat elk bedrijf in zijn omgeving een aanspreekpunt heeft voor informatie en advies over veilig digitaal ondernemen. Voor de digitale diensten zoals clouddiensten en online-marktplaatsen wordt de informatievoorziening van het Computer Security Incident Response Team (CSIRT-DSP) in 2024 verder bestendigd. Het Digital Trust Center, het Nationaal Cybersecurity Center en het CSIRT-DSP gaan uiterlijk in 2026 verder in één organisatie die alle organisaties in Nederland gaat bedienen.

Richtlijn Netwerk- en informatiesystemen (NIS2)

Met de implementatie van de richtlijn inzake beveiliging van netwerk- en informatiesystemen (NIS2) verhogen we de digitale weerbaarheid van een aantal onder EZK vallende sectoren, waaronder de digitale infrastructuur en energie. Entiteiten moeten beveiligingsmaatregelen treffen (zorgplicht) en krijgen een meldplicht van incidenten. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) houdt toezicht op de naleving hiervan en een Computer Security Incident Response Team (CSIRT) biedt ondersteuning aan onder de richtlijn vallende entiteiten. In 2024 wordt het toezicht op deze richtlijn verder vormgegeven, naar verwachting zal het toezicht eind 2024 van start gaan.

Versnellen digitalisering mkb

Deze pijler uit de Strategie Digitale Economie wordt uitgevoerd via middelen op artikel 2.

Motie Schouw

Met de uitvoering van de Strategie Digitale Economie geeft het kabinet mede invulling aan de landenspecifieke aanbeveling van de Europese Commissie voor 2023-2024 om overheidsinvesteringen aan te moedigen en toe te spitsen ’op de groene en digitale transitie, met name op de ontwikkeling van digitale vaardigheden. In de afgelopen jaren heeft het kabinet diverse investeringen gedaan in de digitale transitie. Zo wordt via het Nationaal Groeifonds geïnvesteerd in kunstmatige intelligentie en onderwijsinnovatie (AiNed investeringsprogramma en NOLAI). Binnen artikel 1 van de EZK-begroting wordt hieraan invulling gegeven door het DIGITAL Europe programma. In februari 2023 is het actieplan groene en digitale banen uitgebracht gericht op het verhogen van de instroom in bètatechnisch onderwijs, het behoud en vergroten van de instroom in de bètatechnische arbeidsmarkt, arbeidsproductiviteits-groei, en het versterken van governance en tegengaan van versnippering. Hiermee voldoet het kabinet aan de motie Schouw (Kamerstuk 21 501-20, nr. 537).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 362.214 375.132 365.226 361.939 322.194 366.989 325.434
Uitgaven 291.378 326.319 365.745 366.097 372.591 392.930 363.661
Subsidies (regelingen) 16.262 32.172 52.523 55.302 57.176 75.328 47.797
Cyber security 966 551 202 40
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 3.629 3.999 7.800 3.500 3.500 3.500 3.500
EU-cofinanciering Digital Europe 5.799 9.900 13.500 10.800 15.028 9.500
Beter aanbesteden 488 306
NGF - project AiNed 5.719 15.027 28.589 31.841 29.120 50.204
NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.460 6.490 6.032 6.421 13.756 6.596 34.797
Opdrachten 20.008 30.612 48.733 48.599 51.408 52.035 50.783
Onderzoek&opdrachten 1.571 6.977 9.270 4.636 4.593 4.400 4.248
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties 6.112 3.812 3.646 3.596 3.596 4.616 4.616
Digital trust centre 227 1.425 6.739 6.936 6.975 7.875 7.875
Cyber security 2.180 7.822 11.500 11.877 12.001 12.901 12.901
ICT beleid 7.031 5.938 7.837 8.612 11.712 9.712 8.612
Terugbetaling boetes ACM 1.633
CSIRT - DSP 3 2.133 6.031 10.831 12.531 12.531 12.531
Nationaal Groeifonds 1.251 2.111 2.111 2.111
Vervolgprogramma beter aanbesteden 394 1.599
Bijdrage aan agentschappen 51.255 62.258 61.907 64.077 65.095 65.995 65.995
Bijdrage RVO.nl 15.166 20.856 13.656 13.406 11.265 11.365 11.365
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) 36.089 41.402 48.251 50.671 53.830 54.630 54.630
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 200.228 196.294 198.035 193.557 194.350 195.010 194.524
Bijdrage Metrologie 11.524 12.330 12.330 12.330 12.330 12.330 12.330
Raad voor de Accreditatie 1.099 1.461 1.326 720 975 467 467
Bijdrage ACM 712 848 848 848 848 848 848
Bijdrage aan het CBS 186.893 181.655 183.531 179.659 180.197 181.365 180.879
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.625 4.983 4.547 4.562 4.562 4.562 4.562
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut 1.245 1.405 1.405 1.405 1.405 1.405 1.405
Bijdrage aan internationale organisaties 2.380 3.578 3.142 3.157 3.157 3.157 3.157
Ontvangsten 120.881 177.913 74.579 43.284 44.184 45.309 46.434
Ontvangsten ACM 162 162 162 162 162 162 162
Ontvangsten High Trust 117.969 40.200 40.200 41.550 42.450 43.575 44.700
Diverse ontvangsten 2.750 137.551 34.217 1.572 1.572 1.572 1.572
Verplichtingen 362.214 375.132 365.226 361.939 322.194 366.989 325.434
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 362.214 375.132 365.226 361.939 322.194 366.989 325.434

Geschatte budgetflexibiliteit

Bestuurlijk gebonden 10,4%
Beleidsmatig gereserveerd 1,6%
Nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Cyber security (Cyberweerbaarheid) en Beter Aanbesteden.
  2. Opdrachten: Een aantal opdrachten is reeds voor meerdere jaren aangegaan en dus juridisch verplicht. Dit geldt voor o.a. de bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden.
  3. Bijdragen aan agentschappen: De opdrachten worden voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt en zijn daarmee 100% juridisch verplicht. Dit geldt bijvoorbeeld voor opdrachten aan RDI en RVO.
  4. Bijdragen aan ZBO's en RWT's: Betreft wettelijke taken van o.a. VSL, RvA en CBS.
  5. Bijdragen aan Internationale Organisaties: Betreft o.a. de bijdrage aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN).

Bestuurlijk gebonden

  1. Betreft deels subsidies in het kader van EU-cofinanciering Digital Europe waarvoor voor 2024 al afspraken zijn gemaakt op basis van eerdere calls, en middelen voor de opdrachten en onderzoek door het Nationaal Groeifonds.

Beleidsmatig gereserveerd

  1. Overige beschikbare budgetten waarover EZK momenteel in gesprek is met interne en externe organisaties.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Cyberweerbaarheid 

Naast de activiteiten van het Digital Trust Center wordt subsidie verstrekt aan groepen van bedrijven in niet-vitale sectoren die op cybersecurity-terrein willen samenwerken. De uitvoering van de regeling ligt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Telecom Caribisch Nederland

Omdat de vaste lasten van essentiële diensten, zoals telecommunicatie en meer specifiek vast internet, op Caribisch Nederland relatief hoog zijn en deze diensten meer dan ooit nodig zijn in het kader van digitalisering, neemt het kabinet maatregelen om deze kosten te verlagen. Voor telecommunicatie stelt het kabinet voor 2023-2026 25 USD per aansluiting per maand beschikbaar op Bonaire en 35 USD per aansluiting per maand voor Saba en Sint Eustatius om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Hiervoor is in totaal € 3,5 mln per jaar beschikbaar. Verder is er voor 2024 € 1,3 mln beschikbaar gesteld voor de verdere verlaging van vast internet met $15 p/m en € 3 mln voor het verbeteren van het glasvezelnetwerk internet.

EU- cofinanciering Digital Europe

Het Digital Europe Programme (DEP) is een programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader van de EU) om het innovatie- en concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te versterken. Dit is aanvullend op het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op onderzoek en innovatie. De voorgestelde prioriteiten binnen het programma zijn onder meer: artificiële intelligentie, cybersecurity en vertrouwen, digitale vaardigheden voor gevorderden en European Digital Innovation Hubs.

Subsidieregeling Beter Aanbesteden

Gemeenten, MKB-ondernemers, brancheorganisaties en ondernemersverenigingen die de aanbestedingspraktijk in hun regio of branche willen verbeteren, kunnen hiervoor subsidie aanvragen. De subsidie wordt verstrekt voor projecten die knelpunten rondom aanbesteden oplossen. Dit wordt bereikt door het bevorderen van de dialoog en de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers en ondernemers, door het verhogen van de relevante kennis over aanbesteden of door het bevorderen van de toepassing van relevante kennis, methodieken en instrumenten. De regeling wordt opnieuw opengesteld in 2023 en zal tot in 2024 doorlopen. Het gaat in totaal om een subsidie van 200.000 tot 300.000 euro en maximaal 25.000 euro per aanvrager, waarvan het grootste deel nog zal vallen binnen 2023 en een kleiner deel in 2024. De regeling maakt deel uit van het programma Beter Aanbesteden.

Projecten Nationaal Groeifonds (NGF)

Voor een toelichting op de projecten die worden gefinancierd uit het NGF wordt verwezen naar Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

Dit betreft onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het beleid op het gebied van onder andere marktordening, mededinging, consumenten, aanbestedingen, Europese zaken en strategie en telecom.

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties

Dit betreft opdrachten die gericht zijn op het verdelen van frequentiebanden, lokaal beleid en digitale connectiviteit, straling en gezondheid, programma omroep, regulering telecommarkt/telecomcode nummerbeleid en opdrachten die gericht zijn op een robuuste en betrouwbare digitale communicatie-infrastructuur die weerbaar is tegen diversedreigingen voor de nationale veiligheid. Hieronder vallen sabotage of verstoring van vitale infrastructuur, weglekken van sensitieve technologie en kennis, en het ontstaan van risicovolle strategische afhankelijkheden binnen vitale infrastructuur of sensitieve technologie waarmee Nederland politiek onder druk kan worden gezet.

Digital Trust Center (DTC)

Het DTC is er om het «niet-vitale bedrijfsleven» beter in staat te stellen hun eigen cyberweerbaarheid te organiseren. De middelen worden o.a. gebruikt voor de ontwikkeling van een online platform, kennisopbouw over cyberrisico's en kennisdeling met de doelgroep niet-vitaal bedrijfsleven.

Cyber security

Dit betreft opdrachten en subsidies voor o.a. de publiekscampagne ‘Doe je updates’, het versterken van inzet op Europese wet- en regelgeving, certificering en toezichtstaken en de werkzaamheden rondom het publiek-private platform Dcypher.

ICT-beleid

Aantal werkzaamheden bestaan uit het doen van concrete kennis- en innovatie calls, die voortvloeien vanuit de Kennis- en Innovatie Agenda. Deze innovatie- en onderzoekscalls zullen mede worden vormgegeven door de (vak)departementen. Het in te zetten instrumentarium zal onder meer bestaan uit calls in samenwerking met NWO, formuleren en versterken van specifieke kennisvragen met SMO (Samenwerkingsmiddelen Onderzoek) programmering van TNO en het (mede) ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van een technology transfer facility.

CSIRT - DSP

CSIRT is een gespecialiseerd team van professionals die snel kunnen handelen bij een beveiligingsincident met computers of netwerk. CSIRT geeft, naast het nemen van maatregelen, advies bij incidenten en zorgt voor het opsporen en analyseren van dreigingen. CSIRT gaat de informatievoorziening voor o.a. clouddiensten en online-marktplaatsen verder vormgeven en zal kennis- en innovatie calls die uit de Kennis- en Innovatie Agenda voortvloeien voor zijn rekening nemen. Vanaf 2024 zijn er extra middelen toegekend voor de ondersteunende taken van CSIRT bij de Europese NIS2- en CER-richtlijnen en de Netwerkcode Cybersecurity Elektriciteitssector.

Opdracht- en onderzoeksbudget Nationaal Groeifonds

Dit betreft het budget voor de ondersteuning van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds. Hieronder vallen de onkostenvergoedingen van de commissieleden en inhuur van expertise ter ondersteuning van en communicatie ten behoeve van de adviescommissie.

Vervolg Programma Beter Aanbesteden

Samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en VNO-NCW/MKB-Nederland heeft EZK gewerkt aan het vervolgprogramma Beter Aanbesteden. Dit programma zal zorgen voor verbeteringen in de aanbestedingspraktijk door dialoog tussen overheden en ondernemers. Het programma is in 2021 gestart en heeft een looptijd van vier jaar.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

RVO is als uitvoerende dienst van het Ministerie van EZK onder meer verantwoordelijk voor de voorlichting van ondernemers over de aanbestedingsregelgeving. Hieronder vallen ook de taken van PIANOo als expertisecentrum voor aanbestedende diensten en het daarbij behorende TenderNed, het systeem voor het elektronisch aanbesteden, en werkzaamheden voor het vervolgprogramma Beter Aanbesteden. Daarnaast is RVO verantwoordelijk voor o.a. opdrachten op het gebied van digitalisering en cybersecurity, zoals het National Contact Point Digital EU en National Coordination Centre voor digitale veiligheid. Ook voert RVO ondersteunende taken uit voor het NGF.

Rijksinspectie Digitale Infrastuctuur (RDI)

RDI draagt onder meer zorg voor de toelating tot het frequentie spectrum en ziet toe op het juiste gebruik daarvan. De voornaamste uitvoeringstaken zijn voorlichting in het kader van het antennebeleid, juridische procedures en een bijdrage voor werkzaamheden in het kader van vergunningvrije toepassingen. De toezichtstaken hebben betrekking op onder meer toezicht op ondergrondse netten (WIBON), Metrologiewet, Waarborgwet, bevoegd aftappen en dataretentie, en de Cybersecuritywet voor netwerkbeveiliging en informatiebeveiliging (NIB-richtlijn). Ook voert RDI het toezicht uit op vertrouwensdiensten die onder de Europese eIDAS-Verordening vallen. Op 28 juni 2021 is de Europese Verordening Cyber Security Act (CSA) geïmplementeerd, waarvoor RDI de taken als nationale autoriteit uitvoert. Vanaf 2024 zijn er extra middelen toegekend voor het toezicht op de Europese NIS2- en CER-richtlijnen en de Netwerkcode Cybersecurity Elektriciteitssector.

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Metrologie

Met de Metrologiewet worden nationale meetstandaarden beschikbaar gesteld, die de basis vormen voor een internationaal herleidbare metrologische infrastructuur. Het gebruik van gecontroleerde meetinstrumenten bij het leveren van goederen draagt onder andere bij aan eerlijke handel- en consumentenbescherming. VSL B.V. is het nationaal metrologisch instituut (NMI) van Nederland. VSL B.V. ontwikkelt, beheert en onderhoudt de nationale meetstandaarden in opdracht van EZK op basis van een overeenkomst voor onbepaalde tijd.

Raad voor Accreditatie (RvA)

De RvA is een ZBO dat controleert of een keuringsinstantie, certificerings-instantie, inspectie-instantie of een laboratorium aan de accreditatienormen voldoet. De taken van de RvA zijn vastgelegd in de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie. De RvA ontvangt jaarlijks een bijdrage van de Staat voor Europese en internationale activiteiten die relevant zijn voor de accreditatiesector als geheel. Verder ontvangt de RvA van 2022 t/m 2026 een subsidie voor het ICT-programma Informatiegestuurd Werken.

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

De ACM is belast met wettelijke taken op het gebied van het generieke mededingingstoezicht (Mededingingswet), generieke consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming), de regulering van de telecommarkt en het sectorspecifieke markttoezicht in de sectoren energie, telecommunicatie, post en vervoer. De apparaatsuitgaven van de ACM zijn geraamd op artikel 40 van de EZK-begroting, net als de kosten van de ACM die worden doorbelast naar marktorganisaties die onder het ACM-toezicht vallen. Het bedrag op artikel 1 betreft de geraamde kosten van de leden van het bestuur van de ACM.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Het CBS is opgericht vanuit de behoefte aan onafhankelijke, betrouwbare informatie om maatschappelijke vraagstukken te begrijpen. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut dan ook tot taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, waardoor becijferde maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden. Het werkterrein van het CBS omvat onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Informatie over het CBS en Caribisch Nederland treft u onder meer aan op Statline, de databank van het CBS. Voor Caribisch Nederland maakt het CBS statistieken over tal van onderwerpen.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

NEN ontvangt een bijdrage van de Staat voor het uitvoeren van werkzaamheden die voortvloeien uit de Europese verordening voor normalisatie (Verordening (EU) Nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012) en de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen die over het geven van informatie over normen gaat. Tevens is de bijdrage bedoeld voor het informeren van Nederlandse belanghebbenden over initiatieven van de Europese en mondiale normalisatie-instellingen. Daarnaast gebruikt het NEN de bijdrage voor een deel van de contributies die het NEN verschuldigd is aan de Europese en mondiale normalisatie-instellingen, voor de controle op actualiteit van verwijzingen naar normen in regelgeving en kennisgeving aan ministeries indien verwezen wordt naar ingetrokken normen.

Internationale organisaties

Dit betreft bijdragen aan:

  1. Universal Postal Union (UPU): een internationale organisatie die de verschillende postovergangen tussen UPU-lidstaten controleert. Elke lidstaat gaat dan ook akkoord met de regels voor het internationaal postverkeer. Het is formeel een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De UPU speelt een belangrijke rol in het optimaliseren van postdiensten. De hoofddoelen van de UPU zijn de promotie van het mondiale postverkeer, toename van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten, en een hoge servicekwaliteit voor de consument.
  2. International Telecommunication Union (ITU): binnen de ITU worden internationale afspraken gemaakt over wereldwijde toewijzing van radiofrequenties aan categorieën van diensten en over de toewijzing van (schaarse) ruimteposities aan satellietsystemen.
  3. European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT): De inzet in de UPU en ITU wordt regionaal voorbereid. Voor landen in Europa is daarvoor CEPT het aangewezen kanaal. EZK draagt jaarlijks bij aan de kosten van ERO (het permanente ondersteunende bureau van CEPT in Kopenhagen).
  4. Internationale organisaties metrologie. Dit betreft bijdragen aan Organisation Internationale de Métrologie Légale (OIML), WELMEC en Bureau International des Poids et Mesures (BIPM). De bijdragen liggen vast in internationale verdragen.
  5. Internet Governance Forum (IGF). EZK doneert jaarlijks een bedrag aan het secretariaat van het IGF. Dit forum is voortgekomen uit de VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  6. Global Partnership on Artificial Intelligence (GPAI) Secretariat, een jaarlijkse bijdrage aan OECD.
  7. Het Verdrag inzake het onderzoek en de stempeling van edelmetalen werken, Wenen, 15 november 1972. De bijdrage ligt vast in Annex 1 van de "Compilation of Act” van het Verdrag.

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

Deze ontvangsten hebben betrekking op boetes die toezichthouders van EZK opleggen en waar – in het kader van het zogenaamde High Trust-beleid – een meerjarige raming voor wordt aangehouden. Verreweg het grootste deel van de ontvangsten betreft boetes die opgelegd worden door de ACM.

Diverse ontvangsten

Dit betreft met name de ontvangsten van de landelijke veiling FM-frequenties die in de zomer van 2023 heeft plaatsgevonden. Hiermee is in totaal € 152,8 mln opgehaald. Dit wordt uitbetaald over 2023 en 2024. Daarnaast heeft EZK in 2023 € 15,8 mln ontvangen voor de verlening van vergunningen voor de FM-frequenties over de periode 2022-2023.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de Btw-vrijstelling voor post. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de Fiscale regelingen’.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

A. Algemene doelstelling

Het bedrijvenbeleid ondersteunt de transitie naar een duurzame en inclusieve economie met een sterk innovatievermogen, een hoge arbeidsproductiviteit(sgroei) en een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat dat bijdraagt aan de welvaart van alle burgers.

De maatschappelijke bijdrage van bedrijven is groot. Naast werkgelegenheid, inkomen en innovatieve producten en diensten dragen bedrijven ook bij aan oplossingen voor tal van maatschappelijke uitdagingen en bieden ze ontplooiingsmogelijkheden aan burgers. Economische bedrijvigheid vormt tevens de basis voor het hoge collectieve voorzieningenniveau in ons land. Door innovatie en ondernemerschap te bevorderen draagt het bedrijvenbeleid bij aan brede welvaartsgroei, door economische vooruitgang op een evenwichtige wijze te combineren met een hoge kwaliteit van onze leefsituatie. Opdat Nederland internationaal aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken en te leven.

Bedrijven spelen ook een onmisbare rol bij het voorzien in de basisbehoeften, de materiële welvaart en de maatschappelijke vooruitgang waarop onze samenleving drijft: voedsel, medische hulpmiddelen, huizen, werk, inkomen, ontplooiingsmogelijkheden, mobiliteit, connectiviteit, energie, veiligheid, ontspanningsmogelijkheden in de vrije tijd en digitale diensten. Dit geldt ook op het terrein van verduurzaming zoals met zonnepanelen, windmolens, energiebesparingsmogelijkheden, de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen zoals waterstof en bij het realiseren van maatschappelijke vernieuwing door te investeren in de ontwikkeling van de technologieën van de toekomst en toepassingen te ontwikkelen van nieuwe sleuteltechnologieën. Bedrijven dragen op deze manier wezenlijk bij aan de kwaliteit van ons bestaan. Ze vervullen daarmee een sleutelrol in onze samenleving.

Het is de rol en taak van de overheid de ambities, normen en randvoorwaarden vast te stellen, te reguleren en te zorgen voor adequate wetgeving en ondersteunende publieke voorzieningen (zoals een infrastructuur die verduurzaming mogelijk maakt) en gedrag te stimuleren dat bijdraagt aan de maatschappelijk gewenste uitkomsten. Op deze manier geeft de overheid ondernemers de ruimte om kansen te pakken voor duurzame en innovatieve welvaartsgroei, binnen de maatschappelijke grenzen die de overheid stelt. Bedrijven hebben daarbij zelf ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de negatieve gevolgen van hun economische activiteiten te beperken en een positieve bijdrage te leveren aan de welvaart van alle burgers. Zo dragen bedrijven onder meer bij aan maatschappelijk verantwoorde en CO2-arme producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen.

Samenwerking en maatschappelijke betrokkenheid is cruciaal voor onze welvaartsgroei. Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf inclusief startups en scale-ups is essentieel voor het ondernemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie als de onze. Strategische samenwerking tussen bedrijven, (hoge)scholen en wetenschap is belangrijk omdat de wetenschap en de (hoge)scholen fundamentele ideeën en ontwikkelcapaciteit bieden, en het bedrijfsleven de mogelijkheden ziet waar nieuwe technologieën kunnen worden toegepast in nieuwe producten of productieprocessen. Deze samenwerking is ook belangrijk op het terrein van de maatschappelijke uitdagingen zoals fossielarm energiegebruik, gezondheid, hybride werken en veiligheid. Door ruimte te geven aan ondernemende geesten ontstaan kansen voor bestaande en nieuwe bedrijven. Dat gebeurt in partnerschap tussen Rijk, regionale overheden, Europa en met bilaterale internationale samenwerking.

Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld. Hoewel de positie onder druk staat, is Nederland één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties in een wereld die sterk in beweging is. Dit vergt een innovatie- en ondernemersstrategie die zich niet alleen richt op materiële welvaart, maar ook via transities bijdraagt aan bijvoorbeeld klimaat, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid, voedsel­ kwaliteit en een uitdagende werkomgeving. Tegelijkertijd maakt onze kenniseconomie Nederland ook tot een aantrekkelijk doelwit voor landen die kennis en technologie willen vergaren ten gunste van hun eigen (technologische) positie. Dit vraagt om een aanpak die deze risico’s adequaat ondervangt.

Om deze economische kracht te behouden en te versterken heeft het kabinet Rutte 4 ingezet op het realiseren van de volgende drie strategische doelen op terrein van bedrijfsleven & innovatie:

  1. Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen met een sterke positionering op de groeimarkten van de toekomst.
  2. Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigings­klimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemer­schap.
  3. Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

1) Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen met een sterke positionering op de groeimarkten van de toekomst

Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei, welvaart en vooruitgang op tal van maatschappelijke terreinen. Succesvolle innovaties creëren niet alleen toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken, onder meer op de terreinen «Energietransitie en Duurzaamheid», «Landbouw, Water en Voedsel», «Gezondheid en Zorg» en «Veiligheid». Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Dat gebeurt met generiek beleid gericht op innovatie in het bedrijfsleven en met missiegedreven innovatiebeleid dat zich richt op het adresseren van maatschappelijke uitdagingen en sterktes in sleuteltechnologieën. Verder draagt Nederland bij aan internationale ruimtevaartprogramma’s, die maatschappelijke doelen dienen en daarnaast ook innovatieve bedrijvigheid in Nederland bevorderen, onder andere via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van ruimtevaartprogramma’s.

Het kabinet Rutte 4 streeft naar verhoging van de R&D-uitgaven in Nederland. De ambitie is in lijn met de in het coalitieakkoord genoemde Lissabondoelstelling dat de totale R&D-uitgaven op termijn stijgen tot 3% van het bruto binnenlands product, zonder dat het private aandeel daalt (Kamerstuk 33 009, nr. 117). Het streefjaar voor het realiseren van deze R&D-ambitie is 2030 (Kamerstuk 33 009, nr. 131). Investeren in R&D is echter geen doel op zich, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt (zie hiervoor ook beleidsartikel 3 van deze begroting) en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel. Nederland kan en moet beter presteren bij het toepassen en het economisch en maatschappelijk benutten van kennis. Daarom krijgt in het innovatiebeleid juist dat meer specifieke aandacht: valorisatie van kennis bij publieke instellingen, het vergroten van innovatieve toepassingen door effectieve samenwerking in innovatie-ecosystemen, het integraal ondersteunen van startups en scale-ups en het realiseren van een excellent toepassingsgericht kennisstelsel gericht op maatschappelijke en economische vooruitgang.

Met het missiegedreven innovatiebeleid worden R&D-investeringen van publieke en private partijen gericht op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Dat gebeurt mede met behulp van ontwikkeling van sleuteltechnologieën, die een belangrijke rol vervullen bij het adresseren van maatschappelijke uitdagingen. Ook het verwerven van een sterke positie in de nieuwe technologieën van de toekomst en de nieuwe groeimarkten is een belangrijke maatschappelijke uitdaging van de toekomst. Met de uitvoering van het Kennis- en Innovatieconvenant 2020-2023 wordt invulling gegeven aan dit beleid door bedrijven, kennisinstellingen en overheidspartijen (Kamerstuk 33 009, nr. 102). In voorbereiding zijn de Kennis- en Innovatie-agenda’s en het Kennis- en Innovatieconvenant voor de periode 2024-2027. Daarbij zal het missiegedreven innovatiebeleid sterker gericht worden op de grote transities waar Nederland voor staat, met name waar het gaat om klimaat/energie, digitalisering en circulaire economie. Ook zal er sterker worden ingezet op valorisatie van kennis en marktcreatie (Kamerstuk 33 009, nr. 117). Op het terrein van sleuteltechnologieën wordt gewerkt aan een Nationale Technologiestrategie, die meer richting zal geven aan de publieke inzet op sleuteltechnologieën (Kamerstuk 36 200 L, nr. 7).

In 2020 heeft het kabinet Rutte 3 het Nationaal Groeifonds (NGF) opgericht om daarmee vanaf 2021 € 20 mld aan (publieke) investeringen te doen in R&D en innovatie, infrastructuur en kennisontwikkeling (Kamerstuk 35 300, nr. 83). In het Coalitieakkoord zijn de middelen herverdeeld, waarbij de middelen voor de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ en Kennisontwikkeling binnen het Nationaal Groeifonds met € 6,7 mld zijn verhoogd (in totaliteit over de periode t/m 2028). Hiervan is de helft begroot voor de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (Kamerstuk 35 925, nr. 143). De pijler infrastructuur is overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds. Het NGF heeft ook als doel om via publieke investeringen op deze investeringsgebieden extra private investeringen aan te moedigen. Een deel van de middelen van het NGF vloeit via toekenningen voor NGF-projecten naar artikel 2 van EZK-begroting, waarbij het primair om middelen vanuit de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ gaat.

Het Coalitieakkoord heeft verder voorzien in een fonds voor onderzoek en wetenschap van € 5 mld over een periode van 10 jaar. Op het beleidsterrein van EZK is er uit het fonds € 500 mln over een periode van 10 jaar beschikbaar gekomen voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek (Kamerstuk 31 288, nr. 964). De middelen zijn bestemd voor onderzoeksfaciliteiten van TO2-instellingen en deels ook voor die van Rijkskennisinstellingen. In 2023 loopt de eerste van de beoogde vier financieringsronde, met een opengesteld budget van € 140 mln voor deze eerste ronde.[1] Verder is vanuit het genoemde fonds in totaal € 372 mln beschikbaar gekomen (over de periode 2022 t/m 2029) om de Nederlandse deelname aan Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma’s te versterken (Kamerstuk 31 288, nr. 964). Met deze impuls wordt de samenwerking met Europa versterkt op strategische onderzoeks- en innovatiethema’s die een belangrijke bijdrage leveren aan de grote maatschappelijke en technologische uitdagingen van deze tijd, zoals op het gebied van chips, kwantum en klimaat. Hiervan is een bedrag van € 292 mln naar de EZK-begroting gevloeid, ten behoeve van Eurostars, EuroHPC, EuroQCI, Topsector High Tech Vliegtuigmaakindustrie, de Joint Undertaking Key Digital Technologies (alle op artikel 2) en Digital Europe (artikel 1).

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2023-2024 (COM(2023) 619 final) is in relatie tot artikel 2 van de EZK-begroting aanbevolen om door te gaan met de snelle uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan. Beleidsinstrumenten op artikel 2 van de EZK-begroting zijn in dit verband EFRO, INTERREG A en het Fonds voor Rechtvaardige Transactie. Hierbij zijn de door EZK beschikbaar gestelde financiële middelen cofinancieringsmiddelen in aanvulling op de middelen die worden verstrekt door de Europese Unie. Deze regelingen worden uitgevoerd door regionale uitvoeringsorganisaties. In het geval van EFRO en INTERREG A heeft EZK een systeemverantwoordelijkheid. In het geval van het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is er een gedeelde verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met EZK. Het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is in 2023 tot uitvoer gekomen met zes regionale subsidieprogramma’s. Bij EFRO en INTERREG A is in respectievelijk 2023 en 2022 gestart met de eerste openstellingen binnen de nieuwe programmaperiode 2021-2027. De genoemde instrumenten zijn complementair aan de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan bij het bevorderen van vergroening en innovatie, onder andere door een regionale focus en een brede toegankelijkheid voor het mkb.

2) Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

EZK stimuleert langs verschillende wegen een goed en maatschappelijk verantwoord functionerend bedrijfsleven. EZK helpt bij de vernieuwing met wetten en regels, zoals het beschermen van intellectueel eigendom, en het merkenrecht. Door oog te hebben voor veranderende machtsverhoudingen die vragen om een visie en regelgeving ten aanzien van het borgen van economische veiligheid en het delen van gegevens voor consumenten en bedrijven onderling. Bij het ontwikkelen van wet- en regelgeving is toetsing op werkbaarheid en uitvoerbaarheid bij mkb meer en meer de norm. EZK steunt opschaling en uitrol van nieuwe technologieën door standaardisatie en voorwaarden vast te leggen.

Daarbij vraagt deze tijd om groter te denken: de uitdagingen vragen vaak om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. Dat geldt onder meer op het terrein van economische veiligheid, het beschermen van vitale belangen in sectoren, het voorkomen van ongewenste strategische afhankelijkheid en het vrijwaren van spionage en sabotage. Voor de economische kansen geldt dat net zo goed: met de grootte van de uitdagingen, de Europese interne markt en de opkomst van mondiaal opererende bedrijven geldt eens te meer dat Nederlandse ondernemers en bedrijven hun vleugels uit moeten slaan en zich moeten willen en kunnen richten op grotere markten dan Nederland alleen. Op al deze terreinen zet het bedrijvenbeleid in op een Europese aanpak.

De schaarste aan personeel vormt op dit moment een belemmering voor het realiseren van de transities op het gebied van klimaat en digitalisering. In samenwerking met OCW en SZW wordt door EZK stevig ingezet op het wegnemen van de personeelstekorten.

Ook de fysieke ruimte en een adequate ruimtelijke ordening voor bedrijven en transities zijn een voortdurend aandachtspunt. Hiervoor is vooral goede samenwerking tussen het Rijk en de regio vereist. De schaarste aan ontwik­kelruimte, zowel fysiek als ook vanwege restricties vanwege stikstof, geluid en andere milieufactoren, vraagt een actievere rol van het Rijk in het samen met de regio’s zoeken naar slim ruimtegebruik en goede afstemming van belangen en behoeften.

3) Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Eén van de prioritaire missies van het kabinet Rutte 4 betreft het klimaat en de verduurzaming van de industrie. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie nadrukkelijk zijn gericht op het realiseren van een CO2-arme en innovatieve industrie in 2050. De nationale doelstelling in het Regeerakkoord van Rutte 3 van 49% CO2-emissiereductie ten opzichte van 1990 is in de Klimaatwet aangescherpt naar 55% ten opzichte van 1990 voor alle klimaatsectoren, in navolging van de Europese Green Deal. Dit als tussenstap op weg naar klimaatneutraliteit (netto nul emissies) in 2050. In het Coalitieakkoord is afgesproken om het klimaatbeleid te richten op een hogere opgave van circa 60% reductie, zodat het doel in de Klimaatwet met zekerheid wordt gehaald. In de Kamerbrief van 26 april 2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230) geeft het kabinet aan met welk pakket aan maatregelen deze doelstelling gehaald zal worden en op welke indicatieve restemissies de klimaatsectoren naar schatting zullen uitkomen (in de Klimaatnota van 2023 wordt nog de opbrengst van de sectoroverstijgende maatregelen aan sectoren toegerekend). Voor de industrie (inclusief circulaire economie) is dat 29,1 Mton CO2-equivalenten in 2030; een reductie van 66% ten opzichte van 1990.

De tweede grote missie van het kabinet waarin de industrie een centrale rol vervult, betreft de circulaire economie. In 2050 moet de industrie circulair zijn en worden er geen primaire fossiele grondstoffen meer gebruikt. De bijdrage die EZK levert aan de circulaire maakindustrie in het kader van het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 draagt hier mede aan bij. Daarnaast draagt de Nationale Grondstoffenstrategie bij aan deze missie via het handelingsperspectief circulariteit en innovatie. Het kabinet Rutte 4 heeft de ambities en beleidsinspanning verder aangescherpt. Als randvoorwaarde wil het kabinet de concurrentie­positie van de industrie behouden en versterken. Verduurzaming biedt immers grote kansen voor bedrijven die voorop lopen in de transitie. De rijksoverheid heeft, via de eigen bedrijfsvoering, een voorbeeldrol in de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Verder zorgt EZK ervoor dat bedrijven de economische en maatschappelijke kansen kunnen pakken die de digitalisering van de economie biedt (zie verder beleidsartikel 1 van deze begroting).

Bedrijven zijn verantwoordelijk om rekening te houden met mens, milieu in hun waardeketens en bedrijfsvoering. Om dit te stimuleren ondersteunt EZK, met andere ministeries (BZ is hiervoor primair verantwoordelijk), het opstellen van effectieve (Europese) (I)MVO-wetgeving, die een groep grotere bedrijven verplicht inzicht te vergroten in hun waardeketens en eventuele misstanden aan te pakken. Zo stimuleert EZK dat bedrijven transparant rapporteren over de impact van hun bedrijfsvoering en beleid op mens en milieu, ofwel hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Sinds 2004 werd hiervoor de Transparantiebenchmark uitgevoerd. Ook werd elk jaar de Kristalprijs uitgereikt aan het bedrijf dat het meest transparant rapporteert over MVO. Per 2024 stopt EZK met deze beide nationale instrumenten. Begin 2022 is een evaluatie uitgevoerd. Uit de evaluatie bleek dat de Transparantiebenchmark in de kern heeft bijgedragen aan het agenderen van (en het rapporteren over) duurzaamheid bij bedrijven. De komst van de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die begin november 2022 door het Europees parlement is goedgekeurd, maakt de Transparantiebenchmark vanaf boekjaar 2024 overbodig. De CSRD verplicht een groep bedrijven om in hun jaarrapportage hun duurzaamheidsprestaties te rapporteren volgens nieuwe en meer gedetailleerde richtlijnen. Nationaal wordt ook gewerkt aan wetgeving (Kamerstuk 26485, nr. 398). Daarnaast worden (I)MVO-standaarden toegepast op het bedrijfsleveninstrumentarium van EZK. Zo worden bedrijven geïnformeerd over risico’s voor mens en milieu wanneer zij een subsidie ontvangen voor de inkoop van zonnepanelen of een innovatietraject, en geadviseerd en gestimuleerd om op een verantwoorde manier met deze risico’s om te gaan door ze in kaart te brengen, te mitigeren en zo nodig waardeketens te verleggen en/of toegang tot herstel te bieden. Op deze manier worden bedrijven geholpen met MVO. Tot eind 2023 loopt hiervoor een pilot, die gebruikt zal worden om de komende jaren (I)MVO proportioneel te integreren in het instrumentarium.

Kengetallen bedrijvenbeleid

In de aansluitende tabel staan de voornaamste kengetallen voor het bedrijvenbeleid. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op de gepresenteerde ranglijsten, zoals de Global Competitiveness Index en het European Innovation Scorebord. De doelstelling voor R&D-investeringen in Nederland is 3% van het BBP.

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Bron
1. Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL) 6 6 6 9 9 10 10 n.n.b. Conference Board
2. Global Competitiveness Index (positie NL)1 5 4 5 6 4 n.b. n.b. n.b. World Economic Forum
3. European Innovation Scoreboard (positie NL) 5 5 4 4 4 5 4 4 Europese Commissie
4. R&D intensiteit (in % van BBP) 2,15 2,15 2,18 2,14 2,18 2,32 2,27 n.n.b. CBS
5. Omvang PPS-projecten (in mln €) 970 1.060 1.207 1.282 1.238 1.106 1.325 1.380 RVO.nl/ TKI’s
waarvan private middelen (%) 49% 48% 46% 45% 44% 44% 49% 49,7%
6. Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-equivalenten) 55,4 56,1 56,9 55,9 55 53,7 54 n.n.b.2 Emissieregistratie
7. Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL) 3 2 2 2 n.n.b. Global Entrepreneurship Monitor (GEM), National Entrepreneurship Context Index (NECI)
  1. Het World Economic Forum is vanaf 2020 gestopt met het publiceren van de cijfers.
  2. De emissies 2022 worden komende zomer pas als voorlopige cijfers gepubliceerd en definitief begin volgend jaar.

Om – aanvullend op de begroting – het parlement te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl verdere informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de twee hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen
Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie
Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen.

Stimuleren

De minister stimuleert innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang door private investeringen in R&D te bevorderen via onder meer de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven wordt onder meer de pps-toeslag ingezet vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s).

Financieren/regisseren

De Minister van EZK is verantwoordelijk voor toegepast onderzoek en innovatie en werkt nauw samen met de Minister van OCW, die verantwoordelijk is voor het stelsel van (fundamenteel) onderzoek en wetenschap en de verwevenheid met onderwijs. De Minister van EZK coördineert het missiegedreven innovatiebeleid en financiert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door onder meer:

  1. de TO2-instituten TNO, Deltares, MARIN en NLR te financieren;
  2. gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK specifiek NWO-TTW subsidieert;
  3. cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de minister systeemverantwoordelijkheid;
  4. het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;
  5. het bevorderen van de oprichting en groei van startups naar scale-ups, o.a. door de inzet van TechLeap;
  6. het Nationaal Groeifonds (NGF) te benutten om onderzoeks- en innovatieprojecten te financieren die structureel het groeivermogen versterken en voortkomen uit het missie-gedreven innovatiebeleid.

Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

Stimuleren

De minister stimuleert een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  1. het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen; daarnaast biedt het bedrijvenbeleid een samenhangend aanbod van financieringsinstrumenten om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken (zie ook artikel 3 van deze begroting);
  2. het stapsgewijs integreren van advies en eisen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen in het bedrijfsleveninstrumentarium;
  3. het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom.

Regisseren

De minister regisseert en coördineert de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  1. samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners;
  2. informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK);
  3. mkb-ondernemers meer bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets;
  4. het regisseren en uitvoeren van het nieuwe ‘programma vermindering regeldruk ondernemers’.

(Doen) uitvoeren

De minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door onder meer toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:

  1. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
  2. het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
  3. het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van sectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D- en innovatie-ambities.

Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Stimuleren

De minister stimuleert de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie door onder meer:

  1. het bedrijfsleven te helpen verduurzamen middels advies en subsidies;
  2. het stimuleren van transparante MVO-rapportage door bedrijven, middels de Transparantiebenchmark en Europese wetgeving;
  3. samen met IenW in te zetten op maatschappelijk verantwoord inkopen en circulair ondernemen;
  4. versnelling van en toepassing van digitalisering in het mkb.

Regisseren

De minister regisseert en coördineert de condities voor inclusieve economie door onder meer:

  1. eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaaltermijnen);
  2. in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken als beleidsverantwoordelijk ministerie en andere ministeries inzetten op totstandkoming en invoering van (Europese) IMVO-wetgeving;
  3. MVO-eisen te verbinden aan het instrumentarium van bedrijvenbeleid van EZK.

C. Beleidswijzigingen

Nationaal Programma Verduurzaming Industrie

Een klimaatneutrale, circulaire industrie kan een nieuwe aanjager worden van het verdienvermogen van Nederland. De industrie draagt nu bovengemiddeld bij aan innovatie, productiviteit en hoogwaardige banen. Tegelijkertijd is het ook de sector met de meeste uitstoot. In de energietransitie kan de industrie een vliegwielfunctie vervullen en een centrale rol spelen in de transitie naar een circulaire economie. Volgens de Klimaat- en Energieverkenning 2022 (KEV2022) biedt het bestaande en geagendeerde beleid voor de industrie zicht op het behalen van het klimaatdoel en een significante daling van de stikstofuitstoot. De onzekerheid daarover is echter nog groot, met name ten aanzien van de realisatie van randvoorwaarden die de industrie nodig heeft om te verduurzamen, zoals vergunningen en infrastructuur. Dit is de belangrijkste uitdaging van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI). Binnen het pakket aanvullende maatregelen dat het kabinet treft, wordt een extra bijdrage gevraagd van de industrie. Hierbij houden we oog voor de concurrentiepositie van de industrie en zetten we ons in voor vergroening in Nederland, zodat uitstoot niet weglekt naar andere landen. Om die reden stimuleert het kabinet de verduurzaming van bedrijven met ondersteunend instrumentarium22 en werkt het aan het op orde brengen van de randvoorwaarden voor verduurzaming via het NPVI.23 Er is daarbij ook aandacht voor de industrie die niet gevestigd is in de grote 5 industrieclusters. Voor deze zogeheten ‘cluster 6’-bedrijven wordt binnen het NPVI ondersteuning georganiseerd om concrete knelpunten voor verduurzaming te identificeren en weg te nemen.

Aanvullende beleidsinzet

Met een gebalanceerde combinatie van normering, beprijzing, subsidiering worden bedrijven gestimuleerd en gefaciliteerd om in Nederland te verduurzamen. Naast de CO2-heffing en de CO2-minimumprijs, is de maatwerkaanpak voor de grootste industriële uitstoters een manier om de uitstoot van de industrie sneller te verlagen. Het kabinet intensiveert daarom de maatwerkafspraken met de grootste industriële uitstoters tot een opgave van 3,5 Mton in 2030 ten opzichte van de CO2-heffing. Om deze extra reductie te bereiken wordt zo nodig een grotere groep bedrijven benaderd. Om de verplaatsing van uitstoot te voorkomen, wordt ervoor gezorgd dat de door de maatwerkafspraken vrijvallende dispensatierechten niet meer beschikbaar zijn. Om te komen tot nog verdere CO2-reductie zet het kabinet in op maatregelen om de transitie van een lineaire naar een circulaire economie te versnellen. Zo wordt ingezet op circulaire plastics ketens door normering en verbeterde beprijzing van afvalverbranding (inclusief kunststof) door afvalverbrandingsinstallaties (Avi’s), in combinatie met subsidie (zie hieronder onder «circulaire economie»).

Daarnaast neemt het kabinet maatregelen om ervoor te zorgen dat de eerder afgesproken opgave van 4 Mton onder de CO2-heffing zeker wordt gehaald. Zoals eerder aangekondigd wordt het tarief van de CO2-heffing per 1 januari 2025 verhoogd op basis van een tariefstudie die het PBL uitvoert. De CO2-heffing wordt daarnaast verlengd tot en met 2032 om meer investeringszekerheid te bieden. Met het oog op de voorziene capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet besluit het kabinet in plaats van de eerder afgesproken uitwerking van normering van e-boilers tot uitwerking van een verbod op de inzet van fossiele brandstoffen voor verwarmingsprocessen bij uitbreiding, nieuwbouw en vervanging van industriële productie-installaties.

De transitie naar een circulaire economie

De transitie naar klimaatneutraliteit en een circulaire economie zijn nauw verbonden. Het perspectief is een economie die bijdraagt aan het tegengaan van klimaatverandering, maar ook aan het verbeteren van de biodiversiteit, aan een schonere leefomgeving, en aan de leveringszekerheid van grondstoffen. De schaal waarop en het tempo waarmee wereldwijd grondstoffen worden gewonnen is immers onhoudbaar en leidt tot een overschrijding van planetaire grenzen.

In het Nationaal Programma Circulaire economie (NPCE) heeft het kabinet de maatregelen gepresenteerd om de komende jaren zuiniger om te gaan met grondstoffen. Het kabinet scherpt dit beleid aan. Vooruitlopend op EU-wetgeving wordt per 2027 een nationale verplichting voor plasticproducenten ingevoerd om de toepassing van gerecycled plastic of biogebaseerd plastic te stimuleren. Het voornemen is om de verplichting te laten oplopen naar 25%-30%24 plastic recyclaat of biogebaseerd plastic in 2030. Deze verplichting is van toepassing op alle plastics die in Nederland en voor de Nederlandse markt worden geproduceerd. Export is dus uitgezonderd. Het kabinet gaat vanuit het Klimaatfonds bedrijven ondersteunen bij deze transitie naar een circulaire plasticketen. Daarnaast wordt bij de Avi’s nog veel kunststof verbrand dat ook gerecycled kan worden, waarmee bruikbare grondstoffen verloren gaan en broeikasgassen onnodig worden uitgestoten. Het kabinet zet daarom in op meer kunststofsortering, verdere beprijzing van afvalverbranding en toepassing van negatieve emissies (CCS) waar wenselijk. Tot slot komt er extra geld beschikbaar voor het opschalen van circulaire innovaties om zo de circulaire transitie verder te ondersteunen.

Actief industriebeleid, open strategische autonomie & economische veiligheid

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord aangekondigd meer regie te willen voeren middels een proactief industriebeleid. In navolging van de eerder verschenen Industriebrief (juli 2022) wordt hier in 2024 verder invulling aan gegeven. Zo zal, op basis van nieuwe analyse van sterktes van Nederlandse economie gekoppeld aan kansrijke markten, in het najaar van 2023 een nieuwe technologiestrategie worden gelanceerd. Beleid en uitvoering zullen specifieker gericht worden op een aantal strategische technologieën en waardeketens.

In 2024 zet het kabinet in op het vergroten van de economische weerbaarheid door Nederlandse sterktes uit te bouwen en risicovolle strategische afhankelijkheden af te bouwen. Enerzijds doet EZK dit door een vervolgstap te maken in het beter borgen van de economische veiligheid (‘protect’). Eind 2023 komt hiervoor een nieuw fonds van € 100 mln beschikbaar ten behoeve van bescherming van strategische sectoren en technologieën. Dit fonds, waarvoor het budget is opgenomen in Beleidsartikel 3 (Toekomstfonds), is in aanvulling op de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (VIFO) die sinds 1 juni 2023 van kracht is, met terugwerkende kracht tot 8 september 2020. Bureau Toetsing Investeringen (BTI) krijgt hiermee de ‘tools’ in handen om ongewenste buitenlandse inmenging in de Nederlandse economie te voorkomen. Anderzijds zetten we met het Nationaal Groeifonds (NGF) in op het opschalen van onze nationale sterktes (‘promote’). Het NGF is en blijft voor EZK hiermee een belangrijk middel om het strategische industriebeleid invulling te geven. Het ondersteunt bedrijven in hun ambities om te verduurzamen, digitaliseren en hun positie in de internationale waardeketens te versterken.

In 2024 zal het kabinet actiever inzetten op internationale samenwerking met regionale, Europese en gelijkgestemde landen. Door hier Nederlandse krachten actiever aan te koppelen, zal EZK in 2024 een nieuwe ‘push’ geven aan technologische ontwikkeling en concurrentievermogen in de EU, zowel op het gebied van bestaande instrumenten zoals de Important Projects of Common European Interests (IPCEI’s) en Green Deal Industrial Plan (Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act). Ook zet het kabinet in op internationale samenwerking, onder andere met ongebonden landen, op het gebied van kritieke grondstoffen en technologieën voor de duurzame en digitale transitie.

Programma Werklocaties, Ruimte voor economische activiteiten

Er is sprake van een toenemende ruimtedruk in Nederland. Opgaven zoals de woningbouw, de energietransitie, bereikbaarheid, bedrijvigheid en oplossingen voor de stikstofproblematiek concurreren om de schaarse ruimte. Het Ministerie van EZK is naast de ministeries van LNV, IenW en BZK en de decentrale overheden verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Samen met de regio en andere departementen geeft EZK uitvoering aan het nationaal programma werklocaties onder de Nationale Omgevingsvisie. Het doel van het dit programma is het bevorderen van voldoende en gevarieerd ruimteaanbod nu en in de toekomst.

Naast de schaarste aan fysieke ruimte is er ook schaarste aan ontwikkel­ ruimte door restricties vanwege stikstof, geluid en andere milieufactoren. Deze verschillende vormen van schaarste vragen om slim ruimtegebruik en goede afstemming van belangen en behoeften. Veelal op gebiedsniveau en met waar mogelijk het combineren van functies. Het Rijk is ook in overleg met provincies om hun regierol met betrekking tot deze vraagstukken te versterken en samen te zoeken naar slimme oplossingen. EZK werkt daarnaast met de Nota Ruimte onder regie van de Minister van VRO aan de ruimtelijke ordening van Nederland. Voor de economische lijnen in deze nota ontwikkelen we een Ruimtelijk Economische Visie die de ruimtelijke economische ontwikkelingen op de langere termijn in kaart brengt.

Startup en scale-up beleid en MKB financieringsbeleid

In de startupbrief aan de Tweede Kamer is het nieuwe beleid voor startups en scale-ups voor 2023-2026 aangekondigd. In het nieuwe beleid blijft Techleap.nl nog voor drie jaar als een neutrale externe organisatie nodig om het vestigingsklimaat voor startups te versterken. In die periode werken we aan een structurele inbedding van de taken van Techleap.nl in één of meer publieke en private organisaties, zoals de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en InvestNL.

Daarnaast zet het kabinet in op beleidsinterventies die het verschil maken voor startups en scale-ups («gamechangers») en wordt gewerkt aan verbinding van het technologie- en innovatiebeleid aan innovatief ondernemerschap.

Om voor MKB-ondernemers de toegang tot financiering te verbeteren ontwikkelt EZK met publieke en private partijen een financieringshub. De naar financiering zoekende ondernemer kan hier terecht voor informatie over financieringsopties en adviesmogelijkheden. Financiers en dienstverleners die een ondernemer niet zelf kunnen helpen, kunnen naar deze hub doorverwijzen, zodat er ‘no wrong door’ is voor de ondernemer.

Financiering van het nieuwe beleid wordt gedekt door het budget voor startups en voor bevorderen ondernemerschap op artikel 2 en andere instrumenten die direct of indirect bijdragen aan versterking van het ondernemingsklimaat voor startups, zoals het NGF.

Nationaal Groeifonds

Met het Nationaal Groeifonds (NGF) worden complexe langjarige programma’s gefinancierd ter versterking van het duurzaam verdienvermogen. De uitkomsten van de derde investeringsronde van het NGF zijn op 30 juni 2023 bekendgemaakt door het kabinet (Kamerstuk 36 200 L, nr. 11). In deze ronde hebben alle ministeries voorstellen kunnen indienen bij het fonds via de departementale route. Daarnaast is een subsidieroute in werking getreden, waarbij geldt dat voorstellen rechtstreeks bij RVO worden ingediend. Het kabinet heeft in totaal € 3,8 mld (voorwaardelijk) toegekend of gereserveerd voor projecten die via de departementale route zijn ingediend in de derde ronde van het NGF. Aan EZK-projecten die in de derde ronde zijn ingediend is voor een bedrag van € 135 mln definitief toegekend en voor een bedrag van € 558 mln voorwaardelijk toegekend. Het betreft vier projecten binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie, met een toekenning (waarvan een deel voorwaardelijk) voor het project Circulaire Zonnepanelen en voorwaardelijke toekenningen voor de projecten Biobased Circulair, 6G en Circular Batteries. Voorts heeft het kabinet besloten tot toekenning van ten hoogste € 168,1 mln aan subsidies voor twee projecten die via de subsidieroute zijn ingediend: Groeien met Groen Staal en Charging Energy Hubs. Tevens is een eerdere reservering voor het EZK-project QuantumDelta gedeeltelijk omgezet naar een toekenning van € 60,2 mln. Hiermee komt het totale bedrag aan definitieve toekenningen voor dit project uit op € 342,2 mln en is er nog € 272,8 mln gereserveerd. Met de besluiten heeft het kabinet de adviezen van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds opgevolgd.

Sinds de ontwerpbegroting voor 2023 zijn er naast de hierboven besproken (voorwaardelijke) toekenningen die op 30 juni 2023 bekend zijn gemaakt, in oktober 2022 definitieve toekenningen geweest voor vijf projecten die zijn voorgesteld in de tweede ronde van het NGF (Kamerstuk 36 200 L, nr. 4). Daaronder bevinden zich twee EZK-projecten: PhotonDelta binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie, voor een bedrag van € 266,6 mln, en «Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs» binnen de pijler Kennisontwikkeling, voor een bedrag van € 152,6 mln. Door de overheveling van middelen van de begroting van het NGF naar de begroting van EZK voor EZK-projecten die definitieve toekenningen hebben verkregen, vormen deze twee projecten nieuwe NGF-posten op artikel 2 van de EZK-begroting. De definitieve toekenningen die op 30 juni 2023 bekend zijn gemaakt, zijn niet gepaard gegaan met een nieuwe NGF-post op artikel 2 van de EZK-begroting. De definitieve toekenning voor het EZK-project Circulaire Zonnepanelen, die hier deel van uitmaakt, komt ten gunste van artikel 4 van de EZK-begroting. De eerdergenoemde verhoging van het totale bedrag aan definitieve toekenningen voor het EZK-project QuantumDelta komt wel tot uitdrukking op artikel 2 van de EZK-begroting. Bijlage 8 bij deze begroting geeft een totaalbeeld van de NGF-projecten op de EZK-begroting.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 5.290.398 5.380.227 2.912.997 2.600.915 2.505.820 2.502.298 2.414.851
Uitgaven 4.995.021 3.185.607 2.268.712 2.044.744 1.738.054 1.496.706 1.452.867
Subsidies (regelingen) 3.956.769 1.782.271 1.097.061 904.271 685.559 435.738 389.847
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 7.626 5.575 23.250 32.493 42.361 42.361 42.361
Eurostars 18.930 21.831 22.269 23.013 23.775 21.736 21.736
Bevorderen ondernemerschap 19.417 21.561 19.395 24.615 15.687 16.052 17.803
Cofinanciering EFRO 25.675 31.478 31.977 32.077 24.077 24.077 24.077
Bijdrage aan ROM's 8.620 11.353 11.049 11.049 11.049 11.049 11.049
Verduurzaming industrie 45.380 61.810 79.322 92.025 94.732 76.925 88.700
Startup beleid 10.821 11.066 12.136 4.900 2.100
Urgendamaatregelen Industrie 90 5.200 11.940
Invest-Nl 10.276 11.683 11.625 11.625 11.625 11.625 11.625
Noodloket (TOGS) 4
Tegemoetkoming vaste lasten 3.486.352 291.120
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 228
Europees Defensie Fonds cofinanciering 5 10.496 5.000
Omscholing naar tekortsectoren 596
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 14.820 4.000
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 285 1.200
Herstructurering winkelgebieden 6.219 16.623 16.388 14.839 12.301 11.100 17.900
R&D mobiliteitssectoren 32.452 33.848 33.100 27.900 12.700
SEG 76.166 9.592
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 10.706 314.876 84.879 13.917 13.703
NGF - project Health-RI 10.000 12.000 12.000 11.000 11.000 8.000 5.000
NGF - project RegMed XB 15.541 7.111 10.649 9.549 1.584 1.283 1.183
NGF - project QuantumDeltaNL 45.855 82.507 127.818 3.613 81.172 1.235
NGF - project Oncode-PACT 3.236 65.926 49.963 40.875
NGF - project Circulaire Plastics NL 77.540 23.040 21.170
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 141.448 78.220 58.711 56.147 37.496 21.317
NGF - project PhotonDelta 75.119 67.125 61.900
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs 41.250 39.189 35.089 34.519
Tegemoetkoming Energiekosten 330.000
Indirecte Kosten Compensatie ETS 59.802
IPCEI Cloudinfrastructuur en services 11.658 20.642 20.642 19.000
IPCEI Micro elektronica 8.202 143.088 87.732
Aanvullende tegemoetkoming evenementen 19.882 1.454
Omzetderving Limburg 23.600
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 25.971 134.210 227.933 197.529 154.714 118.909
EuroHPC 5.136 10.193 12.741 7.645 7.645
EuroQCI 2.836 5.606 11.906
Brexit Adjustment Reserve 609 19.265
Ruimte voor economie / bedrijventerreinen 2.789 1.770 2.666 1.753
Overig 3.576 11.536 10.199 11.187 10.187 8.687 8.187
Leningen 1.500 130.000 30.000 0 0 0 0
Bedrijfssteun 1.500
Qredits 70.000 30.000
NGF - project PhotonDelta 60.000
Garanties 27.868 112.195 87.945 85.965 84.645 57.995 56.345
BMKB 12.233 42.228 42.228 40.248 38.928 37.278 35.628
Klein Krediet Corona garantieregeling 1.428
Groeifaciliteit 3.092 8.222 8.972 8.972 8.972 8.972 8.972
Garantie Ondernemersfinanciering 11.115 11.745 11.745 11.745 11.745 11.745 11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona 50.000 25.000 25.000 25.000
Opdrachten 5.896 14.145 23.052 11.263 9.979 8.493 8.518
Onderzoek en opdrachten 2.999 6.674 6.170 4.807 5.123 4.557 4.582
Caribisch Nederland 558 736 847 821 821 821 821
ICT beleid 3
Regeldruk 836 2.998 2.450 2.450 2.450 2.450 2.450
Budget Samenwerking regio 379 861 815 765 665 665 665
Small Business Innovation Research 1.121 1.376 150
Stikstofaanpak piekbelasters industrie 1.500 11.500 1.500
Verduurzaming industrie 1.120 920 920
Bijdrage aan agentschappen 179.045 182.692 122.915 102.463 102.363 101.042 100.743
Bijdrage RVO.nl 178.480 181.947 122.170 101.718 101.618 100.297 99.998
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) 565 745 745 745 745 745 745
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 373.731 425.126 380.925 368.286 360.945 358.706 357.439
Bijdrage aan TNO 216.876 239.157 209.862 199.713 193.773 192.657 191.390
Kamer van Koophandel 143.881 162.540 142.917 140.427 139.481 138.358 138.358
Bijdrage aan NWO-TTW 12.974 23.429 28.146 28.146 27.691 27.691 27.691
Bijdrage aan medeoverheden 23.282 38.667 20.386 9.868 0 0 0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 23.282 38.667 20.386 9.868
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 405.813 500.511 506.428 562.628 494.563 534.732 539.975
Internationaal Innoveren 38.246 59.246 55.539 56.036 56.036 56.036 75.536
PPS toeslag 199.531 220.308 200.686 187.161 187.161 187.161 187.161
TO2 (excl. TNO) 60.122 63.002 60.234 59.284 58.912 58.912 58.912
Topsectoren overig 6.492 17.846 13.796 17.106 18.209 20.227 106.511
Ruimtevaart (ESA) 82.162 85.681 83.719 83.874 83.668 80.918 80.668
Bijdrage NBTC 9.755 10.439 10.169 9.869 10.169 9.419 9.169
Overige bijdragen aan organisaties 3.251 6.184 6.061 6.061 6.061 6.061 6.061
Economische ontwikkeling en technologie 6.237 2.272 5.514 6.367 3.088 5.088 10.868
EU-cofinanciering JTF 17 20.106 17.730 16.331 5.156 4.156 156
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI 8.025 43.250 112.250 59.250 101.250 1.250
NGF - projectNXTGEN Ruimtevaart 7.402 9.730 8.289 6.853 5.504 3.683
Storting begrotingsreserve 21.117 0 0 0 0 0 0
Storting reserve BMKB 20.273
Storting reserve MKB financiering 844
Ontvangsten 1.004.318 362.463 258.597 278.503 154.821 121.439 134.156
Luchtvaartkredietfaciliteit 2.447 1.809 863
Rijksoctrooiwet 51.954 47.041 45.966 47.066 45.966 45.916 47.666
Eurostars 5.011 4.250 4.250 4.250 4.000 4.000 4.000
F-35 5.399 10.576 10.576 10.576 10.576 10.576 10.576
Diverse ontvangsten 23.012 1.754 1.242 1.244 1.246 1.247 1.247
Bedrijfssteun 21.425 43.033 41.700 40.367 39.033 5.700 16.667
Noodloket (TOGS) 186
Tegemoetkoming vaste lasten 275.539 200.000
Tegemoetkoming vaste lasten starters 191
BMKB 22.684 33.000 33.000 33.000 33.000 33.000 33.000
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona 8.847
Klein Krediet Corona 80
Ontvangsten verduurzaming industrie
Groeifaciliteit 2.053 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000
Onttrekking reserve Groeifaciliteit 867
SEG 373
Garantie Ondernemingsfinanciering 16.038 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000
Onttrekking reserve GO 81.752
Tegemoetkoming Energiekosten 100.000
MKB financiering 913
Brexit Adjustment Reserve 485547 121.000
Verplichtingen 5.290.398 5.380.227 2.912.997 2.600.915 2.505.820 2.502.298 2.414.851
waarvan garantieverplichtingen 333.583 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000
waarvan overige verplichtingen 4.956.815 4.130.227 1.662.997 1.350.915 1.255.820 1.252.298 1.164.851

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 59%
bestuurlijk gebonden 20%
beleidsmatig gereserveerd 21%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Een groot van de subsidie-instrumenten is juridisch verplicht; voorbeelden zijn bijdrages aan ROM’s, Invest-NL en een aantal NGF-projecten.
  2. Leningen: Het instrument Qredits is juridisch verplicht.
  3. Bijdragen aan ZBO's/RWT's: De bijdragen aan TNO en NWO-TTW zijn juridisch verplicht.
  4. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: De kasbudgetten voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn grotendeels juridisch verplicht. Voorbeelden van juridisch verplichte instrumenten zijn Ruimtevaart (ESA) en EU-cofinanciering JTF.

Bestuurlijk gebonden

  1. Subsidies (regelingen): Een klein deel van de subsidies is bestuurlijk gebonden. Voorbeelden zijn diverse NGF-projecten en een deel van de IPCEI.
  2. Opdrachten: Het budget van het instrument Samenwerking regio is bestuurlijk gebonden.
  3. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Een deel van deze kasbudgetten is bestuurlijk gebonden, bijvoorbeeld Internationaal Innoveren en Bijdrage NBTC.

Beleidsmatig gereserveerd

  1. Subsidies (regelingen): Een klein deel van de subsidie-instrumenten is beleidsmatig gereserveerd; voorbeelden zijn MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) en bevorderen ondernemerschap.
  2. Garanties: De verschillende garanties zijn beleidsmatig gereserveerd.
  3. Opdrachten: Binnen de categorie opdrachten is een deel van het kasbudget beleidsmatig gereserveerd. Het instrument Onderzoek innovatie is hiervan een voorbeeld.
  4. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Enkele van deze kasbudgetten zijn beleidsmatig gereserveerd; een voorbeeld is het instrument Economische ontwikkeling en technologie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

De financiële beleidsinstrumenten van het bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden op Bedrijvenbeleid in beeld. Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.

Strategisch doel 1: Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Bron
MIT1 RVO
Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT 662 1.206 1.287 1.434 1.422 1.693 1.846 1.594 n.n.b.2
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln) 61 86 83 96 106 112 119 112 n.n.b.
Eurostars RVO
Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars 20 69 75 72 72 68 74 87 81
waarvan bedrijven 13 50 52 49 55 43 48 64 67
waarvan hightech MKB (%) 100% 96% 90% 98% 93% 88% 94% 95% 91%
Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln) 7 32 28 30 36 30 33 40 39
Horizon2020 RVO/ EC
Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020 449 712 985 1.388 1.567 1.853 2.183 2.438 n.v.t.
waarvan bedrijven 298 500 713 1.003 1.148 1.378 1.625 1.855 n.v.t.
Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro) 538 1.016 1.644 2.272 3.026 4.001 4.822 5.379 n.v.t.
waarvan aan bedrijven (%) 31% 28% 25% 27% 26% 25% 25% 24% n.v.t.
Retourpercentage voor Nederland (%) 8,1% 7,7% 7,5% 7,6% 7,6% 7,7% 7,6% 7,9% n.v.t.
Horizon Europe3 RVO/ EC
Aantal Nederlandse deelnemers aan Horizon Europe 39 806
waarvan bedrijven 8 527
Omvang Horizon EU-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro) 34,5 1.365
waarvan aan bedrijven (%) 5% 19,7%
Retourpercentage voor Nederland (%) 5,9% 9,0%
WBSO2 RVO
Aantal bedrijven (met S&O verklaring) dat gebruik maakt van WBSO 22.974 22.980 22.330 21.265 20.279 20.046 20.340 20.339 19.484
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln) 3.997 3.868 3.930 4.008 4.042 4.291 4.396 4.611 4.728
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O- NIET-loonuitgaven, x € 1 mln) 2.587 2.426 2.787 2.686 2.746 2.831 2.857 3.150 3.494
TO2
Klanttevredenheid Deltares 7,9 8,7 8,6 8,2 8,7 9,2 9,1 8,7 9,1 Deltares
Klanttevredenheid MARIN 9 8,8 8,9 9,1 9 8,9 9,2 9,1 9,6 Marin
Klanttevredenheid NLR 8,7 8,8 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,9 8,9 NLR
Klanttevredenheid TNO 8,3 8,4 8,6 8,6 8,8 8,7 8,9 8,9 8,9 TNO
Kennisbenutting Deltares 96% 97% 93% 95% 88% 82% 96% 93% Deltares
Kennisbenutting Marin 97% 100% 100% 100% 97% 100% 100% 100% Marin
Kennisbenutting NLR 99% 99,5% 99% 96% 97% 98% 96% 98% NLR
Kennisbenutting TNO 98% 98% 98% 99% 96% 97% 97% 97% TNO
Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)
Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA4 552 121 121 136 160 179 193 208 218 ESA
Ruimtevaart geo-return/retour (%) 1,14 1,02 1,18 1,16 1,11 1,13 1,07 1,095 1,08 ESA
  1. De kerncijfers voor de MIT over het jaar 2020 zijn gewijzigd, omdat eerder per abuis een aantal projecten van regio Oost uit 2019 was verwerkt in de cijfers, in plaats van de projecten uit 2020. Dit zorgde voor een incorrect beeld. Het aantal bedrijven dat deelneemt was 1840 en is nu gecorrigeerd naar 1846. De omvang van de ondersteunde private R&D-uitgaven is toegenomen van 116 naar 119 miljoen. Vanwege een kleine administratieve correctie is het aantal deelnemers van de MIT in 2021 bijgesteld naar 1.594.
  2. De cijfers van 2022 zijn nog niet beschikbaar. In de zomer van 2023 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.
  3. Het Horizon 2020 programma is afgerond. Cijfers van opvolger Horizon Europe zijn inmiddels beschikbaar. Hiervan zijn cijfers van 2022 in het overzicht opgenomen. Peildatum voor de 2022-cijfers is 5 december 2022.
  4. Doordat ESA in 2015 is gestart met een nieuwe, opgeschoonde database valt de realisatiewaarde vanaf 2015 substantieel lager uit dan de referentiewaarde en de cumulatieve waarden tot en met 2014. De realisatiewaarde betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.
  5. De gewogen returnfactor is 1,09 – dit is lager dan voor 2000 omdat met ESA medio 2020 afspraken zijn gemaakt over aanpassing van de rekenmethode met als resultaat dat de nominale contractwaarde in 2020 vergelijkbaar is met vorige jaren maar de gewogen waarde lager uitvalt; dit om de NL returnfactor reëler weer te geven.

Subsidies

MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren

De regeling MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) richt zich op het bevorderen van innovatie bij het mkb. Ook stelt de regeling het mkb beter in staat zich via de Topsectoren aan te sluiten bij de door de Topsectoren opgestelde innovatieagenda’s, het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid en de regionale innovatiestrategieën. Dit krijgt onder andere vorm door het stimuleren van samenwerking tussen MKB-bedrijven op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het gebruik van publiek gefinancierde kennis door het mkb. De regeling wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en gefinancierd. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op de website van RVO.

Eurostars

Eurostars is een internationaal programma dat gezamenlijk gefinancierd wordt door de deelnemende landen en de EU. De regeling is met name gericht op het hightech-mkb en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op de website van RVO.

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

Innovatiestimulering en de transitie naar een koolstofarme economie zijn de hoofddoelen van de programma’s die worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), aansluitend bij de EU-beleidsdoelstellingen: 1. Een slimmer Europa - innovatieve en slimme economische transformatie; en 2. Een groener, koolstofarm Europa. Daarbij is het mkb de belangrijkste doelgroep. Voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie, neemt EZK namens het Rijk de voor EFRO vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening. Naast het Rijk dragen ook decentrale overheden en private partijen bij aan cofinanciering van EFRO-projecten. Bij de projectselectie wordt aansluiting gezocht bij de agenda’s van de Topsectoren.

Programmaperiode 2014-2020
Nederland heeft voor de periode 2014–2020 vanuit het EFRO middelen ontvangen voor vier landsdelige programma’s (€ 510 mln voor de programma’s Noord, Oost, Zuid en West samen) en voor vier programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking «INTERREG A» (in totaal € 309 mln voor Duitsland-Nederland, Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen-Nederland en Twee Zeeën). EZK heeft voor cofinanciering een bedrag beschikbaar gesteld van € 92 mln voor de landsdelige programma’s en € 49 mln voor de INTERREG-programma’s. Het jaar 2023 is het laatste jaar waarin de projecten uitgevoerd kunnen worden. De administratieve afhandeling is voorzien in 2025.

In reactie op de COVID-19 crisis zijn de huidige EFRO-programma’s 2014-2020 met twee jaar verlengd middels REACT-EU. Nederland ontvangt in 2021 voor EFRO € 220,4 mln uit REACT-EU. De bestaande programma’s zijn inmiddels hiervoor aangepast en goedgekeurd door de EU, en ook hierbij is 2023 het laatste jaar voor de uitvoering van projecten. Uitgaven mogen, door de vier landsdelen die EFRO uitvoeren, worden besteed aan acties ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van hun economieën. Net als bij regulier EFRO is het mkb de belangrijkste doelgroep. De EZK-cofinanciering van in totaal € 30 mln bij de EFRO-middelen voor 2021 (uitvoering tot en met 2023) is gericht op projecten die bijdragen aan de nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en de energietransitie. Voor 2022 ontvangt Nederland € 120,7 mln uit REACT-EU. Bestuurlijke afspraak is dat het EFRO-aandeel hieruit naar landsdeel Oost gaat. Op basis hiervan heeft EZK € 8,2 mln aan rijkscofinanciering beschikbaar gesteld, dat landsdeel Oost aanwendt voor de programmaperiode 2021-2027.

Programmaperiode 2021-2027
Voor de programmaperiode 2021-2027 zijn inmiddels nieuwe EFRO- en INTERREG-programma’s goedgekeurd door de Europese Commissie (EC). Deze programma’s zijn in uitvoering. Net als in de afgelopen programmaperiode zullen innovatiestimulering en de transities naar een koolstofarme/circulaire economie een belangrijk doel zijn in deze programma’s. In INTERREG-programma’s zal ook invulling worden gegeven aan andere EU-beleidsdoelstellingen, zoals het verminderen van de barrièrewerking van grenzen.

Voor de programmaperiode 2021-2027 ontvangt Nederland in totaal € 506 mln25 voor de vier landsdelige EFRO-programma’s (Noord, Oost, Zuid en West) en € 274 mln voor drie grensoverschrijdende INTERREG A programma’s (Duitsland-Nederland, Maas-Rijn (NL-BE-DE) en Vlaanderen-Nederland). Het programma Twee Zeeën houdt op te bestaan. EZK heeft voor cofinanciering een bedrag beschikbaar gesteld van € 99,4 mln voor de landsdelige programma’s en van € 49 mln voor de INTERREG-programma’s. Deze cofinanciering is in te zetten voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen, bijv. projecten die passen bij het MTIB.

R&D mobiliteitssectoren

De subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren is aangekondigd in de Kamerbrief van 21 januari 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 217) over het coronasteun- en herstelpakket. Deze regeling beoogt de teruggang in R&D-investeringen in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, die het gevolg is van de coronacrisis, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. De regeling is op 17 mei 2021 opengesteld, met een budget van € 150 mln. Aan 8 projecten van consortia van mkb, grootbedrijf en/of kennisinstellingen is subsidie toegekend, zoals vermeld in de Kamerbrief van 29 november 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 460). Deze projecten hebben een looptijd van 3 tot 4 jaar.

Startup-beleid

De rijksoverheid helpt ambitieuze ondernemers en startups die snel willen doorgroeien. Startups zijn jonge innovatieve, technologiegedreven bedrijven. Ze werken aan een schaalbaar verdienmodel en hebben internationale groeiambitie. Voor de uitvoering van de startup- en scale-up-agenda wordt in 2024 € 12,1 mln beschikbaar gesteld. Deze middelen worden ingezet voor het programma van TechLeap.NL, voor initiatieven vanuit het ecosysteem, en voor flankerend beleid van EZK, zoals het Netherlands Point of Entry en de RVO Fastlane.

Projecten Nationaal Groeifonds (NGF)

Voor een toelichting op de projecten die worden gefinancierd uit het NGF wordt verwezen naar Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid (evidence based policy making), beleidsgerichte data-ontwikkeling, beleidsexperimenten en proefprojecten.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) – Octrooicentrum Nederland

De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming, om bedrijven te stimuleren om te innoveren, en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Bijdrage aan TNO

De Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) werkt samen met MARIN, Deltares, Wageningen Research en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZK investeert samen met een aantal andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM en energie. Daarnaast ontwikkelt TNO kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid en arbeid & gezondheid. Tevens voert TNO wettelijke onderzoekstaken uit op het terrein van de mijnbouwwet en basisregistratie ondergrond. 

Bijdrage aan NWO-TTW

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) financiert binnen het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW) technisch-wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en kennisinstellingen. Met de bijdrage van EZK worden met name de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die zijn gericht op het Missiegedreven Innovatiebeleid.

Bijdrage aan medeoverheden

MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren regeling (MIT)

Dit betreffen de middelen voor de decentrale MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren regeling (MIT). De decentrale MIT-regeling wordt uitgevoerd door de provincies. Er is een apart instrument voor de decentrale MIT-regeling, aangezien EZK de middelen hiervoor rechtstreeks overheveld naar de provincies middels een specifieke uitkering. De landelijke MIT wordt uitgevoerd door RVO.nl. Voor meer informatie over deze regeling, zie de toelichting bij MIT onder ‘subsidies’.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

In het kader van het beleid voor Internationaal Innoveren is voor Nederlandse deelname aan publiek-private onderzoeksprogramma’s in Europees verband cofinanciering beschikbaar. Deze middelen worden ingezet voor Eureka (Eurostars, Global Stars, Eureka-clusters) en de Joint Undertaking Key Digital Technologies, dat is gelieerd aan Horizon Europe. Beide initiatieven ondersteunen innovatiesamenwerking van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen met partners uit de EU-lidstaten en EU-geassocieerde landen als partners buiten de EU. Op Volginnovatie.nl (https://www.rvo.nl/ onderwerpen/volg-innovatie) vindt u meer informatie over de ondersteunde projecten van Joint Technology Initiatives, Horizon Europe en Eureka.

PPS-toeslag

In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel hiervan is om meer privaat-publieke samen­ werkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de Topsectoren te genereren, die zich daarbij richten op economische kansen van de maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën onder het MTIB. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de PPS-toeslagregeling kunnen TKI’s momenteel voor elke privaat ingelegde euro 30% toeslag verdienen voor onderzoek dat past binnen de onderzoekagenda’s van de Topsectoren. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op www.rvo.nl/onderwerpen/volg-innovatie. In 2021 is de PPS-toeslagregeling geëvalueerd. De Tweede Kamer is op 30 september 2021 hierover geïnformeerd (Kamerstuk 33 009, nr. 101). In 2022 is de regeling vervolgens verlengd met vijf jaar, waarover de Tweede Kamer op 29 augustus 2022 is geïnformeerd (Kamerstuk  33 009, nr. 116). Hierin is aangekondigd dat de regeling op een aantal punten zal worden herzien, evenals in de Kamerbrief Innovatie en Impact (11 november 2022). Zoals eerder aangekondigd betreft de aanpassing de zogenaamde grondslag-systematiek. Deze zal worden vervangen door een vast budgetplafond per TKI op basis van de private inzet in het verleden. Dit is noodzakelijk gebleken voor de budgettaire beheersbaarheid van de regeling. De naam van de regeling zal daarom worden gewijzigd in ‘PPS-Innovatieregeling’. De aangepaste PPS-Innovatieregeling zal in het vierde kwartaal van 2023 worden gepubliceerd en begin 2024 in werking treden.

Toegepaste onderzoeksorganisaties (TO2)

De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek en onderzoeksfaciliteiten in het kader van de Topsectoren, maatschappelijke thema’s en de daarbij behorende missies, sleuteltechnologieën, en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. Met de subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Staatscourant 2018, 5475) wordt bereikt dat het merendeel van de TO2-instellingen onder dezelfde voorwaarden de rijksbijdrage ontvangen. Naast TNO (zie "Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s") omvat TO2 de volgende instituten:

  1. Deltares (Delta Research): Instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert ten behoeve van de overheid en de topsector Water en Maritiem bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken. De bijdrage aan Deltares bedraagt in 2024 ruim € 21 mln.
  2. MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): Instituut op het gebied van hydrodynamisch en nautisch onderzoek ten behoeve van schone, slimme en veilige schepen en een duurzaam gebruik van de zee. Het onderzoek van MARIN draagt bij aan de ambities van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Defensie en Economische Zaken en Klimaat en van de topsector Water en Maritiem. De bijdrage aan MARIN bedraagt in 2024 ruim € 7,5 mln.
  3. NLR (Koninklijk Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): Instituut op het gebied van militaire en civiele lucht- en ruimtevaart ten behoeve van de ministeries van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat en de topsectoren HTSM en Water en Maritiem. De bijdrage aan NLR bedraagt in 2024 ruim € 27,5 mln.
  4. Wageningen-Research: De middelen voor deze TO2 zijn opgenomen in de begroting van het Ministerie van LNV.

Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI

Met een financieringsimpuls van € 500 mln voor de periode tot 2031 beoogt dit instrument de achterstand in te lopen die in Nederland is ontstaan rond nieuwe onderzoeksfaciliteiten en de modernisering van bestaande faciliteiten. Het gaat hier om unieke en strategische, zowel instituutsgebonden (bijv. het onderzoek naar dierziektes of nieuwe zonnecellen) als ecosysteemdienende faciliteiten (bijv. voor testen en opschalen gericht op marktintroducties), en ook om nieuwe digitale onderzoeksmogelijkheden (Augmented Reality, Virtual Reality, Digital Twins) met de bijbehorende dataopslag en rekencapaciteit.

Topsectoren overig

Deze post bevat onder andere het beleidsondersteunend budget voor de topteams in het kader van het topsectorenbeleid. Ook vallen onder dit budget de middelen voor eventuele compensatie van de TO2-instituten.

Ruimtevaart (ESA)

Het ruimtevaartprogramma bestaat uit bijdragen aan verplichte programma’s en inschrijvingen in optionele programma’s van het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA). Tijdens de Ministeriële Conferentie 2022 van ESA is voor de periode 2023 tot en met 2025 de Nederlandse inschrijving bepaald. Daarvan draagt EZK voor € 300,5 mln bij voor deze drie jaar. Deze middelen vloeien terug naar Nederland via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van de onderscheiden ruimtevaartprogramma’s ("Geo Return"- systeem). Daarnaast kent het ruimtevaartprogramma een (beperkt) nationaal flankerend programma, waarin onder andere de interactie van bedrijven en kennisinstellingen met ESTEC wordt bevorderd. Ook wordt daarmee technologieontwikkeling en de benutting van satellietdata door overheden gestimuleerd. Uitvoering van het beleid is opgedragen aan het Netherlands Space Office (NSO).

Economische ontwikkeling en technologie

De veranderende geopolitieke omstandigheden vragen om keuzes in het innovatiebeleid om zo sterke, internationaal onderscheidende posities in het bedrijfsleven en de kennisinfrastructuur te creëren. Het kabinet heeft hiertoe een bedrag oplopend naar € 10 mln vanaf 2021 structureel beschikbaar gesteld om een aanzet te geven aan investeringen in sleutel­ technologieën, die ook naar voren komen in de Nationale Technologiestrategie. De middelen worden ingezet voor (meerjarige) samenwerking tussen overheden, bedrijven en/of kennisinstellingen in nationaal of internationaal verband. Dat is nodig om in de verdere ontwikkeling, diffusie en opschalingsfasen concurrerend te zijn en te blijven ten opzichte van andere landen.

WBSO

De fiscale regeling WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwik­kelingswerk (S&O) door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O gerelateerde kosten (loonkosten en overige kosten en uitgaven). Informatie over de toegekende WBSO-bedragen per provincie vindt u op Ondersteunde projecten door RVO | RVO.nl | Rijksdienst.

Strategisch doel 2: Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Bron
BMKB1 RVO
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%) 335 401 591 502 527 538 380 301 326
Totaal aantal verstrekte garanties 1.949 2.545 3.688 3.299 3.094 2.751 1.962 1.138 1.042
BMKB-Corona RVO
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%) 448 42 1
Totaal aantal verstrekte garanties 4.123 245 7
Groeifaciliteit RVO
Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln 32 19 37 21 19 10 3 10 8
Totaal aantal verstrekte garanties 20 14 17 8 10 9 7 7 7
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)2 RVO
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln 82 137 58 91 56 45 158 34 11
Totaal aantal verstrekte garanties 39 76 36 80 54 31 15 6 6
GO-Corona RVO
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln 572 91,3 2
Totaal aantal verstrekte garanties 92 14 1
Klein Krediet Corona3 RVO
Verstrekte garanties KKC, x € 1 mln (95%) 36 27 0,2
Totaal aantal verstrekte garanties 1.117 913 8
Qredits Qredits
Aantal verstrekte kredieten4 1.192 1.373 1.750 2.238 3.557 4.277 4.988 4.155 3.835
Innovatie Attaché Netwerk IAN/RVO.nl
Geformaliseerde samenwerkingsverbanden 115 78 97 60 57 37 15 21 51
Klanttevredenheid 8,8 8,6 8,1 8,2 8 8,6 8,2 8,2 8,4
Netherlands Foreign Investment Agency NFIA/RVO.nl
Projecten 187 207 227 224 248 268 180 265 211
Investeringsomvang (x € 1 mln) 3.185 1.765 1.467 1.227 2.755 4.105 1.443 2.074 3.819
Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen) 6.304 7.779 7.570 8.158 8.475 10.866 6.397 9.905 7.943
KvK KvK
Waardering Kamer van Koophandel5 7,1 7,1 7,2 ‒ 10 ‒ 10 ‒ 5 5 6 n.n.b.
  1. In 2019 is door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de BMKB niet meer wordt uitgaan van 100% van het borgstellingskrediet, maar van 90% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan. Dit is voor de hele reeks met terugwerkende kracht aangepast.
  2. De cijfers die eerder in de begrotingsindicator voor 2020 en 2021 waren ingevul waren nog gebasseerd op de cijfers van de fiatteringen. Het verschil komt dus doordat is er overgestapt van cijfers o.b.v. fiatteringen naar cijfers o.b.v. contracteringen.
  3. In 2020 is er door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de KKC, net als bij de BMKB niet wordt uit gegaan van 100% borgstelling, maar van 95% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan.
  4. Microkrediet, MKB-krediet, flexibele kredieten, achtergestelde leningen, lease en Carribean krediet. De cijfers voor 2019 en 2020 zijn geüpdatet.
  5. De waardering van KvK wordt sinds 2017 uitgedrukt als een Net Promotor Score (NPS). Een NPS score meet hoe klanten van de KvK producten of diensten aanbevelen bij collega’s of zakenrelaties en wordt berekend als het verschil tussen het percentage promotors (score hoger dan 9) en criticasters (score lager dan 6). De NPS zelf wordt niet uitgedrukt als een percentage, maar als een absoluut getal. Een score van ‒ 5 geeft aan dat een score boven 9 dus 5 procentpunt minder is gegeven dan een score onder 6. Het cijfer in 2020 en 2019 heeft betrekking op Informatie & Advies.

Subsidies

Bevorderen ondernemerschap

Deze middelen zijn gereserveerd voor diverse initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, zoals de ondersteuning van de digitalisering van het mkb, de facilitering van het "Techniekpact", het stimuleren van ondernemerschapsonderwijs en het bijstaan van ondernemers in financiële moeilijkheden via onder meer het Ondernemersklankbord.

Bijdrage aan ROM’s

Met deze middelen worden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ondersteund: NOM (Noord-Nederland), BOM (Noord-Brabant), LIOF (Limburg), Oost NL (Gelderland en Overijssel), Innovation Quarter (Zuid-Holland), Impuls Zeeland (Zeeland), ROM Regio Utrecht (Utrecht), Horizon Flevoland (Flevoland) en ROM InWest (Noord-Holland). Deze middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken en te bundelen met sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid en daarnaast om de samenwerking tussen het (innovatieve) mkb en kennisinstellingen in de regio te bevorderen. In juli 2022 is de evaluatie van de ROM’s over de periode 2016-2020 aangeboden aan de Kamer (Kamerstuk 32 637, nr. 502, bijlage 1). In algemene zin schetst de evaluatie een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM’s, waarbij de meerwaarde vooral zit in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio, waarbij verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd. In de Kamerbrief (Kamerstuk 32 637, nr. 502) is aangegeven hoe de aanbevelingen uit de evaluatie worden opgevolgd.

Invest-NL

In 2023 en volgende jaren is € 11,6 mln beschikbaar voor projectontwikkeling door de Business Development dochter van Invest-NL. Naast het verstrekken van financiering aan ondernemingen, heeft Invest-NL ook als taak het ontplooien van ontwikkelactiviteiten en het aangaan van samenwerking met nationale en internationale promotionele instellingen. Deze activiteiten dienen marktfalen te bestrijden, zodat er meer rendabele financieringsmogelijkheden ontstaan voor marktpartijen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

De TVL bood bedrijven die hard geraakt waren door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL voor het eerste kwartaal van 2022 was de laatste TVL-openstelling.

Tegemoetkoming energiekosten mkb (TEK)

Op basis van het gebruik van de subsidieregeling Tegemoetkoming energiekosten mkb in de afgelopen maanden wordt de raming van de TEK in 2023 neerwaarts bijgesteld. De verwachting is dat in totaal € 230 mln voor de TEK benodigd zal zijn, waarvoor € 330 mln in 2023 zal worden bevoorschot.

Europees Defensie Fonds cofinanciering

Het Europese Defensie Fonds (EDF) ondersteunt sinds 2021 de ontwikkeling van militaire capaciteiten van de lidstaten en versterkt de Europese Defensie Industrie. Het fonds draagt financieel bij aan de ontwikkeling van kennis en technologie bij Europese bedrijven en kennisinstellingen, die uiteindelijk geïntegreerd kunnen worden in defensieplatformen of -(sub)systemen. De Europese defensiemarkt is een imperfecte markt met een ongelijk speelveld. Door financiële ondersteuning van Nederlandse bedrijven in EDF-projecten wordt het kennisniveau en innovatie-ecosysteem van de Nederlandse defensie-industrie versterkt en worden investeringen gestimuleerd. Het draagt bij aan het realiseren van de ambitie in de Defensie Industrie Strategie (2018) dat Nederland tot de top 10 van landen die gebruik maken van het EDF behoort.

Herstructurering winkelgebieden

Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Met de Regeling specifieke uitkering Impulsaanpak winkelgebieden kunnen gemeenten een specifieke uitkering ontvangen voor de gebiedsgerichte en integrale herstructurering en transformatie van (delen van) centrale winkelgebieden en binnenstedelijke winkelstraten. De eerste openstellingsronde had een beschikkingsruimte van € 22 mln en is in mei 2022 opengesteld. In totaal volgen vier openstellingen waarmee naar verwachting ongeveer 40 projecten worden ondersteund.

Ruimte voor Economie/ Bedrijventerreinen

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat werkt aan een nationaal programma Ruimte voor economie dat na de zomer van 2023 wordt gepubliceerd. Doel van het programma is het borgen van voldoende fysieke ruimte voor bedrijven op de juiste plek in kwantitatief en kwalitatief opzicht.

Het doel is om verduurzaming en herontwikkeling van bedrijventerreinen een impuls te geven en ervaring opdoen met het anders organiseren en financieren van het verduurzamen, toekomstbestendig maken en herontwikkelen van bestaande terreinen.

Overige subsidies

Deze middelen worden aangewend voor onder andere de bijdragen aan Nederland Maritiem Land (NML) voor Maritieme Innovatie Impulsprojecten en aan Stichting Toekomstbeeld der Techniek.

Leningen

Qredits

In de categorie leningen vallen ook de uitgaven aan het beleidsinstrument «Qredits» ten behoeve van micro- en mkb-kredieten voor kleine en startende ondernemers met een haalbaar ondernemingsplan die geen toegang hebben tot het reguliere financiële circuit. Daarnaast biedt Qredits coaching en begeleiding aan. De afgelopen jaren heeft de Staat aan Qredits een langlopende lening van € 45 mln verstrekt en garantieruimte van € 130 mln om micro- en mkb-krediet te kunnen verstrekken.
Daarnaast voert Qredits voor de Staat ook de TOA-faciliteit uit. Dit is een krediet gericht op mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2024. Hiervoor is € 200 mln aan Qredits ter beschikking gesteld.

Garanties

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De overheidsborg bedraagt 90% van het borgstellingskrediet van 50% van het totaal verstrekte krediet (voor starters en innovatieve bedrijven gelden in verhouding hogere borgstellingskredieten ten opzichte van het totaal verstrekte krediet). De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het kabinet heeft in 2017 besloten de BMKB permanent open te stellen voor niet-bancaire partijen (Kamerstuk 32 637, nr. 286). Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven, ontwikkeling van de conjunctuur en risicobereidheid van financiers. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers bij EZK declareren als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de begrotingsreserve BMKB. De BMKB is in 2022 geëvalueerd en naar aanleiding daarvan verlengd. Het totale garantieplafond voor de BMKB (inclusief BMKB-Groen) in 2024 bedraagt € 765 mln. De BMKB-corona (BMKB-C) module is vervallen op 30 juni 2022. Wel is er nog een kasbuffer aangehouden voor eventuele schades.

Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals aandelenkapitaal van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de groei- en expansiefase van een bedrijf of voor opvolging/overnames. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt 50%. Financiers betalen een premie voor het gebruik van de garantie, de regeling is kostendekkend. De Groeifaciliteit heeft een looptijd tot 1 juli 2024.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 mln aan garanties worden verleend, waarbij het gebruik afhankelijk is van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. De GO is kostendekkend. Het totale garantieplafond voor de GO in 2024 bedraagt € 400 mln. De GO-corona (GO-C) module is vervallen op 30 juni 2022. Wel is er nog een kasbuffer aangehouden voor eventuele schades.

Opdrachten

Caribisch Nederland

Het budget betreft onder meer de uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland en de kosten van statistisch en beleidsonderzoek door onder andere het CBS voor Caribisch Nederland.

Regeldruk

Werkbaarheid, proportionaliteit en het zoveel mogelijk beperken van regeldruk van zowel voorgenomen als bestaande regelgeving staan centraal. Een belangrijke bouwsteen in het nieuwe regeldrukprogramma is om heel meetbaar de balans op te maken wat de regels zijn waar een ondernemer in de praktijk mee te maken krijgt, tegen welke knelpunten hij aanloopt en wat het kost aan lasten. Dat wordt meetbaar gemaakt op het niveau van de individuele ondernemer. Hiervoor wordt een domein- of sectorgerichte aanpak geïntroduceerd met specifieke reductiedoelstellingen. Daarnaast is er meer aandacht voor betere werkbaarheid van regelgeving door uitbreiding van de MKB-toets, uitbreiding van het mandaat voor het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) en meer aandacht voor regeldruk als gevolg van lokale en Europese regelgeving.

Budget samenwerking regio

Dit budget heeft als doel de uitwisseling van ervaringen en kennis tussen Rijk en regio te stimuleren, en verbindingen te realiseren door partijen samen te brengen rondom EZK-thema’s als innovatie, ondernemerschap, digitalisering en ruimte voor economische activiteiten.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie Attachés (IA)

De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in opdracht van EZK in veertien landen vanuit ambassades en consulaten. Zij leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie, technologie en wetenschap in het buitenland, creëren verbindingen tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden, en bevorderen daarmee de internationale innovatiesamenwerking ten behoeve van het Nederlandse concurrentievermogen. Door innovatiesa­ menwerking komt voor de betrokken partijen de beste kennis en kunde beschikbaar, worden lange termijn relaties gesmeed en handels- en investeringsrelaties versterkt. Zo werken de Innovatie Attachés samen met de NFIA aan de acquisitie van buitenlandse R&D. De Innovatie Attachés zijn voorts actief betrokken bij de beleidsvorming en -uitvoering op het gebied van open strategische autonomie en economische veiligheid en bij de internationalisering van NGF-projectvoorstellen.

Bijdrage aan RVO - Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)

De bijdrage van de NFIA is erop gericht om investeringen van buitenlandse bedrijven in Nederland te stimuleren. De NFIA ondersteunt buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen in Nederland of die hier willen uitbreiden bij hun investeringsbeslissing. Tevens coördineert de NFIA de samenwerking met regionale partijen binnen het Invest in Holland netwerk en heeft het een signaalfunctie naar beleid over actuele ontwikkelingen in het vestigingsklimaat. De NFIA focust zich op het aantrekken van buitenlandse bedrijven die juist ook bijdragen aan versterking van de innovatie-ecosystemen (samen met het IA-netwerk) en de verduurzaming en digitalisering van de Nederlandse economie. De dienstverlening voor buitenlandse bedrijven bestaat onder meer uit informatievoorziening, praktische assistentie en introductie bij relevante partijen.

Bijdrage aan RVO – uitvoering instrumentarium

Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (zoals MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Internationaal Innoveren, PPS-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, de organisatie van innovatiemissies en het terugontvangen van kredieten.

Bijdrage aan Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

Met deze bijdrage verzorgt de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen uit de Wet ruimtevaartactiviteiten. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen, toetsen en eventueel afgifte van een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevaartvoorwerpen, deelname aan internationale gremia, en adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel (KVK) voert wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: beheren van het Handelsregister, voorlichting en regiostimulering, innovatiestimulering en de ontwikkeling en het beheer van het digitale en de fysieke ondernemersplein(en). Daarnaast beheert KVK in het kader van het Wwft-beleid de registers van uiteindelijk belanghebbenden van juridische entiteiten en constructies zoals trusts.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Bijdrage NBTC

EZK stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor het Nederlands Bureau van Toerisme en Congressen (NBTC) voor bestemmingsmanagement, waaronder internationale «branding», ontwikkeling van aanbod, kennis en data, spreiding van toeristen en congressenwerving.

Overige bijdragen aan organisaties

Dit betreft onder meer de bijdrage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de Staat van het MKB en de Koning Willem I Stichting (€ 0,37 mln, waarvan € 0,07 mln wordt bijgedragen door IenW).

Industriële participatie – Commissariaat Militaire productie

EZK werkt aan het versterken, beschermen en (internationaal) positioneren van een hoogwaardige en concurrerende Nederlandse defensie- en veiligheid (gerelateerde) industrie. De Defensie Industrie Strategie (2018) presenteert de gewenste Nederlandse Defensie Technologische & Industriële Basis (DTIB) en geeft aan welke kennis, technologie en industriële capaciteiten zoveel als mogelijk nationaal moeten worden verankerd om de wezenlijke belangen van nationale veiligheid te kunnen beschermen. De defensiemarkt kenmerkt zich door een hoge kennisintensiteit en vraag naar innovatieve oplossingen, maar op de internationale defensiemarkt ontbreekt het aan een gelijk speelveld. Bovendien zullen de geopolitieke spanningen, in het bijzonder de oorlog in Oekraïne, leiden tot meer investeringen in Nederland en de EU op defensiegebied. Aan de ene kant zullen Defensiebudgetten toegroeien naar de NAVO-norm van 2% van het BBP en aan de andere kant zal de samenwerking binnen Europa op het gebied van defensie intensiveren. Een vitale Nederlandse Defensiesector is nodig voor onze eigen veiligheid en om een bijdrage te kunnen leveren aan de Europese veiligheid. EZK zet het industrieel participatiebeleid in om enerzijds de Nederlandse DTIB verder te versterken en anderzijds om Nederlandse defensiebedrijven en kennisinstituten te positioneren binnen de veelal gesloten en op nationaal niveau georganiseerde Europese en trans-Atlantische toeleveringsketens van ontwikkeling, productie en instandhouding van defensiematerieel. Gerichte inzet van industrieel participatiebeleid is van belang voor het beschermen van nationale veiligheidsbelangen en draagt bij aan het openen van internationale toeleveranciersketens, waarmee EZK een gelijker speelveld op de internationale defensiemarkt bevordert.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  1. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
  2. Fiscale regeling aandelenoptierechten.

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

FOR aftrek 222 22 1
FOR belaste afneming ‒ 117 ‒ 124 ‒ 125
Zelfstandigenaftrek 1.626 1.323 1.069
Extra zelfstandigenaftrek starters 115 120 130
Meewerkaftrek 7 6 6
Stakingsaftrek 17 17 18
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 4 4 4
Willekeurige afschrijving starters 7 8 8
Doorschuiving stakingswinst 311 325 349
Mkb-winstvrijstelling 2.262 2.337 2.327
Terbeschikkingstellingsvrijstelling 20 20 21
Innovatiebox 2.390 2.860 2.953
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 448 523 539
Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit 567 567 556
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO 1.297 1.437 1.446
Verlaagd btw-tarief Logiesverstrekking 710 1.265 1.375
Kleineondernemersregeling 275 311 334
BPM Vrijstelling bestelauto ondernemers2 748 953 1.100
MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers3 1.030 1.089 1.198
OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer4 22 29 30
  1. [-] = Regeling is in dat jaar niet van toepassing.
  2. BPM = Belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
  3. MRB = Motorrijtuigenbelasting
  4. OVB = Overdrachtsbelasting

Toelichting op de ontvangsten

Rijksoctrooiwet

De ontvangsten Rijksoctrooiwet 1995 betreffen de ontvangsten van Octrooicentrum NL, uit hoofde van procedure- en instandhoudingtaksen op basis van de Rijksoctrooiwet 1995. Daarin zijn begrepen de instandhoudingstaksen voor Europese octrooien, waarvoor geldt dat de hiervoor geraamde ontvangsten de helft zijn van de feitelijke ontvangsten uit taksen. De andere helft wordt afgedragen aan het Europees Octrooibureau.

CO2-heffing industrie

Het betreft hier de geraamde ontvangsten van de CO2-heffing Industrie die door de Nederlandse Emissieautoriteit wordt uitgevoerd. De ontvangsten vanuit de heffing zijn vooralsnog geraamd op nul, daar de verwachting is dat de Industrie de heffing voorblijft door tijdig CO2 te reduceren, conform het gestelde reductiepad.

Eurostars

De ontvangsten Eurostars betreffen de Europese bijdrage aan Eurostars-projecten. De bijdrage bedraagt 25% van de nationale bijdrage.

F-35

De ontvangsten F-35 betreffen de geraamde afdrachten door de defensie-industrie aan de Staat. Op basis van de medefinancieringsovereenkomst over de deelname van Nederland aan de ontwikkeling van de F-35 draagt de industrie 2% over de gerealiseerde omzet voor ontwikkeling en onderhoud van de F-35 af aan EZK.

Tegemoetkoming energiekosten mkb (TEK)

De geraamde terugontvangsten voor de TEK in 2024 worden verlaagd van € 150 mln naar € 100 mln.

BMKB, Groeifaciliteit, GO

De ontvangsten voor de BMKB, Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) betreffen de premie-inkomsten in het kader van de verstrekte garanties. Bij de BMKB is daarnaast ook sprake van ontvangsten als gevolg van uitbetaalde maar later afgewezen verliesdeclaraties.

Brexit Adjustment Reserve
De EU heeft geld beschikbaar gesteld om organisaties die op een negatieve manier geraakt zijn door Brexit te ondersteunen. Het betreft in totaal € 886 mln, dit is inclusief € 22 mln aan uitvoeringskosten. Op 1 maart 2023 is besloten tot een overheveling van € 280 mln naar de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). Het bedrag aan resterende beleidsmiddelen voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) komt daarmee op circa € 584 mln. Hiervan is € 485 mln in 2022 ontvangen. In 2025 zal het laatste bedrag van € 121 mln worden ontvangen. EZK is als Management Autoriteit verantwoordelijk voor het beheer en de financiële verantwoording van de regeling aan de EU. De ontvangsten van de BAR worden daarom volledig op de EZK-begroting geraamd. Voor de bedrijfslevenregeling van de BAR die EZK uitvoert is in 2022 (€ 188 mln) en 2023 (€ 62 mln) budget beschikbaar. De overige onderdelen van de BAR vallen onder de ministeries van LNV en FIN.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserves wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief de BMKB-C), de BMKB-Groen, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De BMKB, BMKB-G, GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten in principe toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Borgstelling MKB-kredieten Groen (BMKB Groen) € 16,20 100%
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) € 207,90 100%
Groeifaciliteit € 66,80 100%
Garantie MKB-faciliteiten € 21,80 100%
Klein Krediet Corona (KKC) € 15,90 100%

Budgetflexibiliteit begrotingsreserves

BMKB

De begrotingsreserve dient ertoe om een discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen en als buffer voor het niet-kostendekkende deel van de regeling. Het uitstaand obligo van de BMKB was ultimo 2022 circa € 218,8 mln (inclusief de BMKB-C € 76,3 mln) en van de BMKB Groen € 16,2 mln, waarmee de volledige begrotingsreserve juridisch verplicht is.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en de Groeifaciliteit (GF)

Bij de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit is sprake van in opzet kostendekkende regelingen. Bij deze regelingen dient de begrotingsreserve ertoe de discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen. Bij deze regelingen kunnen relatief grote verliesdeclaraties worden ingediend, die de omvang van de in enig jaar te ontvangen provisies te boven gaan. Voor die situaties is het nodig een forse begrotingsreserve aan te houden om deze tegenvallers binnen de begroting te kunnen accommoderen. Het uitstaande obligo voor deze regelingen was ultimo 2022 € 207,9 mln (GO) (inclusief de GO-C € 65,7 mln) en € 66,8 mln (GF), waardoor de volledige reserves voor deze regelingen juridisch verplicht zijn. De omvang en benutting van de begrotingsreserves worden betrokken bij de evaluatie van deze regelingen.

MKB-faciliteiten

Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de fundinggaranties in het kader van het Aanvullend actieplan MKB-financiering. De begrotingsreserve dient ertoe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2022 van deze garanties is € 21,8 mln, waarmee de volledige voorziening juridisch is verplicht.

Klein Krediet Corona

Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC). De begrotingsreserve dient ertoe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2022 van deze garanties is € 15,9 mln, waarmee 100% van de voorziening juridisch is verplicht.

Voorgenomen stortingen of onttrekkingen begrotingsreserves

218,8 218,8 218,8
16,2 16,2 16,2
207,9 207,9 207,9
66,8 66,8 66,8
21,8 21,8 21,8
15,9 15,9 15,9

Op basis van de daadwerkelijke verliesdeclaraties en premieontvangsten wordt ultimo boekjaar bepaald of voor deze reserves een aanvullende onttrekking of storting aan de reserves dient plaats te vinden. Dit geldt voor de begrotingsreserves van de BMKB, BMK Groen, GO, GF, MKB-faciliteiten en KKC. Op dit moment zijn deze stortingen of onttrekkingen nog niet precies te ramen.

Strategisch doel 3: Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie

Verduurzaming Industrie

Ter bevordering van CO2-reducerende maatregelen in de industrie is vanuit het klimaatakkoord en de bijbehorende Klimaatenveloppe voor de industrie jaarlijks € 85 mln beschikbaar gesteld op de begroting van EZK (via de begroting van IenW wordt daarnaast € 15 mln beschikbaar gesteld). Deze middelen worden in 2024 op hoofdlijnen als volgt besteed:

  1. Waterstof : Vanuit de Klimaatenveloppe voor de industrie wordt in 2024 ca. € 15 mln bijgedragen aan de DEI+ (op art 4 van de EZK begroting) voor energie-innovatie projecten op het gebied van waterstof.
  2. CCUS: € 15 mln voor haalbaarheidsstudies, Front End Engineering Design (FEED)-studies en CC(U)S-pilots om hiermee de toepassing van CC(U)S-technologieën in de gehele CC(U)S-keten (afvang, transport, hergebruik en opslag van CO2) of in delen van de keten, te testen en/of te demonstreren in een praktijkomgeving of industriële omgeving.
  3. CO2-reductie industrie: € 55 mln voor pilot- en demonstratieprojecten voor versnelling van kosteneffectieve CO2-reductie in de industrie, veelal via de DEI+-regeling. Een deel van de middelen is bestemd voor haalbaarheidsstudies onder de bestaande regeling Topsector energiestudies industrie (TSE).

Verder vindt onder dit instrument de uitfinanciering plaats van de bestaande regeling Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI) en de reguliere openstellingen van deze regeling tot en met 2022.

Op grond van de Klimaatwet stuurt het kabinet jaarlijks op de vierde donderdag in oktober een Klimaatnota naar de Tweede Kamer.

Urgenda maatregelen Industrie

Het betreft hier begroting van uitgaven voor enkele specifieke maatregelen en projecten bij individuele bedrijven gericht op versnelde CO2-reductie (equivalenten) in het kader van Urgenda, en uitfinanciering daarvan.

Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds

De Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie regeling (VEKI) is met name gericht op de uitrol van bewezen CO2-reducerende technologie voor proces-efficiency en energiebesparing met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar. Ook het MKB maakt hier veel gebruik van. De regeling wordt in 2024 voortgezet en geïntensiveerd, gevoed met middelen uit het Klimaatfonds voor 2024 en verder.

In 2024 wordt naar verwachting voor het eerst de nieuwe Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) opengesteld, mede ten behoeve van de in het Coalitieakkoord afgesproken maatwerkaanpak voor de 10 tot 20 grootste uitstoters, gevoed met middelen uit het Klimaatfonds. De NIKI is gericht op grotere CO2-reducerende projecten met alternatieve technologie die niet in de bestaande regelingen passen, vaak vanwege het unieke karakter. Projecten die net als bij de SDE++-regeling operationele ondersteuning nodig hebben, zoals elektrisch kraken of groene chemie.

Ook zijn vanuit het Klimaatfonds vanaf 2024 extra middelen beschikbaar gesteld voor de TSE haalbaarheidstudies industrie.

Maatwerkaanpak Industrie - Klimaatfonds

In 2024 wordt de Maatwerkaanpak Industrie voortgezet met het oog op additionele CO2-reductie bij de top 20 grootste uitstoters. Hiertoe zijn vanuit het Klimaatfonds programmamiddelen beschikbaar gesteld vanaf 2024. Deze middelen worden ingezet voor tijdelijke extra capaciteit ten behoeve van de dealteams die de maatwerkafspraken maken, inhuur van externe expertise voor onder meer due diligence onderzoeken, de externe Adviescommissie maatwerkafspraken industrie en tijdelijk extra uitvoeringscapaciteit bij de Omgevingsdiensten voor de vergunningsprocedures van maatwerkbedrijven.

EU-Cofinanciering Fonds voor een Rechtvaardige Transitie (JTF)

Dit fonds zal zich vooral richten op de economische diversificatie van de, door de klimaattransitie, zwaarst getroffen gebieden en op de omscholing en actieve inclusie van de werknemers en werkzoekenden in deze gebieden. De middelen zullen worden toebedeeld op COROP-niveau. EZK neemt de voor JTF vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en de energietransitie, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het Missiegedreven Topsectoren-en Innovatiebeleid (MTIB) en het nationale Klimaatakkoord. De cofinanciering door EZK bedraagt € 60 mln verplichtingenbudget in 2023, waarvan de kasuitgaven zijn geraamd in de periode 2023-2027. Ook decentrale overheden en private partijen zullen bijdragen aan cofinanciering van JTF-projecten.

MVO & MVI

Om bedrijven te adviseren over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), en hen hiertoe ook te stimuleren en hun inzet te monitoren, besteedt EZK € 367.000 aan een pilot om MVO-eisen te integreren aan het bedrijfsleveninstrumentarium. Daarnaast draagt EZK € 243.000 bij aan het Nationaal Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) 2021-2025 om de inkoopkracht van alle overheden te gebruiken ten gunste van mens, milieu en klimaat.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

A. Algemene doelstelling

Het Toekomstfonds is onderdeel van het bedrijvenbeleid zoals beschreven in artikel 2 en richt zich op het vergroten en beschikbaar stellen van (risico)financiering voor bedrijven en onderzoek en het behouden van vermogen voor toekomstige generaties. Het beoogt de innovatiekracht van Nederland te versterken en mogelijk te maken door het beschikbaar stellen van financiering voor het innovatief en snelgroeiend mkb en voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Om de toegang tot risicokapitaal te faciliteren zet EZK met het Toekomstfonds diverse instrumenten in, zoals de regeling Vroegefasefinanciering (VFF), Seed Capital en de Dutch Venture Initiatieven (DVI). Ook de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn ondergebracht in het Toekomstfonds.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZK is rijksbreed verantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven, en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemings- en vestigingsklimaat.

De Minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek (zie artikel 2). Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de minister een financierende en faciliterende rol, zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting.

Financieren/faciliteren

  1. Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie waaronder ten behoeve van kennisbenutting (valorisatie); zie tevens artikel 2;
  2. Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven.

Om – aanvullend op de begroting – het parlement te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

C. Beleidswijzigingen

Op het terrein van startups en mkb-financiering staat 2023 in het teken van de evaluaties van verschillende regelingen binnen het Toekomstfonds, waaronder de regelingen Seed Capital, Vroegefasefinanciering (VFF) en het Dutch Venture Initiative (DVI). In 2024 worden de uitkomsten van deze evaluaties aan de Kamer aangeboden.

Voor de VFF-regeling geldt dat de regionale module, die in 2021 werd geïntroduceerd voor de periode 2021-2023, wordt voortgezet in 2024.

Op het terrein van investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is het voornemen dat in 2024 de eerste middelen beschikbaar worden gesteld aan samenwerkingsverbanden tussen een mkb’er en een kennisinstelling in het kader van de eerste tender van de Subsidiemodule Regeneratief Geneeskundig Onderzoek. Deze regeling is de invulling van het Memorandum of Understanding met de stichting RegMed XB waarvoor deze middelen gereserveerd stonden binnen het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 330.250 424.526 219.039 172.316 163.772 174.689 165.689
Uitgaven 136.228 596.305 282.206 219.261 243.816 168.878 159.878
Subsidies (regelingen) 2.941 4.837 3.169 3.000 3.000 0 0
Smart Industry (subsidie) 38 433
Haalbaarheidsstudies STW 547
Thematisch Technology Transfer 2.356 4.404 3.169 3.000 3.000
Leningen 123.838 571.797 269.485 206.709 231.264 159.364 150.364
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund 78.763 13.101 15.800 10.800 23.000 23.000
ROM's 5.036 28.465
Dutch Future Fund 6.083 10.917 6.000 2.000
Deep Tech Fund 60.000 25.000 25.000 65.000
Fonds Alternatieve Financiering 7.844 22.157 10.000 10.000
Economische Veiligheid Fonds 50.000 50.000
European Tech Champions Initiative (ETCI) 100.000
Deels revolverend
Innovatiekrediet 41.211 67.537 58.689 57.689 57.689 57.689 57.689
Risicokapitaal SEED 38.039 80.556 61.253 56.086 56.086 44.086 44.086
Vroege fase / informal investors 16.961 38.171 31.597 23.597 23.597 23.597 14.597
Start ups / MKB 825 492 492 492 492
Q4C 9.689
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 117 5.071
Onco research 4.441 10.305 630 5.500 5.500 5.500 5.500
Smart Industry (leningen) 74 298
Thematische Technology Transfer 4.032 9.868 4.390 7.000 7.100
RegMed XB 8.000 3.545 5.000 5.000 5.000
Bijdrage aan agentschappen 9.449 19.671 9.552 9.552 9.552 9.514 9.514
Bijdrage RVO.nl 9.449 19.671 9.552 9.552 9.552 9.514 9.514
Ontvangsten 106.436 127.066 80.300 263.000 61.800 55.550 56.300
ROM's 38.421 27.166 30.000 210.000
Fund to Fund 65.550 15.000 13.800 13.000 6.000 6.000
DVI II 4.050 5.000 8.000 17.000 17.000 17.000
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 642
Thematische Technology Transfer 2
Dutch Future Fund 30
Innovatiekredieten 42.070 20.000 20.000 20.900 21.500 22.250 23.000
SEED 23.189 10.300 10.300 10.300 10.300 10.300 10.300
Ontvangsten VFF 2.082
Verplichtingen 330.250 424.526 219.039 172.316 163.772 174.689 165.689
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 330.250 424.526 219.039 172.316 163.772 174.689 165.689

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 41%
bestuurlijk gebonden 33%
beleidsmatig gereserveerd 26%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch Verplicht

  1. Subsidies (regelingen): Het budget voor subsidies in 2024 is volledig juridisch verplicht. Dit betreft de uitfinanciering van de verplichtingen in het kader van de regeling Thematische Technology Transfer (TTT).
  2. Leningen: De verschillende leningen zijn grotendeels juridisch verplicht. Dit betreft een groot deel van het budget voor de Seed Capital regeling, de regeling Thematische Technology Transfer en Deep Tech Fund.

Bestuurlijk gebonden

  1. Leningen: Een deel van de leningen is bestuurlijk gebonden. Dit betreft uitgaven voor het REGMED-instrument, Innovatiekredieten en Vroegefasefinanciering.

Beleidsmatig Gereserveerd

  1. Leningen: Verschillende leningen zijn deels beleidsmatig gereserveerd. Dit betreft een deel van het budget voor Innovatiekredieten en de Seed Capital regeling. Het budget voor Economische Veiligheid Fonds is volledig beleidsmatig gereserveerd.

Revolverendheid

Opbrengsten van succesvolle innovaties vloeien terug in het Toekomstfonds, zodat ze weer opnieuw kunnen worden ingezet. Het fonds is daarmee additioneel aan de markt: de overheid neemt het grootste risico, waardoor private investeerders kunnen mee-investeren in innovatieve ondernemingen. De overheid deelt mee in de opbrengsten van geslaagde innovaties, waardoor deze middelen opnieuw kunnen worden ingezet voor het vergroten van het beschikbare risicokapitaal voor innovatieve bedrijven.

Figuur 4 Instrumenten Volledig revolverend (x € 1 mln)

Figuur 5 Instrumenten Gedeeltelijk revolverend (x € 1 mln)

Figuur 6 Instrumenten Fundamenteel en toegepast onderzoek (x € 1 mln)

Toelichting: In bovenstaande grafieken is voor de verschillende onderdelen van het Toekomstfonds weergegeven wat de verhouding is tussen de (geraamde) uitgaven van de diverse regelingen en de (geraamde) terug-ontvangsten op verstrekte kredieten. Ontvangsten op de geïnvesteerde bedragen worden eerst na verloop van een aantal jaar gerealiseerd. Bij instrumenten die relatief kort bestaan (bijvoorbeeld investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek) zijn hierdoor nog geen of nauwelijks ontvangsten gerealiseerd. Dit is het geval bij MKB-financiering volledig revolverend (DVI sinds ultimo 2012 en het Co-investeringsfonds sinds 2017) en de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (sinds 2016). In de komende jaren zullen naar verwachting de ontvangsten relatief gaan toenemen op de uitgaven. In de evaluatie van het deel van het Toekomstfonds voor fundamenteel en toegepast onderzoek wordt een eerste voorzichtige inschatting gemaakt van de uiteindelijke revolverendheid van dit deel van 48 tot 60% (Kamerstuk 36200-XIII-127). De instrumenten in het onderdeel MKB-financiering zijn gedeeltelijk revolverend, zoals de Seed Capital regeling en het Innovatiekrediet, bestaan al langer en kennen hierdoor al een substantiële ontvangstenrealisatie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

De middelen in het Toekomstfonds worden revolverend ingezet voor de financiering van innovatieve en snelgroeiende mkb-bedrijven en voor fundamenteel en toegepast onderzoek.

Subsidies

Smart Industry

Dit betreft de uitfinanciering van het subsidiedeel van de regeling Smart Industry (zie toelichting onder investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek met vermogensbehoud). Daarnaast is er € 1,6 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de schaalsprong-agenda Smart Industry 2023-2025. Dit wordt bekostigd vanuit bevorderen ondernemerschap op artikel 2.

Haalbaarheidsstudies STW

Via Proof of Concept, onderdeel van de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek met vermogensbehoud, is verspreid over de jaren vanaf 2017 in totaal € 4 mln (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld aan NWO-TTW voor haalbaarheidsstudies voor innovatieve TO2-starters. Met een haalbaarheidsstudie kan de innovatieve TO2-starter het proof of principle aantonen, evenals het commercieel perspectief van het beoogde product of proces of de beoogde dienst. De uitfinanciering liep in 2022 ten einde.

Thematische Technology Transfer

Dit betreft subsidies voor de genoemde activiteiten van de thematische samenwerkingsverbanden gericht op kennisoverdrachtsactiviteiten op een bepaald thema, met als doel het helpen oprichten van kennisstarters in de periode 2019-2026.

Leningen

Binnen de structuur van het in 2014 gevormde Toekomstfonds (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 5), bestaat het Innovatiefonds MKB+ uit volledig revolverende instrumenten (Dutch Venture Initiative (DVI), de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, het Dutch Future Fund, het Deep Tech Fonds en het fonds voor Alternatieve financiering), en gedeeltelijk revolverende instrumenten (Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling (risicokapitaal) en Vroegefasefinanciering).

Beschermingsfonds Economische Veiligheid
In de 1e suppletoire begroting 2023 is op artikel 41 (Nog onverdeeld) van de EZK-begroting € 100 mln opgenomen voor een nieuw fonds ten behoeve van bescherming van strategische sectoren en technologieën. In deze ontwerpbegroting wordt dit budget overgeheveld naar beleidsartikel 3, met als verdeling € 50 mln in 2023 en € 50 mln in 2024. De Kamer wordt op korte termijn nader geinformeerd over de vormgeving van het fonds.

MKB-financiering: volledig revolverend

Fund to Fund

Dutch Venture Initiative (DVI) heeft een vliegwieleffect voor de risicokapitaalmarkt omdat het in fondsen investeert waarin private investeerders tussen de minimaal 50% en 90% meefinancieren. Dit effect wordt versterkt door het feit dat bedrijven met dit risicokapitaal gemakkelijker nieuw vreemd vermogen kunnen aantrekken. Met ondersteuning van DVI-fund-of-funds is sinds 2014 meer dan € 4,2 mld aan risicokapitaal beschikbaar gekomen. De venture capital fondsen verkrijgen tussen € 5 mln en € 20 mln uit DVI. Begin 2023 hadden 390 ondernemingen financiering uit DVI-fondsen verkregen.

Het eerste DVI-fonds van € 202,5 mln (EZK-bijdrage € 130 mln, EIF-bijdrage € 67,5 mln en BOM-bijdrage € 5 mln) is opgericht in 2013 en is inmiddels volledig gecommitteerd in 14 venture capital fondsen, waaronder een specifiek fonds voor business angels van € 45 mln. Het tweede DVI fund-of-funds van € 200 mln (EZK-bijdrage € 100 mln, EIF-bijdrage € 100 mln) is opgericht in 2016 en er zijn inmiddels 13 fondsen operationeel.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)

Participaties in de ROM’s worden onder de revolverende investeringen verantwoord. In 2023 was er € 4 mln beschikbaar voor een kapitaalstorting aan de ROM Flevoland. Tevens was er € 5 mln voor een kapitaalstorting aan het Innovatiefonds Zeeland in het kader van de compensatie van het niet doorgaan van de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen, zodat via die fondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. EZK heeft in totaal € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk kan maken. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet hebben bewezen en waar relatief grote risico’s aan kleven. Het fonds is uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door EZK is ingebracht en € 75 mln door Invest-NL.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Samen met Invest-NL en het EIF is een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln, waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve financiers worden vergroot. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.

Figuur 7 Participaties Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ultimo 2022 (x € 1 mln)

MKB-financiering: gedeeltelijk revolverend

Innovatiekrediet

Het Innovatiekrediet biedt toegang tot financiering voor met name het innovatieve mkb en startups, en helpt bij het aantrekken van risicokapitaal. In een fase waarin bancaire financiering niet of nauwelijks beschikbaar is, maakt het Innovatiekrediet onder voorwaarde van 50-75% eigen middelen innovatieprojecten mogelijk met een maximale ondersteuning van € 10 mln voor technische ontwikkelingsprojecten en € 5 mln voor klinische projecten. In 2022 is de rentestructuur zo aangepast dat succesvolle projecten meer bijdragen aan de revolverendheid, terwijl projecten met een lange terugbetaalperiode relatief minder rente hoeven te betalen. De totale rentelasten blijven naar verwachting hetzelfde.

Risicokapitaal SEED

De Seed Capital regeling ondersteunt starters in high tech en creatieve sectoren bij het verwerven van risicokapitaal.

Vroege fase / informal investors

De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening aan academische, hbo en TO2 starters, voor innovatieve starters en kleine bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase: van validatie en onderbouwing van een business case, van idee naar concept. Hierdoor wordt ook de toegang tot vervolgfinanciering gefaciliteerd. Dit initiatief wordt door RVO.nl en door NWO-TTW uitgevoerd. Ook bevat de regeling een regionale module, waarmee regionale financiers cofinanciering kunnen verkrijgen ten behoeve van het verstrekken van vroegefasefinanciering aan ondernemingen. De regeling is in 2023 voor een periode van 3 jaar verlengd.

Q4C

Naar aanleiding van het advies «versterking eigen vermogen mkb» van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap zijn er middelen beschikbaar gesteld ter versterking van het eigen vermogen van het MKB. Een deel hiervan is naar de financiering van Techleap gegaan waardoor er nog € 9,4 mln resteert. Het doel is de solvabiliteitspositie van het MKB te versterken en de toegang tot andersoortige financiering te vergroten. Hierdoor krijgen mkb-ondernemers ruimte om te investeren in groei en belangrijke transities als verduurzaming en digitalisering.

Bovengenoemde instrumenten versterken en stimuleren private vermogensverschaffers om innovatieprojecten van bedrijven te financieren en voorzien in de behoefte van bedrijven aan betere toegang tot risicokapitaal voor innovatie.

Figuur 8 Gebruik regelingen Toekomstfonds

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Bron
Innovatiekrediet RVO
Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt 40 33 32 29 31 29 27 19 16
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln) 123 119 136 159 173 139 167 97 116
Seed Capital en Fund of funds1 RVO.nl/EIF
Aantal participaties via SEED (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels) 24 35 37 48 58 77 51 42 108
Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door SEED (x € 1 mln) (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels) 27,3 31,1 31,6 40,4 47 54,6 52,8 69,6 79,4
Vroegefasefinanciering2 RVO.nl/NWO-TTW
Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt 21 22 19 20 19 17 22 7
Thematische Technology Transfer (TTT) regeling RVO
Het aantal nieuwe (initiële) participaties in het afgelopen kalenderjaar van TTT-fondsen 12 13 13
Aantal startende bedrijven ten gevolgen van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband 6 n.n.b. n.n.b.
  1. In verband met de migratie naar het nieuwe systeem zijn de cijfers herzien. Hierdoor is het aantal participaties via SEED en SEED Business Angels over het jaar 2022 gewijzigd van 67 (zonder de correcties) naar 108 (met de correcties).

    De begrotingsindicator heeft betrekking op SEED Capital (uitgevoerd door RVO) en Fund of Funds (DVI). Het cijfer in bovenstaande tabel betreft uitsluitend SEED en SEED Business Angels (met ingang van 2018).
  2. De cijfers die eerder waren ingevuld in de begrotingsindicator waren nog gebaseerd op het aanvraagjaar versus het verleningsjaar, waardoor een dossier in een verkeerd jaar beland is.

    Het budgetjaar ten laste waarvan de aanvraag is hierbij leidend.
    Daarnaast zijn verhogingsaanvragen als losse aanvragen meegekomen, terwijl dit niet het geval is.

    Een deel van de Vroege Fase Financiering loopt via TTW (tot 1 januari 2017 STW). TTW levert dat cijfer rechtstreeks aan het Ministerie van EZK. Het cijfer dat RVO aanlevert is dus slechts een deelindicator.

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud)

Vanuit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds wordt geïnvesteerd in nieuwe onderzoeksfaciliteiten, upgrading van bestaande faciliteiten en kennisbenutting. Dit deel van het Toekomstfonds is in 2023 geëvalueerd (Kamerstuk 36200-XIII-127).

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

De middelen waren t/m 2022 nodig voor de uitfinanciering van de regeling Toekomstfonds Onderzoeksfaciliteiten (TOF), waarmee van 2015 tot en met 2017 investeringen in hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten zijn ondersteund. Nu geldt het als bufferinstrument voor het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds. Hierop komen alle ontvangsten van het onderzoeksdeel terecht.

Oncode Research

Oncode Institute wordt mede gefinancierd uit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds, gericht op excellent onderzoek en Thematische Technology Transfer. Oncode Institute is een pilot die zich richt op de toepassing van wetenschappelijk oncologisch onderzoek voor betaalbare oplossingen voor de patiënt. In 2023 is fase 2 van de pilot ingegaan.

Smart Industry (leningen)

De uitfinanciering van het leningendeel van de regeling Smart Industry Fieldlabs die in 2017 is gepubliceerd en eenmalig is opengesteld loopt t/m 2023. De regeling heeft als doel om de digitalisering van de industrie te versnellen door slimme inzet van nieuwe productietechnologieën (bijvoorbeeld 3D-printers, robots, drones en sensoren) in combinatie met ICT. De subsidie bestaat voor tweederde uit een renteloze lening.

Thematische Technology Transfer

De TTT-regeling heeft als doel het vergroten van de beschikbaarheid van risicofinanciering voor kennisstarters. Dit wordt gedaan door middel van TTT-fondsen in de periode 2019 tot en met 2026. De investeringen van de fondsen hebben een looptijd van maximaal 9 jaar en na vervreemding vloeien de opbrengsten daarvan terug naar het Toekomstfonds.

RegMed XB

Er is € 30 mln inclusief uitvoeringskosten aan middelen uit het Toekomstfonds beschikbaar voor de financiering van publiek-private samenwerkingen. Dit wordt in de Subsidiemodule Regeneratief Geneeskundig Onderzoek (SRGO) uitgewerkt. Met een revolverend financieel instrument worden deze middelen ingezet voor de financiering van projecten om innovatie en bottom-up samenwerking en valorisatie tussen het mkb en kennisinstellingen te stimuleren. Die projecten richten zich op het ontwikkelen van medische oplossingen op het gebied van regeneratieve geneeskunde, waarmee ook wordt bijgedragen aan de beheersing van zorgkosten. Van de beschikbare € 30 mln is € 15 mln afkomstig van de begroting van het Ministerie van VWS.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de diverse regelingen van het Toekomstfonds, zoals het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, de regeling Vroegefasefinanciering, het Toekomstfondskrediet onderzoeksfaciliteiten, de TTT-regeling en de regeling Smart Industry.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten van het Toekomstfonds betreffen de op de EZK-begroting geraamde terugbetalingen van kredieten (hoofdsom en rente) in het kader van het Innovatiekrediet en Vroegefasefinanciering. Daarnaast worden de terugontvangsten van het Dutch Venture Initiative (DVI) en de Seed Capital regelingen verantwoord. Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengsten van rente, dividend en de verkoopwaarde van ondernemingen op het moment dat een fonds haar belangen daarin verkoopt.

Ook worden de ontvangsten in het kader van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen in het Toekomstfonds verantwoord. Dit betreft eventuele dividenden en opbrengsten van aandelenverkoop. Ook hebben de ontvangsten betrekking op de terugontvangst van de middelen die aan de ROM's ter beschikking zijn gesteld voor het verstrekken van de Corona-overbruggingsleningen aan bedrijven.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

A. Algemene doelstelling

Beleidsartikel 4 heeft doelstellingen in het kader van het klimaat- en energiebeleid. Voor het klimaatbeleid, en in internationaal verband, betreft dit de bijdrage aan het realiseren van de doelen van de klimaatovereenkomst van Parijs en, in Europees verband, het realiseren van een netto-reductie van broeikasgassen in 2030 van ten minste 55% ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.

In het kader van het energiebeleid werken we toe naar een CO2-arme energievoorziening die veilig, betrouwbaar, betaalbaar en schoon is, op zodanige wijze dat economische kansen worden verzilverd en energie in het ruimtelijk beleid is geïntegreerd. De belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop gefocust wordt zijn de klimaat- en energietransitie en de goede technische en veilige invulling van de afbouw van de winning uit het Groningenveld.

Nationaal worden de doelen uit de Klimaatwet nagestreefd. Op 4 juli 2023 heeft de Eerste Kamer het voorstel aangenomen waarna op 10 juli 2023 de wijziging van de Klimaatwet in de Staatscourant is gepubliceerd met de volgende aanpassing:

  1. Het streefdoel van 49% reductie in 2030 is vervangen door een streefdoel van tenminste 55% reductie (inclusief landgebruik) en geldt onverminderd de bindende EU-norm voor 2030.
  2. Het doel van 95% reductie in 2050 is aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese klimaatwet tot nul te reduceren.

Figuur 9 Uitstoot broeikasgassen Nederland in mld CO2-equivalenten

Bron CBS. *De cijfers voor 2022 zijn voorlopige cijfers.

In het Coalitieakkoord van 15 december 2021 heeft het kabinet aanvullende maatregelen aangekondigd. Het ontwerp-beleidsprogramma, dat op 2 juni 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en is een aanvulling op het Klimaatplan uit 2019 dat werd gebaseerd op het Klimaatakkoord. Dit ontwerp-beleidsprogramma bevat de hoofdlijnen van het klimaatbeleid voor de komende 10 jaar – gericht op het realiseren van de aangescherpte doelen uit de Klimaatwet. Om met volledige zekerheid het aangescherpte doel van 55% reductie in 2030 te realiseren, richt het kabinet zich bij de uitwerking van het klimaatbeleid op 60% emissiereductie. Op deze wijze is er ruimte voor eventuele tegenvallers, zonder het risico dat wettelijke doelen niet worden gerealiseerd. De maatregelen die het kabinet in het beleidsprogramma heeft opgenomen vormen een samenhangend pakket aan maatregelen bestaande uit subsidie, beprijzing en normerende instrumenten voor de verschillende sectoren. In het coalitieakkoord is € 35 miljard gereserveerd voor het Klimaatfonds voor de periode 2022 tot en met 2030. In afwachting van de oprichting van het fonds zijn de middelen gereserveerd op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën. Op 4 juli is de tijdelijke wet Klimaatfonds behandeld in de Tweede kamer en na de stemmingen van 6 juli aangenomen door de Tweede Kamer. Gezien de behandeling door Eerste kamer niet voor Prinsjesdag zal plaats vinden presenteert EZK voor 2024, net als vorig jaar, een 'proeve van begroting'. Een deel van de middelen is al overgeheveld naar de verschillende departementale begrotingen om vertraging in het behalen van de klimaatdoelstellingen te voorkomen. Het Klimaatfonds is bedoeld om op middellange termijn middelen te reserveren en beschikbaar te stellen voor een aantal additionele maatregelen die bijdragen aan het behalen van de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet.

Voor de kortere termijn stuurt het kabinet daarnaast nog op het realiseren van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023, die nog voortvloeit uit het Energieakkoord. Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK een mix van normerende en beprijzingsinstrumenten en subsidies in, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het transitiegericht maken van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren. Om uitvoering te geven aan het Urgendavonnis moet Nederland in 2020 en de jaren daarna de CO2-uitstoot met minimaal 25% reduceren ten opzichte van 1990. Hiertoe heeft het kabinet de afgelopen jaren op verschillende momenten maatregelen aangekondigd.

Het kabinet zal twee keer per jaar over de voortgang van het klimaatbeleid rapporteren, aansluitend bij de begrotingscyclus. In het najaar wordt in de Klimaatnota verantwoording afgelegd over de resultaten van het Klimaatbeleid aan de hand van informatie uit het Dashboard Klimaatbeleid en de cijfers over gerealiseerde emissies en ramingen uit de Klimaat en Energieverkenning (KEV) 2023. Om de begrotingscyclus en de Klimaatwetcyclus beter op elkaar aan te sluiten zal het kabinet dit jaar met Prinsjesdag in een aparte brief reageren op de kerncijfers van het PBL over de emissies, waarin het aanvullend klimaatpakket uit de Voorjaarsbesluitvorming wordt meegenomen. Op 26 oktober verschijnt de definitieve Klimaatnota conform de Klimaatwet en de volledige KEV 2023 die naast de raming voor emissies ook de ramingen voor hernieuwbare energie en energiebesparing bevat.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Klimaat en Energie is op basis van de Klimaatwet verantwoordelijk voor het nationale klimaatbeleid en de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale klimaatbeleid.

De Minister voor Klimaat en Energie is verder op grond van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Warmtewet en de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor het energiebeleid. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort.

Klimaatbeleid

Regisseren

  1. Regisseren van het nationale klimaatbeleid op basis van de nationale doelen en de werkwijze zoals deze is vastgelegd in de Klimaatwet, met het oog op het door Nederland nakomen van de (onder andere) in United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en EU-verband gemaakte afspraken over het reduceren van CO2- en overige broeikasgasemissies. Hieronder valt ook het emissiehandelssysteem, waarin CO2-emissierechten worden toegewezen en geveild.
  2. De regie op de internationale aspecten van het klimaatbeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daaronder vallen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad en relevante VN-bijeenkomsten.

(Doen)Uitvoeren

  1. De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen en normen hebben betrekking op het reduceren van CO2-emissies, op de productie en de inzet van duurzame biobrandstoffen, op de mondiale uitfasering van ozonlaagafbrekende stoffen en van gefluorideerde broeikasgassen en op de handel in CO2-emissierechten (Emissions Trading System/ETS).
  2. De opdracht aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voor het handelssysteem in CO2-emissierechten, waaronder het toewijzen en doen veilen van CO2-emissierechten. Ook de registratie van hernieuwbare energie voor het verkeer en de rapportage hierover ter controle van de duurzaamheid en de CO2-prestatie en het toezicht op de bijstook van duurzame biomassa bij energiecentrales zijn hier onderdeel van.

Stimuleren

  1. Om de klimaatdoelen te behalen worden maatschappelijke partners proactief betrokken. De Minister van EZK stimuleert het in stand houden, aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden, burgers en kennisorganisaties rondom de doelen uit de Overeenkomst van Parijs, het Klimaatakkoord en het Energieakkoord.
  2. Op basis van de concept-Instellingswet voor het Klimaatonds heeft de Minister voor Klimaat en Energie de rol van fondsbeheerder van het Klimaatfonds. De minister biedt de Tweede Kamer elk voorjaar een meerjarenprogramma en -begroting aan van het Klimaatfonds. Om vertraging in het behalen van de klimaatdoelstellingen te voorkomen is in 2023 voor het eerst een meerjarenprogramma aan de Tweede Kamer aangeboden.

Energiebeleid

Regisseren

  1. Regisseren van het nationale energiebesparingsbeleid op basis van het indicatieve nationale doel en sectorale streefwaarden, met het oog op het door Nederland nakomen van de in EU-verband gemaakte afspraken over energiebesparing (Europese Energie-Efficiency Richtlijn).
  2. Het regisseren van de realisatie van grote energieinfrastructuur-projecten die onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; EZK is samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van energieprojecten en voor de coördinatie van benodigde vergunningen.
  3. Het versneld uitrollen van windenergie op zee richting 2030 en verder.
  4. Het actief participeren in Europese en internationale netwerken ten behoeve van energy governance, kennis brengen naar en leren van andere landen en instellingen, inclusief de bijdrage aan het internationale oliecrisisbeleid.
  5. Het creëren van randvoorwaarden waardoor de energievoorziening internationaal kan concurreren en het verdienpotentieel van de energiesector in relatie tot de energietransitie ten volle wordt benut.
  6. Het creëren van randvoorwaarden voor een doelmatige, veilige en verantwoorde energietransitie, inclusief winning van onze bodemschatten met een daarbij behorend uitvoerings- en kennisprogramma.
  7. Het bieden van mogelijkheden aan, en het faciliteren van, lokale duurzame energie-initiatieven.
  8. Het creëren van randvoorwaarden voor de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen.
  9. Het uitvoeren van de vergunningverlening voor de mijnbouw.
  10. Het creëren van randvoorwaarden voor een goede nucleaire (kennis)infrastructuur en veilige uraniumverrijking, met inbegrip van de taken die hierover zijn opgenomen in internationale verdragen, met het oog op de bewaking en beveiliging van de hierbij betrokken kennis en technologie.

Financieren

Het voeren van het financieel instrumentarium op de beleidsterreinen hernieuwbare energie, energiebesparing, energie-infrastructuur, mijnbouwklimaat en klimaat- en energie-innovatie, gericht op het realiseren van CO2-reductie en een goed werkend energiesysteem.

Stimuleren

  1. Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED).
  2. Het stimuleren van energiebesparing (conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Richtlijn energie-efficiëntie (EED).
  3. Het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van klimaat- en energie-innovaties.
  4. Het stimuleren van de verdergaande reductie van CO2-uitstoot van en energiebesparing bij energiebedrijven en industrie.
  5. Het stimuleren van goed werkende nationale en Europese energiemarkten met een adequate infrastructuur en bijbehorende wetgeving.
  6. Het stimuleren van de transitie naar een schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening.

De voortgang van het Klimaatbeleid wordt gemonitord in de Monitor Klimaatbeleid en (vanaf 2021) in het bijbehorend online dashboard. Hieronder is een selectie van relevante indicatoren opgenomen die specifiek relevant zijn in relatie tot de EZK-begroting. Sommige zijn ook te vinden in de Monitor Klimaatbeleid, andere zijn uit andere bronnen afkomstig.

Emissies ETS-sectoren (Mton CO2-eq) 91,4 87,4 83,7 74,1 74,2 68,5 n.v.t. emissieregistratie.nl
Emissies niet-ETS-sectoren (Mton CO2-eq) 101 99,8 97,7 90,7 93,6 85,5 n.v.t. emissieregistratie.nl
Reductie van de emissies van broeikasgassen t.o.v. 1990 14,2% 16,4% 18,9% 26,2% 24,9% 30,8% 55% emissieregistratie.nl
Aandeel duurzame energie (% van het totale energieverbruik) 6,60% 7,40% 8,80% 11,50% 12 ‒ 13,4% n.n.b. n.v.t. PBL, KEV 2022: CBS
Prestatie-indicatoren elektriciteit
Gerealiseerd vermogen hernieuwbare elektriciteit op zee (MW) 957 957 957 2.460 2.460 3.160 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2022 en Dashboard Klimaatbeleid2
Gerealiseerd vermogen hernieuwbare elektriciteit op land (wind en zon-pv in MW) 6.156 8.044 10.753 15.109 22.051 30.622 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2022 en Dashboard Klimaatbeleid2
Gerealiseerd vermogen in waterstofprojecten uit elektrolyse (MW) 1,1 1,1 2 2 3 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2022 en Dashboard Klimaatbeleid3
Ontwikkeling kostprijs hernieuwbare Wind op Land EUR/MWh 79 67 68 51 50 51 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2022 en Dashboard Klimaatbeleid4
Ontwikkeling kostprijs Zon-PV EUR/MWh 125 110 95 80 66 63 n.v.t. Monitor klimaatbeleid 2022 en Dashboard Klimaatbeleid4
Prestatie-indicatoren industrie
Cumulatieve vermeden CO₂ vanaf 2015 door procesefficientie-maatregelen uit MJA/MEE in kton 1.830.466 2.560.195 3.215.997 3.688.000 n.b. n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Gerealiseerde cumulatieve energiebesparing van EIA en MJA/MEE (PJ) 32 46 57 66 n.b. n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Toegekende duurzame investeringen in de industrie via EIA en MIA-Vamil (bedragen in €1000) 275.438 422.999 400.000 348.000 358.000 n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid5
Groengasproductie in relatie tot de productie van elektriciteit en warmte uit biomassa (PJ) 3,10 3,38 4,50 6,35 n.n.b. n.n.b. n.v.t. Dashboard Klimaatbeleid
  1. Alle cijfers die genoemd worden voor 2022 zijn voorlopig. De realisatie in 2022 van de indicatoren die gebaseerd zijn op de Klimaatmonitor is pas in november 2023 beschikbaar (KEV2023). Ook de cijfers van het RIVM en ACM over 2022 zijn nog niet beschikbaar.
  2. CBS (2022) Hernieuwbare elekticiteit: productie en vermogen (Statline).
  3. CBS, Waterstofbalans in relatie tot energiestatistiek.
  4. PBL (2022) Eindadvies basisbedragen SDE++ 2022.
  5. De convenanten MJA/MEE zijn stopgezet. Er zijn dus geen gegevens meer beschikbaar.

Voor het aandeel duurzame energieproductie is een ambitie geformuleerd voor 2020 (14%) en 2023 (16%).

De gerealiseerde hernieuwbare elektriciteit op land betreft waterkracht, wind op land, zon en biomassa voor elektriciteit. Meer informatie is te vinden bij de NEa (o.a. voor het klimaatbeleid en het Emissions Trading System). Overige informatieve links zijn: EBN, PBL (feiten en cijfers over energie en energievoorziening), CBS (Energiebalans: aanbod, omzetting en verbruik), RVO.nl (publicaties en documenten inzake duurzame energieproductie), energieopwek.nl (online benadering van dagelijks opgewekte duurzame energie).

1. Aantal energieprojecten dat subsidie ontvangt op basis van MEP, SDE of SDE+ 13.495 15.597 19.034 23.627 27.848 n.n.b. RVO.nl
waarvan aantal windparken op land 322 416 513 617 773 n.n.b.
waarvan aantal windparken op zee 4 4 3 8 8 n.n.b.
waarvan aantal zon-PV projecten 12.730 14.715 18.025 22.483 26.450 n.n.b.
waarvan aantal biomassa-projecten 397 410 430 445 518 n.n.b.
waarvan aantal overige (covergisting, wkk, geothermie e.d.) 42 52 63 74 99 n.n.b.
2. Bedrag verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte 11.050 0 0 0 8.250 n.n.b. RVO.nl
Aantal verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte 1 0 0 0 1 n.n.b.
3. Bedrag uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling 24.380 20.988 15.978 8.968 18.853 n.n.b. RVO.nl
Aantal uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling 64 56 44 24 49 n.n.b.
4. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de Tenderregeling Energie-innovatie 105 230 128 721 831 79 RVO.nl
5. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de DEI/DEI+ 22 15 87 50 861 36 RVO.nl
6. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de HER 26 21 18 151 161 13 RVO.nl
7. Aantal deelnemende bedrijven bij TKI 1.400 1.800 2.100 2.350 2.555 2.800 RVO.nl
8. Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - HHI 1.822 1.951 2.021 1.918 2.026 n.n.b. ACM
9. Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - C3 72% 74% 75% 72% 72% n.n.b. ACM
10. Concentratiegraad in de retailsector gas - HHI 1.821 1.949 1.949 1.941 2.048 n.n.b. ACM
11. Concentratiegraad in de retailsector gas - C3 72% 74% 72% 73% 73% n.n.b. ACM
12. Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar 24 27 20 21 20 n.n.b. ACM
  1. De aantallen projecten voor 2020 en 2021 gecorrigeerd a.d.h.v. de meest recente data.

C. Beleidswijzigingen

Beleidswijzigingen Klimaatbeleid

Uitvoering Klimaatakkoord

Het kabinet heeft, via een eerste wijziging van de Klimaatwet, de doelen voor 2030 en 2050 aangescherpt waarmee strijdigheid met de Europese Klimaatwet wordt voorkomen. Het doel van 95% CO2-reductie in 2050 is aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese Klimaatwet tot nul te reduceren. Het streefdoel van 49% CO2-reductie in 2030 is vervangen door een streefdoel van tenminste 55% CO2-reductie en is inclusief landgebruik. In het Coalitieakkoord is afgesproken om het klimaatbeleid te richten op een hogere opgave van circa 60% reductie, zodat het doel in de Klimaatwet met grotere waarschijnlijkheid wordt gehaald.

Met het beleidsprogramma Klimaat, dat een aanvulling is op het Klimaatplan van 2019 en in het voorjaar van 2022 werd aangeboden aan de Tweede Kamer, is het beleid uitgewerkt dat gericht is op de hogere 2030-doelstelling. Hoewel we al veel doen om de uitstoot omlaag te brengen, is méér nodig om de doelstelling te halen: ten opzichte van 1990 stoten we op basis van de KEV 2022 in 2030 39-50% minder broeikasgassen uit. Daarom heeft het kabinet bij Voorjaarsnota 2023 een aanvullend pakket aan maatregelen gepresenteerd dat hieraan invulling geeft. Het pakket bestaat uit subsidies, normering en beprijzing. Onderdeel daarvan is ook het (eerste) ontwerp-Meerjarenprogramma voor de besteding van middelen uit het Klimaatfonds.

Klimaatfonds

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat er een Klimaatfonds wordt ingesteld met een omvang van € 35 mld voor de periode tot en met 2030. Het Klimaatfonds is bedoeld om op middellange termijn middelen te reserveren en beschikbaar te stellen voor additionele maatregelen die bijdragen aan het behalen van de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet, in aanvulling op bestaande maatregelen als de SDE++. Het Klimaatfonds wordt bij wet ingesteld als begrotingsfonds. Het voorstel voor de instellingswet wordt momenteel behandeld door het parlement.

In de instellingswet worden de bestedingsdoelen van het Klimaatfonds bepaald. Het Klimaatfonds heeft op basis van het wetsvoorstel als doel het faciliteren van maatregelen om de mondiale stijging van de temperatuur en de verandering van het klimaat te beperken door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen voor:

  1. een broeikasgas-neutrale energievoorziening in 2050;
  2. het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en het stimuleren van de toepassing van hernieuwbare energie en overige broeikasgasreducerende technieken en maatregelen in het bedrijfsleven;
  3. het stimuleren van de toepassing van technieken voor energie-efficiëntie en van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving.

Hoewel het Klimaatfonds nog niet bij wet was ingesteld, heeft het kabinet in de begroting van 2023 voor het fonds gereserveerde middelen beschikbaar gesteld om te voorkomen dat het klimaatbeleid vertraging oploopt. Het kabinet heeft in 2022 circa € 4,0 mld overgeheveld naar departementale begrotingen voor urgente uitgaven voor het klimaatbeleid. De Minister voor Klimaat en Energie heeft dit aan uw Kamer verantwoord in de ‘Proeve van begroting Klimaatfonds’ (Kamerstuk 32 813, nr. 1090). Daarnaast is in de Voorjaarsnota 2022 circa € 0,9 mld aan de voor het fonds gereserveerde middelen onttrokken om budgettaire problematiek elders te dekken (Kamerstuk 36 120, nr. 1). In 2022 werd aan het Klimaatfonds 83 mln toegekend aan loon- en prijsbestelling.

Voorafgaand aan het begrotingsjaar 2024 resteerde daarmee circa € 30,2 mld aan beschikbare middelen voor het Klimaatfonds26. In het voorjaar van 2023 heeft de Minister voor Klimaat en Energie in het ontwerp-meerjarenprogramma Klimaatfonds 2024 aan de Tweede Kamer voorgesteld om middelen uit het Klimaatfonds beschikbaar te stellen voor verschillende voorstellen. Het definitieve meerjarenprogramma is gelijktijdig met de EZK-begroting en de Miljoenennota aan de Tweede Kamer aangeboden. De instellingswet van het Klimaatfonds is op 6 juli 2023 door de Tweede Kamer aangenomen. Aangezien het wetsvoorstel voor de instelling van het Klimaatfonds nog niet door de Eerste Kamer is behandeld, moet opnieuw een proeve van de begroting Klimaatfonds voor het begrotingsjaar 2024 opgesteld worden die ook gelijktijdig met de EZK-begroting aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

In de proeve van de begroting van het Klimaatfonds 2024 is de stand van de middelen in het Klimaatfonds uitgebreid toegelicht. Het Klimaatfonds werkt op basis van het voorstel voor de instellingswet met een overhevelingssystematiek. De bestedingsdoelen in het wetsvoorstel zijn zoals beschreven in de memorie van toelichting uitgesplitst naar zes percelen: kernenergie, CO₂-vrije gascentrales, energie-infrastructuur, vroegefase-opschaling van hernieuwbare energiedragers, verduurzaming van de industrie en bevordering van innovatie in het mkb en verduurzaming van de gebouwde omgeving. Departementen kunnen voorstellen indienen om in aanmerking te komen voor middelen uit deze percelen.

In de proeve van de begroting van het Klimaatfonds is toegelicht voor welke voorstellen voor de verschillende percelen middelen beschikbaar worden gesteld uit het Klimaatfonds. In totaal gaat het om € 11,8 mld. De middelen worden overgeheveld naar verschillende departementale begrotingen. In bijlage 10 is een overzicht opgenomen van de Klimaatfondsmiddelen die in 2024 aan de EZK-begroting zijn toegevoegd.

Europese Klimaatdoelen

De Europese Unie heeft eind december 2020 een opgehoogd klimaatdoel aangenomen van ten minste netto 55% broeikasgasemissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990 en het bereiken van klimaatneutraliteit uiterlijk in 2050. Deze doelstellingen zijn sinds begin 2021 in de Europese Klimaatwet verankerd.

In juli 2021 heeft de Europese Commissie het Fit-for-55-pakket gepresenteerd, bestaande uit een groot aantal voorstellen om nieuwe en bestaande klimaat- en energieregelgeving in lijn te brengen met de opgehoogde emissiereductiedoelen. Het gaat onder meer om voorstellen voor herziening van de richtlijn van het Europese emissiehandelssysteem (ETS), de Effort Sharing Regulation (ESR), de verordening voor landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF), de richtlijnen inzake energie-efficiëntie (EED) en hernieuwbare energie (RED), richtlijnen voor CO2-standaarden aan lichte voertuigen, de richtlijn energiebelasting (ETD) en een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). In december 2021 volgden voorstellen voor de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD), een verordening voor methaanemissies en de herziening van het derde gaspakket (de interne gasmarkt en waterstof, ook wel het decarbonisatiepakket genoemd).

Voor het grootste deel van de voorstellen zijn de onderhandelingen inmiddels afgesloten. Over enkele voorstellen is een voorlopig akkoord bereikt tussen de Europese Raad en het Europees Parlement en is alleen nog formele goedkeuring nodig. De overige voorstellen bevinden zich nog in de triloogfase of worden nog in de Raad behandeld, waarbij de onderhandelingen dus nog niet zijn afgesloten. Het kabinet heeft tijdens de onderhandelingen ingezet op een ambitieuze invulling van het Fit-for-55-pakket en een snelle afronding van de onderhandelingen, zodat er voldoende tijd blijft voor implementatie richting 2030.

ETS2

De Fit-for-55 herziening van de richtlijn van het Europese emissiehandelssysteem introduceert een tweede emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving, wegtransport en overige sectoren (ETS2). Voor het berekenen van de verwachtte veilinginkomsten van het ETS2 voor Nederland is het nodig om een raming te maken van het aantal te veilen emissierechten en de prijs van deze rechten. Beide zijn met onzekerheid omringd omdat ze afhangen van toekomstige marktontwikkelingen. De veiling van ETS2-emissierechten zal naar verwachting starten in 2027. Dit kan met maximaal één jaar worden uitgesteld door de Europese Commissie, indien in 2026 de energieprijzen nog te hoog liggen. Op basis van de huidige verwachtingen zal dit uitstel niet plaatsvinden en daarom wordt in deze raming uitgegaan van een start van de veilingen per 2027. Om een soepele start van de veilingen en voldoende liquiditeit op de markt te verzorgen zal in het eerste jaar 30% meer emissierechten geveild worden, welke in opvolgende jaren van de veilingvolumes zullen worden ingehouden om de borgende werking van het emissieplafond veilig te stellen. Het aantal te veilen rechten voor Nederland is gebaseerd op de verwachting van de Commissie van het totale ETS2-plafond, waar een verdeelsleutel (ook berekend door de Commissie) op toe is gepast. Het is nog erg onzeker tegen welke prijs de emissierechten zullen worden geveild. Om meer zekerheid te bieden over de prijs van de emissierechten, bevat het ETS2 diverse prijsbeheersingsmechanismen, waaronder een mechanisme dat in werking treedt wanneer de prijs van emissierechten het niveau van 45 euro bereikt (geïndexeerd op basis van het EU-indexcijfer van de consumptieprijzen voor 2020). In deze begroting wordt daarom uitgegaan van dit prijsniveau - inclusief verwachte ontwikkelingen van het EU indexcijfer - bij de berekening van de verwachtte ETS2-veilinginkomsten voor Nederland. Het is mogelijk dat de prijs hoger of lager zal uitvallen, waardoor de totale veilinginkomsten voor Nederland anders zullen uitvallen.

CO2-heffing

Per 1 januari 2023 is de minimum CO2-prijs industrie geïntroduceerd. Deze minimumprijs beoogt investeringszekerheid te bieden en geldt als bodem voor de verwachte ETS-prijs. Per 1 januari 2024 wordt het tarief van de minimum CO2-prijs aangescherpt naar aanleiding van een tariefstudie.

De nationale CO2-heffing industrie is per 1 januari 2023 aangescherpt door aanpassing van de nationale reductiefactor. Hiermee wordt ten opzichte van de reductiedoelstelling van 14,3 Mton uit het Klimaatakkoord ingezet op een extra CO2-reductie van 4 Mton CO2 in 2030, zoals is afgesproken in het Coalitieakkoord.

Verder is aangekondigd de CO­­2-heffing industrie te verlengen naar 2032. Momenteel wordt bezien en uitgewerkt in welke hoedanigheid deze verlenging kan plaatsvinden.

Beleidswijzigingen Energiebeleid

Nationaal Programma Energiebesparing

Energie die we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken, te betalen, te importeren of te transporteren. Energiebesparing is daarom essentieel voor een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem. Het kabinet vindt het belangrijk dat er een meer samenhangende sturing op energiebesparing komt. Het kabinet werkt daartoe aan het Nationaal Programma Energiebesparing. Binnen dit programma wordt invulling gegeven aan het indicatieve nationale doel en de sectorale streefwaarden voor energiebesparing die eind 2023 worden vastgesteld. Zodoende wordt mede invulling gegeven aan de Europese doelstellingen vanuit de Energie Efficiëntie Richtlijn (EED) op het gebied van energiebesparing.

Ondanks de aangescherpte inspanning op het klimaatbeleid die ook effect heeft op energiegebruik is de verwachting dat het huidige beleid nog niet voldoende is om de sectorale streefwaarden te realiseren. De inschatting is dat een aanscherping van beleid nodig is. Hiertoe zal het kabinet in 2024 maatregelen in kaart brengen die, in aanvulling op of als bijstelling van het beleidsprogramma, aanvullende besparing realiseren. In het najaar zal de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang van de uitwerking van dit traject.

Windenergie op zee

Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op extra windenergie op zee. Om deze extra windenergie op zee mogelijk te maken zijn er in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aangewezen waarin ruimte is voor 10,7 GW extra windenergie tot en met 2030: bovenop de huidige plannen komt het dan tot een totaal van circa 21 GW rond 2030. De windparken zelf zijn subsidievrij en de kosten ervan worden verrekend via de energierekening. De kosten voor de aanlanding worden verrekend in de nettarieven van TenneT. Het realiseren van extra windenergie op zee veroorzaakt inpassingskosten voor andere sectoren. Het gaat dan onder andere om kosten die samenhangen met de borging van de scheepvaartveiligheid, de versterking en bescherming van het Noordzee-ecosysteem, sanering en innovatie van de visserijsector en een goede inpassing van de stroomaansluiting op land. Vanuit het Klimaatfonds is € 1,69 mld hiervoor gereserveerd. Het gaat daarbij alleen om incidentele kosten en investeringen. De structurele kosten voor de ruimtelijke inpassing worden doorbelast aan de windparkexploitanten. De precieze vormgeving hiervan in de vergunningssystematiek (tenders) wordt nog uitgewerkt.

Overige verduurzaming van de productie van elektriciteit

De Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie verbiedt de inzet van kolen bij elektriciteitsproductie in centrales vanaf 2030. Daarnaast wordt ingezet op het ombouwen van gascentrales zodat deze CO2-vrij gas kunnen inzetten, onder andere door de inzet van waterstof. Daarnaast wordt gekeken of het mogelijk is om de kerncentrale Borssele langer open te houden en zet het Kabinet stappen voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales.

Energiesysteem

De energietransitie is volop in ontwikkeling. Daarom heeft het kabinet in 2023 het concept van het Nationaal Plan Energiesysteem ontwikkeld, een visie voor het energiesysteem in 2050 en de ontwikkelpaden daar naar toe. Het kabinet geeft daarmee meer samenhangende sturing op de energietransitie om de ontwikkeling naar een circulaire en klimaatneutrale samenleving te faciliteren. Het Nationaal Plan Energiesysteem, dat de vertaling is van deze samenhangende sturing, verscheen in concept voor de zomer van 2023 zodat het mee kon worden genomen in het klimaatplan (INEK). In december 2023 verschijnt de definitieve versie.

Het ontwerp-Programma Energiehoofdstructuur (PEH) is mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) voor de zomer 2023 aan de Tweede Kamer gestuurd. Het PEH bevat de ruimtelijke planning van de energie-infrastructuur van nationaal belang richting 2050 en voedt de nieuwe Nota Ruimte, die het kabinet o.l.v. de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in 2024 beoogt op te leveren. 

Transitie inzet diepe ondergrond voor de energietransitie

In het verlengde van het Nationaal Plan Energiesysteem en het Programma Energiehoofdstructuur zal voor afbouw van bestaand gebruik en het realiseren van toekomstig gebruik van de diepe ondergrond een transitieplan Noordzee en een transitieplan voor activiteiten op land uitgewerkt worden. Uitgangspunt is betrokkenheid van de samenleving en maatschappelijk en politiek gedragen keuzes, zodat duidelijkheid verschaft wordt over welke activiteiten op welke plaats in Nederland uitgevoerd mogen worden. Hierbij is met name de planning van het gebruik van zoutcavernes en uitgeproduceerde gasvelden voor de opslag van energiedragers van belang.

Hernieuwbare waterstof

Het kabinet werkt aan de opschaling van hernieuwbare waterstof. Daarbij zet het kabinet in op het realiseren van elektrolysecapaciteit in Nederland (500 MW in 2025 en ten minste 4 GW in 2030) en het opzetten van importketens. Er is middels het Meerjarenprogramma 2024 € 2,1 mld uit het Klimaatfonds toegekend. Dit is onder andere bestemd voor de opschalingstender van € 250 mln voor projecten tot 50 megawatt (MW) en ondersteuning van gebruik van hernieuwbare waterstof in raffinaderijen. Het kabinet heeft ook middelen beschikbaar gesteld voor elektrolyse onshore 500 ‒ 100 MW (€ 1 mld), grootschalige waterstof (€ 125 mln) en voor de ontwikkeling van waterstofnetwerk op zee (€ 50 mln). Voor het stimuleren van import van waterstof (dragers), via H2Global, heeft het kabinet € 300 mln toegekend. Ook komt onder het Groeifondsprogramma GroenvermogenNL budget beschikbaar voor innovatieve pilots en demonstratieprojecten. Een eerste deel is sinds deze zomer al onder de DEI+ regeling beschikbaar gesteld. Voor grotere projecten is ondersteuning via de SDE++ al mogelijk. Met het Meerjarenprogramma 2025 is er circa € 5,4 mld gereserveerd voor waterstofmaatregelen uit het Klimaatfonds.

Energie-innovatie en opschaling

Het energie-innovatie instrumentarium is geëvalueerd gedurende 2022-2023. Hierbij gaat het om de subsidieregelingen onder de vlag van de Topsector Energie, MOOI, DEI+ en HER+. De uitkomsten van het evaluatieonderzoek zijn in juli 2023 met de Tweede Kamer gedeeld via een kamerbrief (Kamerstuk 32 813, nr. 1287). Ook is de herijking van de Integrale Kennis en Innovatie Agenda Klimaat en Energie (IKIA) en Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) voor de zomer afgerond. De conclusies en aanbevelingen van het evaluatieonderzoek zal tezamen met de herijkte innovatieprogramma’s gebruikt worden om de innovatie-inzet verder te ontwikkelen.

Risicobeleid

De verantwoordelijkheid om randvoorwaarden te creëren voor een veilige en verantwoorde energietransitie krijgt gestalte in de vorm van een set interdepartementale uitgangspunten en handreikingen waarin het huidige niveau van veiligheid ten minste wordt gewaarborgd en zo mogelijk wordt verbeterd, wanneer dat mogelijk is rekening houdend met de andere publieke belangen rond de energietransitie, zoals de voortgang, de betrouwbaarheid, de ruimtelijke inpasbaarheid en de betaalbaarheid. De uitgangspunten en handreikingen zijn gericht op beleidsvorming, vergunningverlening, communicatie en toezicht. De andere overheden zullen worden uitgenodigd deze uitgangspunten ook toe te passen. Een bijpassend uitvoeringsprogramma moet zorgen voor verdere concretisering van de nieuwe werkwijze ten aanzien van onder meer het toepassen van het specifiek vereiste basisveiligheidsniveau bij nieuwe technologieën, het omgaan met onzekerheid en voorzorg, het toepassen van «safe by design» als uitgangspunt, het leren van incidenten zonder beleidsmatige overreactie, het omzetten van de nieuwe werkwijze in beleid en regelgeving voor specifieke technologie en het correct toepassen van de nieuwe werkwijze in grote projecten. Een adviescommissie van bestuurders en wetenschappelijk deskundigen zal door de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Infrastruc-tuur en Milieu worden ingesteld om te adviseren bij dilemma’s rond het omgaan met risico’s en de hiervoor genoemde uitgangspunten. Daarnaast wordt, in samenwerking met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, een breed meerjarig onderzoeksprogramma opgezet voor verdieping van het begrip van de fysieke risico’s bij alle aspecten van de energietransitie (zoals aangekondigd in Kamerstuk 32 813, nr. 813), naar analogie van het onderzoeksprogramma naar klimaatadaptatie.

Daarnaast wordt een breed meerjarig onderzoeksprogramma opgezet voor verdieping van het begrip van de fysieke risico’s bij alle aspecten van de energietransitie (zoals aangekondigd in Kamerstuk 32 813, nr. 813), naar analogie van het onderzoeksprogramma naar klimaatadaptatie.

Regionale Energiestrategieën

Overal in Nederland hebben RES regio’s een bod gedaan voor hernieuwbare elektriciteit op land (wind en zon) en een regionale energiestrategie opgesteld. Op 1 juli 2021 hebben de 30 RES-regio’s hun RES 1.0 opgeleverd. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de RES 1.0 geanalyseerd. De PBL-analyse laat zien dat de RES-regio's op de goede weg zijn. De voorstellen vanuit de RES regio’s tellen op tot circa 55 TWh. PBL geeft aan dat naar schatting tussen 35,4 TWh en 46,4 TWh daadwerkelijk wordt gerealiseerd in 2030, met een middenwaarde van 40,8 TWh.

Met de oplevering van de RES 1.0 komen we in de uitvoerende fase van het RES-proces. Hierin werken de RES’en van plannen op hoofdlijnen naar steeds concretere plannen, richting realisatie van de 35TWh in 2030. In 2023 wordt door PBL wederom een analyse gemaakt om de vorderingen van het RES bod te monitoren nu we richting de uitvoerende fase gaan.

Het Nationaal Programma (NP) RES ondersteunt de regio's bij het maken van de RES'en door kennis te ontwikkelen en te delen, procesondersteuning te bieden en een lerende community te faciliteren.

Energiebelasting en Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie

Over het verbruik van elektriciteit en aardgas moet energiebelasting worden betaald.

Het kabinet verhoogt de energiebelasting voor aardgas en verlaagt de energiebelasting voor elektriciteit vanaf 2024. De overheid wil hiermee stimuleren dat huishoudens vaker kiezen voor elektrische warmteopties, zoals warmtepompen. Of voor duurzame warmteopties, zoals aardwarmte. Dit doet het kabinet door de belasting op aardgas te verhogen en de belasting op elektriciteit te verlagen, de tariefstructuur minder degressief te maken en verschillende specifieke fiscale regelingen af te schaffen. Hierdoor worden investeringen in verduurzaming gestimuleerd en zal de energiebelasting beter bijdragen aan de klimaat- en energietransitie.

Per 2023 zijn de ODE-tarieven opgenomen in de tarieven van de Energiebelasting en vanaf 2024 wordt de ODE opgeheven.

SDE++

De SDE++ levert een belangrijke bijdrage aan het kosteneffectief realiseren van de klimaat- en energietransitie. Het kabinet heeft daarom besloten om op basis van de huidige inzichten in de kasramingen een deel van de SDE-middelen in te zetten voor een openstellingsbudget van € 8 mld in 2024. Voor het verbeteren van de SDE++ vanaf 2024 zijn twee nog op te leveren onderzoeken van belang. In de eerste plaats worden de eerste drie jaar van de SDE++ (2020-2022) geëvalueerd. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2024 verwacht. In de tweede plaats vindt onderzoek plaats naar hoe zon en wind in de toekomst gestimuleerd kunnen worden. Hiervan worden de resultaten in het najaar van 2023 verwacht. Deze evaluaties worden gebruikt om de SDE++ vanaf 2024 vorm te geven.

Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw)

De verduurzaming van de gebouwde omgeving zal naar verwachting voor ongeveer een derde van de woningen middels collectieve warmtenetten plaatsvinden. De Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) heeft als doel om gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden en bevoegdheden te geven ten aanzien van realisatie van collectieve warmtevoorzieningen. Dit zal resulteren in collectieve warmtevoorziening die voor iedereen in de wijk een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam alternatief is voor aardgas. Bewoners, gebouweigenaren, gemeenten en bedrijven hebben behoefte aan duidelijkheid. De planning is om de Wcw 1 januari 2025 inwerking te laten treden. Om de realisatie van warmtenetten te stimuleren is in 2023 de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) opengesteld voor het afdekken van de onrendabele top van het warmtenet. Het betreft een meerjarige openstelling voor cumulatief € 1,6 mld uit het Klimaatfonds.

Leveringszekerheid gas

In 2022 en 2023 is hard gewerkt aan het terugdringen van de afhankelijkheid van de import van aardgas uit Rusland, enerzijds door besparing en versnellen van de energietransitie en anderzijds door het diversifiëren van importstromen en maatregelen om de leveringszekerheid te borgen. Onder meer is de LNG-importcapaciteit in Nederland in 2022 verdubbeld en wordt richting 2025 en 2026 door marktpartijen gewerkt aan verdere uitbreiding van de LNG-importcapaciteit. Daarnaast zijn maatregelen getroffen om de gasopslagen voor ten minste 90% te vullen. Onder meer wordt een subsidiemaatregel ingericht voor het vullen van gasopslag Bergermeer in het vulseizoen 2023 en is een subsidieopdracht verstrekt aan EBN (Kamerstuk 29 023, nr. 394). De kosten hiervoor worden teruggehaald via een heffing. Mogelijk zijn in 2024 vergelijkbare maatregelen nodig om de gasopslagen te vullen.

Als gevolg van de oorlog in Oekraïne zijn ook sancties noodzakelijk. In het In het vijfde sanctiepakket van de Europese Unie van 8 april 2022 is afgesproken dat alle aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven (gemeenten, onderwijsinstellingen, waterschappen etc.) in Nederland hun energiecontracten met Russische partijen moesten opzeggen voor 10 oktober 2022. Voor een specifieke groep aanbestedende diensten die door deze maatregel is getroffen, is een tegemoetkoming voorzien (Kamerstuk 36045, nr. 161).

Uitwerking landenspecifieke aanbevelingen (motie Schouw)

De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifiekeaanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. In het Coalitieakkoord is afgesproken een Klimaatfonds in te stellen, met daarin een perceel gericht op de financiering van infrastructuur voor een duurzame energiesysteem. Voor de ontwikkeling van het efficiënt reduceren van CO₂-emissies is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO₂-reductie: de SDE++. Voor maatregelen die kosteneffectief bijdragen aan CO₂-reductie, maar die op dit moment niet onder de SDE++ vallen, is eveneens een specifiek perceel binnen het Klimaatfonds ingericht dat zich richt op de opschaling van hernieuwbare energiedragers. Over de uitwerking hiervan zal de Kamer geïnformeerd worden.

De Europese Commissie heeft in 2021 vooralsnog geen landenspecifieke aanbevelingen gedaan voor het beleid op het gebied van klimaat en energie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 28.512.525 26.544.630 11.775.356 2.473.709 2.269.435 2.017.515 1.899.422
Uitgaven 8.880.062 8.375.216 4.543.049 4.074.300 6.525.875 6.467.639 6.433.953
Subsidies (regelingen) 4.912.846 7.074.752 3.605.154 2.935.359 5.396.465 5.358.451 5.302.166
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 59.862 63.602 55.465 56.635 49.303 46.855 43.200
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 29.610 45.319 42.000 25.540 0 0 0
Energie-efficiency 1.273 2.624 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368
Green Deals 45 462 500 500 500 500 500
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) 71.256 77.226 90.251 126.609 87.770 66.937 99.761
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 3.307 3.424 1.696 1.696 1.696 1.696 0
Projecten Klimaat en Energieakkoord 2.227 5.802 13.452 8.490 2.847 4.447 4.447
SDE 474.419 0 200.000 0 530.000 506.000 473.000
SDE+ 398.502 485.275 307.428 591.688 2.825.146 2.748.955 2.631.795
SDE++ 0 832.375 280.367 91.875 658.286 967.592 1.115.512
Aardwarmte 17.500 30.000 37.500 12.500 12.500 0 0
ISDE-regeling 249.518 591.320 686.290 806.950 272.900 97.700 97.700
Carbon Capture Storage (CCS) 2.677 3.170 4.664 3.780 5.113 5.380 5.380
Hoge Flux Reactor 6.401 6.440 6.925 6.925 6.925 6.925 6.925
Caribisch Nederland 34.887 21.777 13.344 4.144 4.144 4.144 4.144
Overige subsidies 57.565 92.897 62.391 57.391 77.393 75.058 50.133
Opschalingsinstrument waterstof 0 1000 389.000 318.000 268.000 275.000 202.000
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 496 0 0 6.000 7.691 14.839 19.372
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB 8.424 5.489 9.000 0 0 0 0
IPCEI waterstof 45 175.724 396.815 354.716 259.271 241.515 178.645
Vulmaatregelen gasopslag 0 70.000 340.400 253.500 0 0 0
MIEK 1.039 5.908 14.450 13.040 1.500 0 0
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 0 3.337 4.087 5.212 5.212 1.000 1.000
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) 0 130.000 110.000 60.000 80.000 80.000 40.000
NGF-project NieuweWarmteNu! 0 17.820 37.620 49.500 39.600 25.740 29.084
Tegemoetkoming energieprijzen 2022 3.123.553 9.345 0 0 0 0 0
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 370.240 3.797.830 100.000 0 0 0 0
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten 0 20.000 50.000 4.000 0 0 0
Tegemoetkoming blokaansluitingen 0 513.335 178.641 0 0 0 0
Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten 0 26.551 0 0 0 0 0
Investeringen waterstofbackbone 0 36.700 34.500 53.300 118.300 155.800 277.200
NGF - project Circulaire zonnepanelen 0 0 135.000 0 0 0 0
Geothermie (Klimaatfonds) 0 0 1.000 21.000 80.000 30.000 20.000
Leningen 1.061.400 84.000 24.000 17.000 0 0 0
Lening EBN 61.400 19.000 24.000 17.000 0 0 0
Lening EBN voor vullen Bergermeer 1.000.000 0 0 0 0 0 0
Lening InvestNL 0 65.000 0 0 0 0 0
Garanties 0 175.600 0 0 0 0 0
Garantie CCS/Porthos 0 175.600 0 0 0 0 0
Opdrachten 16.234 96.795 76.433 57.372 49.763 45.163 43.706
Onderzoek mijnbouwbodembeweging 2.552 3.510 1.590 1.240 1.490 1.490 1.410
SodM onderzoek 1.153 1.914 2.188 2.303 2.481 2.500 2.500
Uitvoeringsagenda klimaat 320 153 473 473 473 473 473
Klimaat mondiaal 139 1.084 370 420 420 420 420
Onderzoek en opdrachten 12.070 65.243 47.507 36.131 28.094 23.475 22.098
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) 0 14.391 16.805 16.805 16.805 16.805 16.805
Energiehulp Oekraïne 0 10.500 7.500 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 106.102 146.313 131.906 126.998 124.847 121.249 115.802
Bijdrage RVO.nl 90.998 121.214 96.476 93.367 91.255 91.149 91.149
Bijdrage RDI 4.002 4.801 9.041 6.814 7.360 3.885 3.885
Bijdrage NEa 7.197 15.214 18.432 18.860 18.272 18.270 12.823
Bijdrage KNMI 1.424 1.834 2.313 2.313 2.313 2.313 2.313
Bijdrage NVWA 846 968 968 968 968 968 968
Bijdrage RIVM 0 0 2.763 2.763 2.765 2.755 2.755
Bijdrage RWS 1.635 2.282 1.913 1.913 1.914 1.909 1.909
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 134.579 151.872 150.657 149.957 147.968 147.937 147.937
Doorsluis COVA-heffing 96.233 108.639 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000
TNO kerndepartement 36.965 41.324 37.580 36.880 34.891 34.860 34.860
TNO SodM 1.381 1.909 2.077 2.077 2.077 2.077 2.077
Bijdrage aan medeoverheden 13.236 405.853 543.993 775.121 794.513 782.579 812.082
Uitkoopregeling 2.454 2.861 0 0 0 0 0
Regeling toezicht energiebesparingsplicht 10.732 13.768 16.760 12.834 10.834 0 0
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 50 389.224 527.233 762.287 783.679 782.579 812.082
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 9.110 14.031 10.906 12.493 12.319 12.260 12.260
Nuclear Research Group (NRG) 7.789 8.382 6.685 8.272 8.272 8.272 8.272
Internationale contributies 1.321 2.208 1.790 1.790 1.790 1.790 1.790
PBL Rekenmeesterfunctie 0 2.441 2.431 2.431 2.257 2.198 2.198
ILT handhaving F-gassen 0 1.000 0 0 0 0 0
Storting/onttrekking begrotingsreserve 2.626.555 226.000 0 0 0 0 0
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie 2.626.555 226.000 0 0 0 0 0
Ontvangsten 6.819.604 2.441.772 1.935.077 1.883.970 2.305.218 5.855.218 4.649.802
Ontvangsten COVA 96.233 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000 111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE++) 2.825.906 225.000 5.000 0 0 0 0
Ontvangsten zoutwinning 3.288 2.511 2.511 2.511 2.511 2.511 2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 1.576.186 454.186 404.186 154.186 304.186 304.186 104.186
ETS-ontvangsten 1.135.862 1.350.000 1.400.000 1.450.000 1.700.000 5.250.000 4.250.000
Diverse ontvangsten 116.008 235.575 12.380 17.798 39.046 39.046 33.630
Heffing gasleveringszekerheid 0 0 0 148.475 148.475 148.475 148.475
Ontvangsten lening EBN Bergermeer 1.002.656 0 0 0 0 0 0
Opbrengsten tenders Wind op Zee 63.465 63.500 0 0 0 0 0
waarvan garantieverplichtingen 799.000 219.800
waarvan overige verplichtingen 27.713.525 26.324.830 11.775.356 2.473.709 2.269.435 2.017.515 1.899.422

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 51%
bestuurlijk gebonden 48%
beleidsmatig gereserveerd 1%
nog niet ingevuld/vrij te besteden %

Juridisch verplicht

Van het voor 2024 beschikbare budget is 51% juridisch verplicht.

  1. Subsidies (regelingen): het percentage juridisch verplicht (40%) wordt vooral veroorzaakt door de langjarige verplichtingen die voor de subsidieregelingen HER+, ISDE, MOOI/TSE en DEI+ zijn aangegaan en die in 2024 uitbetaald dienen te worden. Ook voor het Flankerend beleid Wind op zee, dat vanuit het SDE+-budget gefinancierd wordt, worden met name voor de locatieonderzoeken voor windparken op zee langjarige verplichtingen aangegaan. Daarnaast is ook aan TenneT een langjarige subsidie toegezegd voor de aanleg van het net op zee. Ook wordt een deel van de toezegging aan Denemarken voor de statistische overdracht in 2024 uitbetaald. Voor het waterstof-backbone project wordt naar verwachting in 2023 een omvangrijke subsidieverplichting naar de Gasunie aangegaan die tot een aanzienlijke kasbetaling in 2024 zal leiden. Tenslotte zullen ook de openstellingen van de IPCEI-waterstofprojecten (golf 1, 2, 3 en 4) en doorwerking van de vulmaatregelen gasopslagen en het tijdelijk prijsplafond 2023 leiden tot grote kasgevolgen voor 2024.
  2. Leningen: de lening aan EBN is voor 96% juridisch verplicht.
  3. Opdrachten: circa 25% van het in 2024 voor opdrachten beschikbare budget is juridisch verplicht, met name bij de energienoodhulp aan Oekraíne, de RCR-projecten en de kernenergieprojecten is een flink deel van het beschikbare budget al jurigisch verplicht.
  4. Bijdragen aan agentschappen: de odrachten aan de agentschappen worden voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt en zijn daarmee 100% juridisch verplicht.
  5. Bijdragen aan ZBO's/RWT's: hier speelt vooral de doorsluis van de COVA-heffing aan de Stichting COVA voor het aanhouden van strategische olievoorraden. Omdat dit een wettelijke taak is, is dit voor 100% juridisch verplicht.
  6. Bijdragen aan medeoverheden: dit budget is voor 98% jurigisch verplicht, omdat de verplichtingen hiervoor in 2024 meerjarig zijn aangegaan.
  7. Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: het voor 2024 beschikbare budget is voor 64% juridisch verplicht, vooral omdat de bijdrage aan NRG voor 2024 juridisch verplicht is.

Bestuurlijk gebonden

Het percentage bestuurlijk gebonden (48%) wordt deels bepaald door de afspraak dat middelen die overblijven op de SDE, de SDE+, de SDE++, de ISDE en de HER+ beschikbaar moeten blijven voor latere investeringen in duurzame energieproductie of CO2-reductie en dus in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort moeten worden. Ook de middelen die vooruitlopend op de vorming van het Klimaatfonds in 2024 al aan de EZK-begroting zijn toegekend zijn gebonden: eventueel in 2024 overblijvende middelen schuiven door naar 2025, mits de Europese begrotingregels hier ruimte voor bieden, of vloeien terug naar het Klimaatfonds. Hetzelfde geldt voor de middelen die vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) beschikbaar zijn gesteld: ook de onderuitputting op deze middelen schuift of door naar 2025 of vloeit terug naar het NGF.

Beleidsmatig gereserveerd

Het kleine budget aan middelen dat nog resteert (1%) is beleidsmatig gereserveerd, onder andere voor het voeren van publiekscampagnes, het doen van onderzoek ter ondersteuning van het mijnbouwbeleid en het klimaatbeleid en voor het uitvoeren van projecten in het kader van de Rijkscoördinatieregeling (RCR), op het gebied van de leefomgeving, van het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) en het Meerjarenprogramma Energie en Klimaat (MIEK)

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

De Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) regeling ondersteunt integrale innovatieve oplossingen die wezenlijk bijdragen aan het realiseren van de doelen uit het Klimaatakkoord. De MOOI stimuleert een brede samenwerking van bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden die samen een consortium kunnen vormen en actief worden uitgedaagd om eindgebruikers, ontwikkelaars en vernieuwers en uitdagers uit het MKB te betrekken. Op die manier hebben innovaties een grotere kans op succes. De MOOI richt zich op de thema’s 'Wind op zee', 'Hernieuwbare energie op land', «Gebouwde omgeving» en 'Industrie'. De Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP's) van de Topsector Energie beschrijven de innovatieopgaven van deze klimaatdoelen en vormen de basis voor de inhoud van de MOOI-regeling. De MOOI-regeling wordt breed opengesteld, mede met een bijdrage vanuit het Ministerie van BZK en vanuit artikel 2 van de EZK-begroting. De MOOI-regeling wordt elke twee jaar opengesteld: in 2024 is een nieuwe openstelling voorzien. De MOOI-regeling is grotendeels in de plaats gekomen van de aparte TSE-subsidiemodules, om zo meer focus te leggen op de ontwikkeling van integrale innovatieve concepten en bredere benodigde samenwerkingsverbanden gericht op CO2-reductie. Er zijn echter nog enkele andere TSE-subsidiemodules waarin kleinere innovatieve projecten gefaciliteerd kunnen worden voor de gebouwde omgeving, de industrie, op het gebied van systeemintegratie en brandstoffen. Hiervoor is een jaarlijkse openstelling voorzien.

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

De subsidie Hernieuwbare Energietransitie (HER+) heeft als doel om de klimaat- en energiedoelstellingen tegen minder kosten te realiseren door innovatieve projecten. De innovaties uit de gesubsidieerde projecten moeten leiden tot een besparing op de toekomstige uitgaven aan subsidies voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE++). De regeling werkt daarom als een soort voorportaal van de SDE++ en wordt gefinancierd uit een afgezonderd deel van de SDE-middelen. De regeling is inmiddels verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie in lijn met de SDE++.

Energie-efficiëntie

EZK financiert projecten ter realisatie van het Uitvoeringsprogramma Energiebesparing. Het Uitvoeringsprogramma is gericht op de realisatie van CO2-reductie en het behalen van de energiebesparingsdoelen in het Klimaatakkoord.

Green Deals

Green Deals zijn gericht op het ruimte geven aan vernieuwende initiatieven uit de samenleving om de transitie naar een duurzame economie te versnellen. De Green Deal aanpak is sinds 2011 een onderdeel van het groene groei beleid van de opeenvolgende kabinetten. Zij kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de innovatie, opschaling en uitrol van de afspraken in het Klimaatakkoord. De onderwerpen van deze energiedeals zijn zeer divers, variërend van participatie van de omgeving, kennisdeling, technische en juridische verkenningen in relatie tot duurzame energieprojecten, veiligheidsaspecten, energiebesparing, warmtenetten, aardwarmte tot elektrisch vervoer. Green Deals zijn grotendeels budgetneutraal: er is een kleine hoeveelheid procesgeld (€ 0,5 mln per jaar) beschikbaar om initiatieven verder te brengen. Een compleet overzicht van Green Deals is te vinden op: http://www.greendeals.nl/.

Demonstratieregeling Energie-en Klimaatinnovatie (DEI+)

De Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) komt voort uit het Energieakkoord en is vanaf 2019 in lijn gebracht met het Klimaatakkoord. De DEI+ is gericht op de commercialisering van pilot- en demonstratieprojecten van energie- en klimaatinnovaties die een bijdrage kunnen leveren aan Nederlandse CO2-reductieopgaven. Flexibilisering van het energiesysteem, omgevingsveiligheid en optimale ruimtelijke benutting van het energielandschap horen daar ook bij. Het Ministerie van BZK maakt tevens gebruik van de DEI+-regeling voor het faciliteren van zijn beleidsterreinen op het gebied van de gebouwde omgeving (stimuleren hybride warmtepompen en isolatiemaatregelen). Ook in 2024 is een openstelling voorzien. Vanuit het Klimaatfonds is totaal € 100 mln toegekend voor het demonstreren van vergassingsprojecten op schaal voor de productie van groen gas, biobrandstoffen en biogrondstoffenvergassing.

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

Bij amendement (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 117 en Kamerstuk 37 775 XIII, nr. 113) heeft de Tweede Kamer gevraagd om de instelling van een Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) die tot doel heeft innovatieve manieren om de scheepsbouw te verduurzamen te stimuleren. Op basis van de tussentijdse evaluatie (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 83) zijn middelen gereserveerd om deze regeling tot en met 2022 open te stellen voor een bedrag van € 4,6 mln per jaar. Op basis van het bij de begrotingsbehandeling 2023 ingediende amendement-Van Strien c.s. (Kamerstuk 35 200 XIII, nr. 85) over de verlenging van de SDS is voor het jaar 2023 nog eenmalig een openstellingsbudget van € 3 mln beschikbaar gekomen. De in de tabel opgenomen bedragen betreffen de betalingen op de subsidiebeschikkingen die zijn of worden afgegeven op basis van de openstellingen uit de jaren tot en met 2023.

Projecten Klimaat- en Energieakkoord

Vanuit dit budget worden diverse projecten gefinancierd ter ondersteuning van het Klimaatakkoord, zoals publiciteitscampagnes ter ondersteuning van het klimaatbeleid, monitoring en evaluatie van het klimaatbeleid, de Wetenschappelijke Adviesraad Klimaat en het Burgerforum.

Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)

De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is de opvolger van de regeling Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP). De SDE is een exploitatiesubsidie die het verschil vergoedt tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs (de onrendabele top) voor projecten op het gebied van hernieuwbaar gas en hernieuwbare elektriciteit. Met ingang van 2013 is de SDE omgevormd en aangepast tot de SDE+. Vanwege de sterk gestegen energieprijzen is de onrendabele top voor 2023 nihil: het voor 2023 beschikbare budget is in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie gestort, vandaar dat er voor 2023 geen budget meer beschikbaar is.

Stimulering Duurzame Energieproductie+ (SDE+)

In het Energieakkoord voor duurzame energie is afgesproken dat Nederland in 2020 een aandeel van 14% hernieuwbare energieproductie zou moeten hebben. Verder is afgesproken dat dit aandeel in 2023 16% zal zijn. Het belangrijkste instrument dat het kabinet heeft om dit te realiseren is de SDE+. De SDE+ richt zich op de opties hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en hernieuwbare warmte en subsidieert het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs, de zogenaamde onrendabele top. Uit het SDE+-budget wordt ook de aanleg van het net op zee door TenneT en het flankerend beleid rond SDE+ en Wind op Zee gefinancierd.

In 2022 is binnen het SDE+-budget voor de realisatie van 21GW windenergie op zee tot en met 2030 een bedrag van € 150 mln gereserveerd. Hiermee wordt de voorbereiding, inpassing en uitvoering door het Rijk van de uitrol van wind op zee mogelijk gemaakt. Met de middelen worden met name (locatie)onderzoeken gefinancierd: geotechnisch onderzoek naar de bodemcondities en onderzoek naar windsnelheden, morfologie, archeologie en ecologie. De middelen zijn niet alleen voor EZK bestemd, maar ook voor de ministeries van IenW, LNV en (voor een klein deel) J&V: hun aandeel zal al naar gelang hun financieringsbehoefte naar de verschillende departementale begrotingen worden overgeheveld. Naast deze € 150 mln is in 2023 € 127 mln aan opbrengsten van de tenders wind op zee Hollandse Kust (West) aan het beschikbare SDE+-budget toegevoegd. Ook is in 2023 € 72,3 mln aan door RVO terugontvangen SDE-subsidievoorschotten aan het SDE+-budget toegevoegd om de tekorten op het flankerend beleid Wind op Zee te dekken.

Om dezelfde reden als bij de SDE-regeling (onrendabele top die nihil is geworden) is het voor de uitfinanciering op de SDE+-regeling zelf beschikbare budget in de jaren 2023, 2024 en 2025 bij 1e suppletoire begroting 2023 met in totaal € 4,3 mld afgeroomd ter financiering van het tekort dat was ontstaan door het energiepakket (waaronder het prijsplafond 2023). Het budget voor 2025 is daarnaast met € 1,65 mld afgeroomd ter financiering het het pakket aan klimaatmaatregelen dat het huidige kabinet heeft gepresenteerd (Kamerstuk32 813, nr. 1230).

Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)

Met ingang van de najaarsronde 2020 is de SDE+ omgevormd tot de SDE++, zodat naast hernieuwbare energieproductie ook CO₂-reducerende technologieën in aanmerking komen voor subsidie. Doordat in de SDE++ (net als in de SDE+) goedkopere projecten voorrang hebben bij het verkrijgen van subsidie en er concurrentie is tussen verschillende vormen van CO₂-reducerende technologieën, zal op de meest kosteneffectieve wijze de reductie van CO₂ worden gestimuleerd. De totale uitgaven zijn afhankelijk van de beschikbare projecten en de ontwikkeling van de ETS- en de energieprijs. Voor de SDE++ geldt dat de openstelling 2023 (€ 8 mld) geheel in 2023 verplicht zal worden: hiermee is in het beschikbare verplichtingenbudget voor 2023 rekening gehouden. Voor de openstelling 2024 wordt eveneens rekening gehouden met een openstelling van de SDE++ van € 8 mld. Uit het SDE++-budget worden ook de nadeelcompensatie van de productiebeperking van de kolencentrales en de statistische overdracht met Denemarken gefinancierd. In het budget voor 2024 wordt opnieuw uitgegaan van een subsidieloze tender Windenergie op Zee.

Doordat ook bij de SDE++-regeling sprake is van vrijwel geen uit te betalen subsidievoorschotten als gevolg van de gestegen energieprijzen, ontstaat er incidenteel € 300 mln ruimte in de SDE++-middelen voor 2025 die is ingezet ter financiering van het op 26 april 2023 gepresenteerde klimaatpakket (zie ook bij SDE+).

Inclusief de middelen uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie is er in de meerjarencijfers in de periode 2023-2032 € 36,5 mld beschikbaar (€ 33,0 mld aan budget en € 3,5 mld resterend in de reserve ultimo 2032) voor uitgaven voor de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ en de ISDE, alsmede voor de uitvoeringskosten van deze duurzame energietransitieregelingen. Deze beschikbare middelen zijn gebaseerd op:

  1. de bij het Energieakkoord gemaakte raming van de benodigde kasmiddelen voor de doelstellingen van 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023;
  2. de middelen die in het kader van het Klimaatakkoord meerjarig zijn toegevoegd;
  3. de middelen die van 2023 tot en met 2028 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-III meerjarig uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie aan het SDE+-budget zijn toegevoegd (totaal € 1,7 mld);
  4. de middelen die in 2022 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-IV uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie aan het SDE++-budget zijn toegevoegd (€ 1,572 mld).
  5. Middelen die vanuit het Klilmaatfonds aan de EZK-begroting zijn toegevoegd.
Meerjarencijfers 2023 t/m 2032 0 2.537 19.4571 7.5932 113 2.945 357 33.002
Begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie per 1-1-2023 73 702 4.038 92 24 102 5.030
Geplande meerjarige stortingen in begrotingsreserve (2023-2032) 226 226
Geplande meerjarige onttrekkingen aan begrotingsreserve (2023-2032) ‒ 700 ‒ 1.040 ‒ 1.740
Totaal beschikbaar 2023-2032 73 2.765 22.455 7.685 137 3.047 357 36.518
Totaal openstaande juridische verplichtingen over periode 2023-2032 per 01/01/2023 0 4.007 30.660 8.647 50 46 36 43.446
- waarvan op subsidiebeschikkingen MEP, SDE of SDE+ 0 4.007 28.498 8.447 40.952
- waarvan op flankerend beleid 151 151
- waarvan op subsidie TenneT (aanleg net op zee) 2.011 2.011
- waarvan statistische overdracht 200 200
  1. Budget SDE+ is inclusief toevoeging van € 1,7 mld uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie.
  2. Budget SDE++ is inclusief de toevoeging van € 1,572 mld uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie waarover in de Startnota van het kabinet Rutte-IV afspraken zijn gemaakt.

De tussen 2023-2032 totaal beschikbare € 36,5 mld (inclusief de middelen in de begrotingsreserve) is volgens bovenstaand overzicht 100% juridisch verplicht. Maar omdat lang niet alle juridische verplichtingen (geheel) tot betaling zullen komen, zal bij de huidige inzichten € 4,8 mld nodig zijn voor uitgaven in de periode 2023-2032 op verplichtingen die tot en met 31 december 2022 zijn aangegaan op de SDE-, de SDE+- en de SDE++-regelingen. Naast de betalingen op de subsidieregelingen is ook een bedrag van bijna € 2,4 mln juridisch verplicht op het flankerende beleid, de aanleg van het net op zee door TenneT en de statistische overdracht aan Denemarken. De resterende € 29,3 mld is gereserveerd voor de subsidieverleningen die in 2023 zijn en worden afgegeven en om in de periode 2024-2032 nieuwe subsidiebeschikkingen te kunnen afgeven via de SDE++, de HER+ en de ISDE, om de productiebeperking van kolenecentrales, al het flankerend beleide rond de SDE++ en de windpareken op zee (bijvoorbeeld locatieonderzoeken) en de uitvoeringskosten van RVO te financieren.

MEP 0
SDE 0 200 0 530 506 473 459 364 5 2.537
SDE+ 485 307 592 2.825 2.749 2.632 2.421 2.207 2.648 2.591 19.457
SDE++ 832 280 92 658 968 1.116 1.185 1.172 645 645 7.593
HER+ 45 42 26 113
ISDE 591 686 807 273 98 98 98 98 98 98 2.945
Uitvoeringskosten RVO.nl 46 39 37 35 35 35 35 35 30 30 357
Totaal budget regelingen 1.999 1.554 1.554 4.321 4.356 4.354 4.198 3.876 3.426 3.364 33.002
Stand reserve duurzame energie en klimaattransitie ultimo 2022 5.030 5.030
Storting in reserve 226 226
Onttrekking reserve ‒ 454 ‒ 404 ‒ 154 ‒ 304 ‒ 304 ‒ 104 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 1.740
Saldo stortingen en onttrekkingen per jaar ‒ 228 ‒ 404 ‒ 154 ‒ 304 ‒ 304 ‒ 104 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 1.514
Stand reserve duurzame energie en klimaattransitie ultimo 2032 3.516
Stand reserve ultimo 4.802 4.398 4.244 3.940 3.636 3.532 3.528 3.524 3.520 3.516
Beschikbare middelen incl. reserve 2032 (cumulatief) 36.518
SDE, SDE+, SDE++
Beschikbaar budget 1.318 788 684 4.013 4.223 4.220 4.065 3.743 3.297 3.235 29.586
Geraamde betalingen 1.331 355 392 345 680 1.491 2.046 2.325 2.263 2.147 13.376
waarvanSDE regelingen 14 9 7 18 353 1.171 1.752 2.045 2.073 1.957 9.399
waarvan flankerend beleid 184 122 133 87 86 91 74 75 852
waarvan TenneT aanleg net op zee 301 190 190 190 190 190 190 190 190 190 2.011
waarvan statistische overdracht 102 34 34 171
waarvan nadeelcompensatie kolencentrales 730 730
Over/tekort ‒ 14 432 292 3.669 3.543 2.729 2.018 1.418 1.035 1.088 16.210
HER+
Beschikbaar budget 45 42 26 113
Geraamde betalingen 36 42 26 104
Over/tekort 9 0 0 9
ISDE
Beschikbaar budget 591 686 807 273 98 98 98 98 98 98 2.944
Geraamde betalingen 591 686 807 273 98 98 98 98 98 98 2.944
Over/tekort 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitvoeringsksoten RVO
Beschikbaar budget 46 39 37 35 35 35 35 35 30 30 359
Geraamde betalingen 46 39 37 35 35 35 35 35 30 30 358
Over/tekort 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1

De geraamde betalingen in de bovenstaande tabel van de SDE-regelingen (SDE, SDE+ en SDE++) gaat niet uit van het maximaal uit te keren bedrag aan subsidies, maar is een realistische inschatting van de verwachte kasuitloop van de afgegeven beschikkingen op basis van de verwachte intrekking van beschikkingen, van de vertraging van energieprojecten en van de ontwikkeling van de basisbedragen van de SDE+ en SDE++ in de toekomst. Budgetten die niet tot besteding komen worden in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie gestort, zodat deze middelen beschikbaar blijven voor de subsidiëring van toekomstige duurzame energietransitieprojecten. Indien de beschikbare kasmiddelen onvoldoende zijn zal er budget aan de reserve worden onttrokken om de tekorten te dekken.

Aardwarmte

In het SCAN project werken EBN en TNO sinds 2018 samen om de ondergrond in Nederland beter in kaart te brengen, zodat inzicht verkregen kan worden in het volledige potentieel van aardwarmte in Nederland en mogelijke risico’s van geothermie beter te kunnen inschatten. Om de versnelling en ontwikkeling van aardwarmte mogelijk te maken, worden t/m 2026 extra middelen voor dit project gereserveerd om de kennis van de ondergrond verder uit te breiden.

InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (ISDE)

De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) betreft een tegemoetkoming voor investeringen in zonneboilers, warmtepompen, energiebesparende isolatiemaatregelen, aansluiting op een warmtenet en een elektrische kookvoorziening. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de ISDE jaarlijks voor € 100 mln wordt opengesteld. Bij amendement (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 16) is daarnaast in totaal € 100 mln, verdeeld over de jaren 2021 tot en met 2023, uit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie toegevoegd aan het ISDE-budget ten behoeve van investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het MKB.  Vanuit de € 6,8 mld aan extra klimaatmaatregelen die in 2021 door het vorige kabinet beschikbaar is gesteld is in 2023 € 95 mln en in 2024 € 127 mln toegevoegd voor de subsidiëring van hybride warmtepompen en isolatiemaatregelen. Ook vanuit het Klimaatfonds zijn in totaal € 1.383 mln aan middelen voor de ISDE beschikbaar gekomen voor de periode 2023-2028. Na aftrek van de kosten voor de uitvoering van de regeling en de publiciteitscampagne resteert een totaalbudget voor 2024 van € 591,3 mln.

Carbon Capture and Storage (CCS)

De afvang en opslag van CO2 (CCS) wordt gezien als een onmisbare transitietechnologie in de mix van maatregelen om kosteneffectief CO2-uitstoot te reduceren in bepaalde industriële sectoren. Om CCS breed toe te kunnen passen is het belangrijk om in te zetten op (internationaal) onderzoek, grootschalige demonstratieprojecten, realiseren van kostenreductie en het wegnemen van belemmeringen. Om internationaal onderzoek naar CO2-afvang, -transport en -opslag te bevorderen, neemt Nederland deel aan het Europese onderzoeksprogramma ACT (Accelerating CCS Technologies), waarin Nederlandse onderzoeksinstellingen en bedrijven samenwerken met organisaties in Europa en Noord-Amerika. EZK heeft voor ACT I (2017-2020) ruim € 4 mln aan onderzoeksbudget beschikbaar gesteld en voor ACT II (2019-2022) € 4,5 mln. Voor ACT III (2021-2024) heeft Nederland opnieuw een bijdrage geleverd van € 4 mln. Vanaf 2022 is ACT onderdeel geworden van het Clean Energy Transition Partnership (CETP), een onderzoeksprogramma van de Europese Commissie. In 2022 heeft Nederland met € 4 mln aan de eerste ronde deelgenomen. Vanaf 2024 stelt Nederland hier jaarlijks € 2 mln voor beschikbaar.

Hoge Flux Reactor (HFR)

De HFR in Petten is eigendom van de Europese Commissie en wordt geëxploiteerd door de Nuclear Research and consultancy Group (NRG). De exploitatie van de HFR wordt ondersteund door een reeks aanvullende onderzoeksprogramma’s. De voor de HFR opgenomen middelen betreffen de Nederlandse bijdrage aan het «Aanvullend Programma» van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Europese Commissie, dat in de HFR wordt uitgevoerd. Het voornaamste doel van het aanvullend onderzoeksprogramma van de HFR is een constante en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doeleinden te leveren.

Caribisch Nederland

De energievoorziening op de eilanden van Caribisch Nederland kent schaalnadelen, anderzijds zijn er zeer goede mogelijkheden voor elektriciteitsproductie met wind en zon. Het Ministerie van EZK zet in op kostprijsverlaging door introductie van duurzame elektriciteitsproductie en op andere ondersteuning van de elektriciteitsbedrijven op Caribisch Nederland. Omdat in de jaren 2021, 2022 en 2023 forse subsidies zijn resp. worden verstrekt voor investeringen in de duurzame elektriciteitsproductie op de eilanden van Caribisch Nederland, zijn de uitgaven in deze jaren flink hoger dan in de jaren 2024 en verder. Ook waren de uitgaven in 2022 hoger omdat in het kader van het corona-herstelpakket er additionele subsidies aan de energiebedrijven van de eilanden zijn verstrekt om de netbeheertarieven op Caribisch Nederland in 2020 en 2021 naar 0 terug te kunnen brengen. Tenslotte zijn begin 2023 ook omvangrijke subsidies verstrekt aan de energiebedrijven van de eilanden, analoog aan de prijsplafondsubsidies in Europees Nederland.

In het kader van het koopkrachtbeleid voor 2024 stelt het kabinet extra budget beschikbaar (€ 6,2 mln) om het vaste elektriciteitstarief op de eilanden van Caribisch Nederland te kunnen verlagen naar € 0 per maand.

Overige subsidies

Vanuit dit budget het subsidiedeel gefinancerd van de WarmtelinQ, het warmtetransportnet dat door Gasunie aangelegd wordt tussen de Rotterdamse haven en Delft/Den Haag/Leiden. Daarnaast zijn vanuit het Klimaatfonds voor verschillende subsidieregelingen budgetten toegevoegd:

  1. Van 2023 tot tot en met 2026 is jaarlijks € 11,25 mln beschikbaar gesteld voor het versnellen van CCS-onderzoek door EBN.
  2. Van 2023 tot en met 2030 is € 1 mln per jaar toegevoegd voor het programma Verbetering Informatievoorziening Energietransitie(VIVET).
  3. Voor de jaren 2024, 2025 en 2026 is € 10 mln per jaar beschikbaar om de arbeidsmarkt voor technici te ondersteunen.
  4. Voor 2023 is € 60 mln beschikbaar gesteld voor een tijdelijke Correctieregeling duurzame warmte voor de glastuinbouw (motie Grinwis/Erkens, Kamerstuk 29 030, nr. 322).
  5. Voor efficiëntere benutting van elektriciteitsnetten is voor de jaren 2024 e.v. jaarlijks € 23,8 mln toegevoegd t/m 2030.
  6. Voor vergassing (expertisecentrum, organisatie, haalbaarheidsstudies) is voor de jaren 2024 tot en met 2027 in totaal € 25 mln toegevoegd.
  7. Tenslotte is voor de realisatie van zon op zee vanaf 2024 jaarlijks € 6,4 mln beschikbaar gesteld t/m 2030.

Opschalingsinstrument waterstof

In de kabinetsvisie waterstof (Kamerstuk 32 813, nr. 485) heeft het kabinet het belang onderstreept van de opschaling van waterstof voor het behalen van de klimaatdoelen en het creëren van nieuw, duurzaam verdienvermogen. Vanuit het Klimaatfonds wordt € 1.932 mln toegekend voor de opschaling van de productie van duurzame waterstof door middel van elektrolyse (onshore, offshore en import) en € 100 mln voor vergassingsprojecten. De opschaling moet bijdragen aan kostprijsreductie, zodat elektrolyse op termijn kan concurreren met alternatieven voor CO2-reductie. De vergassingsprojecten moerten bewijzen dat deze techniek op deze schaal werkt.

Naast deze middelen zijn uit het Klimaatfonds ook middelen beschikbaar gekomen voor het waterstofnetwerk op zee (€ 50 mln) en het de-risken van grootschalige waterstofopslag (€ 125 mln).

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

Met de SCE worden energiecoöperaties en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) gestimuleerd om lokaal en in coöperatief verband hernieuwbare elektriciteit op te wekken door middel van zon-PV, wind op land of waterkracht in kleinschalige projecten. Net als de SDE++ dekt de SCE de onrendabele top af door middel van een exploitatiesubsidie. De subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een bedrag per geproduceerde kWh.  

Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB

Dit betreft een subsidie voor mkb’ers voor maatregelen gericht op energiebesparing en vermindering van CO₂-uitstoot van bedrijfspanden en bedrijfsprocessen. Er kan subsidie worden aangevraagd voor de kosten van professioneel advies en ondersteuning bij het nemen van dergelijke maatregelen. De subsidie is een uitwerking van de voornemens in de Kamerbrieven MKB-impacttoets Klimaatakkoord (EZK, Kamerstuk 32 637, nr. 423) en Ontwikkelingen verduurzaming bestaande utiliteitsbouw (BZK, Kamerstuk 30 196, nr. 716).

IPCEI Waterstof

In het Klimaatakkoord is opgenomen dat Nederland in IPCEI-verband (Important Projects of Common European Interest) inzet op een sterke rol voor groene waterstof in de concurrentiepositie van Europa ten opzichte van andere werelddelen. Hiertoe heeft het kabinet middelen gereserveerd voor ondersteuning van Nederlandse IPCEI-projecten. Met de IPCEI-deelname beoogt het Ministerie van EZK een impuls te geven aan de ontwikkeling van de bredere waterstofmarkt en de daarvoor benodigde technologieën. Afhankelijk van een externe toets en de beoordeling van de Europese Commissie komen projecten in aanmerking voor financiële ondersteuning. Voor de eerste ronde van projecten is voor de periode 2023-2025 € 28,7 mln gereserveerd. Voor de tweede ronde is € 785 mln. gereserveerd tussen 2023 en 2028 en voor de derde en vierde ronde is € 799 mln. gereserveerd tussen 2023 en 2030.

Vulmaatregelen gasopslag

In de zesde incidentele suppletoire begroting op de begroting 2022 is het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven voor de Vulmaatregel gasopslag, zoals voorgesteld in de Kamerbrief Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid van 22 april 2022 (Kamerstuk 29 023, nr. 302). Met een subsidieregeling voor marktpartijen en een aanwijzing aan EBN is de gasopslag Bergermeer gevuld, dit om de voldoen aan de EC-verordening ten aanzien van minimale vulgraden. Voor het vulseizoen 2023-2024 is € 520,5 mln beschikbaar voor EBN en voor het marktpartijen € 240 mln. Vanwege gunstige marktomstandigheden maakt EBN minder gebruik van de subsidie dan is gereserveerd. Om in lijn met de lange termijnvisie gasopslagen EBN de komende jaren in staat te stellen om gas in Bergermeer op te slaan wordt een deel van dit geld naar 2024 en 2025 geschoven voor toekomstige vultaken en valt het restant vrij. De kosten van het vullen van Bergermeer zullen in latere jaren door middel van een heffing op gastransport verhaald worden op de partijen die baat hebben bij het vullen van de gasopslag.

Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK)

Via het nationale MIEK voert de Rijksoverheid regie op de uitbreiding van de energie-en grondstoffeninfrastructuur van nationaal schaalniveau. De energievraag en infrastructuurbehoefte vanuit onder meer de industrieclusters vormt hiervoor de basis en werkt als vliegwiel voor de gehele energietransitie. Andere sectoren (gebouwde omgeving, mobiliteit, landbouw en regionale industrie) hebben voor hun verduurzamingsopgave ook tijdig energie- en grondstoffeninfrastructuur nodig. Omdat deze energievraag en -opwek meer verspreid is over het land, wordt deze infrastructuur provinciaal geprogrammeerd via het provinciale MIEK (pMIEK). De beschikbare middelen in dit artikel worden ingezet voor het instellen van een data safehouse, onderzoek en monitoring, inhuur van expertise, het organiseren van werkgroepen met externen en voor het opzetten van het voorbereidende overleg en coördinatie, om besluiten te nemen over het opnemen van projecten in het MIEK. Vanuit het Klimaatfonds is voor het MIEK, in de periode van 2024 t/m 2026, totaal € 7 mln beschikbaar gesteld.

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

Deze middelen zijn voor de Regeling Mijnbouwschade die gericht is op bewoners en micro-mkb’ers. Schadeherstel vindt plaats nadat is vastgesteld dat de schade veroorzaakt is door mijnbouw in het gebied. In de eerste jaren zal de Regeling Mijnbouwschade vooral mijnbouwschades in Limburg herstellen. Verjaarde mijnbouwschade komt in andere delen van het land op dit moment nauwelijks voor.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Het Ministerie van EZK beoogt met de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) de aanleg van warmtenetten in de gebouwde omgeving te stimuleren. In het Klimaatakkoord van 2019 is de belangrijke rol van warmtenetten voor het verduurzamen van woningen en utiliteitsbouw reeds benoemd. Uit de Startanalyse van het PBL (en ECW) en de verrijking daarvan met lokale informatie door gemeenten blijkt dat voor een groot deel van de gebouwde omgeving een warmtenet de warmtestrategie met de laagste nationale kosten is. Warmtenetten zijn daarmee een belangrijk onderdeel om de CO2-reductiedoelstellingen voor de gebouwde omgeving in 2030 te bereiken. Om deze doelen te bereiken wordt op grond van de WIS het onrendabele deel van de investeringskosten, die gemaakt moeten worden voor de aanleg van de infrastructuur van warmtenetten, gesubsidieerd. De WIS-regeling is opengesteld op 1 juni 2023. De subsidieaanvragen zullen in de loop van 2023 worden beoordeeld: ook de eerste voorschotten zullen nog in 2023 worden verstrekt. Voor de WIS is er vanuit het Klimaatfonds in totaal € 600 mln beschikbaar gesteld, waarvan € 500 mln voor de periode 2023-2028.

NGF-projecten NieuweWarmteNu!

Voor een toelichting op de projecten die worden gefinancierd uit het NGF wordt verwezen naar Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Omdat de energieprijzen sinds het begin van 2023 een sterk dalende trend vertonen, is de verwachting dat de kosten gemoeid met het prijsplafond energie voor kleinverbruikers in 2023 sterk zullen dalen. Daarom is het voor het prijsplafond beschikbare (kas)budget 2023 bij 1e suppletoire begroting 2023 met een bedrag van € 6.119 mln naar beneden bijgesteld.

Tegemoetkoming aanbestedende diensten SEFE-contracten

Dit betreft de regeling voor de tegemoetkoming naar aanbestedende dienstenvan gemaakte meerkosten die zij hebben gemaakt door het opzeggen van contracten met SEFE Energie Ltd per 10 oktober 2022. Hiervoor is in totaal € 74 mln gereserveerd

Tegemoetkoming blokaansluitingen

De ongekende prijsstijgingen in de energiemarkt hebben ertoe geleid dat de betaalbaarheid van energie zwaar onder druk is komen te staan. Het kabinet heeft om deze reden voor 2023 een prijsplafond ingesteld voor individuele kleinverbruikersaansluitingen voor warmte, gas en elektriciteit. Maar dit prijsplafond geldt niet of in onvoldoende mate voor de circa 700.000 huishoudens met een blokaansluiting. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om huurders van woningbouwcorporaties of particuliere verhuurders, eigenaarbewoners in een Vereniging van Eigenaren, cliënten van woonzorginitiatieven en studenten. Om ook deze huishoudens in 2023 een passende tegemoetkoming te bieden in de door hen gemaakte energiekosten is de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) opgesteld. De TTB is een subsidieregeling die wordt uitgevoerd door de Belastingdienst en die werkt met een forfaitaire tegemoetkoming voor zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden achter een blokaansluiting voor elektriciteit of warmte. De regeling is opengesteld op 25 april 2023 en sluit op 30 september 2023. Om deze huishoudens tegemoet te komen is er, op basis van de huidige raming, ca. € 692 mln. op de EZK-begroting gereserveerd voor de jaren 2023 en 2024. Om de uitvoeringskosten van de Belastingdienst in 2023 te dekken is bij de Voorjaarsnota 2023  € 10 mln. naar de begroting van het Ministerie van Financiën overgeheveld.

Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten

Er is € 26,5 mln. beschikbaar gesteld voor een pilot van het uitbreiden van het Ontwikkelfonds Energiecoöperaties met warmteprojecten. Het aanleggen van een duurzaam warmtenet is voor grofweg 1/3 van de gebouwde omgeving de strategie met de laagste nationale kosten voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Voor een groot deel zullen dat grotere warmtenetten met warmtebronnen op middentemperatuur worden (m.n. restwarmte en geothermie), maar voor een deel van de gebouwde omgeving zijn netten op (zeer) lage temperatuur met bijv. aquathermie als bron de preferente strategie. Gezien het beperkte vermogen van lage temperatuurwarmtebronnen en de (met de huidige techniek en kosten) beperkte schaalbaarheid zijn (Z)LT-netten momenteel lastig grootschalig te realiseren en moeten deze vooralsnog met name ‘bottom-up’ vanuit lokaal initiatief ontstaan. We constateren dat deze coöperatieve warmteprojecten onmisbaar zijn om een (mogelijk significant) deel van nieuwe duurzame warmtenetten tijdig en op financieel-maatschappelijk optimale wijze te realiseren. Met andere woorden: als de groei van warmtecoöperaties niet van de grond komt moet een deel van de gebouwde omgeving op een andere manier met een minder solide draagvlak en tegen hogere kosten verduurzaamd worden, en raken de doelen voor 2030 mogelijk buiten bereik. De ontwikkeling van een warmteproject wordt door grotere partijen via de balans gefinancierd of op basis van kasstromen uit bestaande projecten. Voor startende coöperaties (burgerinitiatieven) gaat dit niet want zij ontwikkelen vaak maar één project, en hebben beperkt vermogen om aan te wenden. Hierdoor komen ondanks goede projectkansen, te weinig projecten tot een financial close en realisatie. Met de komst van de pilot Ontwikkelfonds Energiecoöperaties zal een landelijk programmabureau opgericht worden en komt er een revolverend fonds waaruit 25 projecten financiering kunnen krijgen voor hun ontwikkelkosten.

Investeringen waterstofbackbone

In navolging van het rapport HyWay27, waarin geconcludeerd werd dat het haalbaar, veilig en kostenefficiënt is om bestaande gasleidingen te hergebruiken voor het transport van waterstof, zet het kabinet in op een transportnet voor waterstof. Het landelijke aardgasnet van Gasunie kan voor een deel ingezet worden voor de realisatie van een dergelijk nationaal waterstofnetwerk. Een waterstofnetwerk draagt bij aan de klimaatdoelen en realiseert een internationale markt voor klimaatneutrale moleculen. Voor de realisatie van dit waterstofnetwerk (de ‘backbone’) is in totaal € 750 mln beschikbaar.

NGF-project Circulaire zonnepanelen

Voor een toelichting op de projecten die worden gefinancierd uit het NGF wordt verwezen naar Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK.

Geothermie (klimaatfonds)

Lage en Hoge Temperatuur Geothermie (LTG en HTG) kunnen belangrijke en innovatieve technieken zijn als aanvulling op de conventionele geothermie. LTG is geschikt voor kleinschalige toepassingen en is hierdoor in combinatie met lage temperatuur warmtenetten breed en flexibel inpasbaar in o.a. de gebouwde omgeving. HTG is een belangrijke optie voor verduurzaming van de procesindustrie. Voor het opzetten van verschillende pilotprojecten is in de jaren 2024-2028 in totaal € 152 mln beschikbaar uit het klimaatfonds.

Leningen

EBN

Op 21 maart 2019 (Kamerstuk 31 239, nr. 298) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de financiële deelname van Energie Bedrijf Nederland (EBN) in aardwarmteprojecten. Om deze taak de komende jaren invulling te geven is cumulatief € 48 mln als lening aan EBN verstrekt. Daarnaast is aan EBN in 2020 een lening verstrekt, zodat EBN vreemd vermogen kan aantrekken en daarmee deel kan nemen aan het Porthos-project in de Rotterdamse haven. In 2023 zal een lening aan EBN worden verstrekt voor deelname in de FEED-fase van Aramis, specifiek voor de ontwikkeling van de opslaglocaties. De door EBN verkregen rendementen op aardwarmteprojecten en de CCS-projecten Porthos an Aramist zullen worden gebruikt om de beide leningen af te lossen.

Lening EBN voor vullen Bergermeer

Voor het maximaal verder vullen van gasopslag Bergermeer was, gegeven de hoge gasprijs in 2022, financiering nodig voor het door EBN in te kopen gas. Voor het gas waarmee gasopslag Bergermeer verder gevuld werd, ontving het staatsbedrijf in 2022 een lening ter hoogte van € 2,3 mld. De lening is eind 2022 volledig terugbetaald.

Lening InvestNL

Met het verstrekken van een lening aan InvestNL wordt € 65 mln aan het leningenbudget toegevoegd. Met dit budget kan InvestNL de SIF Group ondersteunen, een bedrijf dat zich specialiseert in het vervaardigen van fundatiebuizen voor windmolens p zee.

Garanties

Garantie CCS Porthos

Aan de initiatiefnemers van het CCS-project Porthos (EBN, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam) is een garantie verstrekt om vertraging van het project, en in het uiterste geval zelfs mogelijk afstel, te voorkomen. De garantie ziet toe op het scenario dat de benodigde natuurwetvergunning niet verkregen wordt. Op 16 augustus heeft de Raad van State geoordeeld dat het project definitief kan doorgaan. Dit betekent dat de garantieregeling niet getrokken zal worden. De budgettaire verwerking hiervan vindt bij Najaarsnota plaats. De garantie dekt een aanzienlijk deel van de door Porthos aan te gane financiële verplichtingen met externe partijen benodigd voor de bouw van het project in 2023, met een maximum van € 175,6 mln. De garantie is eenmalig en schept geen precedent voor toekomstige projecten.

Opdrachten

Onderzoek mijnbouw-bodembeweging

Dit budget betreft voor het grootste deel onderzoek binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) en (onderzoeks)opdrachten van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) en de Mijnraad gerelateerd aan de aardbevingsproblematiek in Groningen en de na-ijlende effecten van de voormalige steenkolenwinning in Limburg. Ook worden uit dit budget adviezen bekostigd in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Daarnaast wordt hieruit voorbereidend onderzoek gedaan voor nazorg van verlaten installaties.

SodM onderzoek

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op basis van haar onafhankelijke positie een eigen budget om onderzoek in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uit te kunnen voeren.

Uitvoeringsagenda Klimaat

Vanuit dit budget worden uitvoerings- en onderzoeksopdrachten voor de ontwikkeling van de klimaatagenda, inclusief onderzoek naar veiligheidsrisico’s en risicoperceptie van de klimaatmaatregelen, gefinancierd.

Klimaat mondiaal

Dit budget is bedoeld om kosten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP) klimaatbijeenkomst, te financieren.

Overige onderzoeken en opdrachten

Dit betreft kleinere onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het klimaat- en energiebeleid en die veelal gericht zijn op beantwoording van één specifieke vraag. Ook worden diverse uitgaven ter uitvoering van de Rijkscoördinatieregeling (RCR) uit dit budget bekostigd, zoals het ondersteunen van Rijksinpassingsplannen, opstellen MER-adviezen ten aanzien van kavelbesluiten, het opstellen en uitvoeren van communicatieplannen, het inschakelen van gebiedscoördinatoren en planschadeadviseurs en het doen van planschade-uitkeringen. Ook worden uit dit budget projecten gefinancierd gericht op omgevingsmanagement en het Programma Energiesysteem (PES). Het budget wordt ook aangewend om de nationale en internationale procedures rond de wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie te financieren, om kennis en innovatie op het gebied van nucleaire technologie te bevorderen en en om diverse projecten voor de levensduurverlenging van de bestaande kerncentrale in Borssele en ter voorbereiding op de bouw van nieuwe kerncentrales te financieren. Vanuit het Klimaatfonds is in de periode 2023-2028 in totaal ruim € 218 mln beschikbaar gesteld, voornamelijk voor onderzoek naar bedrijfsduurverlenging en nieuwbouw van kerncentrales, het ondersteunen van de kennisinfrastructuur rond kernenergie en de ontwikkeling van Small Modular Reactors (SMR's).

Projecten Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Met het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed levert het Rijk met het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie. Hiervoor werkt het Ministerie van EZK samen met Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, RVO, Staatsbosbeheer, ProRail en het Ministerie van Defensie aan het beschikbaar stellen van locaties voor duurzame energieopwek. Bij de keuzes voor deze locaties wordt, in samenwerking met lokaal bevoegd gezag, ingezet op multifunctioneel ruimtegebruik (bijvoorbeeld door te kiezen voor snelwegbermen, langs spoorlijnen en op baggerdepots).

Energiehulp Oekraïne

Russische aanvallen hebben grote schade toegebracht aan de Oekraïense energie-infrastructuur. Daarom draagt het Ministerie van EZK bij aan in-kind leveringen van energietoebehoren en -onderdelen om de elektriciteitsinfrastructuur in Oekraïne te repareren. Hiervoor is in de jaren 2023 en 2024 een bedrag van totaal € 18 mln gereserveerd.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

Dit budget betreft vooral de kosten van uitvoering door RVO van energiesubsidieregelingen, waaronder de innovatieregelingen (DEI+, MOOI/TSE, HER+), de ISDE en Stimulering Duurzame Energieproductie/Energietransitie (SDE/SDE+/SDE++). Voor een deel heeft het budget betrekking op voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden van RVO op het gebied van het klimaat- en energiebeleid naar aanleiding van het Klimaatakkoord.

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)

Het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling (Kamerstukken 35 594) ligt ter behandeling in de Eerste Kamer. In dit wetsvoorstel is opgenomen dat deze regeling in de periode 2025-2031 geleidelijk wordt afgebouwd. Om het afbouwpercentage te kunnen toepassen is het noodzakelijk dat kleinverbruikers (burgers en bedrijven met een laag energieverbruik) beschikken over een meetinrichting die afname en invoeding apart kan meten. De RDI is verantwoordelijk voor de handhaving van de in het wetsvoorstel opgenomen verplichting voor kleinverbruikers om een dergelijke meter te accepteren na een aanbod tot plaatsing daarvan door de netbeheerder.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Het Ministerie van EZK verstrekt een jaarlijkse opdracht aan de NEa voor de uitvoering van alle werkzaamheden in het kader van de emissiehandel en daaraan gerelateerde uitvoeringstaken zoals de CO2-heffing industrie, de CO2-minimumprijs, de CO2-grensheffing en het toezicht op duurzaamheid van biogrondstoffen voor energietoepassingen. Daarnaast wordt aan de NEa opdracht verstrekt voor de uitvoering van en advisering over de inframarginale heffing.

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)

De werkzaamheden die het KNMI voor het Ministerie van EZK uitvoert betreffen vooral de advisering en ondersteuning van de uitvoering van het mijnbouw-, klimaat- en energiebeleid. De werkzaamheden zijn onder te verdelen in monitoring van seismiciteit (veelvuldigheid en hevigheid waarmee op een bepaalde plaats aardbevingen voorkomen) van de gaswinning en overige mijnbouwactiviteiten, kennisontwikkeling en advisering over aan mijnbouw gerelateerde risico’s en communicatie en informatievoorziening. Daarnaast verricht het KNMI in internationaal verband diverse werkzaamheden in het kader van klimaatonderzoek voor verschillende internationale gremia, waaronder het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

NVWA voert het toezicht uit op de naleving van de Wet Implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. De werkzaamheden van NVWA in dat kader betreffen het uitvoeren van inspecties en producttesten, het onderhouden van internationale contacten, interventies bij niet-naleving, het volgen van marktontwikkelingen en het geven van voorlichting.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

De bijdrage vanuit het Ministerie van EZK betreft de uitvoering van twee kennisopdrachten voor de Emissieregistratie (vaststelling van een dataset met eenduidige emissiegegevens) en voor het Montreal Protocol (uitvoering van studies en monitoringsactiviteiten als lid van het Scientific Assessment Panel van het Montreal Protocol). Er zal op dit instrument geen realisatie plaatsvinden, omdat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) als coördinerend opdrachtgever voor het Ministerie van EZK optreedt en de beschikbare budgetten naar de coördinerende opdrachtgever worden overgeheveld gedurende het uitvoeringsjaar.

Rijkswaterstaat (RWS)

De werkzaamheden die RWS uitvoert voor het Ministerie van EZK op het gebied van klimaat zijn gericht op drie onderdelen:

  1. energiebesparing, met name gericht op de ondersteuning en uitvoering van de informatieplicht voor bedrijven en instellingen;
  2. ozonlaagafbrekende stoffen en gefluoreerdebroeikasgassen, gericht op de implementatie en ondersteuning van de Europese Ozon- en F-gassenverordening;
  3. de klimaatmonitor en secretariaat CO2-emmissiefactoren.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Doorsluis heffing Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA)

Het crisisbeleid gericht op de olievoorzieningszekerheid dient verstoringen in de olieaanvoer op te vangen. De Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) en het oliebedrijfsleven houden in opdracht van het Ministerie van EZK strategische olievoorraden aan in lijn met wat hierover geregeld is in de Wet voorraadvorming aardolieproducten (Wva 2012). De uitgavenreeks op de EZK-begroting betreft de doorsluis van de ontvangen voorraadheffingen naar de stichting COVA. De voorraadheffing is een heffing ingesteld op aan accijns van minerale oliën onderworpen aardolieproducten. De heffing bedraagt momenteel € 8,– per 1.000 liter benzine, diesel, LPG en andere (motor)brandstoffen en wordt door de Minister van Financiën geheven en ingevorderd door de Belastingdienst. De Minister van EZK keert de opbrengst van de heffing uit aan de stichting COVA ter dekking van de operationele kosten en financieringslasten van de stichting.

TNO Kerndepartement

Dit betreft een bijdrage vanuit het Ministerie van EZK aan de Adviesgroep Economische Zaken van TNO (TNO-AGE) voor de adviestaak voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en Mijnbouwregeling. De adviserende taak ligt op het vlak van het opsporen en winnen van delfstoffen (olie, gas en steenzout) en aardwarmte en van het opslaan van stoffen in de (diepe) ondergrond van Nederland. Daarnaast wordt uit dit budget het toegepaste duurzame energieonderzoek gefinancierd dat met ingang van 2018 van ECN is overgegaan naar TNO-Energietransitie.

TNO SodM

Dit betreft eveneens de adviestaak van TNO-AGE voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en de Mijnbouwregeling, maar dan de bijdrage vanuit het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).

Bijdragen aan medeoverheden

Uitkoopregeling

Woningen die loodrecht onder de hoogspanningslijnen staan van 220kV- en 380kV-verbindingen en 110kV- en 150kV-verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen sinds 1 januari 2017 in aanmerking voor uitkoop. Het Rijk heeft in de periode 2017-2021 € 140 mln beschikbaar gesteld voor een vrijwillige uitkoopregeling onder de voorwaarde dat de betrokken gemeenten zorgen dat door herbestemming de woonfunctie van het betreffende pand wordt gewijzigd. De regeling is samen met de betrokken gemeenten uitgewerkt en had een looptijd van vijf jaar (Stcrt. 2016, 68302): de regeling is eind 2021 gesloten. De regeling wordt door de betrokken gemeenten uitgevoerd. Gemeenten hebben de juridische mogelijkheid nog wijzigingsverzoeken in te dienen op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Tot en met 2028 kunnen nog uitgaven voor de regeling gedeclareerd worden die hiermee verband houden, vanwege bijvoorbeeld de sloop van uitgekochte woningen.

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

Uit de € 6,8 mld aan extra klimaatmiddelen die het vorige kabinet beschikbaar heeft gesteld zijn middelen aan de EZK-begroting toegevoegd voor een regeling waarbij omgevingsdiensten subsidie kunnen krijgen voor extra toezicht op en handhaving van de energiebesparingsplicht. Het gaat daarbij zowel om toezicht op ETS-bedrijven als niet-ETS-bedrijven. Om het toezicht op en de handhaving van de energiebesparingsplicht aan te scherpen wordt vanuit het Klimaatfonds in de jaren 2024 tot en met 2026 in totaal € 6,7 mln extra budget beschikbaar gesteld.

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Gemeenten en provincies voeren een groot deel van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid decentraal uit. Dit is een complexe opgave en vergt aanzienlijke uitvoeringskracht. Komende jaren zullen zij daarom veel nieuwe arbeidskrachten moeten aantrekken. Daarvoor is in het Coalitieakkoord in totaal € 5,6 mld uitgetrokken voor de jaren 2023 tot en met 2030. Naast het vergroten van de uitvoeringskracht van provincies en gemeenten wordt ook het Nationale Programma RES met deze middelen gefinancierd. Vanuit het Klimaatfonds zijn daarnaast middelen toegevoegd ter ondersteuning van de toekomstbestendigheid van energienetwerken (€ 84 mln) en voor de uitvoeringslasten rond de levensduurverlenging van de bestaande kerncentrale en de bouw van nieuwe kerncentrales.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Nuclear Research and consultancy Group (NRG)

De Nuclear Research and consultancy Group is onderdeel van de Stichting NRG en vormt samen met de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor een personele unie. NRG voert onderzoeksactiviteiten uit op het gebied van onder meer de nucleaire veiligheid, radioactief afval en stralingsbescherming. Centraal daarbij staat de ontwikkeling van kennis, producten en processen voor veilige toepassing van nucleaire technologie voor energie, milieu en gezondheid.

Internationale contributies

Nederland kiest voor een actieve participatie in met name de internationale netwerken van het Internationaal Energieagentschap (IEA, kennissamenwerking en oliecrisisbeleid), het International Renewable Energy Agency (IRENA, hernieuwbare energie), Clean Energy Ministerial (CEM, uitrol van bestaande duurzame energie-technologie), Mission Innovation (vergroten van inzet op energie-innovatie) en het Energy Charter (investeringsbescherming en energietransit). De contributies volgen uit internationale verplichtingen. Ook ontvangt het Clingendael International Energy Programme jaarlijks € 50.000 subsidie voor het uitvoeren van publieke activiteiten ter ondersteuning van de maatschappelijke discussie over internationale ontwikkelingen in de energiesector. Daarnaast versterken internationale klimaatcontributies de internationale positie van Nederland in het wereldwijde klimaatdebat. Deze contributies gaan onder andere naar het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het Montrealprotocol, het verdrag van Wenen en de OESO.

PBL Rekenmeesterfunctie

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ontvangt een jaarlijkse bijdrage om als Rekenmeester een drietal taken uit te kunnen voeren:

  1. Kerntaken rekenmeester energie- en klimaatbeleid (KEV, beleidsdoorrekeningen, inbreng (Europese en internationale) rapportages, modelontwikkeling en -onderhoud);
  2. Beleidsondersteuning;
  3. Ondersteuning SDE+/SDE++.

Zie ook het Convenant Rekenmeesterfunctie 2021-2025.

Stortingen in reserves

Voor de stortingen in de verschillende reserves wordt verwezen naar wat hierover is opgenomen onder ‘toelichting op de begrotingsreserves’.

Toelichting op de ontvangsten

COVA

Deze ontvangsten betreffen ontvangsten uit hoofde van de voorraadheffing COVA, zoals toegelicht bij de uitgavenpost «Doorsluis heffing COVA».

Opbrengst heffing ODE

Het uitgaveninstrument voor de SDE+-subsidie is tegelijkertijd ingesteld met een opslag op de energierekening, de Opslag Duurzame energie- en klimaattransitie (ODE). Deze opslag is in 2013 ingevoerd, maar wordt met ingang van 2023 afgeschaft en in de Energiebelasting (EB) geïncorporeerd. De nog in 2023 en 2024 geraamde ontvangsten betreffen nog ontvangsten op basis van aangiften van 2022 en eerder: dit verklaart de sterk dalende raming in deze jaren.

Ontvangsten zoutwinning

Deze ontvangsten betreffen opbrengsten uit afgegeven concessies voor de winning van steenzout.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

De onttrekking aan de reserve in 2022 (totaal € 1.576,2 mln) vloeit voort uit de in het Coalitieakkoord van het huidige kabinet gemaakte afspraken. De middelen zijn toegevoegd aan het SDE++-budget. De onttrekking in 2024 van in totaal € 404,2 mln is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  1. een onttrekking van € 400 mln die samenhangt met de afspraak in de Startnota van het kabinet Rutte-III dat de reserve duurzame energie en klimaattransitie vanaf 2023 tot en met 2028 voor een deel leeggeboekt zou worden. Het gaat om een totaalbedrag van € 1,7 mld, waarvan € 450 mln in 2023, € 400 mln in 2024, € 150 mln in 2025, € 300 mln in 2026 en 2027 en € 100 mln in 2028 wordt onttrokken.
  2. de onttrekking van € 4,2 mln om de kasgevolgen van de ophoging van het openstellingsbudget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) met € 63 mln naar € 100 mln (amendement-Sienot) te dekken.

ETS-ontvangsten

De opgenomen ontvangsten betreffen de geraamde opbrengsten van de verkoop van CO2-emissierechten, als onderdeel van het Europese Emissions Trading System (EU ETS). De geraamde ontvangsten zijn gebaseerd op het verwachte aantal te veilen ETS-rechten en de verwachte prijs per recht. De ontvangsten zullen naar verwachting vanaf 2027 sterk toenemen door de implementatie van het ETS-2, het emissiehandelssysteem voor de CO2-emissies van de gebouwde omgeving, transport en overige sectoren.

ETS1
P (€/ton) 11 87,5 92,2 96,2 99,8 103,6 107,4
Q (mln) 15,2 15,3 15,2 17,1 17,4 16,3
PxQ (€ mln) 1.326 1.406 1.466 1.707 1.798 1.747
ETS2
P (€/ton) 22 0 0 0 0 58,7 59,9
Q (mln) 0 0 0 0 58,6 42,1
PxQ (€ mln) 0 0 0 0 3.441 2.519
ETS1+ETS2 (€ mln) 33 1.326 1.406 1.466 1.707 5.239 4.266
  1. Deze prijs is gebaseerd op stand 12 juni 2023, met de toen geldende forward-prijzen.
  2. Er wordt nog niet gehandeld in ETS2-rechten. Om die reden is een redelijke inschatting van de prijs per ton CO2 op dit moment moeilijk te maken. Er is nu gekozen voor een prijs van € 45 per ton CO2 (om precies te zijn € 45 in 2020, die voor de jaren erna gecorrigeerd is voor de verwachte inflatie). De reden hiervoor is dat in de richtlijn waarborgen zijn opgenomen die de kans vergroten dat de prijs per ton CO2 in de eerste jaren onder dit niveau blijft.
  3. De ETS-ontvangsten zijn een resultante van de ontwikkeling van de ETS-prijs (P) en het aanbod van ETS-rechten (Q). De bedragen in de budgettaire tabel voor de ETS-ontvangsten zijn afgerond op € 50 mln.

Diverse ontvangsten

Deze ontvangsten hebben voor een deel betrekking op doorberekening aan initiatiefnemers van energieprojecten van kosten die het Ministerie van EZK maakt in het kader van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Daarnaast worden ook de door het ministerie betaalde planschade-uitkeringen verhaald op deze initiatiefnemers. Ook de door RVO terugontvangen subsidievoorschotten worden ten gunste van dit budget begroot.

Heffing gasleveringszekerheid

Gegeven het open en grensoverschrijdende karakter van de Europese gasmarkt dragen de Nederlandse gasopslagen en het vullen ervan bij aan de leveringszekerheid van de gehele Europese Unie en met name van de ons omringende landen. Uitgangspunt is dat de kosten die met de vulmaatregelen gasopslag (zie bij Uitgaven) gemoeid zijn worden gedragen door de gebruikers (de gebruiker betaalt). Dit betreft zowel gebruikers in Nederland als daarbuiten.

Voor het verhalen van de uiteindelijke gemaakte kosten op gebruikers wordt, in samenhang met de uiteindelijke wijze waarop voor de langere termijn invulling wordt gegeven aan de vulverplichting, gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van Gasunie Transport Services (bovenop de tarieven voor gastransport). Op die manier kan de rekening worden gelegd bij de gebruikers die profiteren van de vulling van de gasopslagen (leveringszekerheid), inclusief de gebruikers in het buitenland. Deze heffing zal zodanig worden uitgewerkt dat de financiering van voornoemde maatregelen een vorm van voorfinanciering is en de uiteindelijke kosten door de gebruikers van het gastransportnet worden opgebracht.

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

In 2022 is een lening verstrekt aan EBN ter hoogte van € 2,3 mld voor de inkoop van het gas dat nodig is om de gasopslag in Bergermeer verder te vullen. Op deze lening is in 2022 € 1 mld bevoorschot. EBN heeft de lening eind 2022 volledig en met rente terugbetaald.

Ontvangsten tenders Wind op Zee

Het in 2022 ontvangen bedrag betreft de tenderopbrengst van kavel 7 van het windpark Hollandse Kust (West), terwijl het in 2023 te ontvangen bedrag de tenderopbrengst van kavel 6 van hetzelfde windpark betreft.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie 5.029.599 100%
Begrotingsreserve Aardwarmte 18.056 100%
Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen 6.600 0%

Duurzame energie

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie en het bevorderen van CO2-reductie. De afspraken over en de werking van de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie zijn het meest recent toegelicht in de volgende stukken:

  1. Kamerstuk 31 865, nr. 79: Brief van Minister van EZ van 25 maart 2016 inzake het behouden van de middelen van de reserve;
  2. Kamerstuk 31 239, nr. 218: Brief van Minister van EZ van 1 juli 2016 inzake voor- en nadelen fondsvorming en specificaties begrotingsreserve duurzame energie, waaronder een toelichting op het aandeel “juridisch verplicht”.
MEP 22,7 15,9 2,0 0,4 33,9 ‒ 1,9 ‒ 0,3 0,2 0,0 0,0 72,9
SDE 143,4 219,9 277,1 113,6 ‒ 13,7 ‒ 56,8 12,9 34,5 13,6 ‒ 42,7 701,7
SDE+ 58,9 133,6 204,3 282,1 236,1 518,6 884,7 965,1 ‒ 208,8 963,2 4.037,8
DE++ 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 ‒ 0,1 91,8 91,7
HER+ 0,0 0,0 0,0 0,0 17,7 ‒ 0,4 2,7 ‒ 0,7 1,8 2,7 23,8
ISDE 0,0 0,0 0,0 0,0 26,9 5,1 15,6 18,6 0,0 35,5 101,7
Totaal 225,0 369,4 483,4 396,1 300,8 464,7 915,7 1.017,7 ‒ 193,6 1.050,4 5.029,6

Eind 2022 bedraagt de stand van de reserve € 5.029,6 mln. Daarvan is 100% juridisch verplicht. Bij de huidige inzichten is de in de meerjarencijfers beschikbare uitgavenruimte voorlopig toereikend voor de kasuitloop van de afgegeven beschikkingen. Naar de huidige inzichten, onder meer gebaseerd op de meerjarenramingen van RVO (de uitvoerder van de SDE++), zal de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie in 2023 afnemen met € 228,2 mln (saldo van storting en onttrekking).

5.030 226 ‒ 454 4.801 0 ‒ 404 4.397

Voor 2024 wordt een onttrekking aan de reserve geraamd van € 404,2 mln. Deze onttrekking maakt voor € 400 mln onderdeel uit van de totale onttrekking van € 1,7 mld in de periode 2023 tot en met 2028 en heeft daarnaast betrekking op de financiering van de kasuitgaven die het gevolg zijn van het amendement-Sienot over € 63 mln extra budget voor de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE, zie bij Ontvangsten).

De € 4,8 mld die naar verwachting eind 2023 in de begrotingsreserve beschikbaar is zal eind 2024 door bovengenoemde onttrekking in 2024 gedaald zijn naar € 4,4 mld. Deze € 4,4 mld kan gezien worden als een buffer om eventuele tegenvallers in de ontwikkeling van de energieprijs (en daarmee hogere subsidie-uitkeringen op de SDE, de SDE+ en de SDE++) in de periode 2023-2030 op te kunnen vangen. Zie tabel 40 voor het overzicht van alle geplande stortingen in en onttrekkingen aan de reserve.

Aardwarmte

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het uitstaande bedrag aan garanties bedroeg per 1 januari 2023 € 18,1 mln. Uit het toetsingskader van de garantieregeling aardwarmte blijkt dat, rekening houdend met het risicoprofiel van de aardwarmtegaranties (tussen de 1,4% kans op volledige en 7,6% op gedeeltelijke mislukking), de huidige omvang van de begrotingsreserve samen met de over de verstrekte garanties te ontvangen provisies (7%) benodigd is om ook in 2023 een garantieplafond van € 44,2 mln mogelijk te maken. Gelet op de uitstaande garanties en het genoemde risicoprofiel is de gehele reserve benodigd om mogelijke verliesdeclaraties op te kunnen vangen en is daarmee voor 100% inflexibel.

Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserve wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.

18.056 0 80 18.136 0 80 18.056

Risicopremie ECN/NRG

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als NRG – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst. Deze reserve betreft uitsluitend een zekerstelling binnen de rijksbegroting. Derden kunnen geen beroep op deze middelen doen en daarmee zijn de middelen op deze reserve niet juridisch verplicht.

6.600 0 0 6.600 0 0 6.600

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota.

De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  1. Energiebelasting teruggaaf energie-intensieve industrie
  2. Energiebelasting verlaagd tarief openbare laadpalen.
  3. Vrijstelling kolenbelasting anders dan brandstof.

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota "Toelichting op de fiscale regelingen".

Energie-investeringsaftrek (EIA) 297 249 259
EB Salderingsregeling 335 607 564
EB Vrijstellingen voor energie-intensieve processen 122 129 194
EB Stadsverwarmingsregeling 74 79 73
Inputvrijstelling energiebelasting voor elektriciteitsopwekking 497 491 861
Inputvrijstelling kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking 74 79 73
Inputvrijstelling kolenbelasting voor duaal verbruik 21 23 25
EB Degressieve tariefstructuur elektriciteit 2.730 6.633 5.650
EB Degressieve tariefstructuur gas 2.255 2.387 2.362
EB vrijstelling aardgas ander gebruik dan brandstof (incl. teruggaaf) 79 84 96
  1. EB = Energiebelasting

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

A. Algemene doelstelling

Inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen hebben nog dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt aan perspectief en duidelijkheid voor mensen in Groningen langs vier sporen:

  1. Het stimuleren van een snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van de schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG);
  2. Het versnellen van de uitvoering van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), zodat elk gebouw in 2028 aan de veiligheidsnorm voldoet;
  3. Het bieden van psychosociaal herstel om de mentale én sociale gevolgen van de gaswinning te verminderen;
  4. Het bieden van perspectief, met zowel een sociale als een economische agenda voor de regio, via het Nationaal Programma Groningen (NPG), een kwartiermaker sociale agenda en programma’s voor verduurzaming van woningen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Op grond van de Mijnbouwwet neemt de Staatssecretaris alle maatregelen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat de veiligheid wordt geschaad als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld.

Naast het Ministerie van EZK zijn enkele andere organisaties betrokken bij de gaswinning in Groningen en het aanpakken van de gevolgen daarvan. In 2019 is het IMG opgericht. Het IMG is een zbo en voert de afhandeling van schademeldingen uit. De Staatssecretaris is verantwoordelijk voor het beleid dat het IMG uitvoert en voor het toezicht daarop. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert over de veiligheid in Groningen als gevolg van de gaswinning. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) adviseert over kaders en normen voor de veiligheid van gebouwen en beoordeelt de typologieën die in de versterking worden gebruikt. De versterkingsopgave wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie NCG.

De Staatssecretaris heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:

Uitvoeren

  1. Het jaarlijks vaststellen van het gaswinningsniveau uit het Groningenveld en het inwinnen van advies hierover bij het SodM en de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO);
  2. Het aan de exploitant van het mijnbouwnetwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;
  3. Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbevingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het ACVG;
  4. Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de NCG conform de planning en prioritering in het Meerjarenversterkingsplan (MJVP).

Financiering

  1. Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;
  2. Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;
  3. Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma’s voor speciale doelgroepen zoals het mkb, agrariërs en erfgoedpartijen.

Regisseren

  1. Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schadeafhandeling door het IMG;
  2. Het creëren van de randvoorwaarden voor de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, met behoud van leveringszekerheid;
  3. Het creëren van mogelijkheden voor gebruik van geïmporteerd hoogcalorisch gas in Nederland;
  4. Het met de regio opstellen en uitvoeren van de Sociale en Economische Agenda's; twee aparte agenda's die elkaar zullen versterken.

Stimuleren

  1. Het stimuleren van een rechtvaardige, ruimhartige en doelmatige afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.

C. Beleidswijzigingen

Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Sinds 2022 staat het Groningenveld op de waakvlam (Kamerstuk 33 529, nr. 1002). Dit houdt in dat enkel nog een beperkte hoeveelheid gas gewonnen wordt om voldoende putten operationeel te houden voor een eventuele opschaling van de winning in geval van extreme kou of bij verstoringen in het gassysteem. In de Kamerbrief over het Ontwerp-vaststellingsbesluit Groningenveld 2023-2024 (Kamerstuk 33 529, nr.1152) geeft het kabinet aan voornemens te zijn vanaf 1 oktober 2023 de gasproductie in Groningen naar nul te brengen, en op 1 oktober 2024 de gaskraan definitief te sluiten. Later in september wordt het definitieve vaststellingbesluit aan de Kamer gestuurd.

Vanwege de definitieve sluiting van het Groningenveld worden de Gaswet en de Mijnbouwwet gewijzigd. De voorgenomen wijzigingen bieden zowel de inwoners van Groningen als de betrokken marktpartijen duidelijkheid en zekerheid over de definitieve sluiting van het Groningenveld. Tegelijkertijd dragen de wijzigingen van deze wetten bij aan de borging van de veiligheid na sluiting van het veld.

Vereenvoudiging afhandeling van schade

Het kabinet heeft naar aanleiding van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEGA) maatregelen genomen om de schadeafhandeling milder, makkelijker en menselijker te maken (Kamerstuk 35 561, nr. 17). Het wordt voor méér bewoners mogelijk om schade af te laten handelen met een vaste vergoeding. De vaste vergoeding komt ook beschikbaar voor mensen met herhaalde schade. Het IMG neemt voorts weer schademeldingen in behandeling in twee gebieden (in Noord-Drenthe rond Norg en in Oost-Groningen rond Pekela en Blijham) die sinds mei 2021 buiten het effectgebied waren komen te liggen. Er wordt géén onderzoek meer gedaan naar de causaliteit van individuele schades wanneer de totale herstelkosten lager zijn dan € 60.000. Knelpunten die verband houden met de schadeafhandeling kunnen door het IMG met een apart budget worden opgelost. De vergoedingen voor immateriële schade worden verhoogd voor kinderen en de maximale vergoeding van € 5.000 komt voor méér groepen beschikbaar.

Het IMG heeft op 24 mei jl. in een eerste (openbare) uitvoeringstoets op de maatregelen uit de PEGA kabinetsreactie aangegeven dat nader overleg over de uitwerking nodig is om de uitvoerbaarheid te kunnen borgen. Recentere contacten met IMG laten zien dat een van de maatregelen mogelijk een groter budgettair beslag heeft dan bekend was ten tijde van de kabinetsreactie, en bevestigen het beeld uit de uitvoeringstoets dat uitwerking nodig is om uitvoerbaarheid te borgen. Het kabinet is doordrongen van het belang om snelheid te maken, maar onderdeel van de gewenste cultuurverandering is ook om geen beloften te doen die niet waargemaakt kunnen worden, en in de uitvoering oog te hebben voor het ontstaan van onwenselijke verschillen, haalbaarheid en uitvoerbaarheid.

Momenteel vindt de verdere uitwerking met IMG plaats waarbij de uitvoerbaarheid en het doel van de maatregel, namelijk een snellere afhandeling van de schademeldingen ten gunste van de gedupeerden, voorop staan. Het kabinet zal uw Kamer zo snel mogelijk een update sturen over deze maatregelen, de budgettaire gevolgen (indien nodig een Nota van Wijzigingen of Incidentele Suppletoire Begroting) en de inwerkingtreding van de overige maatregelen.

Meer mens- en gebiedsgerichte uitvoering van de versterkingsoperatie

Sinds 10 januari 2022 valt de versterkingsoperatie onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van EZK. Hierbij staan de veiligheid, de veiligheidsbeleving en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Niet alle adressen in de versterkingsopgave hebben bouwkundige versterking nodig. De NCG heeft de opdracht om de opname en beoordeling van de resterende gebouwen in de scope van de versterkingsopgave, met uitzondering van enkele speciale (agro-)adressen en een aantal herbeoordelingen, in 2023 af te ronden. De uitvoering van de versterking om de operatie volgens MJVP in 2028 af te kunnen ronden, houdt prioriteit. Bouwcapaciteit en beoordelingsmethoden hebben hierin aandacht. In de dorpen Garrelsweer, Zeerijp, Wirdum en Leermens is in 2022 gestart met een integrale dorpsaanpak om bewoners sneller perspectief te bieden. In Garrelsweer zijn in 2023 de bouwwerkzaamheden begonnen. Succesvolle ervaringen die in deze dorpen worden opgedaan, zullen ook worden toegepast op andere plekken in het aardbevingsgebied.

Gebiedsgerichte aanpak

Middels een geïntegreerde aanpak wordt niet alleen gekeken naar veiligheid en versterking, maar ook naar leefbaarheid. De NCG past de menselijke maat toe middels een gebiedsgerichte aanpak en zorgt ervoor dat bewoners zeggenschap krijgen over de versterking. Er is een continue dialoog met bewoners, maatschappelijke organisaties en regionaal bestuur om in gezamenlijkheid de versterkingsoperatie te realiseren. Daarbij wordt intensief samengewerkt met de uitvoeringsorganisaties IMG, NCG, het SodM en andere departementen.

Verduurzaming en verbetering

Het kabinet heeft in reactie op het PEGA-rapport een extra impuls aangekondigd voor verduurzaming in het kader van versterking van woningen, zodat bewoners kunnen profiteren van lagere energielasten en meer wooncomfort. Bijvoorbeeld door het isoleren van woningen die versterkt worden naar het niveau aardgasvrijgereed. Daarnaast is de woningverbeteringssubsidie verlengd tot 31 december 2025. Ook is het toepassingsgebied van de subsidie éénmalig uitgebreid met 28 postcodes om onwenselijke verschillen te voorkomen.

Perspectief voor de regio

Naast schadeafhandeling en versterking, en investeren in verduurzaming, is het belangrijk te bouwen aan sociaal herstel en economisch perspectief voor de regio Groningen en Noord-Drenthe zodat het er weer goed wonen, werken en leven wordt. In reactie op het PEGA-rapport wordt daarom in samenspraak met de regio een sociale en een economische agenda opgesteld die focus en richting gaan brengen in een generatielange aanpak. Op het gebied van welzijn en sociaal herstel nodigen de Regio en het Rijk een kwartiermaker uit om een Sociale Agenda voor de regio op te stellen, met sociaalmaatschappelijke verbeteringen voor kinderen en (jong)volwassenen. Deze Sociale Agenda bestaat uit vier speerpunten: 1) het verbeteren van de (mentale) gezondheid; 2) het vergroten van de leefbaarheid en sociale cohesie; 3) kansen voor kinderen, jongeren en de volgende generatie; en 4) arbeidsparticipatie & armoedebestrijding.

Sociale en economische groei zijn nauw met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. Het kabinet zet tegelijk met de Sociale Agenda in op een Economische Agenda. Deze moeten aansluiten bij de kracht van de regio en de mensen die er wonen, zodat zij kunnen meedoen én meeprofiteren. Het NPG krijgt meer focus op economische structuurversterking op drie grote thematische transities: duurzame energie, gezondheid en landbouw.

Staat van Groningen

De Staat van Groningen wordt het instrument waarmee het Rijk en de Regio de voortgang op de uitvoering van de maatregelen monitoren om waar nodig bij te sturen. De Staat van Groningen wordt wettelijk vastgelegd. In de Staat van Groningen worden op hoofdlijnen doelstellingen vastgelegd op vier pijlers: schade en versterken, verduurzaming, welzijn en sociaal herstel, en economisch perspectief. De eerste Staat van Groningen wordt in het voorjaar van 2024 verwacht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10.924.819 3.567.507 2.579.159 1.736.904 1.020.394 786.775 838.006
Uitgaven 11.139.678 3.589.290 2.593.594 1.713.594 1.184.423 952.055 1.008.292
Subsidies (regelingen) 716.536 627.580 162.480 254.895 36.000 36.000 11.000
Waardevermeerderingsregeling 116.016 105.984 13.000 8.000 8.000 8.000 8.000
Geestelijke bijstand 40 1.060 550 550 0 0 0
Duurzaam herstel 0 28.000 111.000 213.415 0 0 0
Woonbedrijf 3.523 3.646 0 0 0 0 0
Diverse subsidies versterken 71.254 119.677 0 0 0 0 0
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 521.277 213.933 5.000 0 0 0 0
Huurderscompensatie 112 350 0 0 0 0 0
Nieuwbouwregeling 4.314 4.930 4.930 4.930 0 0 0
Economische bedrijvigheid 0 0 28.000 28.000 28.000 28.000 3.000
Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie 0 150.000 0 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 367.875 549.267 406.580 427.696 341.295 263.759 77.283
Vergoeding fysieke schade 269.101 329.946 330.446 384.062 313.461 243.425 66.783
Vergoeding waardedaling 38.435 67.500 10.000 0 0 0 0
Vergoeding immateriële schade 55.775 70.000 35.000 12.500 7.500 5.000 2.500
Commissie Bijzondere Situaties 435 4.459 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Herbeoordeling waardedaling 0 17.031 0 0 0 0 0
Vastgelopen dossiers 206 22.669 10.000 10.000 0 0 0
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen 1.072 6.862 2.334 2.334 2.334 2.334 0
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen 2.851 10.000 0 0 0 0 0
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 0 10.000 0 0 0 0 0
Versterken industrie 0 800 800 800 0 0 0
Knelpunten IMG 0 10.000 15.000 15.000 15.000 10.000 5.000
Opdrachten 9.654.904 1.788.923 1.620.531 733.874 611.523 489.923 625.530
Werkbudgetten 5.187 39.977 22.691 17.394 13.405 11.741 2.000
Versterkingsoperatie 312.398 848.377 776.457 696.239 588.118 478.182 623.530
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 1.867 24.157 20.000 20.000 10.000 0 0
Versterken industrie 50 241 241 241 0 0 0
Vergoeding Norg akkoord 9.335.402 856.671 786.142 0 0 0 0
Vastgelopen dossiers 0 4.500 0 0 0 0 0
Verduurzaming bij versterken 0 15.000 15.000 0 0 0 0
Vermogensverschaffing/-onttrekking 0 0 0 0 0 2.790 169.950
Kapitaalinjectie EBN 0 0 0 0 0 2.790 169.950
Bijdrage aan agentschappen 254.799 201.172 211.049 188.721 128.135 94.701 63.260
Bijdrage RVO.nl 252.551 198.602 208.479 186.151 125.565 92.210 60.855
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) 2.248 2.570 2.570 2.570 2.570 2.491 2.405
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.438 1.400 1.400 1.400 0 0 0
TNO publieke SDRA 1.438 1.400 1.400 1.400 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 142.117 413.602 185.956 103.460 64.438 63.382 61.269
Mkb-programma (bestuurlijke afspraken) 0 4.400 2.200 2.200 0 0 0
Nationaal Programma Groningen 19.693 138.095 52.290 54.931 64.438 63.382 61.269
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) 122.424 15.650 8.097 0 0 0 0
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) 0 251.457 121.369 44.329 0 0 0
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken) 0 4.000 2.000 2.000 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.009 7.346 5.598 3.548 3.032 1.500 0
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) 2.009 3.098 3.098 1.548 1.032 0 0
Raad voor Rechtspraak 0 4.248 2.500 2.000 2.000 1.500 0
Ontvangsten 3.025.192 6.708.356 3.184.287 2.739.232 2.217.220 1.639.266 1.208.853
Ontvangsten Mijnbouwwet 1.614.617 3.183.000 480.000 370.000 250.000 120.000 20.000
Dividenduitkering EBN 0 2.381.600 1.613.000 1.113.000 775.000 525.000 400.000
Dividenduitkering GasTerra 3.600 3.600 3.600 3.600 3.600 3.600 0
Ontvangsten NAM fysieke schade 422.333 268.600 329.091 329.591 383.207 312.606 238.479
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 278.425 201.433 194.152 192.373 170.047 115.160 84.778
Ontvangsten NAM waardedaling 471.174 38.200 67.500 10.000 0 0 0
Ontvangsten NAM immateriële schade 545 55.700 70.000 35.000 12.500 7.500 5.000
Ontvangsten NAM publieke SDRA 482 2.827 1.400 1.400 0 0 0
Ontvangsten NAM versterken industrie 238 2.843 1.430 1.430 0 0 0
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 172.477 540.623 394.184 652.908 597.866 530.400 435.596
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling 0 4.930 4.930 4.930 0 0 0
Diverse ontvangsten 36.301 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen 10.924.819 3.567.507 2.579.159 1.736.904 1.020.394 786.775 838.006
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 10.924.819 3.567.507 2.579.159 1.736.904 1.020.394 786.775 838.006

Geschatte budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is in 2024 circa 89% juridisch verplicht, 8% bestuurlijk gebonden en 3% beleidsmatig gereserveerd.

juridisch verplicht 89,4%
bestuurlijk gebonden 8,0%
beleidsmatig gereserveerd 2,6%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Juridisch verplicht

  1. Subsidies (regelingen): van het subsidiebudget in 2023 is circa 80% juridisch verplicht. Dit betreffen enkele subsidies voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie in Groningen waarvoor regelingen zijn gepubliceerd of afspraken met derde partijen zijn gemaakt. De regeling voor Duurzaam Herstel is daarbij meest omvangrijk, dit betreft een regeling die op basis van de Tijdelijke Wet Groningen door het IMG wordt uitgevoerd.
  2. (Schade)vergoedingen: van het budget voor (schade)vergoedingen in 2023 is circa 98% juridisch verplicht. De grootste uitgaven betreffen de verschillende soorten vergoedingen die het IMG op basis van de Tijdelijke Wet Groningen uitkeert aan gedupeerden in het aardbevingsgebied.
  3. Opdrachten: van het opdrachtenbudget in 2023 is circa 97% juridisch verplicht. De grootste uitgaven betreffen de vergoeding voor het Norg akkoord jegens NAM en de kosten die de NCG op basis van de Tijdelijke Wet Groningen maakt voor de versterkingsoperatie.
  4. Bijdrage aan baten-lastendiensten: van het budget voor bijdragen aan baten-lastendiensten is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten van het IMG en het bestuur van het IMG ten behoeve van de schadeafhandeling.
  5. Bijdrage aan ZBO/RWT: van het budget voor bijdrage aan baten-lastendiensten is eveneens 100% juridisch verplicht. Dit betreft de opdracht aan TNO voor de publieke Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA).
  6. Bijdrage aan (internationale) organisaties: dit budget is voor 100% juridisch verplicht. Dit betreffen afspraken met twee organisaties, het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) en de Raad voor de Rechtspraak.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

In 2017 is de waardevermeerderingsregeling ingesteld cf. de motie-Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 242). Bewoners met € 1.000 schade of meer, kunnen met deze regeling maximaal € 4.000 subsidie ontvangen voor de verduurzaming van hun woning. Het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) voert in opdracht van het Ministerie van EZK deze regeling uit, waarvoor in 2017 totaal meerjarig € 89,2 mln is gereserveerd. Dit budget is in 2021 tweemaal opgehoogd, eerst met € 40 mln (april 2021) en vervolgens met € 60 mln (oktober 2021).

Het kabinet heeft inmiddels besloten de waardevermeerderingsregeling tot 9 oktober 2023 ongewijzigd voort te zetten en voor de periode daarna de regeling aan te passen (Kamerstuk 33 529, nr. 1078 en Kamerstuk 33 529, nr. 1142). Voor deze voortzetting en aanpassing is in de VJN 2022 aanvankelijk € 225 mln gerserveerd (Kamerstuk 33 529, nr. 1028). Hiervan is in april 2022 reeds € 75 mln budget beschikbaar gesteld aan SNN (Kamerstuk 33 529, nr. 1003) en is nog € 150 mln beschikbaar op de EZK-begroting voor de perode 2023 t/m 2028. Naast dit bedrag is in november 2022 bovendien reeds aanvullend € 42 mln budget beschikbaar gesteld aan SNN (Kamerstuk 33 529, nr. 1078).

Geestelijke bijstand

Het kabinet heeft in de VJN 2022 besloten om conform motie-Grinwis (Kamerstuk 35 529, nr. 856) de subsidie aan Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied (GVA) te verlengen. GVA richt zich op alle Groningers die te maken hebben met de mentale gevolgen van de aardbevingsproblematiek.

Duurzaam herstel

Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 948). Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) krijgt het IMG de wettelijke bevoegdheid om deze schade duurzaam te herstellen.

Woonbedrijf

Via het Woonbedrijf kunnen woningen in het aardbevingsgebied worden opgekocht die langdurig te koop staan. Woningeigenaren in de kern van het aardbevingsgebied, die moeite hebben met de verkoop van hun huis, kunnen zich hiervoor aanmelden.

Diverse subsidies versterken

In het kader van de versterkingsoperatie worden diverse subsidies verstrekt. Het betreft incidentele subsidies aan onder meer de Rijksuniversiteit Groningen voor onderzoek naar de psychosociale impact van de gaswinning op de inwoners van Groningen (onder de naam Gronings Perspectief) en voor het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen, dat kennis verzamelt en deelt over de maatschappelijke gevolgen van gaswinning, bodembeweging en aardbevingen in Groningen. Ook de Stichting Monumenten Groningen ontvangt subsidie.

Daarnaast doet NCG ook uitgaven voor de versterkingsoperatie die verantwoord worden in de categorie subsidies. Deze middelen worden in het lopende jaar overgeheveld van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 zijn een aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. Bewoners kunnen aanspraak maken op een vergoeding wanneer zij hun woning laten herbeoordelen (op basis van een nieuwe norm), een tegemoetkoming vanwege de doorlooptijd of voor de woningverbeteringssubsidie.

Nieuwbouwregeling

Mocht een eigenaar meerkosten maken voor maatregelen om nieuwe gebouwen aardbevingsbestendig te maken, dan kan de eigenaar daarvoor een bijdrage ontvangen via de Publieke Nieuwbouwregeling.

Economische bedrijvigheid

Om een sterk ondernemings- en vestigingsklimaat te ondersteunen heeft het kabinet in de kabinetsreactie op PEGA (Nij begun) € 115 mln beschikbaar gemaakt, voor onder meer ondersteuning voor de NOM en Economic Board Groningen en voor het aantrekken van strategische internationale bedrijvigheid (maatregelen 35.3 en 35.4 uit Nij Begun).

Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie

Zoals aangekondigd in Nij Begun wordt de bestaande subsidieregeling voor verduurzaming en verbetering (voor eigenaren van woningen die geen onderdeel zijn van het versterkingsprogramma van NCG) uitgebreid met 28 extra postcodegebieden aan de randen van het huidige toepassingsgebied (maatregel 30). Zo kan een groter deel van de regio van deze regeling gebruikmaken. Hiervoor wordt in de Prinsjesdag suppletoire begroting voor het jaar 2023 € 150 mln budget toegevoegd aan de EZK-begroting.

(Schade)vergoedingen

Vergoeding fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Voor die tijd werd de schade afgehandeld door de TCMG. Het IMG bepaalt onafhankelijk wie recht heeft op een schadevergoeding en hoe hoog deze vergoeding is. Hierbij volgt het IMG het schadeprotocol. De schadevergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor (fysieke) schade worden ieder voorjaar geactualiseerd. In het voorjaar van 2022 zijn ook middelen toegevoegd voor de kosten voor bijstand bij bezwaar en beroep (op basis van de novelle versterken).

Vergoeding waardedaling

Sinds september 2020 besluit het IMG over vergoedingen voor de waardedaling van woningen in het aardbevingsgebied. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor schade (door waardedaling) worden ieder voorjaar geactualiseerd.

Vergoeding immateriële schade

Sinds de zomer van 2021 besluit het IMG over (immateriële) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor (immateriële) schade worden ieder voorjaar geactualiseerd.

Commissie Bijzondere Situaties

De Commissie Bijzondere Situaties is gericht op complexe en schrijnende situaties, waar mensen zelf niet uitkomen en waar dringend hulp nodig is. De Commissie is onafhankelijk, beoordeelt aanvragen en adviseert welke extra hulp in die situaties geboden kan worden. Het IMG is gemandateerd om de adviezen uit te voeren. Voor het CBS is t/m 2028 jaarlijks € 3 mln beschikbaar op de EZK-begroting.

Herbeoordeling waardedaling

Groningers die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen van de NAM, dan nu zou zijn toegekend door het IMG kunnen een tegemoetkoming ontvangen.

Vastgelopen dossiers

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waarbij schade, versterking en de algehele staat of conditie van het pand zwak is vanwege constructieve problemen of knelpunten met een andere oorzaak dan bodembeweging veroorzaakt door gaswinning. In de bestuurlijke afspraken is voor de aanpak van deze situaties een bedrag van € 50 mln gereserveerd.

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

De regeling voor zelf aangebrachte voorzieningen is gericht op huurders die voorzieningen hebben aangebracht in hun huurwoning, die bij het versterken van de woning versterking verloren gaan. Huurders kunnen gebruik maken van een forfaitaire regeling van € 3.000 per adres of kiezen voor opname (Kamerstuk 33 529 nr. 1020).

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

Een eigenaar of rechtmatige gebruiker van een te versterken gebouw kan schade hebben als gevolg van de versterkingsoperatie. Voor deze schade kan in bepaalde gevallen aanspraak worden gemaakt op een vergoeding, dit is vastgelegd in de Tijdelijke beleidsregel NCG inzake vergoeding schade ten gevolge van de versterking.

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is meerjarig € 100 mln gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. Zo kan de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in vormingsfase wegnemen om projecten te versnellen. De middelen staan grotendeels in de categorie opdrachten, afhankelijk van de uitgaven die NCG doet worden middelen overgeheveld naar de categorie (schade)vergoedingen.

Versterken industrie

Sinds 2018 wordt een programma uitgevoerd waarbij industriebedrijven worden beoordeeld op aardbevingsbestendigheid. Mocht blijken dat versterking nodig is, dan worden bedrijven onderdeel van de versterkingsoperatie. Dit programma wordt uitgevoerd door de NCG. De kosten hiervan worden bij NAM in rekening gebracht.

Knelpunten IMG

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). Hiervoor is meerjarig in totaal € 70 mln gereserveerd.

Opdrachten

Werkbudgetten

Dit betreffen de werkbudgetten van de beleidsdirectie Schadeherstel en gaswinning Groningen, de beleidsdirectie Versterken en perspectief Groningen en het werkbudget van de NCG. Hieruit worden verschillende onderzoeken en projecten betaald, zoals de ontwikkeling van de typologieaanpak. Er zijn middelen van de Aanvullende Post overgeheveld naar het werkbudget van NCG voor de uitvoering van enkele maatregelen uit de kabinetsreactie Nij bugun: de ondersteuning door architecten, de inrichting van bewonersregieteams, inloopplekken voor bewoners en het opzetten van een digitaal portaal en aanvullende communicatie (maatregelen 13 en 21).

Versterkingsoperatie

De geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bestaan uit meerdere onderdelen. Ten eerste gaat het om uitgaven voor de versterkingsoperatie die wordt uitgevoerd door de NCG, inclusief zogenoemde Big Five-projecten, de uitvoering van projecten en verschillende bijkomende kosten (zoals tijdelijke huisvesting). Daarnaast is er voor 2024 € 19 mln aan dit instrument toegevoegd uit de PEGA-middelen op de Aanvullende Post. Deze middelen zijn bestemd voor het aanbieden van extra maatwerk in de versterkingsoperatie en het aanbieden van sloop/nieuwbouw (maatregel 12 uit Nij Begun). De uitvoeringskosten voor de versterkingsoperatie worden geraamd op artikel 40.

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is meerjarig € 100 mln gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. Zo kan de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in de vormingsfase wegnemen om projecten te versnellen.

Versterken industrie

Sinds 2018 wordt een programma uitgevoerd waarbij industriebedrijven worden beoordeeld op aardbevingsbestendigheid. Mocht blijken dat versterking nodig is, dan worden bedrijven onderdeel van de versterkingsoperatie. Dit programma wordt uitgevoerd door de NCG. De kosten hiervan worden bij NAM in rekening gebracht.

Vergoeding Norg akkoord

In het Norg akkoord (Kamerstuk 33 529 nr. 850) is afgesproken dat de Staat een vergoeding betaalt voor de inzet van gasopslag Norg, waardoor de gaswinning in Groningen sneller naar nul kan. Inmiddels is de uitkomst van de arbitrage inzake deze vergoeding bekend (Kamerstuk 33 529 nr. 997). De te betalen vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen.

Vastgelopen dossiers

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waarbij schade, versterking en de algehele staat of conditie van het pand zwak is vanwege constructieve problemen of knelpunten met een andere oorzaak dan bodembeweging veroorzaakt door gaswinning. In de bestuurlijke afspraken is voor de aanpak van deze situaties een bedrag van € 50 mln gereserveerd. Deze middelen staan in de categorie (schade)vergoedingen en worden afhankelijk van de realisatie in een gegeven jaar overgeheveld naar de categorie opdrachten.

Verduurzaming bij versterken

In Nij Begun is aangekondigd dat het kabinet isolatiemaatregelen wil laten toepassen in huizen die nog ingrijpend versterkt moeten worden (maatregel 28). Uit de PEGA-middelen op de Aanvullende Post is voor 2023 en 2024 totaal € 30 mln overgeheveld naar de EZK-begroting.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Kapitaalinjectie EBN

Conform de economische verhoudingen tussen NAM en EBN draagt EBN 40% van de kosten voor schade en versterken. De verwachting is dat de bij EBN aanwezige voorziening hiervoor ontoereikend is deze kosten geheel te kunnen voldoen. Daarom is een kapitaalinjectie aan EBN opgenomen.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO

RVO voert in opdracht van de IMG de schadeafhandeling uit. Deze uitvoeringskosten worden via een heffing op NAM verhaald. In het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en Exxon is afgesproken dat de btw over de uitvoeringskosten niet wordt doorbelast aan de NAM.

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

Voor de uitvoeringskosten voor het bestuur van IMG is meerjarig geld beschikbaar op de EZK-begroting. Deze kosten worden niet doorbelast aan NAM.

Bijdrage aan ZBO/RWT's

TNO publieke SDRA

De Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA) geeft een verwachting van toekomstige grondbewegingen en het veiligheidsrisico voor de bewoners in het Groningse aardbevingsgebied. Omdat NAM inmiddels volledig op afstand staat van de schadeafhandeling, is de SDRA sinds 2021 in publiek beheer en wordt deze in opdracht van EZK uitgevoerd door TNO.

Bijdrage aan medeoverheden

Mkb-programma (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken is in totaal € 11 mln gereserveerd voor een programma voor Mkb’ers in het aardbevingsgebied.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. NAM draagt € 500 mln bij aan het NPG en het Rijk € 650 mln.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze kosten worden zij gecompenseerd.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Het gebiedsfonds wordt bijvoorbeeld ingezet voor de inpassingskosten die gemeenten maken bij sloop en nieuwbouw van huizen en bij de versterking (zoals nieuwe aansluiting riool, wegen en inrichting openbare ruimte). Clustering is gericht op het voorkomen van verschillen binnen een dorp, wijk of straat, wanneer een nieuwe norm wordt toegepast.

Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)

In de bestuurlijke afspraken is € 10 mln gereserveerd voor sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten aan bewoners. Voorbeelden van dergelijke ondersteuning zijn aardbevingscoaches, opbouwwerkers en extra investeringen in maatschappelijke ondersteuning, als ook geestelijke verzorging.

Bijdrage aan (internationale) organisaties

Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)

Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) geeft advies over of en hoe huizen in het aardbevingsgebied in Groningen versterkt moeten worden. Voor het ACVG is meerjarig budget beschikbaar.

Raad voor de Rechtspraak

Rechtbanken in Noord-Nederland doen uitspraak in beroepszaken naar aanleiding van beschikkingen van het IMG voor fysieke schade, waardedaling of immateriële schade. Indien door deze zaken een substantieel beslag op de rechtspraak wordt gelegd, wordt hiervoor compensatie geboden vanuit de EZK-begroting. De reservering van deze middelen is gericht op het voorkomen van vertraging in de afhandeling van deze zaken.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten Mijnbouwwet

Deze post bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet) en oppervlakterecht. Een deel van deze ontvangsten zijn het gevolg van de vergoeding die NAM ontvangt op basis van het Norg akkoord. Voor 2023 en 2024 geldt daarnaast een tijdelijke verhoging van de cijns voor de verkoop van aardgas tegen een hogere prijs dan € 0,50/m3. Vanwege de sterke daling van de gasprijs in de afgelopen maanden levert deze hogere cijns naar verwachting geen extra ontvangsten op. Als gevolg hiervan zijn de ontvangsten omlaag bijgesteld naar € 480 mln in 2024 (ten opzichte van € 980 mln in de Voorjaarsnota 2023).

Dividenduitkering EBN

EZK ontvangt dividend van EBN over het geconsolideerde nettoresultaat. De lagere gasprijs en het eerder betalen van de solidariteitsheffing, hebben meerjarig een effect op de verwachte ontvangsten. De geraamde ontvangsten in 2024 zijn omlaag bijgesteld naar € 1.613 mln (ten opzichte van € 2.200 mln in de Voorjaarsnota 2023). Een deel van deze ontvangsten zijn het gevolg van de vergoeding die EBN ontvangt op basis van het Norg akkoord.

In onderstaande tabel worden de productievolumes van aardgas voor zowel Groningen als de kleine velden weergegeven. Deze gegevens zijn gebruikt voor het maken van de ramingen voor de ontvangsten Mijnbouwwet en de dividenduitkering van EBN. Daarnaast is in onderstaande tabel aangegeven van welke gasprijs gebruik is gemaakt voor deze ramingen.

Geschatte productie (in mld Nm3) 4,3 4,2 4,4 4,3 3,8 3,4
Waarvan: Groningenveld 0,6 0
Waarvan: kleine velden 3,7 4,2 4,4 4,3 3,8 3,4
Gasprijs (in eurocent/m3) 40 51 45 36 30 29

Dividenduitkering GasTerra

Gasterra keert een vast dividend uit aan de aandeelhouders. Voor EZK is dit € 3,6 mln per jaar. GasTerra wordt afgebouwd en eindigt op 31 december 2026. Dit betekent dat EZK in 2027 voor de laatste keer dividend ontvangt.

Ontvangsten NAM fysieke schade

Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor fysieke schades aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG gemaakte uitvoeringskosten in het kader van de schadeafhandeling. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM waardedaling

Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor waardedaling aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM immateriële schade

Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor immateriële schades aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke Wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.

Ontvangsten NAM publieke SDRA

De kosten voor het onderzoek van TNO voor de ontwikkeling van een publieke seismische dreigings- en risicoanalyse (SDRA) worden verhaald op de NAM. De ontvangstenraming hiervoor is opgenomen in de EZK-begroting.

Ontvangsten NAM versterken industrie

De kosten voor de uitvoering van de beleidsregel versterken industrie worden verhaald op de NAM. De ontvangstenraming hiervoor is opgenomen in de EZK-begroting.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie tot en met juni 2023 worden per kwartaal met een factuur bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de EZK-begroting. NAM heeft tien facturen nog niet volledig voldaan, maar voor 60%. De ramingen gaan uit van volledige betaling van de facturen, inclusief de nog openstaande bedragen. Kosten die na 1 juli 2023 zijn gemaakt, zullen op grond van de Tijdelijke Wet Groningen via een heffing bij NAM in rekening worden gebracht. De eerste heffing zal in 2024 worden opgelegd.

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

NAM draagt jaarlijks € 25 mln bij aan het NPG. Meerjarig gaat het om een totaalbedrag van € 500 mln.

Ontvangsten NAM nieuwbouwregeling

De uitgaven in het kader van de Nieuwbouwregeling worden bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de EZK-begroting.

Doorbelasting kosten schade en versterken NAM

De kosten voor de schadeafhandeling t/m 2021 zijn bij NAM in rekening gebracht en volledig door NAM betaald (zie tabel 54). De kosten voor de schadeafhandeling over 2022 en de daaropvolgende jaren worden door middel van een heffing, telkens in het jaar erop, aan NAM opgelegd. Voor de versterkingsoperatie zijn de kosten t/m 2022 bij NAM in rekening gebracht. Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 33529 nr. 908) betaalt de NAM de facturen voor de versterkingsoperatie slechts voor 60%. Daardoor moet ca. € 401 mln nog betaald worden door NAM (zie tabel 55. De kosten voor de versterkingsoperatie over het eerste deel van 2023 worden door middel van facturen per kwartaal aan NAM opgelegd, vanaf 1 juli 2023 worden de kosten via een heffing bij NAM in rekening gebracht. De eerste heffing zal in 2024 worden opgelegd.

Schadevergoedingen 2018 € 8 € 8
2019 € 88 € 88
2020 € 314 € 176 € 490
2021 € 309 € 1 € 295 € 605
2022 Deze kosten moeten nog doorbelast worden aan NAM
Totaal € 719 € 1 € 471 € 1.190
Uitvoeringskosten IMG 2018 € 40 € 40
2019 € 103 € 103
2020 € 143 € 1 € 6 € 149
2021 € 200 € 7 € 19 € 227
2022 Deze kosten moeten nog doorbelast worden aan NAM
Totaal € 486 € 8 € 25 € 519
Totaal schade € 1.205 € 8 € 496 € 1.709
  1. Betreft jaar waarin de kosten zijn gemaakt door IMG, niet het jaar van doorbelasting aan NAM.
Versterkingskosten 2020 € 226
2021 € 299
2022 € 312
Totaal € 837
Uitvoeringskosten NCG 2020 € 69
2021 € 89
2022 € 97
Totaal € 256
Totaal versterken € 1.093
  1. Betreft jaar waarin de kosten zijn gemaakt door NCG, niet het jaar van doorbelasting aan NAM.
Schadeafhandeling IMG € 1.709 € 1.709 € 0 Kosten vanaf 2022 e.v.
Versterkingsoperatie NCG € 1.093 € 692 € 401 Kosten vanaf 2023 e.v.
Totaal € 2.802 € 2.401 € 401 Nog te bepalen

PEGA-middelen uit de Aanvullende Post

In onderstaande tabel wordt weergegeven voor welke maatregelen middelen zijn opgevraags uit de PEGA-middelen op de Aanvullende Post tot en met 1 september 2023.

Knelpuntenpot IMG EZK-begroting, artikel 5 10,0 15,0 15,0 15,0 10,0 5,0 70,0
Overige maatregelen schade EZK-begroting, artikel 5 1,6 1,6
Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie EZK-begroting, artikel 5 150,0 150,0
Ondersteuning door architecten EZK-begroting, artikel 5 0,5 1,0 1,0 1,0 1,0 0,5 5,0
Inrichting bewonersregieteams EZK-begroting, artikel 5 0,5 1,0 1,0 1,0 1,0 0,5 5,0
Digitaal portaal en aanvullende communicatie EZK-begroting, artikel 5 0,5 1,0 1,0 1,0 1,0 0,5 5,0
Inloopplek voor bewoners EZK-begroting, artikel 5 0,5 1,0 1,0 1,0 1,0 0,5 5,0
Aanbieden van overig maatwerk bij versterken EZK-begroting, artikel 5 5,0 5,0 10,0
Aanbieden van maatwerk t.b.v. sloop/nieuwbouw EZK-begroting, artikel 5 11,0 14,0 25,0
Verduurzaming bij versterking EZK-begroting, artikel 5 15,0 15,0 30,0
Toezicht en handhaving EZK-begroting, artikel 40 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 35,0
N33 Noord IenW-begroting, artikel 11 250,0 250,0
Totaal 194,6 310,0 26,0 26,0 21,0 14,0 591,6

Kengetallen

1. Gewonnen volume aardgas totaal (in Nm³) 42 mld 35 mld 30 mld 21 mld 19 mld 15 mld TNO
2. Gewonnen volume aardgas Groningenveld (in Nm³) 24 mld 19 mld 15 mld 8 mld 6 mld 5 mld TNO
3. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm³) 18 mld 16 mld 15 mld 13 mld 13 mld 11 mld TNO
4. Aantal boringen exploratie onshore en offshore 6 5 4 3 2 4 TNO
5. Aantal boringen productie onshore en offshore 8 7 7 9 7 3 TNO
6. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/m3) 16,6 21,5 14,9 9,1 37,8 127,6 APX Endex
  1. In bovenstaande tabel wordt weergegeven hoeveel gas er in de afgelopen jaren is gewonnen (kengetallen 1 t/m 3)
  2. Daarnaast is weergegeven hoeveel boringen hebben plaatsgevonden, uitgesplitst naar exploratie van nieuwe velden (kengetal 4) en productie van reeds bekende velden (kengetal 5). EZK stelt de randvoorwaarden hiervoor, marktpartijen nemen de productie en exploratie voor hun rekening.
  3. De gemiddelde beursprijs van gas is ook opgenomen in bovenstaande tabel (kengetal 6). Het virtuele gashandelplatform TTF is een belangrijk referentiepunt voor de Europese gasprijzen.

Indicatoren

Dashboard Groningen

Diverse informatie over de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en de afbouw van de gaswinning in Groningen is online beschikbaar via het Dashboard Groningen.

Schadeafhandeling

Het IMG rapporteert onder andere over het aantal ingediende en afgehandelde meldingen voor zowel fysieke schade als immateriële schade. Zie onderstaande tabel. In volgende begrotingsstukken wordt hier een update van gegeven. Actuele informatie over de schadeafhandeling is beschikbaar op de website van het IMG.

Aantal ingediende meldingen immateriële schade 72.519
Aantal besluiten 72.055
Nog openstaande meldingen 464
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) 87
Aantal ingediende aanvragen waardedaling 117.108
Aantal besluiten 116.869
Nog openstaande meldingen 239
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) 509

Versterkingsoperatie

De NCG rapporteert maandelijks over de voortgang van de versterking. De volgende tabel geeft de stand van de versterkingsoperatie weer. Actuele informatie is beschikbaar op de website van de NCG.

Aantal nog te starten 203 1%
Aantal in opnamefase 1.831 7%
Aantal in beoordelingsfase 4.084 15%
Aantal in planvormingsfase 8.850 32%
Aantal in uitvoering 2.850 10%
Aantal afgerond 9.500 35%

Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de EZK-begroting (XIII) aan Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Financieren

Zaken die op het Nationaal Groeifonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen op Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

C. Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen wordt verwezen naar de betreffende beleidsar­tikelen op Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 170.000 4.889.040 5.312.095 4.631.369 93.393 30.766
Uitgaven 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen 170.000 4.889.040 5.312.095 4.631.369 93.393 30.766
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 170.000 4.889.040 5.312.095 4.631.369 93.393 30.766

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

Verplichtingen 170.000 4.889.040 5.312.095 4.631.369 93.393 30.766 354.585 15.481.248
Uitgaven 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187 5.301.930 15.481.248
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdrage vanuit de EZK-begroting (Hoofdstuk XIII) aan Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM27, CPB, SodM en NCG). Enkele stafdirecties van EZK werken als gemeenschappelijke dienst voor EZK en LNV. In deze begroting is enkel het EZK-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%, de overige 43% van het budget staat op de LNV-begroting geraamd. De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel een raming voor de bijdragen aan DICTU voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

Verplichtingen 466.055 638.866 619.029 592.939 576.009 568.139 540.095
Uitgaven 466.055 638.866 619.029 592.939 576.009 568.139 540.095
Personele uitgaven 350.417 458.145 462.785 443.758 430.448 413.918 401.812
eigen personeel 325.740 414.097 426.839 411.119 387.805 375.547 370.112
inhuur externen 16.985 22.159 18.318 17.227 15.375 15.108 12.108
overige personele uitgaven 7.692 21.889 17.628 15.412 27.268 23.263 19.592
Materiële uitgaven 115.638 180.721 156.244 149.181 145.561 154.221 138.283
ICT 1.965 10.913 17.321 19.003 20.370 30.259 15.303
bijdrage aan SSO's 13.382 13.382 13.382 13.382 13.382 13.382 13.382
bijdrage aan agentschap DICTU 20.225 19.614 19.614 20.050 20.050 20.050 20.050
overige materiële uitgaven 80.066 136.812 105.927 96.746 91.759 90.530 89.548
Ontvangsten 104.550 151.181 86.925 143.344 141.079 139.564 133.974
NCG 55.372 110.354 63.898 120.498 118.233 116.718 111.128
Overig 49.178 40.827 23.027 22.846 22.846 22.846 22.846

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven

Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2024 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven valt het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisat Dienst Landelijk Gebied en wachtgelduitgaven.

Materiële uitgaven

Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk. De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SodM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. Bij NCG betreft het ontvangsten uit de NAM. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten. Onder ontvangsten kerndepartement valt (voor 2021 en 2022) de afroming van het eigen vermogen van agentschappen (RVO, DICTU en NEa).

Externe inhuur

Voor 2023 wordt voor totaal EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim boven de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK.

Kerndepartement 9,1% 11,2% 11,2%
Autoriteit Consument & Markt 7,3% 9,1% 10,0%
Centraal Planbureau 0,0% 1,4% 0,0%
Staatstoezicht op de Mijnen 17,9% 12,5% 12,0%
Nationaal Coördinator Groningen1 63,1% 65,0% 62,0%
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 29,5% 24,1% 29,0%
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 19,7% 16,7% 22,0%
Dienst ICT Uitvoering 58,9% 56,6% 47,1%
Nederlandse Emissie Autoriteit 8,9% 7,0% 10,0%
Totaal 32,1% 25,4% 29,9%
  1. Vanaf 2022 is Nationaal Coördinator Groningen na de overheveling vanuit BZK als buitendienst opgenomen in de EZK-begroting.
  1. Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.
  2. RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening. Tevens draagt de uitvoering van crisis maatregelen, zoals de COVID-19 regelingen, bij aan een hogere inhuur.
  3. Rijksinspectie Digitale Infrastructuur kent veel specialistische opdrachten waarvoor technisch onderlegd en hoogopgeleid personeel nodig is. Dit geldt voor bestaande opdrachten maar zeker ook voor de nieuwe opdrachten, gericht op cyber en IT. De hogere inschaling van het benodigd personeel en het hierop moeilijk kunnen concurreren met het bedrijfsleven, maakt het lastig voor overheidsinstanties om deze groep professionals aan zich te binden. In voorkomende gevallen is RDI genoodzaakt om professionals extern in te huren. Voor 2023 – 2027 zet RDI in op een inhuurpercentage van maximaal 18%. Deze is ook verwerkt in de Agentschapsparagraaf. Jaarlijks herijkt het agentschap de verwachting rondom de benodigde inzet van de externe inhuur en de beoogde daling zal alsdan in de begroting en meerjarenraming verwerkt worden. Ook zet het agentschap bij gebleken geschiktheid en waar dat kan altijd in op het omzetten van extern personeel naar ambtelijk personeel. In 2023 betekent dit een inzet op het verambtelijken van 1/3 van het ingehuurde personeel t.o.v. 2022

Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichterbij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU, RVO en RDI zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die substantieel boven de Roemer-norm scoren (DICTU, RVO en RDI). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:

  1. Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
  2. Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.
  3. Het sturen op een inhuurperiode van maximaal 2 jaar.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s

De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.

1. Totaal apparaatsuitgaven ministerie 466.055 638.866 619.029 592.939 576.009 568.139 540.095
Kerndepartement (beleid en staf) 338.348 488.567 473.343 452.452 440.389 435.115 407.646
Apparaatsuitgaven diensten 127.707 150.299 145.686 140.487 135.620 133.024 132.449
Centraal Planbureau (CPB) 19.570 21.743 20.541 20.001 18.779 18.616 18.616
Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 57.352 72.612 73.387 71.290 69.381 68.516 67.940
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) 22.630 24.959 28.590 28.046 27.912 27.325 27.325
Nationaal Coördinator Groningen (NCG)2 28.155 30.985 23.168 21.150 19.548 18.567 18.568
2. Totaal apparaatskosten agentschappen 1.392.980 1.477.916 1.503.154 1.488.892 1.334.587 1.341.016 1.351.559
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) 64.488 81.724 86.545 90.794 94.321 97.855 99.449
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) 318.007 335.770 356.598 360.768 365.019 372.319 379.766
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) 10.901 16.511 19.891 19.891 19.891 19.891 19.891
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) 999.584 1.043.911 1.040.120 1.017.439 855.356 850.951 852.453
3. Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's
Centraal Bureau voor de Statistiek 209.3473 225.677
Stichting COVA 1.6564 1.980
Raad voor Accreditatie 13.531 14.089
Bestuur Autoriteit Consument en Markt 712 802
TNO 582.6625 570.800
Kamer van Koophandel 183.196 253.051
  1. Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 18,1 mln. in 2023 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).
  2. Vanaf 2022 is Nationaal Coördinator Groningen na de overheveling vanuit BZK als buitendienst opgenomen in de EZK-begroting.
  3. Bij het jaarverslag 2022 was het bedrag €200.011 opgenomen. Dit was de realisatie 2021, omdat de realisatie 2022 nog niet bekend was.
  4. Bij het jaarverslag 2022 was het bedrag €1.503 opgenomen. Dit was de realisatie 2021, omdat de realisatie 2022 nog niet bekend was.
  5. Bij het jaarverslag 2022 was het bedrag €559.522 opgenomen. Dit was op basis van de begroting 2022, omdat de realisatie 2022 nog niet bekend was.

In de bovenstaande tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.

Totaal apparaat 619.029
DG Klimaat en Energie 36.078
DG Bedrijfsleven en Innovatie 2.176
DG Groningen en Ondergrond 14.800
DG Economie en Digitalisering 460
Diensten CPB, ACM, SodM en NCG 145.686
Stafdirecties BBR, DC, DB, DEIZ, FEZ en WJZ (inclusief gezamenlijke onderdelen EZK/LNV) 419.829

In bovenstaande tabel worden de personeelsuitgaven van DG Klimaat en Energie, DG Bedrijfsleven en Innovatie, DG Groningen en Ondergrond en DG Economie en Digitalisering weergegeven. De onderdelen diensten en stafdirecties bevat zowel personele als materiële uitgaven.

Artikel 41 Nog onverdeeld

Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Loonbijstelling
programma
apparaat
Prijsbijstelling
programma
apparaat
Beschermingsfonds economische veiligheid
Onvoorzien
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Dit artikel is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 41 worden gedaan. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats.

5. Begroting agentschappen

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Baten
- Omzet 351.078 356.700 374.000 379.186 384.454 392.143 399.986
waarvan omzet moederdepartement 249.827 239.268 259.623 263.221 266.879 272.217 277.661
waarvan omzet overige departementen 100.808 116.529 113.935 115.515 117.120 119.462 121.852
waarvan omzet derden 443 903 442 449 455 464 473
Rentebaten 0 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 1.812 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 352.890 356.700 374.000 379.186 384.454 392.143 399.986
Lasten
Apparaatskosten 318.007 335.770 356.598 360.768 365.019 372.319 379.766
- Personele kosten 227.911 238.517 236.549 209.050 181.600 185.232 188.937
waarvan eigen personeel 92.055 101.882 117.857 120.214 122.618 125.070 127.572
waarvan inhuur externen 133.026 132.685 111.520 81.520 51.520 52.550 53.601
waarvan overige personele kosten 2.830 3.950 7.172 7.316 7.462 7.612 7.764
- Materiële kosten 90.096 97.252 120.049 151.717 183.419 187.087 190.829
waarvan apparaat ICT 13.449 25.189 36.605 66.605 96.605 98.537 100.508
waarvan bijdrage aan SSO's 24.444 21.100 25.832 26.347 26.874 27.412 27.960
waarvan overige materiële kosten 52.203 50.963 57.612 58.765 59.940 61.138 62.361
Rentelasten 75 5 300 305 312 318 325
Afschrijvingskosten 15.466 20.425 16.602 17.603 18.603 18.975 19.354
- Materieel 10.631 14.250 12.940 13.740 14.540 14.831 15.128
waarvan apparaat ICT 10.631 14.250 12.940 13.740 14.540 14.831 15.128
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 0 0 0 0 0 0
- Immaterieel 4.835 6.175 3.662 3.863 4.063 4.144 4.226
Overige lasten 865 500 500 510 520 531 541
waarvan dotaties voorzieningen 0 500 500 510 520 531 541
waarvan bijzondere lasten 865 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 334.413 356.700 374.000 379.186 384.454 392.143 399.986
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 18.477 0 0 0 0 0 0
Mutatie POK/Wau gelden 307 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 18.784 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de baten

De Dienst ICT Uitvoering (DICTU) is een van de grotere ICT-dienstverleners binnen de Rijksoverheid. DICTU ondersteunt met name de primaire processen van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en hun uitvoeringsorganisaties. Na een afvlakking van de omzet in recente jaren, zien we in 2024 een groei als gevolg van stijgende tarieven (10 a 15%) die vooral veroorzaakt wordt door inflatie. De omzetgroei wordt beperkt door een afname van ontwikkelopdrachten van € 25 miljoen en door beperkte groei van het aantal werkplekken.

Applicatiebeheer (applicatieservices) 75.443 78.308 90.689 91.946 93.224 95.089 96.990
Ontwikkelopdrachten 105.750 92.485 50.462 51.161 51.873 52.910 53.969
Generieke Diensten 40.834 41.400 41.976 42.815 43.671
Werkplekservices 60.149 60.441 69.869 70.836 71.819 73.257 74.722
Overige omzet 1.205 1.266 512 520 527 537 548
Generieke eBS 7.280 6.767 7.257 7.358 7.460 7.609 7.761
Totaal 249.827 239.268 259.623 263.221 266.879 272.217 277.661

In 2022 en 2023 werd de omzet Generieke Diensten gerapporteerd onder Ontwikkelopdrachten. Om het type dienstverlening beter inzichtelijk te maken wordt deze omzet nu apart gepresenteerd.

De omzetgroei bij het moederdepartement blijft beperkt door de afname van ontwikkelopdrachten.

Applicatiebeheer (applicatieservices) 48.132 43.932 54.375 55.129 55.896 57.013 58.154
Ontwikkelopdrachten 28.050 43.772 10.851 11.002 11.154 11.377 11.605
Generieke Diensten 17.115 17.352 17.593 17.945 18.304
Werkplekservices 19.177 21.059 22.287 22.596 22.910 23.369 23.836
Overige omzet 4.049 6.134 7.911 8.021 8.132 8.295 8.461
Generieke eBS 1.400 1.633 1.396 1.415 1.435 1.463 1.492
Totaal 100.808 116.529 113.935 115.515 117.120 119.462 121.852
Ministerie van BZK 29.033 35.844 37.493 38.013 38.542 39.311 40.099
Ministerie van Fin 579 557 556 563 571 583 594
Ministerie van IenW 9.400 12.225 10.782 10.931 11.083 11.305 11.531
Ministerie van J&V 1.933 1.713 2.702 2.739 2.777 2.833 2.890
Ministerie van LNV 47.067 46.852 50.192 50.889 51.595 52.626 53.679
Ministerie van OCW 131 260 196 199 202 206 210
Ministerie van SZW 911 2.075 1.659 1.682 1.705 1.740 1.774
Ministerie van VWS 11.059 15.751 9.584 9.717 9.852 10.049 10.250
Overig 695 1.252 771 782 793 809 825
Totaal 100.808 116.529 113.935 115.515 117.120 119.462 121.852

De omzet overige departementen is naar beneden bijgesteld in 2024 op grond van de gerealiseerde omzet in het jaar 2022. De omzet derden betreft vanaf 2024 voornamelijk de klant Staatsbosbeheer (SBB).

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Door snelle ontwikkelingen op ICT-gebied en daardoor snel wisselende expertises is zelf alle kennis in huis hebben vaak niet mogelijk en zinvol. Ten opzichte van 2023 is een indexatie toegepast op kosten eigen personeel conform de nieuwe CAO en bij kosten extern personeel conform de marktontwikkeling. Daarnaast wordt ingezet op verambtelijking van het personeelsbestand. De implementatie van een nieuwe bedrijfsstrategie, waarbij mede wordt ingezet op een andere sourcingsstrategie, wordt vanaf 2024 zichtbaar in een daling van de post «waarvan inhuur externen». De realisatie van deze doelstelling is afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor ICT-personeel en het tempo waarmee de sourcingsstrategie kan worden gerealiseerd. Daarnaast hebben toekomstige Rijksbrede keuzes op ICT-gebied gevolgen voor DICTU als één van de ICT dienstverleners binnen de Rijksoverheid.

De overige personele kosten nemen toe door o.a. meer reiskosten vanwege minder thuiswerken en een toename van de kosten voor training en coaching.

Materiële kosten

De post «waarvan apparaat ICT» zal naar verwachting vanaf 2024 stijgen als gevolg van de nieuwe sourcingsstrategie en de hierboven vermelde afname van de post inhuur externen.De kosten Bijdrage aan SSO’s zijn hoger door indexatie van de huisvestingskosten. De overige materiele kosten stijgen met name door hogere licentiekosten als gevolg van inflatie.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten dalen in 2024 door minder investeringen vanwege implementatie van de sourcingsstrategie waarbij meer dienstverlening wordt gedaan door marktpartijen. Vanaf 2025 wordt een stijging verwacht door de ontwikkeling van platformdiensten.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 31.107 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 347.134 356.700 374.000 379.185 384.454 392.143 399.986
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 314.743 ‒ 336.275 ‒ 357.398 ‒ 361.582 ‒ 365.851 ‒ 373.168 ‒ 380.632
2. Totaal operationele kasstroom 32.391 20.425 16.601 17.603 18.603 18.975 19.354
-/- totaal investeringen ‒ 18.407 ‒ 22.000 ‒ 20.000 ‒ 25.000 ‒ 30.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 0 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 18.407 ‒ 22.000 ‒ 20.000 ‒ 25.000 ‒ 30.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 15.700 0 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 307 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen ‒ 20.157 ‒ 20.425 ‒ 16.601 ‒ 17.603 ‒ 18.603 ‒ 18.975 ‒ 19.354
+/+ beroep op leenfaciliteit 18.416 22.000 20.000 25.000 30.000 20.000 20.000
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 17.134 1.575 3.399 7.397 11.397 1.025 646
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 27.957 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407 15.407

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom geeft de kasstroom weer uit de reguliere bedrijfsuitoefening.

Investeringskasstroom

DICTU verwacht in 2024 en latere jaren op een lager investeringsniveau uit te komen vanwege implementatie van de sourcingstrategie. In 2024 en 2025 zijn investeringen voorzien in platformdiensten.

Financieringskasstroom

DICTU begroot een financieringskasstroom die aansluit bij het begrote investeringsniveau. Het beroep op de leenfaciliteit volgt hierbij de verwachte investeringsbehoefte.

Omschrijving generiek deel
Kostprijzen per product (groep)
a. Basistarief werkplek CW 3.126 3.026 2.960 3.019 3.080 3.141 3.204
Tarieven/uur
a. Senior medewerker (ontwikkeling) 135 141 161 164 168 171 174
b. Medior medewerker (bouw) 111 116 132 135 137 140 143
c. Junior medewerker (test en beheer) 99 103 118 120 123 125 128
Indicatoren
Aantal werkplekken CW 18.042 18.559 19.431 19.431 19.431 19.431 19.431
FTE-totaal (excl. externe inhuur)1 927 991 1.058 1.058 1.058 1.058 1.058
Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s 54,0% 56,0% 65,0% 71,6% 79,7% 79,7% 79,7%
Saldo van baten en lasten (%) 5,24% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Ziekteverzuim 6,3% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0% 4,0%
Klanttevredenheid 7,7 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0
Beschikbaarheid applicaties 99,5% 98,0% 98,0% 98,0% 98,0% 98,0% 98,0%
Aantal grote verstoringen2 4 max 5. max 5. max 5. max 5. max 5. max 5.
Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten3 8,4 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5 7,0 ‒ 7,5
Oplospercentage 1e lijn helpdesk 81% 75% 75% 75% 75% 75% 75%
Servicedesk; in 1 keer geholpen 80% 80% 80% 80% 80%
Servicedesk; dienstverleningsniveau volgens afspraken 85% 85% 85% 85% 85%
  1. Gemiddeld aantal FTE over het jaar.
  2. Dit zijn nieuwe indicatoren. Een grote verstoring is minimaal een type C1 verstoring conform de prioriteitenmatrix Incidenten DICTU.
  3. Dit zijn nieuwe indicatoren. Een grote verstoring is minimaal een type C1 verstoring conform de prioriteitenmatrix Incidenten DICTU.

Basistarief werkplek CW

De toerekening van kosten aan de Cloud Werkplek is in lijn gebracht met rijksbrede afspraken. Dit heeft enerzijds geleid tot een daling van het tarief met 10% maar anderzijds is door stijging van de kosten vanwege inflatie het tarief in 2024 maar licht gedaald ten opzichten van 2023.

Aantal werkplekken CW
In de ontwerpbegroting is gerekend met een gemiddeld aantal van 19.431 werkplekken CW.

Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s
Er wordt ingezet op verambtelijking van het personeelsbestand. De implementatie van een nieuwe bedrijfsstrategie en andere sourcingsstrategie, wordt vanaf 2024 zichtbaar in een daling van externe inhuur.

Ziekteverzuim
Het terugbrengen van het ziekteverzuim naar het streefgemiddelde van 4% blijft een aandachtspunt en is daarom ook zo opgenomen in de ontwerpbegroting 2024.

Klanttevredenheid
Iedere maand ontvangt een aantal willekeurige eindgebruikers een vragenlijst, waarin een oordeel gegeven kan worden over de werkplek, kantoor applicaties en bedrijfsapplicaties.

Beschikbaarheid applicaties
De beschikbaarheid van frontend-applicaties wordt gemeten door middel van tooling (BSM). Er wordt per applicatie gemeten per maand over beschikbaarstellingsperiode, exclusief overeengekomen onderhoudsperioden. De in de doelmatigheid indicatoren opgenomen % betreffen basis en basis 24, doel 98%.

Bij basis gaat het om beschikbaarheid werkdagen van 7.00 ‒ 18.00 uur. Bij basis 24 op alle dagen 00.00 ‒ 24.00 uur.

Aantal grote verstoringen
Een grote verstoring is minimaal een type C1 verstoring conform de prioriteitenmatrix Incidenten DICTU.

Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten
Iedere dag wordt aan een aantal willekeurig gekozen personen die een incident hebben ingediend dat de dag ervoor is opgelost, een uitnodiging voor een onderzoek gestuurd dat betrekking heeft op de afhandeling van incidenten. De respondent kan op een tienpuntschaal aangeven in hoeverre hij tevreden is over de afhandeling van het betreffende incident. De KPI wordt gemeten per kalendermaand.

Oplospercentage 1e lijn helpdesk
Geeft aan welke percentage van de calls wordt opgelost door de 1e lijn.

Servicedesk: in1 keer geholpen

In één keer geholpen (nieuw): 80% van elk contact van een gebruiker met de Servicedesk dient direct afgehandeld te worden.

Servicedesk: dienstverleningsniveau volgens afspraken

85% van de meldingen van gebruikers bij de Servicedesk dienen binnen afgesproken dienstverleningsniveaus afgehandeld te worden.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor de uitvoering van en het toezicht op marktinstrumenten die bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. De NEa ondersteunt de uitvoering van het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) en de uitvoeringssystematiek Energie voor Vervoer (EV) in Nederland en houdt daar toezicht op. Dat doet de NEa door bedrijven te informeren, te adviseren en door toezicht te houden.

Daarnaast is de NEa de uitvoerder van de nationale CO2-heffing en ziet NEa toe op de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en het Besluit conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen.

De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is.

Baten
- Omzet 11.904 17.570 20.824 20.824 20.824 20.824 20.824
waarvan omzet moederdepartement 7.441 12.593 15.712 15.712 15.712 15.712 15.712
waarvan omzet overige departementen 4.463 4.977 5.112 5.112 5.112 5.112 5.112
waarvan omzet derden 0 0 0 0 0 0 0
Rentebaten 15 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 22 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 11.941 17.570 20.824 20.824 20.824 20.824 20.824
Lasten
Apparaatskosten 10.901 16.512 20.006 19.891 19.891 19.891 19.891
- Personele kosten 8.229 12.689 14.644 14.529 14.529 14.529 14.529
waarvan eigen personeel 7.520 10.955 12.523 12.523 12.523 12.523 12.523
waarvan inhuur externen 455 1.092 1.367 1.252 1.252 1.252 1.252
waarvan overige personele kosten 254 642 753 753 753 753 753
- Materiële kosten 2.672 3.823 5.363 5.363 5.363 5.363 5.363
waarvan apparaat ICT 673 1.799 1.282 1.282 1.282 1.282 1.282
waarvan bijdrage aan SSO's 1.378 1.555 1.571 1.571 1.571 1.571 1.571
waarvan overige materiële kosten 621 469 2.510 2.510 2.510 2.510 2.510
Rentelasten 0 29 80 80 80 80 80
Afschrijvingskosten 303 1.030 853 853 853 853 853
- Materieel 0 0 0 0 0 0 0
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 0 0 0 0 0 0
- Immaterieel 303 1.030 853 853 853 853 853
Overige lasten 24 0 0 0 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 24 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 11.228 17.570 20.939 20.824 20.824 20.824 20.824
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 713 0 ‒ 115 0 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 713 0 ‒ 115 0 0 0 0
Mutatie POK/WOO gelden 114 0 115 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming 827 0 0 0 0 0 0
CO2- emissiehandel en CO2-heffing industrie 7.074 10.616 9.008 9.008 9.008 9.008 9.008
Tweedelijns toezicht certificering duurzaamheidscriteria 101 371 534 534 534 534 534
Fit for 55 uitbreiding emissiehandel 0 1.117 4.264 4.264 4.264 4.264 4.264
Fit for 55 CBAM 0 351 529 529 529 529 529
Verplichtingen hernieuwbare brandstoffen 0 138 208 208 208 208 208
Inframarginale Elektriciteitsheffing 0 0 1.169 1.169 1.169 1.169 1.169
Beleidsadvies minimum CO2-prijs voor elektriciteitsopheffing 3 0 0 0 0 0 0
Voorbereiden CO2-heffing 244 0 0 0 0 0 0
Beperking inzet kolen bij electriciteitsopwekking 19 0 0 0 0 0 0
Totaal omzet moederdepartement EZK 7.441 12.593 15.712 15.712 15.712 15.712 15.712

Toelichting op de baten

Omzet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)

De omzet EZK is een vergoeding voor het leveren van producten en diensten betreffende wettelijke en niet wettelijke taken vanuit ETS en werkzaamheden voortkomend uit de Richtlijnen voor hernieuwbare energie en brandstoffenkwaliteit. Daarnaast zijn in dit budget de werkzaamheden van de nieuwe taken vanuit het Regeerakkoord opgenomen, namelijk Bijstook Biomassa, CBAM, CO2 Minimumprijs, en het opleggen en het innen van de CO2-heffing.

De omzet is ten opzichte van de begroting 2023 gestegen. Dit is het gevolg van uitbreiding van de werkzaamheden voor Fit for 55 en de nieuwe taak Inframarginale elektriciteitsheffing.

Omzet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

De omzet betreft een vergoeding van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de wettelijke of daarmee sterk verbonden taken op het gebied van Energie voor Vervoer (EV).

Toelichting op de lasten

De begrote kosten voor de taak CO2-emissiehandel en CO2-heffing industrie zijn met € 1,6 mln gedaald ten opzichte van de begroting 2023. Als gevolg van hernieuwde inzichten is in de begroting de methodiek van het doorbelasten van kosten over de nieuwe taken aangepast. Dit verklaart de daling bij CO2- emissiehandel en CO2-heffing industrie en een deel van de stijging bij de nieuwe taken. De totale omzet EZK blijft hierdoor in totaal gelijk.

De kosten van de nieuwe taken zijn gestegen. Dit is terug te voeren op verschillende oorzaken:

  1. Er is een nieuwe taak bijgekomen: Inframarignale elektriciteitsheffing
  2. De kosten voor Fit for 55 uitbreiding emissiehandel zijn hoger dan de eerdere inschatting. Dit komt doordat de doelgroepen groter zijn dan verwacht, er meer werkzaamheden nodig zijn dan verwacht en doordat de werkzaamheden complexer zijn dan eerder is ingeschat.
  3. Zoals hierboven al is aangegeven, zijn kosten volgens een andere methodiek doorbelast aan nieuwe taken

Personele kosten

De personele kosten zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2023. Dit is het gevolg van uitbreiding van de werkzaamheden voor Fit for 55 en de nieuwe taak Inframarignale elektriciteitsheffing.

Materiele kosten

De ICT kosten zijn gedaald ten opzichte van de begroting 2023, omdat in 2023 tijdelijk extra kosten werden gemaakt voor het systeem CheR.

De stijging van de overige materiele kosten betreft vooral kosten voor uitbesteding van werkzaamheden in het kader van Fit for 55 (in totaal € 1,3 mln) en voor Inframarginale elektriciteitsheffing (€ 0,8 mln).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op immateriële activa zijn gebaseerd op de activering van kosten voor de bouw van het Emissiehandel portaal (EHP) en het CO2 Heffingsregister (CHeR). Ten opzichte van de begroting 2023 dalen de afschrijvingskosten in 2024 omdat één van de systemen (REV fase 2) in 2023 volledig is afgeschreven.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 4.435 3.225 591 486 75 ‒ 335 ‒ 186
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 14.207 17.570 20.824 20.824 20.824 20.824 20.824
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 12.353 ‒ 16.541 ‒ 20.086 ‒ 19.971 ‒ 19.971 ‒ 19.971 ‒ 19.971
2. Totaal operationele kasstroom 1.854 1.030 738 853 853 853 853
-/- totaal investeringen ‒ 1.886 ‒ 1.414 ‒ 2.104 0 0 0 0
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 0 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 1.886 ‒ 1.414 ‒ 2.104 0 0 0 0
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 985 ‒ 2.821 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 367 0 0 0 0 0 0
-/- aflossingen op leningen ‒ 560 ‒ 843 ‒ 843 ‒ 1.264 ‒ 1.264 ‒ 704 ‒ 704
+/+ beroep op leenfaciliteit 0 1.414 2.104 0 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 1.178 ‒ 2.250 1.261 ‒ 1.264 ‒ 1.264 ‒ 704 ‒ 704
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 3.225 591 486 75 ‒ 335 ‒ 186 ‒ 37

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruit ontvangen en vooruit betaalde bedragen.

Investeringskasstroom

De investering betreft de doorontwikkeling van het Register Energie voor Vervoer (REV 4.0) en diverse investeringen in systemen ten behoeve van de nieuwe taken.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor hierboven vermelde investeringen.

Algemeen
Gemiddeld uurtarief 96 107 109 109 109 109 109
Directe uren/totaal gewerkte uren 76% ≥70% ≥70% ≥70% ≥70% ≥70% ≥70%
FTE-totaal (exclusief externe inhuur) 84,3 99 123 123 123 123 123
Omzet per productgroep (x € 1.000)
Naleving ETS (EZK) 6.322 10.384 13.272 13.272 13.272 13.272 13.272
Naleving overig EZK 1.119 0 2.440 2.440 2.440 2.440 2.440
Naleving EV (IenW) 4.463 5.597 5.112 5.112 5.112 5.112 5.112
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming (%) 6,86% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Emissiehandel
Geaggregeerd % vergunningsaanvragen en -mutaties afgehandeld binnen wettelijke termijn 90% ≥80% ≥80% ≥80% ≥80% ≥80% ≥80%
Voortgang toezichtsprogramma Emissiehandel 58% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Energie voor Vervoer
Opleveringsdatum Rapportage Energie voor vervoer In Nederland jaar t-1 1 juli 2022 < 15 juli < 15 juli < 15 juli < 15 juli < 15 juli < 15 juli
Voortgang toezichtsprogramma Energie voor Vervoer 115% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Toelichting

Uitgangspunt van de NEa is dat zij op een doelmatige wijze haar rol als bevoegd gezag voor emissiehandel, hernieuwbare energie voor vervoer en brandstofkwaliteit binnen Nederland vervult. In bovenstaande tabel zijn de indicatoren voor de komende jaren weergegeven.

De sturing voor zowel naleving ETS als voor naleving EV vindt in overeenstemming met de opdrachtgevers plaats op basis van budgetten en indicatoren.

In de begroting 2024 zijn de doelmatigheidsindicatoren teruggebracht tot 11 kernindicatoren. Hierbij zijn de volgende aanpassingen gedaan:

  1. In plaats van tarieven per uur voor de categorieën laag, midden en hoog is nu een gemiddeld uurtarief weergegeven;
  2. Voor emissiehandel is het percentage vergunningen afgegeven binnen de wettelijke termijn aangevuld met het percentage mutaties afgehandeld binnen de wettelijke termijn;
  3. Voor emissiehandel is het percentage afgehandelde meldingen binnen de wettelijke termijn verwijderd. NEa stuurt hier uiteraard nog wel op.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Baten
- Omzet 989.924 1.054.012 1.024.888 1.005.017 845.634 842.551 844.053
waarvan omzet moederdepartement 524.926 548.759 498.286 476.820 318.230 316.589 316.928
waarvan omzet overige departementen 432.835 470.062 489.635 495.199 498.430 501.149 502.184
waarvan omzet derden 32.163 35.191 36.967 32.998 28.974 24.813 24.941
Rentebaten 1.007 0 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000
Vrijval voorzieningen 7 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 13 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 990.951 1.054.012 1.031.888 1.012.017 852.634 849.551 851.053
Lasten
Apparaatskosten 999.584 1.043.911 1.040.120 1.017.439 855.356 850.951 852.453
- Personele kosten 622.193 570.234 647.425 633.307 532.418 529.676 530.611
waarvan eigen personeel 422.617 417.806 439.756 452.948 407.654 415.807 424.122
waarvan inhuur externen 179.009 137.661 186.268 159.425 107.165 96.360 88.949
waarvan overige personele kosten 20.567 14.768 21.401 20.934 17.599 17.509 17.540
- Materiële kosten 377.391 473.677 392.695 384.132 322.938 321.275 321.842
waarvan apparaat ICT 3.229 3.846 3.360 3.287 2.763 2.749 2.754
waarvan bijdrage aan SSO's 195.983 191.463 203.930 199.484 167.705 166.841 167.136
waarvan overige materiële kosten 178.179 278.368 185.405 181.361 152.470 151.685 151.952
Rentelasten 238 0 0 0 0 0 0
Afschrijvingskosten 12.876 10.100 12.100 12.100 12.100 12.100 12.100
- Materieel 144 100 100 100 100 100 100
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 144 100 100 100 100 100 100
- Immaterieel 12.732 10.000 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000
Overige lasten 5.189 0 0 0 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 5.189 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 1.017.887 1.054.012 1.052.220 1.029.539 867.456 863.051 864.553
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 26.936 0 ‒ 20.332 ‒ 17.522 ‒ 14.822 ‒ 13.500 ‒ 13.500
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 26.936 0 ‒ 20.332 ‒ 17.522 ‒ 14.822 ‒ 13.500 ‒ 13.500
Mutatie POK-WaU gelden 7.298 0 20.332 17.522 14.822 13.500 13.500
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming ‒ 19.638 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de baten

DG Bedrijfsleven en Innovatie 182.387 154.444 165.942 162.341 162.341 160.378 160.378
DG Klimaat en Energie 85.296 100.000 112.000 112.000 112.000 112.000 112.000
DG Groningen en Ondergrond 223.721 254.539 177.978 160.569 8.000 8.000 8.000
DG Groningen en Ondergrond kosten commissie 1.416 5.000 5.000 5.000 0 0 0
Chief Economist 14.007 0 0 0 0 0 0
DG Economie en Digitalisering 0 15.089 21.748 21.000 19.671 19.671 19.671
Overig 18.099 19.687 15.618 15.910 16.218 16.540 16.879
Totaal 524.926 548.759 498.286 476.820 318.230 316.589 316.928

RVO voert opdrachten uit voor verschillende opdrachtgevers. De onderstaande toelichtingen bevatten een algemene beschrijving van opdrachten per opdrachtgever. De omzet fluctueert per jaar als gevolg van veranderingen in de opdrachtenpakketten.

DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)

RVO voert opdrachten voor het DG B&I uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus en de energiecrisis. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.

DG Klimaat en Energie (DG K&E)

In opdracht van het DG K&E draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. Communicatie en intensieve interactie met markt en samenleving is cruciaal, en maakt een groot en groeiend deel van de opdracht uit. Qua financiële instrumenten voert RVO voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE), de regelingen die voortvloeien uit het missie gedreven innovatiebeleid (Topsector Energie (TSE), Missie gedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) en Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI)) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit.

DG Groningen en Ondergrond (DG G&O)

Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) valt onder DG G&O. De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het IMG. RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het jaar 2024 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er vele variabelen aanwezig zijn zoals het aantal binnenkomende schademeldingen (voor zowel reguliere als forfaitaire afhandeling), binnenkomende aanvragen voor immateriële schadevergoeding, de waardedalingsregeling, de regelingen duurzaam herstel en aanvullende vaste vergoedingen.

Op 1 januari 2023 zijn diverse opdrachten overgeheveld van DG K&E naar DG G&O. De werkzaamheden voor DG G&O dragen bij aan het bereiken van de energietransitie. De grootste opdrachten zijn CO2-opslag, Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), ondersteuning Vergunning Mijnbouwwet en Commissie Mijnbouwschade.

DG Economie en Digitalisering (DG E&D)

Vanaf juni 2022 is het nieuwe DG E&D opgericht. Dit betreft een samenvoeging van de Chief Economist en het cluster Digitale Economie uit DG B&I. Digitalisering is een van de belangrijkste drijvers van economische groei en biedt volop kansen voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het kabinet wil dat iedereen in Nederland van deze kansen kan profiteren. Het kabinet zet daarom stevig in op versnelling van toepassing van digitale technologie in het bedrijfsleven. RVO voert taken uit in opdracht van de DG E&D. Dit werkpakket bestaat uit verschillende componenten. De grootste opdracht is het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet en door het delen van informatie via de website PIANOo.nl en door het beantwoorden van vragen hierover. Vanuit DG E&D worden ook werkzaamheden uitgevoerd voor Nationaal Groeifonds (NGF).

Overig

In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast is hier het budget opgenomen voor de Expert National Detaché (END).

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 252.863 275.400 300.765 300.765 300.765 300.765 300.765
Ministerie van Buitenlandse Zaken 96.742 98.307 103.993 108.935 110.759 112.638 114.573
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 34.030 44.187 38.146 38.967 39.813 40.684 41.581
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 32.262 33.818 33.818 33.814 35.520 35.180 33.180
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 4.665 4.604 6.693 7.028 7.379 7.748 8.497
Ministerie van Justitie en Veiligheid 5.122 4.381 1.472 1.425 901 946 1.014
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 569 115 904 949 0 0 0
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 5.821 8.496 3.306 2.927 2.718 2.854 2.360
Overig 761 755 538 389 575 334 214
Totaal 432.835 470.062 489.635 495.199 498.430 501.149 502.184

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor LNV in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & gezondheid.

Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)

RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van BZ en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS). Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, ontwikkeling van de private sector, duurzame productieketens, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DG BEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

RVO werkt voor BZK aan opdrachten op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving en wonen en de digitale overheid. Ook voert RVO opdrachten uit in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit, woningmarkt, openbaar bestuur en democratie, ruimtelijke ordening en de omgevingswet. RVO werkt ook aan opdrachten in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering). In het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatievoorziening naar ondernemers, maatschappelijk verantwoord inkopen en e-overheidsvoorzieningen voert RVO ook opdrachten uit. De opdrachten richten zich met name op het beheer van systemen, zoals onder andere e-facturen en de centrale berichtenbox voor bedrijven en websites zoals het Digitaal Ondernemers Plein en diverse regelhulpen.

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

De opdrachten die RVO voor IenW uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar de circulaire economie (CE) ondersteunt RVO CE-innovaties en circulaire ketenprojecten met kennis, netwerken en middelen. Voor duurzame mobiliteit ondersteunt RVO IenW met kennis en netwerken. Daarnaast zijn er op dit thema onder andere stimuleringsregelingen voor de aanschaf van elektrische personenauto’s (voor particulieren), voor de aanschaf van elektrische bedrijfsauto’s en voor de aanschaf van emissieloze trucks (voor ondernemers). Aan klimaatadaptatie werkt RVO via de programma’s Water as Leverage en Verbinding Topsector Water en Maritiem. Met het oog op de doelstellingen van het Schone Lucht Akkoord, de Aanpak Stikstof en het Klimaatakkoord stimuleert RVO ook de aanschaf van schone mobiele bouwwerktuigen en bouwvoertuigen. Sommige instrumenten die RVO voor IenW uitvoert zijn generiek van aard en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg en Horizon Europe. RVO levert op voornoemde thema’s ook monitoringsexpertise.

Europese Unie 4.157 4.913 5.155 4.219 4.219 4.219 4.219
Provincies 24.760 27.583 30.053 27.044 23.004 18.826 18.958
Overig 3.246 2.695 1.759 1.735 1.751 1.768 1.764
Totaal omzet derden 32.163 35.191 36.967 32.998 28.974 24.813 24.941

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Door een stijging van de personele lasten per uur, stijgen de personele kosten in de begroting 2024 ten opzichte van de begroting 2023 met € 77,1 mln. RVO zet actief in op verambtelijking van medewerkers. Daarnaast zal RVO bij een daling in de omvang van het opdrachtenpakket in eerste instantie streven naar een afname van inzet van externe inhuur.

Materiële kosten

De totale begrote materiële kosten voor 2024 dalen met € 81,1 mln. ten opzichte van de begroting 2023. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. In de opdracht voor 2024 en verder zien we dat de directe materiele kosten relatief lager zijn dan in de begroting van 2023. De bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s) bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) begroot onder apparaat ICT.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 194.648 187.848 181.948 174.428 162.468 147.928 132.928
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 981.784 1.054.012 1.031.888 1.012.017 852.634 849.551 851.053
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 987.794 ‒ 1.043.912 ‒ 1.040.120 ‒ 1.017.439 ‒ 855.356 ‒ 850.951 ‒ 852.453
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 6.010 10.100 ‒ 8.232 ‒ 5.422 ‒ 2.722 ‒ 1.400 ‒ 1.400
-/- totaal investeringen ‒ 26.531 ‒ 28.500 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 3.690 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 22.841 ‒ 28.500 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800 ‒ 27.800
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 6600 0 0 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 11.282 0 20.332 17.522 14.822 13.500 13.500
-/- aflossingen op leningen ‒ 10.300 ‒ 16.000 ‒ 19.620 ‒ 24.060 ‒ 26.640 ‒ 27.100 ‒ 27.800
+/+ beroep op leenfaciliteit 24.300 28.500 27.800 27.800 27.800 27.800 27.800
4. Totaal financieringskasstroom 18.682 12.500 28.512 21.262 15.982 14.200 13.500
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 184.479 181.948 174.428 162.468 147.928 132.928 117.229

De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe. Onder bijdrage moederdepartement zijn de ontvangsten uit het programma Werk aan Uitvoering (WaU), Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POK) en Parlementaire Enquête COVID opgenomen. De kosten die hiervoor worden gemaakt zijn onderdeel van de totale lasten in de ontwerpbegroting.

Inputindicatoren
Verhouding direct/indirect personeel 81% 84% 83% 83% 83% 83% 83%
Outputindicatoren
Tariefindex in reële termen 97,3% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
FTE-totaal (excl. externe inhuur) 5.022 4.850 5.400 5.562 5.006 5.056 5.106
Saldo van baten en lasten (%) ‒ 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Kwaliteitsindicatoren
Klanttevredenheid 7,5 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7
Gehonoreerde bezwaarschriften 35% 25% 25% 25% 25% 25% 25%

RVO maakt zijn overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 83% (overhead: 17%). De ambtelijke bezetting zal in grote lijnen stabiel blijven in de komende 2 jaar. In eerste instantie verwacht RVO fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. De tariefindex en het saldo van baten en lasten zijn indicatoren die aangeven dat RVO werkt met een kostendekkende begroting. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal, waarbij gestreefd wordt naar het realiseren van een hoge klanttevredenheid over de jaren heen. RVO streeft er naar maximaal 25% van de ontvangen bezwaarschiften te honoreren.

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)

Baten
- Omzet 65.763 80.191 85.212 89.660 93.387 97.121 98.715
waarvan omzet moederdepartement 35.296 47.530 53.657 59.475 63.202 66.936 68.530
waarvan omzet overige departementen 5.095 6.897 8.241 6.872 6.872 6.872 6.872
waarvan omzet derden 25.372 25.764 23.314 23.314 23.314 23.314 23.314
Rentebaten 0 0 0 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere baten 108 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 65.871 80.191 85.212 89.661 93.388 97.122 98.716
Lasten
Apparaatskosten 64.488 81.724 86.545 90.794 94.321 97.855 99.449
- Personele kosten 42.379 53.437 54.357 56.986 59.371 61.750 62.846
waarvan eigen personeel 32.236 39.079 40.094 42.247 44.093 45.939 46.657
waarvan inhuur externen 8.265 11.734 11.352 11.972 12.424 12.868 13.180
waarvan overige personele kosten 1.878 2.624 2.911 2.767 2.854 2.943 3.009
- Materiële kosten 22.109 28.287 32.188 33.808 34.950 36.105 36.603
waarvan apparaat ICT 79 0 325 0 0 0 0
waarvan bijdrage aan SSO's 17.732 18.851 13.570 13.570 13.570 13.570 13.570
waarvan overige materiële kosten 4.298 9.436 18.293 20.237 21.379 22.534 23.032
Rentelasten 29 100 100 100 100 100 100
Afschrijvingskosten 3.218 4.000 4.200 4.400 4.600 4.800 4.800
- Materieel 1.976 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000
waarvan apparaat ICT 719 0 0 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1.257 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000
- Immaterieel 1.242 2.000 2.200 2.400 2.600 2.800 2.800
Overige lasten 172 75 75 75 75 75 75
waarvan dotaties voorzieningen 152 75 75 75 75 75 75
waarvan bijzondere lasten 20 0 0 0 0 0 0
Totaal lasten 67.907 85.899 90.920 95.369 99.096 102.830 104.424
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 2.036 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 2.036 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708 ‒ 5.708
Mutatie POK-WaU gelden 1.450 5.708 5.708 5.708 5.708 5.708 5.708
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming ‒ 586 0 0 0 0 0 0

Het saldo baten en lasten geeft het beeld van een kostendekkende (meerjarige) agentschapsbegroting, een reële begroting. Om dit resultaat te realiseren is het een randvoorwaarde om het uurtarief 2024 nominaal te laten stijgen met 9,3%. Hierbij is rekening gehouden met een loonstijging van 9,7% en een prijsstijging van 8,6%. Het gewogen gemiddelde is 9,3%. Daarmee komt het uurtarief gemiddeld uit op € 162,05.

Toelichting op de baten

Structurele bijdragen moederdepartement
Beleidsopdrachten (DG E&D) 8.520 12.897 11.477 11.477 11.477 11.477 11.477
Toezichttaken 16.916 25.852 35.416 41.234 44.961 48.695 50.289
Subtotaal structurele bijdragen 25.436 38.749 46.893 52.711 56.438 60.172 61.766
Incidentele bijdragen
Projecten 9.860 8.781 6.764 6.764 6.764 6.764 6.764
Subtotaal projecten 9.860 8.781 6.764 6.764 6.764 6.764 6.764
Totaal omzet moederdepartement 35.296 47.530 53.657 59.475 63.202 66.936 68.530

De structurele bijdragen moederdepartement zijn in overeenstemming met de opdrachtverstrekkingen. De omzet toezichttaken neemt in 2024 toe in verband met het toezicht op de Network and Information Security (NIS2) directive, Critical Entities Resilience (CER) directive en Netcode. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur gaat ervan uit dat de budgetten zoals beschikbaar bij de opdrachtgever(s), met inachtneming van de nominale loon- en prijsstijging van 9,3%, hierop aansluiten.

Ministerie van Defensie 1.432 1.432 1.409 1.409 1.409 1.409 1.409
Ministerie van IenW 1.098 1.174 1.180 1.180 1.180 1.180 1.180
Ministerie van J&V 614 660 707 707 707 707 707
Ministerie van OCW 64 69 75 75 75 75 75
Ministerie van VWS 48 629 690 690 690 690 690
Ministerie van BZK 1.839 2.933 4.181 2.811 2.811 2.811 2.811
Totaal omzet overige departementen 5.095 6.897 8.241 6.872 6.872 6.872 6.872

De omzet overige departementen geeft inzicht in de bijdrage die de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur ontvangt voor de uit te voeren opdrachten vanuit overige departementen. In 2024 is de omzet vanuit het Ministerie van BZK hoger vanwege de overgang naar Wet Digitale Overheid en het uitfaseren van het Elektronische toegangsdiensten-stelsel.

Vergunninghouders en overige: 23.682 23.816 21.115 21.115 21.115 21.115 21.115
- Landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep) 3.239 3.343 3.247 3.247 3.247 3.247 3.247
- Vergunningen met algemene planning met regionaal bereik 2.684 2.625 2.775 2.775 2.775 2.775 2.775
- Vergunningen met individuele planning met regionaal bereik 3.486 3.480 3.710 3.710 3.710 3.710 3.710
- Vergunning regionale planning tijdelijk gebruik 411 646 681 681 681 681 681
- Omroep 5.416 6.097 5.637 5.637 5.637 5.637 5.637
- Vergunningen straalverbindingen 2.847 1.903 1.849 1.849 1.849 1.849 1.849
- Registraties radiozendamateurs en maritiem 3.142 3.288 3.490 3.490 3.490 3.490 3.490
- Certificaten 480 452 0 0 0 0 0
- Eindapparaten 1.977 1.985 0 0 0 0 0
Satellietoperators 649 648 615 615 615 615 615
Caribisch Nederland 1.027 1.200 1.200 1.200 1.200 1.200 1.200
Hercontroles meetinstrumenten 14 50 55 55 55 55 55
Diversen / verlengingen overdracht 0 50 55 55 55 55 55
Totaal omzet derden 25.372 25.764 23.314 23.039 23.039 23.039 23.039

Onder Omzet derden staan alle opbrengsten die voortvloeien uit de werkzaamheden in het kader van de Telecommunicatiewet en overige opbrengsten uit de markt. Bij de vaststelling van de tarieven voor de Markt wordt voor 2024 uitgegaan van de nominale loon- en prijsbijstelling van 9,3%, zoals verwerkt in het uurtarief RDI 2024. Daarnaast kijkt RDI naar de meerjarige kostendekking per categorie.

Voor de categorie Landelijke vergunning exclusief omroep geldt dat RDI de omzet begroot conform 2023.

Voor 2024 geldt dat de categorie Certificaten vervalt in het kader van de overdracht van deze taken aan het CBR en dat de categorie Eindapparaten met ingang van dit boekjaar wordt gefinancierd vanuit het Rijk als onderdeel van de offerte Digitaal Veilige Apparatuur (DVA).

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De verwachte bezetting voor 2024 is 454,3 fte (incl. externe inhuur). De gemiddelde loonkosten per FTE worden voor ambtelijk en niet-ambtelijk personeel begroot op € 113.669. De nominale loonbijstelling van 9,7% is hierin verwerkt. Het percentage externe inhuur is financieel meerjarig begroot op 22% als gevolg van inbedding van nieuwe gespecialiseerde taken en de huidige krappe arbeidsmarkt.

Materiële kosten

De bijdrage aan SSO’s wordt grotendeels gevormd door de bijdrage aan DICTU en de RVB voor de jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst en onze huisvestingskosten. De bijdrage aan DICTU is voor kosten werkplekservices, infraservices, regulier beheer en licenties.

Rentelasten

De rente betreft de vergoeding die de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur betaalt voor leningen bij het Ministerie van Financiën om investeringen in vaste activa, zoals elektronische apparatuur, voertuigen en antennes, te financieren.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten nemen als gevolg van toenemende (ICT) investeringen jaarlijks toe. Dit vanwege ICT-ontwikkelingen zoals de doorontwikkeling van Genius, STG-C omgeving als ook door de aanschaf van meetapparatuur en installaties.

Dotaties voorzieningen

Voor 2024 is de dotatie voorzieningen dubieuze debiteuren en ambtsjubilea begroot op € 75.000.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 13.958 24.955 23.686 17.821 16.471 15.321 14.372
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 65.972 80.191 85.212 89.661 93.388 97.122 98.716
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 53.447 ‒ 81.899 ‒ 86.720 ‒ 90.969 ‒ 94.496 ‒ 98.030 ‒ 99.624
2. Totaal operationele kasstroom 12.525 ‒ 1.708 ‒ 1.508 ‒ 1.308 ‒ 1.108 ‒ 908 ‒ 908
-/- totaal investeringen ‒ 5.826 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 58 0 0 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 5.768 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement ‒ 471 0 ‒ 4.315 0 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 2.384 5.708 5.708 5.708 5.708 5.708 5.708
-/- aflossingen op leningen ‒ 2.923 ‒ 5.269 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750 ‒ 5.750
+/+ beroep op leenfaciliteit 5.250 5.750 5.750 5.750 5.750 5.750 5.750
4. Totaal financieringskasstroom 4.240 6.189 1.393 5.708 5.708 5.708 5.708
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 24.955 23.686 17.821 16.471 15.321 14.372 13.422

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In 2024 wordt een investering begroot van € 5,75 mln, te investeren in materiële vaste activa zoals elektronische apparatuur, (elektrische) auto’s, antennes en ICT-projecten.

Financieringsstroom

Voor de financiering van de begrote investeringen wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving Generiek Deel
Kostprijzen per product (reële stijging Regeling Vergoedingen) 3,85% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Tarieven/uur (reële stijging) 3,53% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
FTE-totaal (excl. externe inhuur) 338,3 352,3 391,0 412,0 430,0 448,0 455,0
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming (%) ‒ 3,0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Loonkosten per fte € 103.612 € 100.958 € 113.669 € 113.677 € 113.622 € 113.567 € 113.648

Een randvoorwaarde voor een kostendekkende begroting is het nominaal stijgen van het uurtarief 2024 van 9,3%. Hierbij is rekening gehouden met een loonstijging van 9,7% en een prijsstijging van 8,6%. Het gewogen gemiddelde is 9,3%.

Voor de kostenprijzen per product is de RDI genoodzaakt om de tarieven te laten stijgen met 9,3% om de werkelijke kosten te dekken.

De personeelskosten per FTE bedragen € 113.669. Doordat de nieuwe opdrachten van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur zeer specialistisch (soms extern) personeel vergen, stijgen de kosten per FTE. Daarnaast stijgen de kosten door het opbouwen van het IKB-spaarverlof en de CAO wijzigingen. Het percentage externe inhuur bedraagt 22%.

6. Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

Centraal Bureau voor de Statistiek RWT/ZBO 1 183.531 Kamerstuk 25 268, nr. 209 2026
Edelmetaal Waarborg Nederland RWT/ZBO 1 Geen bijdrage Kamerstuk 27 879, nr. 89 2027
Examinerende instanties als bedoeld in artikel 19 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 RWT 1 Geen bijdrage Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
Kamer van Koophandel ZBO 2 137.5771 Kamerstuk 32 637, nr. 302 2024
Keuringsinstanties als bedoeld in artikel 10.3 Telecommunicatiewet ZBO 1 Geen bijdrage Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
Nederlandse Emissieautoriteit ZBO 4 2 Kamerstuk 25 268, nr. 214 2027
Raad voor de Accreditatie RWT/ZBO 1 1.326 Kamerstuk 25 268, nr. 203 2026
Bestuur Autoriteit Consument en Markt ZBO 1 848 Kamerstuk 25 268, nr. 195 2025
Instituut Mijnbouwschade Groningen ZBO 5 2.570 2025
Stichting COVA RWT 4 111.000 Kamerstuk 32 849, nr, 131 nvt
TNO RWT/ZBO 2, 4 en 5 250.919 Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
VSL RWT 1 12.330 Evaluatieplicht niet van toepassing nvt
De in het kader van de Metrologiewet art. 11 en 12 aangewezen instanties en erkende keurders ZBO 1 Geen bijdrage Kamerstuk 33 159, nr. 3 2024
WaarborgHolland RWT/ZBO 1 Geen bijdrage Kamerstuk 27 879, nr. 89 2027
  1. Dit bedrag is exclusief budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.340.000.
  2. NEa bekostigt het bestuur uit de omzet EZK en de omzet IenW.
NWO-TTW OCW ZBO 2 28.146

Bijlage 2: Specifieke uitkeringen Ministerie van EZK

Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. In deze bijlage is voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) aangegeven welke specifieke uitkeringen uitgekeerd worden en welke voornemens er zijn voor specifieke uitkeringen. De voornemens worden aangeduid met een «V» onder het kopje SiSa nummer (Single information Single audit). Indien nodig wordt er onder de tabel een toelichting gegeven.

F25 Naam Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) 13,10 9,90 9,90
Korte duiding De MIT stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf (mkb) over regiogrenzen heen. Bovendien stimuleert de MIT dat het mkb bijdraagt aan de kennis- en innovatie-agenda's van de Missies voor de toekomst.
'De MIT kent verschillende instrumenten: R&D-samenwerkingsprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisvouchers. Daarnaast is er geld beschikbaar voor TKI-Netwerkactiviteiten en TKI-Innovatiemakelaars.
Juridische grondslag Ministriele regeling: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-8117.html
Maatschappelijke effecten Het doel van de MIT-regelingen is om het mkb aan te laten sluiten bij één of meer maatschappelijke thema’s. Vanaf 2021 gaat de MIT niet meer op basis van de innovatieagenda’s van de topsectoren, maar op basis van de KIA’s (Kennis Innovatie Agenda’s). De thema’s zijn opgedeeld in zes maatschappelijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s):

Energie & Duurzaamheid
Gezondheid & Zorg
Veiligheid
Sleuteltechnologieën
Landbouw, Water en Voedsel
Maatschappelijk Verdienvermogen
Ontvangende partijen Provincie Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Groningen (in de vorm van SNN als vertegenwoordiging van de 3 noorderlijke provincies) en de provincie Noord-Brabant (in de vorm van Stimulus als vertegenwoordiger van de 3 zuidelijke provincies).
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
F39/F39B Naam Specifieke uitkering uitbreiding capaciteit omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG) 3,00
Korte duiding Uitbreiding van capaciteit bij omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG) voor vergunningverlening bij Maatwerkaanpak Verduurzaming Industrie
Juridische grondslag Artikel 2 eerste lid onder a (energie en duurzaamheid) en h (klimaat) van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, tweede lid van de Financiële verhoudingswet.
Maatschappelijke effecten In het coalitieakkoord heeft het kabinet afgesproken om met de 10 tot 20 grootste CO2 uitstoters maatwerkafspraken te maken. In het kader van de maatwerkaanpak zijn op 15 juli 2022 het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Provincie Noord-Holland met Tata Steel Nederland (TSN) een herziene Expression of Principles (EoP) overeengekomen. Het doel van deze EoP is om met alle partijen zo snel als mogelijk kunnen bijdragen aan de Nederlandse klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 en aan het verminderen van de impact op de leefomgeving. De Provincie Noord-Holland heeft als bevoegd gezag in beeld gebracht wat er nodig is op het gebied van vergunningverlening, om de benodigde vergunningen voor het verduurzamingstraject te kunnen afhandelen is er extra capaciteit nodig bij omgevingsdienst NZKG.

-Energie & Duurzaamheid
-Klimaat
Ontvangende partijen Provincie Noord-Holland voor uitbreiding van de capaciteit bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG)
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijfsleven & Innovatie, Verduurzaming Industrie (VI), Maatwerkaanpak Industrie (90810)
V Naam Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT)
Korte duiding De MIT stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf (mkb) over regiogrenzen heen. Bovendien stimuleert de MIT dat het mkb bijdraagt aan de kennis- en innovatie-agenda's van de Missies voor de toekomst.
'De MIT kent verschillende instrumenten: R&D-samenwerkingsprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisvouchers. Daarnaast is er geld beschikbaar voor TKI-Netwerkactiviteiten en TKI-Innovatiemakelaars.
Juridische grondslag Ministriele regeling: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-8117.html
Maatschappelijke effecten Het doel van de MIT-regelingen is om het mkb aan te laten sluiten bij één of meer maatschappelijke thema’s. Vanaf 2021 gaat de MIT niet meer op basis van de innovatieagenda’s van de topsectoren, maar op basis van de KIA’s (Kennis Innovatie Agenda’s). De thema’s zijn opgedeeld in zes maatschappelijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s):

Energie & Duurzaamheid
Gezondheid & Zorg
Veiligheid
Sleuteltechnologieën
Landbouw, Water en Voedsel
Maatschappelijk Verdienvermogen
Ontvangende partijen Provincie Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Groningen (in de vorm van SNN als vertegenwoordiging van de 3 noorderlijke provincies) en de provincie Noord-Brabant (in de vorm van Stimulus als vertegenwoordiger van de 3 zuidelijke provincies).
Artikel Beleidsartikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
F1 Naam Aankoop woningen onder een hoogspanningsverbinding 2,86
Korte duiding Woningen die loodrecht onder de hoogspanningslijnen staan van 220kV_x0002_en 380kV-verbindingen en 110kV- en 150kV-verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen sinds 1 januari 2017 in aanmerking voor uitkoop.
Juridische grondslag Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2016, Stcrt. 2016, 68302, houdende regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten voor aankoop van woningen onder een hoogspanningsverbinding (Regeling specifieke uitkering aankoop woningen onder een hoogspanningsverbinding)
Maatschappelijke effecten Het kabinet heeft in 2016 erkend dat er een maatschappelijke wens is ontstaan om woningeigenaren in staat te stellen in situaties waar hoogspanningsverbindingen en woningen zich dichtbij elkaar bevinden, te ontlasten. Hierdoor zullen woningeigenaren die dat wensen in staat worden gesteld om tegen een redelijke vergoeding hun woning door de overheid te laten kopen en zal het aantal woningen dat loodrecht onder hoogspanningslijnen ligt aanzienlijk afnemen.
Ontvangende partijen Gemeenten
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
V Naam Regeling toezicht handhaving energiebesparingsplicht 13,77 14,11 9,83 9,83
Korte duiding Deze regeling heeft tot doel om meerjarig additioneel toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht te realiseren
Juridische grondslag Artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies
Maatschappelijke effecten Door extra inzet op toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht en gekoppelde informatie- en onderzoeksplicht zullen meer bedrijven en instellingen de verplichte energiebesparende treffen
Ontvangende partijen Omgevingsdiensten
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
F7 Naam Sanering Windpark Zeewolde 1,40 1,77 2,13 2,50 2,67 4,50
Korte duiding Bijdrage aan sanering van oude windmolens, zodat deze vervangen kunnen worden door grotere en nieuwere windmolens.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid. Regeling specifieke uitkering provincie Flevoland sanering windpark Zeewold
Maatschappelijke effecten In de gemeente Zeewolde is een gebied aangewezen waarin nieuwe grotere windturbines mogen worden gerealiseerd, het windpark Zeewolde. In dit gebied gaan 91 windturbines 221 bestaande windturbines, die gesaneerd moeten worden, vervangen. Door de Rijksbijdrage aan deze sanering kunnen de oude windmolens vervangen worden door een veel kleikner aantal nieuwere, grotere en efficiëntere windmolens.
Ontvangende partijen Provincie Flevoland
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
V Naam Regeling Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden 374,52 498,63 731,19 753,18 753,18 805,18
Korte duiding Deze regeling heeft tot doel om gedurende de uitkeringsperiode de capaciteit (bemensing) te vergroten bij decentrale overheden voor de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid in de volgende sectoren:
a. gebouwde omgeving;
b. elektriciteit;
c. mobiliteit;
d. industrie; of
e. overig klimaat- en energiebeleid.
Juridische grondslag artikelen 2, eerste lid, en 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;
Maatschappelijke effecten De middelen mogen worden gebruikt om de uitvoeringskracht van gemeenten en provincies te vergroten zodat zij zijn toegerust om hun klimaat- en energiebeleid uit te voeren. Gemeenten en provincies kunnen hun ambtelijke capaciteit vergroten, zodat expertise en ervaring in de organisatie wordt opgebouwd. Gemeenten en provincies kunnen er, indien het niet lukt interne capaciteit in te huren, ook voor kiezen externe capaciteit in te zetten. Daarnaast kunnen gemeenten en provincies een deel (maximaal 10%) van de beschikbare uitvoeringsmiddelen gebruiken voor overige kosten.
Ontvangende partijen Gemeenten en provincies
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
F29 Naam Waterstofwijk-pilot Hoogeveen 2,15 2,15
Korte duiding Compensatie voor eindverbruikers in waterstofwijk-pilot Hoogeveen, bedoeld voor 100 nieuwbouwwoningen in de wijk Nijstad-Oost en 6 bestaande woningen in de wijk Erflanden.
Juridische grondslag Artikel 2, eerste lid, onderdelen a (energie en duurzaamheid) en h (klimaat), van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet.
Maatschappelijke effecten Het behalen van het doel klimaatneutraal in 2050 vergt een extra inspanning op alle sectoren om ze versneld te kunnen verduurzamen. Eén van de grote opgaven is de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Om dewarmtetransitie in de gebouwde omgeving mogelijk te maken is het belangrijk dat diverse warmtebronnen beschikbaar zijn. Waterstof zou hieraan een bijdrage kunnen leveren. Groene waterstof is op dit moment nog te kostbaar en te beperkt beschikbaar voor inzet in de gebouwde omgeving. Met deze SPUK wordt een waterstofnetwerk in de wijk Nijstad-Oost.
Ontvangende partijen Gemeente Hoogeveen
Artikel Beleidsartikel 4: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
F202 Naam Blok B SPUK 2022 7,05
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld aan de regio voor het wegwerken van verschillen die ontstaan door de toepassing van de nieuwste seismische en bouwkundige inzichten.
Maatschappelijke effecten Deze middelen zijn gericht op het vermijden van sociaal maatschappelijk onwenselijk geachte verschillen tussen gebouwen en wijken die onstaan door het toepassen van verschillende bouwnormen
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel B is de bijdrage blok B. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Ontvangende partijen Gemeente Groningen, Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente Eemsdelta
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F204 Naam Blok D Medeoverheden SPUK 2022 24,45
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld aan de regio voor gebiedsontwikkeling. Hierbij kan gedacht worden aan b.v. de aanpak van de fysieke omgeving nadat de versterking van gebouwen is uitgevoerd. Hierboven is de jaartranche voor 2022 aangeven per gemeente op basis van verwachte benutting.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel D is de bijdrage aan blok B opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze middelen wordt het mogelijk gemaakt om wanneer de versterking is afgerond ook de fysieke omgeving van het gebied ana te pakken, hierbij valt te denken aan bv. planstoenen en wegen.
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Provinicie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F201 Naam Nationaal Programma Groningen 34,46
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld voor economische ontwikkeling van de regio. Naast het Rijk draagt ook NAM bij aan het NPG. De regio voert zelf de regie over de inzet van de middelen in de projecten. Hierboven is jaartranche 2022 weergeven op basis van de door de regio verwachte benutting.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel a is de bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Het NPG is gericht op het verbeteren van de economische ontwikkeling en leefbaarheid van Groningen door middel van door de regio zelf voorgestelde en geselecteerde projecten
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Groningen Gemeente het Hogeland, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Oldambt, Provincie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F205 Naam Sociaal-emotionele ondersteuning (Specials) 2,00
Korte duiding Middelen worden beschikbaar gesteld voor zogenaamde «specials» AGRO, MKB en sociaal economische ondersteuning. Met sociaal-economische ondersteuning kunnen gemeenten problematiek oplossen die aan het licht komen bij de versterkingsoperatie. Hierboven is de jaartranche 2022 aangeven op basis van de door regio verwachte benutting. Daarnaast worden middelen overgemaakt naar de Provincie Groningen ter ondersteuning van de maatschappelijke organisaties werkzaam in het aardbevingsgebied. Deze worden door middel van subsidies uitgekeerd door de Provincie Groningen.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47 217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel 3e is de bijdrage ten behoeve van de sociaal economische ondersteuning opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten De bijdrage maakt mogelijk dat de gemeenten sociaal economische onderseteuning bieden aan bewoners in het aardbevingsgebied
Ontvangende partijen Gemeenten Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente het Hogeland
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F208 Naam Maatschappelijke organisaties 2,56
Korte duiding Het rijk maakt middlelen over naar de Provincie die hiermee de door middel van subsidies de maatshchappelijke organisaties die werkzaam zijn in het aardbevingsgebied ondersteund. Ontvangende partijen zijn o.a. de Groninger Bodembeweging en Stut en Steun.
juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel 3e is de bijdrage ten behoeve van de sociaal economische ondersteuning opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Ontvangende partijen Provincie Groningen en maatschappelijke organisaties
maatschappelijke effecten Met de ondersteuning van de maatshappelijke organisaties worden draagvlak gecreerd voor de versterkingsoperatie door kritische gepsprekparthers en belangenorganisatie van bewoners in het aardbevingsgevied te ondersteunen
Artikel Beleidsartikel 5: een veilig Groningen met perspectief
V Naam Aardbevingsgerelateerde inzet organisatiekosten (lumpsum)
Korte duiding De gemeenten in het aardbevingsgebied worden ondersteund voor de extra kosten die zij maken ten gevolge van de aarbevingsproblematiek. Hierboven is de jaartrache voor 2022 weergeven op basis van de verwachte benutting
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel c is de bijdrage aan de aardbevingsgerelatieerde kosten opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze bijdrage wordt de extra inzet die gemeenten moeten doen ten gevolge van de aardbevingsproblematiek gecompenseerd
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen, Gemeente Oldambt, Gemeente het Hogeland, Provincie Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Batch 1588
Korte duiding Voor de huizen is batch 1588 is 2018 een financiële enveloppe gevormd van 420 mln. om sloop/nieuwbouw voor deze woningen mogelijk te maken. De bedragen worden via een gemeentelijke subsidie beschikbaar gesteld. Op basis van de verwachte voortgang van deze groep huizen is de bovenstaande jaartrache 2022 voor de betrokken gemeenten gevormd.
Juridische grondslag Het betreft een specifieke uitkering op basis van artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, in verband met de versterking van gebouwen in batch 1.588. In de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen (Nr. 47217 26 november 2021 Staatscourant) is deze grondslag nader uitgewerkt. Onder artikel 2, eerste lid, onderdeel f is de bijdrage aan batch 1588 opgenomen. In de bijlage worden de jaarlijkse bijdragen gespecificeerd die in deze specifieke uitkering is genoemd.
Maatschappelijke effecten Met deze bijdragen wordt de sloop en nieuwbouw van 1588 woningen in het aardbevingsgebied mogelijk gemaakt
Ontvangende partijen Gemeente Eemsdelta, Gemeente Midden-Groningen, Gemeente Groningen
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
V Naam Regeling 750 voor huurder
Korte duiding Met de Beleidsregel tegemoetkoming huurders van gereguleerde woningen van particuliere verhuurders in het aardbevingsgebied Groningen van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 29 juni 2022, nr. WJZ/ 2227096 (Staatscourant 30 maart 2022, nr. 7767) is voorzien in een eenmalige tegemoetkoming van € 750 voor huurders in het aardbevingsgebied die sociaal huren bij particuliere verhuurders. De huurders ontvangen deze tegemoetkoming omdat in veel gevallen onderhoud aan de woning is uitgesteld in afwachting van de vraag of de huurwoning veilig is of toch in de versterkingsopgave zou moeten worden betrokken.
Juridische grondslag Artikel 2, tweede lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.
Maatschappelijke effecten Compensatie van sociale huurders bij particuliere verhuurders voor uitgesteld onderhoud in afwachting van de versterkingsoperatie
Ontvangende partijen Samenwerkingsverband Noord Nederland
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
F24 Naam Woningbouwverbeteringssubiside derde ronde
Korte duiding met deze regeling is voor de derde keer de mogelijkheid opengesteld voor particulieren die in het aardbevingsgebied wonen maar niet in het versterkingsprogramma zijn opgenomen, om een subsidie aan te vragen van maximaal € 10.000 voor de verduurzaming, onderhoud en verbetering van een gebouw
Juridische grondslag Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 29 juni 2022, nr. WJZ/ 22270968, houdende wijziging van de Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen ter verhoging van het subsidieplafond (Staatscourant 30 juni 2022, nr. 16 906)
Maatschappelijke effecten Het doel van de woningverbeteringssubsidie aan particulieren is een impuls te geven aan het toekomstperspectief van inwoners, sectoren en de algehele economische structuur van de regio. Bij een toekomstbestendig Groningen hoort een gebouwvoorraad die in goede staat verkeert en voorbereid is op een duurzame energievoorziening.
Ontvangende partijen Samenwerkingsverband Noord Nederland
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
Naam Regeling Waardevermeerdering gaswinning Groningen 5,00
Korte duiding Met de regeling kunnen bewoners die een vergoeding hebben ontvangen van € 1.000 of hoger voor fysieke schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag Norg, een subsidie aanvragen tot maximaal € 4.000 voor het treffen van energieverduurzamingsmaatregelen.
Juridische grondslag Artikel 2 van de Kaderwet EZ-subsidies
Maatschappelijke effecten Door de regeling worden energieverduurzamingsmaatregelen mogeljk gemaakt voor de bewoners.
Ontvangende partijen SNN
Artikel Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief
Totaal 470,22 532,76 753,05 775,41 755,85 809,68

Bijlage 3: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Stand ontwerpbegroting 2023 340.794 354.582 330.995 312.771 294.329
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 12.010 ‒ 19.144 ‒ 4.625 10.254 46.887
Nieuwe mutaties
EU-cofinanciering Digital Europe ‒ 19.228 ‒ 5.100 4.500 5.300 10.028
Caribisch Nederland 4.300
Onderzoek en opdrachten 3.878 5.539 1.284 1.180 1.154
CSIRT-DSP 1.093 4.991 9.791 11.491 11.491
Toezicht RDI 3.613 6.983 10.142 10.142
Bijdrage aan het CBS 10.164 10.535 10.238 10.223 10.177
Overig 1.628 6.429 6.931 11.230 8.722
Stand ontwerpbegroting 2024 326.319 365.745 366.097 372.591 392.930 363.661

EU-cofinanciering Digital Europe

Dit betreft een schuif van verplichtingen- en kasbudget naar de jaren 2025 tot en met 2028 op basis van de verwachte projecten uit de werkprogramma's van de Europese Commissie.

Caribisch Nederland
Voor 2024 is er € 1,3 mln beschikbaar gesteld voor de verdere verlaging van vast internet met $15 p/m en € 3 mln voor het verbeteren van het glasvezelnetwerk internet in Caribisch Nederland.

Onderzoek en opdrachten

Dit betreft met name de toekenning van middelen voor voorbereidende werkzaamheden voor het toezicht op de Data- en AI-Act in 2024 en middelen voor de toezichtstaken van de Autoriteit Persoonsgegevens voor de Digital Services Act en Digital Governance Act vanaf 2024. Deze middelen voor de EU-verordeningen zullen in het volgende begrotingsjaar overgeheveld worden naar de desbetreffende toezichthouder(s).

CSIRT-DSP

Dit betreft met name de toekenning van middelen voor de CSIRT-taken voor de Europese NIS2- en CER-richtlijnen op het gebied van cybersecurity en de Netwerkcode Cybersecurity Elektriciteitssector.

Toezicht Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)

Dit betreft de toekenning van middelen aan de RDI voor het toezicht op de NIS2-richtlijn (EU wet- en regelgeving).

Bijdrage aan het CBS

Dit betreft de uitkering van loon- en prijsbijstelling.

Stand ontwerpbegroting 2023 31.934 31.934 31.934 31.934 31.934
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 10.000 10.000 11.350 12.250 13.375
Nieuwe mutaties
Verlenging vergunningen 15.799
Veilingopbrengsten 120.180 32.645
Stand ontwerpbegroting 2024 177.913 74.579 43.284 44.184 45.309 46.434

Verlenging vergunningen

EZK heeft in 2023 € 15,8 mln ontvangen voor de verlening van vergunningen voor de FM-frequenties over de periode 2022-2023

Veilingopbrengsten

Dit betreft de ontvangsten van de landelijke veiling FM-frequenties die in de zomer van 2023 heeft plaatsgevonden. Hiermee is in totaal € 152,8 mln opgehaald. Dit wordt met name uitbetaald in 2023. Vanwege betalingsregelingen wordt een deel in 2024 uitbetaald.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Stand ontwerpbegroting 2023 2.708.363 1.675.554 1.610.229 1.359.442 1.296.354
Mutatie Nota van Wijziging 2023 1.715.548 443.439 132.137 34.820
Mutatie amendement 2023 ‒ 1.150
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 1.073.486 ‒ 135.483 ‒ 1.649 33.487 ‒ 4.435
Nieuwe mutaties
Verduurzaming industrie 2.905 15.535 14.935 15.000 5.000
NGF project QuantumDeltaNL ‒ 23.000 30.200 53.000
Investeringen Verduurzaming Industrie Klimaatfonds ‒ 14.095 134.210 227.933 197.529 154.714
Tegemoetkoming energie kosten ‒ 170.000
Qredits leningen ‒ 30.000 30.000
Bijdrage aan TNO 17.244 18.436 12.129 11.335 10.769
Kamer van Koophandel 13.045 8.955 9.205 9.259 8.136
Overig 40.233 47.866 39.825 24.182 26.168
Stand ontwerpbegroting 2024 3.185.607 2.268.712 2.044.744 1.738.054 1.496.706 1.452.867

Verduurzaming industrie

Dit betreft verschillende uitvoeringskosten voor het uitwerken van maatwerkafspraken met de 10 tot 20 bedrijven met hoogste uitstoot van broeikasgassen. Het gaat om het uitbreiden van capaciteit bij departementen en RVO, externe inhuur, bezoldiging van een toetsingscommissie en het opzetten van een expertpool voor vergunningverlening.

NGF-project QuantumDeltaNL
Deze mutatie betreft enerzijds een toekenning van € 60,2 mln ten behoeve van versterking van internationale samenwerking (Kamerstuk 36 200-L-11), anders een actualisatie van het kasritme.

Investeringen Verduurzaming Industrie Klimaatfonds

Dit betreft voornamelijk middelen voor de regeling Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI) en de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI).

De VEKI regeling is gericht op CO2-reductie door ondersteuning van bestaande technologieën voor procesefficiëntie en energiebesparing. Het betreft hier de toekenning van klimaatfondsmiddelen van de Aanvullende Post naar de begroting van EZK. Het gaat hier om zowel de middelen behorend bij het Meerjarenprogramma 2024 als het restant benodigde kas voor de VEKI behorend bij de besluitvorming voor 2023.

In 2024 wordt naar verwachting voor het eerst de nieuwe NIKI opengesteld, mede ten behoeve van de in het Coalitieakkoord afgesproken maatwerkaanpak voor de 10 tot 20 grootste CO2 uitstoters. De NIKI is gericht op grotere CO2-reducerende projecten met alternatieve technologie die niet in de bestaande regelingen passen. Hiertoe wordt een eerste tranche aan middelen toegekend vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden overgeheveld van de Aanvullende Post naar de begroting van EZK.

Ook zijn vanuit het Klimaatfonds vanaf 2024 extra middelen beschikbaar gesteld voor de regeling TSE haalbaarheidstudies industrie.

Tegemoetkoming energie kosten

Op basis van het gebruik van de Tegemoetkoming energie kosten (TEK) in de afgelopen maanden is de raming met € 170 mln neerwaarts bijgesteld. De verwachting is dat in totaal € 230 mln voor de TEK benodigd zal zijn, waarvoor € 330 mln in 2023 zal worden bevoorschot.

Qredits leningen

Dit betreft een kasschuif die betrekken heeft op de time-out-arrangement (TOA). Het TOA-krediet is voor mkb-bedrijven die hard getroffen zijn door de coronacrisis en willen herstructureren. De TOA-regeling loopt tot 31 mei 2024, maar het budget van in totaal € 200 mln stond in 2022 en 2023.

Bijdrage aan TNO
Het budget voor TNO wordt verhoogd in verband met additionele voor de rijksoverheid uit te voeren projecten. Het gaat hierbij om zowel EZK als andere departementen. Waar het om andere departementen gaat, wordt het budget overgeboekt naar EZK, aangezien EZK penvoerend departement is in de relatie met TNO.

Kamer van Koophandel
Deze post betreft de Rijksbijdrage aan de Kamer van Koophandel. De mutatie bevat voornamelijk meerjarige loon- en prijsbijstelling. Daarnaast worden er incidenteel middelen beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van het UBO-register.

Stand ontwerpbegroting 2023 576.949 158.597 341.403 151.321 116.189
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 215.000 150.000 ‒ 62.900 3.500 5.250
Nieuwe mutaties
Tegemoetkoming energie kosten ‒ 50.000
overig 514
Stand ontwerpbegroting 2024 362.463 258.597 278.503 154.821 121.439 134.156

Tegemoetkoming energie kosten

Op basis van het gebruik van de Tegemoetkoming energie kosten (TEK) in de afgelopen maanden is de raming met € 170 mln neerwaarts bijgesteld. De verwachting is dat in totaal € 230 mln voor de TEK benodigd zal zijn, waarvoor € 330 mln in 2023 zal worden bevoorschot. Door deze bijstelling verawchten we in 2023 ook € 50 mln minder terug te krijgen.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Stand ontwerpbegroting 2023 228.337 222.480 198.696 217.681 152.846
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023 ‒ 1.150
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 257.638 9.000 9.000 9.000 9.000
Nieuwe mutaties
Onco research ‒ 11.640 2.640 3.000 3.000
Thematische Technology Transfer ‒ 12.843 5.743 7.100
REGMED ‒ 12.545 2.045 3.500 3.500
Economische Veiligheid Fonds 50.000 50.000
European Tech Champions Initiative 100.000
Overig ‒ 1.492 726 1.137 3.535 532
Stand ontwerpbegroting 2024 596.305 282.206 219.261 243.816 168.878 159.878

Onco research

De tweede fase van de lening aan Oncode wordt gefinancierd uit verschillende budgetten op het Toekomstfonds, waaronder de Toekomstfondskrediet OnderzoeksFaciliteiten. De middelen stonden grotendeels in het lopende begrotingsjaar. De uitbetaling aan Oncode vindt echter geleidelijk meerjarig plaats. Met deze kasschuif wordt het kasritme goed gezet.

Thematische Technology Transfer
De uitfinanciering van de verplichtingen die via de TTT-regeling zijn aangegaan is later gestart dan initieel gepland bij de start van het Toekomstfonds in 2014. Daardoor loopt de raming al een paar jaar voor op de daadwerkelijke uitbetalingen. Met deze kasschuif wordt het kasritme goed gezet.

RegMed
De subsidiemodule regeneratieve geneeskunde wordt naar verwachting eind 2023 opengesteld. Dit is een aantal jaar later dan gepland vanwege vertraging in de uitwerking van de regeling. Deze kasschuif zorgt voor een realistischere raming.

Fonds Economische Veiligheid

Dit betreft de verdeling van de middelen die in de 1e suppletoire begroting 2023 beschikbaar zijn gesteld voor het Fonds Economische Veiligheid. De € 100 mln die beschikbaar is gesteld voor dit fonds zijn verdeeld over 2023 en 2024. De Kamer wordt op korte termijn nader geinformeerd over de vormgeving van het fonds.

European Tech Champions Initiative

Er is voor de deelname van Nederland aan het European Tech Champions Initiative (ETCI) fonds € 100 mln beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt gedekt met generale middelen en heeft geen effect op het EMU-saldo.

Stand ontwerpbegroting 2023 80.200 80.300 262.100 60.300 53.300
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 46.866 900 1.500 2.250
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2024 127.066 80.300 263.000 61.800 55.550 56.300

Er hebben geen ontvangstenmutaties plaatsgevonden.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Stand ontwerpbegroting 2023 6.084.453 5.793.439 6.017.121 5.849.262 5.756.726
Mutatie Nota van Wijziging 2023 9.884.914 3.000 ‒ 51.948 ‒ 51.948
Mutatie amendement 2023 2.300
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023 542.400
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023 5.418 21.666 21.666
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023 240.000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 7.171.941 ‒ 3.053.753 ‒ 740.558 ‒ 105.684 86.348
Nieuwe mutaties
Kasschuif DEI+ ‒ 18.332 1.820 12.012 3.733 767
DEI (klimaatfonds) 0 0 0 0
SDE, SDE+ en SDE ++ ‒ 2.510.000
SDE+ diverse interdepartementale overhevelingen ‒ 24.017 ‒ 22.245 ‒ 17.127 ‒ 19.112 ‒ 28.987
ISDE 48.000 60.000 2.000
ISDE (Klimaatfonds) 163.000 337.290 707.150 175.200
WarmtelinQ ‒ 4.925 ‒ 14.000 20.000 38.925
Overige subsidies (Klimaatfonds) 71.250 61.383 56.383 56.383 35.133
Opschalingsinstrument waterstof (Klimaatfonds) 1.000 389.000 318.000 268.000 275.000
Kasschuif IPCEI Waterstof (Klimaatfonds) ‒ 45.000 67.000 ‒ 270.000 ‒ 17.000 105.000
Vulmaatregelen Gasopslag ‒ 1.083.750 100.400 253.500
Warmtenet investeringssubsidies (WIS) (Klimaatfonds) 40.000 60.000 80.000 80.000
Kasschuif NGF projecten WarmteNu! ‒ 56.544 ‒ 37.380 ‒ 500 39.600 25.740
Kasschuif SEFE ‒ 54.000 50.000 4.000
Ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten 26.551
NGF - project Circulaire zonnepanelen 135.000
Geothermie (klimaatfonds) 1.000 21.000 80.000 30.000 30.000
Tekort prijsplafond 2023 168.070 100.000
Tegemoetkoming blokaansluiting ‒ 337.975 178.641
Lening EBN 10.000 14.000 8.000
Onderzoek en opdrachten kernenergie (Klimaatfonds) 21.380 32.250 23.035 15.600 17.017
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (Klimaatfonds) 2.300 29.200 31.700 31.100 30.000
Loon- en prijsbijstelling 26.054 37.139 49.234 52.807 52.158
Overig 119.028 ‒ 20.135 ‒ 15.068 76.268 ‒ 5.906
Stand ontwerpbegroting 2024 8.375.216 4.543.049 4.074.300 6.525.875 6.467.639 6.433.953

Kasschuif DEI+

Op de middelen voor de DEI+ vindt een verplichtingen- en kasschuif plaats van 2023 naar 2024 tot en met 2027.

DEI+ (Klimaatfonds)

Er worden Klimaatfondsmiddelen ingezet om de DEI+ uit te breiden in de vorm van de sub-regeling DEI+CE. De DEI+CE is specifiek voor circulaire maatregelen die tot emissiereductie leiden.

SDE, SDE+ en SDE++

Ter financiering van het pakket aan klimaatmaatregelen dat het huidige kabinet heeft gepresenteerd (Kamerstuk 32 813, nr. 1230) wordt dekking geboden uit de (resterende) ruimte in de SDE, SDE+ en SDE++ in het jaar 2025.

SDE+ diverse interdepartementale overhevelingen

Vanuit het flankerend beleid Wind op zee, dat onderdeel uitmaakt van het SDE+-budget, vinden verschillende overhevelingen naar andere departementale begrotingen plaats, voornamelijk ter uitvoering van de afspraken die in het kader van programma Noordzee zijn gemaakt over de kosten die deze departementen de komende jaren maken op het gebied van scheepvaartveiligheid en aanlanding van de netwerken op zee (IenW), ecologie en visserij (LNV), handhaving en opsporing((J&V), de Kustwacht (Defensie) en de Douane (Financiën).

ISDE

Vanuit de begroting van het Ministerie van BZK wordt in 2023, 2024 en 2025 in totaal € 110 miljoen Euro beschikbaar gesteld voor isolatiemaatregelen binnen de ISDE-regeling.

ISDE (Klimaatfonds)

Binnen de ISDE worden diverse subsidies verleend om woningen te verduurzamen en daarmee toekomstbestendig te maken. Een aanzienlijk gedeelte van de middelen komt terecht bij maatschappelijke instellingen om gebouwen te verduurzamen. Deze subsidies worden gefinancierd uit het Klimaatfonds en betreffen:

  1. Normering en stimulering biobased bouwen
  2. Nationaal Isolatie Programma (deel EZK)
  3. Aanvulling ISDE in combinatie met normering en stimulering van hybride warmtepompen.

WarmtelinQ

De middelen die gereserveerd waren op de Aanvullende Post (AP) bij het Ministerie van Financiën voor een exploitatiesubsidie voor het project WarmtelinQ van Gasunie (€ 427 mln) zijn toegevoegd aan de EZK-begroting. Via een kasschuif zijn de bestaande Warmtelinq-budgetten en deze € 427 mln vervolgens naar de jaren 2026 en verder geschoven.

Overige subsidies (Klimaatfonds)

Er zijn naast de klimaatfondsmutaties die hier afzonderlijk worden toegelicht nog enkele subsidies op de EZK-begroting die uit het Klimaatfonds gefinancierd worden. De subsidies ‘EBN versnellen onderzoek CCS’, ‘Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt’, ‘Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten’ en ‘Realisatie van 3GW zon op zee in 2030’ zijn erop gericht een infrastructuur te realiseren die bijdraagt aan de energietransitie. Daarnaast zijn er ook Klimaatfondsmiddelen beschikbaar gemaakt voor de Correctieregeling duurzame warmte (motie Grinwis-Erkens (Kamerstuk 29 030, nr. 322).

Opschalingsinstrument waterstof (Klimaatfonds)

Vanuit het Klimaatfonds worden middelen beschikbaar gesteld voor de opslag van waterstof, waterstof op zee en opschaling van waterstof. Hieronder vallen de uitgaven voor het Waterstofnetwerk op Zee en De-risken grootschalige waterstofopslag.

Kasschuif IPCEI Waterstof (Klimaatfonds)

De Klimaatfondsmiddelen van IPCEI Waterstof golf 3 worden met een kasschuif van 2023-2025 naar 2026-2028 geschoven. De Klimaatfondsmiddelen van IPCEI Waterstof golf 4 worden juist naar voren worden geschoven, van 2025-2028 naar 2024.

Vulmaatregelen gasopslag

Op het budget 2023 voor de vulmaatregelen gasopslag is sprake van een meevaller van bijna € 730 mln. Omdat deze middelen generaal gedekt zijn, worden deze nu weer ingeleverd. Op de resterende midelen vindt een kasschuif plaats van € 354 mln van 2023 naar 2024 en 2025.

Warmtenet investeringssubsidies (WIS) (Klimaatfonds)

Vanuit het Klimaatfonds worden middelen toegevoegd aan de EZK-begroting voor een nationale subsidieregeling voor warmtenetten, bedoeld om de onrendabele top te beperken. Deze regeling maakt de uitrol van warmtenetten in de gebouwde omgeving mogelijk, gekoppeld aan de doelen voor 2030, en met oog op opschaling voor de periode na 2030.

Kasschuif NGF-projecten NieuweWarmteNu!

Om de kasbudgetten van het instrument NGF-project NieuweWarmteNu! in lijn te brengen met de verwachte uitfinanciering op de in 2023 aan te gane verplichtingen, is een kasschuif van 2023-2025 naar latere jaren doorgevoerd.

Kasschuif SEFE

Omdat de SEFE regeling (compensatie van de aanbestedende diensten die in 2022 financieel nadeel hebben ondervonden doordat zij in navolging van de sancties tegen Rusland hun energiecontracten met SEFE Energy hebben opgezegd),tot maart 2025 loopt, worden er ook uitgaven verwacht in 2024 en 2025. Met een kasschuif wordt een gedeelte van de € 74 mljn die voor de regeling beschikbaar is doorgeschoven naar 2024 en 2025.

Ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten

In 2023 wordt € 26,6 mln beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van het Ontwikkelfonds Energiecoöperaties voor warmteprojecten (pilot).

NGF-project Circulaire zonnepanelen

Vanuit het NGF wordt voor 2024 € 135 mln overgeheveld voor de stimulering van circulaire zonnepanelen.

Geothermie (Klimaatfonds)

Voor het opzetten van verschillende pilotprojecten voor Lage en Hoge Temperatuur Geothermie (LTG en HTG) zijn middelen uit het Klimaatfonds gereserveerd.

Tekort prijsplafond 2023

Op het prijsplafond 2023 is sprake van een tekort ten opzichte van het budget dat bij 1e suppletoire begroting naar beneden is bijgesteld op basis van (achteraf te optimistische) ramingen. Met deze begrotingsmutatie wordt het tekort aangevuld voor de jaren 2023 en 2024.

Tegemoetkoming blokaansluiting

Op basis van een nieuwe raming van de regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) wordt het benodigde budget 2023 naar beneden bijgesteld. Wel is er in de nieuwe raming sprake van (na)betalingen in 2024, daarom wordt ook voor het jaar 2024 ruim € 178 mln gereserveerd.

Lening EBN

In 2023 zal een lening aan EBN worden verstrekt voor deelname in de FEED-fase van Aramis, specifiek voor de ontwikkeling van de opslaglocaties. Het door EBN verkregen rendement op dit CCS-project zal worden gebruikt om deze lening af te lossen.

Onderzoek en opdrachten kernenergie (Klimaatfonds)

Er worden klimaatfondsmiddelen ingezet voor het versterken van de nucleaire kennis- en onderzoekinfrastructuur. Specifiek worden er middelen beschikbaar gesteld aan onderzoeken nieuwbouw kerncentrales, bedrijfsduur-verlenging Borssele, kennisinfrastructuur kernenergie en ondersteuning ontwikkeling van Small Nuclear Reactors (SMR’s).

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (Klimaatfonds)

Door nieuwe klimaatambities kent de overheid verhoogde uitvoeringslasten. Er worden klimaatfondsmiddelen beschikbaar gesteld voor het versterken van de capaciteit bij provincies en regiogemeenten om het voorbereidingstraject van netverzwaringen en -uitbreidingen te versnellen. Daarnaast worden er klimaatfondsmiddelen toegekend voor de verhoogde uitvoeringslasten op het gebied van kernenergie.

Loon- en prijsbijstelling

De bij 1e suppletoire begroting 2023 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de verschillende instrumenten waar dit betrekking op heeft.

Stand ontwerpbegroting 2023 4.505.077 1.942.827 1.588.577 2.193.577 2.543.577
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023 21.900
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023 5.418 21.666 21.666
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023 60.000 60.000 60.000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 69.835 150.000 380.000 480.000 380.000
Nieuwe mutaties
ETS-ontvangsten ‒ 50.000 50.000 ‒ 250.000 3.050.000
SDE-ontvangsten 192.200
Heffing leveringszekerheid ‒ 157.750 ‒ 200.025 ‒ 200.025 ‒ 200.025
Lening EBN-Bergermeer ‒ 2.300.000
Overig 2.760 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 2.441.772 1.935.077 1.883.970 2.305.218 5.855.218 4.649.802

ETS-ontvangsten

Op basis van de jaarlijkse actualisatie van de ETS-prijzen wordt de raming van de ETS-ontvangsten bijgesteld. Dit jaar inclusief ETS2 (dat naar verwachting van start gaat in 2027).

SDE-ontvangsten

Verwacht wordt dat er in 2023 € 192 mln meer ontvangsten zijn aan terugbetaalde subsidievoorschotten op basis van de SDE, de SDE+ en de SDE++. Deze ontvangsten worden ingezet ter dekking van de hogere uitgave op de uitfinanciering van locatieonderzoeken voor windparken op zee en voor de (veel) hogere voorschotbetaling in 2023 aan TenneT voor de aanleg van het net op zee.

Heffing leveringszekerheid

Omdat de subsidie over 2022 aan EBN voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer niet meer tot betaling komt en door de lagere kosten van EBN voor het vullen van de gasopslag, wordt de heffing leveringszekerheid aangepast naar de verwachte uitgaven en voor de jaren 2024-2028 verlaagd.

Lening EBN-Bergermeer

Op de begroting van artikel 4 staat nog een ontvangst in 2023 van € 2,3 mld als aflossing van de lening die in 2022 aan EBN is verstrekt voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer. Maar het voorschot op deze lening is eind 2022 al (met rente) terugbetaald, de lening is daarmee afgelost.

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Stand ontwerpbegroting 2023 4.490.008 2.634.659 1.319.346 1.024.173 775.079
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 591.653 61.867 216.135 108.132 130.637
Nieuwe mutaties
Duurzaam herstel ‒ 101.828 ‒ 18.411 120.239
Economische bedrijvigheid 28.000 28.000 28.000 28.000
Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie 150.000
Knelpunten IMG 10.000 15.000 15.000 15.000 10.000
Werkbudget NCG 2.000 4.000 4.000 4.000 4.000
Versterkingsoperatie 16.000 19.000
Verduurzaming bij versterken 15.000 15.000
Vergoeding Norg akkoord ‒ 420.000 ‒ 182.000
Loon- en prijsbijstelling 21.003 16.979 11.374 5.118 4.339
Overig ‒ 1.240 ‒ 500 ‒ 500 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 3.589.290 2.593.594 1.713.594 1.184.423 952.055 1.008.292

Duurzaam herstel

Vanwege de latere start van duurzaam herstel schuiven middelen voor duurzaam herstel door naar latere jaren.

Economische bedrijvigheid

Bij de kabinetsreactie op PEGA is in totaal € 115 mln tot en met 2028 beschikbaar gemaakt voor onder meer ondersteuning voor de NOM en Economic Board Groningen en voor het aantrekken van strategische internationale bedrijvigheid (maatregelen 35.3 en 35.4 uit Nij Begun).

Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie

Voor de uitbreiding van het bereik van de woningverbeteringssubsidie met 28 postcodegebieden is € 150 miljoen toegevoegd aan de EZK-begroting.

Knelpunten IMG

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). Hiervoor is meerjarig in totaal € 70 mln gereserveerd.

Werkbudget NCG

Er is € 20 mln van de Aanvullende Post overgeheveld naar het werkbudget van NCG, waarvan € 18 miljoen in de periode van 2023 tot en met 2027. Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering van enkele maatregelen uit de kabinetsreactie Nij Begun: de ondersteuning door architecten, de inrichting van bewonersregieteams, inloopplekken voor bewoners en het opzetten van een digitaal portaal en aanvullende communicatie (maatregelen 13 en 21).

Versterkingsoperatie

Voor het aanbieden van extra maatwerk in de versterkingsoperatie en voor het aanbieden van sloop/nieuwbouw wordt in 2023 en 2024 in totaal € 35 miljoen overgeheveld naar de EZK-begroting (maatregel 12 uit Nij Begun).

Verduurzaming bij versterken

Voor verduurzaming bij versterking is in totaal € 30 miljoen naar de EZK-begroting overgeheveld (maatregel 28 uit Nij Begun).

Vergoeding Norg akkoord

Door de gedaalde gasprijs zijn de verwachte uitgaven aan de vergoeding Norg akkoord naar beneden bijgesteld.

Loon- en prijsbijstelling

De bij 1e suppletoire begroting 2023 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de verschillende instrumenten waar dit betrekking op heeft.

Stand ontwerpbegroting 2023 11.735.415 6.369.402 2.566.014 1.381.831 923.938
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 5.128.659 ‒ 2.098.115 1.475.218 1.071.789 696.728
Nieuwe mutaties
Ontvangsten Mijnbouwwet 20.000 ‒ 500.000 ‒ 440.000 10.000 40.000
Dividenduitkering EBN 81.600 ‒ 587.000 ‒ 862.000 ‒ 250.000 ‒ 25.000
Dividenduitkering Gasterra 3.600 3.600
Overig 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 6.708.356 3.184.287 2.739.232 2.217.220 1.639.266 1.208.853

Ontvangsten Mijnbouwwet

De ontvangsten mijnbouwwet worden bijgesteld op basis van de gedaalde gasprijs en realisatiecijfers van de Belastingdienst.

Dividenduitkering EBN

De lagere gasprijs en het eerder betalen van de solidariteitsheffing hebben meerjarig een effect op de verwachte ontvangsten aan dividend EBN.

Dividenduitkering Gasterra

Vanwege de beïndigigng van de gaswinning in Groningen wordt Gasterra afgebouwd. Dit zal langer duren en daarom wordt in 2026 en 2027 extra dividend verwacht.

Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

Stand ontwerpbegroting 2023 1.572.633 2.602.163 2.584.862 2.592.876 2.500.229
Mutatie Nota van Wijziging 2023 ‒ 376.923 ‒ 158.111 ‒ 193.345 ‒ 95.659 ‒ 61.310
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 169.942 ‒ 147.182 ‒ 73.256 ‒ 8.654 6.449
Nieuwe mutaties
Project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen ‒ 135.000
Project Maritiem Masterplan ‒ 30.000 ‒ 60.000 ‒ 10.000
Project Nationale Aanpak Professionalisering Leraren ‒ 3.527 ‒ 24.134 ‒ 22.514 ‒ 22.925
Project DUTCH ‒ 47.000 ‒ 1.000
Project QuantumDeltaNL ‒ 30.200 ‒ 30.000
PEGA ‒ 4.667 ‒ 40.917 ‒ 38.620
Doorschuiven subsidie route ‒ 390.000 ‒ 760.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000
Doorschuiven departementale route ‒ 507.568 429.123 200.000 290.250
Doorschuiven voorwaardelijke toekenningen ‒ 118.200 ‒ 148.000 43.000 6.800 206.400
Stand ontwerpbegroting 2024 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187

Nieuwe mutaties

NGF-projecten

De kasreeksen voor de projecten Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (EZK), Maritiem Masterplan (I&W), Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (OCW) en DUTCH (VWS) uit de derde ronde worden overgeboekt naar de departementen. Een deel van de reservering van € 333,0 mln voor project Quantum Delta NL uit de eerste ronde wordt omgezet in een toekenning van € 60,2 mln. Ook deze middelen worden overgeboekt.

PEGA

Van de uitgekeerde LPB voor de periode 2023-2032 wordt in totaal € 115,0 mln aangewend voor de gevolgen van de uitkomsten van de Parlementaire Enquêtecommissie Groninger Aardgaswinning (PEGA).

Doorschuiven subsidieroute

Twee projecten ontvingen een toekenning via de subsidieroute in de derde ronde. Hiervoor blijven middelen geraamd in 2023 en 2024. De overige middelen worden doorgeschoven naar 2025 en verder. Voor de subsidieregeling kunnen pas vanaf september 2024 nieuwe aanvragen ingediend kunnen worden en de beoordelingsperiode duurt maximaal 26 weken. Het is daarom nagenoeg zeker dat nieuwe toekenningen pas in 2025 zullen plaatsvinden. De middelen die voor 2025-2027 geraamd stonden worden ook deels naar achteren geschoven om niet een overschot aan middelen op die jaren te hebben.

Doorschuiven departementale route

De overgebleven middelen uit 2023 worden doorgeschoven. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de benodigde middelen voor 2024 voor eventuele omzettingen en de deelname van de CAS-landen en de BES-eilanden aan het NGF. Op basis daarvan worden overtollige middelen voor 2024 ook doorgeschoven.

Doorschuiven voorwaardelijke toekenningen

Er worden middelen voor voorwaardelijke toekenningen doorgeschoven om de raming van voorwaardelijke toekenningen uit de derde ronde mogelijk te maken.

Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023
Nieuwe mutaties
Overig
Stand ontwerpbegroting 2024 0 0 0 0 0 0

Ontvangsten

Er worden geen ontvangsten geraamd op dit artikel.

Artikel 40 Apparaat

Stand ontwerpbegroting 2023 529.932 516.283 490.963 472.710 453.319
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 54.717 47.511 49.058 53.958 58.295
Nieuwe mutaties
Loonbijstelling apparaat 23.229 22.886 21.612 20.458 19.732
Prijsbijstelling apparaat 6.171 5.941 6.136 6.175 6.088
Programma HRM in het inkoopdomein 1.470 1.218 1.218 1.017 1.017
Wetenschappelijke klimaatraad 2.900 4.026 5.913 4.913 4.913
PEGA Toezicht en advisering 5.825 5.825 5.825 5.825
ZODKO 2023 7.500
Toezichtskosten digitaal domein 7.677 7.577 7.577 7.577
Overig 12.947 7.662 4.637 3.376 11.373
Stand ontwerpbegroting 2024 638.866 619.029 592.939 576.009 568.139 540.095

Loonbijstelling Apparaat

De bij 1e suppletoire wet 2023 ontvangen loonbijstelling is aan diverse instrumenten uitgekeerd.

Prijsbijstelling Apparaat

De bij 1e suppletoire wet 2023 ontvangen prijsbijstelling is aan diverse instrumenten uitgekeerd.

Programma HRM in het inkoopdomein

Per 1 januari 2023 zijn de taken en verantwoordelijkheden van het programma HRM in het inkoopdomein bij EZK belegd. Dit betrof eerst een BZK programma.

Wetenschappelijke klimaatraad

Dit betreft de overheveling van het budget voor de Wetenschappelijke Klimaatraad van Artikel 4 naar Artikel 40.

PEGA Toezicht en advisering

Dit betreft de gelden voor het uitbreiden van capaciteit voor EZK en SodM voor het versterken van de kennis en kunde met betrekking tot het gebruik van ondergrond en de toezicht daarop.

ZODKO 2023

Dit betreft extra gelden voor de intensivering van de publiekscampagne "Zet Ook De Knop Om".

Toezichtskosten digitaal domein

Betreft budget voor de ACM om toezicht te houden op drie nieuwe Europese verordeningen op het vlak van digitale economie. Het betreft de Digital Markets Act, de Digital Services Act en de Data Governance Act

Stand ontwerpbegroting 2023 135.350 131.325 125.544 116.879 106.964
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 15.831 ‒ 44.400 17.800 24.200 32.600
Nieuwe mutaties
Overig
Stand ontwerpbegroting 2024 151.181 86.925 143.344 141.079 139.564 133.974

Artikel 41 Nog onverdeeld 

Stand ontwerpbegroting 2023
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 322.701 211.009 213.574 194.320 191.688
Nieuwe mutaties
Loonbijstelling ‒ 95.339 ‒ 100.753 ‒ 114.435 ‒ 110.783 ‒ 112.054
Prijsbijstelling ‒ 127.362 ‒ 110.256 ‒ 99.139 ‒ 83.537 ‒ 79.634
Beschermingsfonds economische veiligheid ‒ 100.000
Overig
Stand ontwerpbegroting 2024 0 0 0 0 0 0

Loon- en prijsbijstelling

Betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstellingstranche 2023 over de relevante artikelonderdelen.

Beschermingsfonds economische veiligheid

De middelen voor het beschermingfonds economische veiligheid die bij voorjaarsbesluitvorming zijn gereserveerd op artikel 41 worden in deze begroting overgeheveld naar artikel 3 Toekomstfonds.

Bijlage 4: Moties en toezeggingen

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken of en, zo ja, op welke wijze regelvrije experimenteerruimtes kunnen bijdragen aan het versnellen van de ontwikkeling, introductie en doorgroei van duurzame en innovatieve producten, diensten en verdienmodellen, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigingsklimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt. 29-3-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerbrief Aanbieding nieuw Programma vermindering regeldruk ondernemers d.d. 08-07-2022 (Kamerstuk 29 515, nr. 481)
Amhaouch, M. (CDA)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze EZK een actievere, centrale en coördinerende rol richting andere overheden en departe-menten kan pakken om ons toekomstige verdienvermogen te versterken, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigings- klimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt. 29-3-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Teunissen, Ch. (PvdD) Verzoekt de regering, haar publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke bevoegdheden te gebruiken, zodanig dat de vestiging van het datacenter in Zeewolde niet mogelijk zal zijn totdat, mede in het kader van de Nationale Omgevingsvisie, is vastgesteld dat die vestiging niet strijdig is met het rijksbeleid. 29-3-2022 Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 35 925-XIII, nr. 97
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden. 26-10-2021 Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Rahimi, H. (VVD) Verzoekt de regering bij de evaluatie van de wet te onderzoeken of als gevolg van deze wet nadelen zijn ontstaan voor de detaillisten in het mkb, en daarover aan de Kamer te rapporteren. 15-3-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (Kamerstuk 35 769) Onderhanden
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken waar de knelpunten in de financiering van mkb-bedrijven zitten als het gevolg van het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen en welke instrumenten er zijn om dit te verhelpen. 15-3-2022 Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (Kamerstuk 35 769) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Roept het kabinet op om uiterlijk voor het voorjaar van 2023 de Kamer een overzicht te geven van de behaalde concrete winsten op dit terrein. 19-4-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk Onderhanden
Goudzwaard, M. (JA21)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om – geïnspireerd door de «British Business Bank» – te onderzoeken hoe vraag en aanbod beter bij elkaar kunnen worden gebracht en de betrokken stakeholders actief te betrekken, en de Kamer te informeren in het vierde kwartaal 2022. 19-4-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met Kamerbrief Financiering en digitalisering mkb – d.d. 06-04-2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 561)
Amhaouch, M. (CDA)
Stoffer, C. (SGP)
Rahimi, H. (VVD)
Jong, R.H. de (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Verzoekt de regering om te bekijken hoe in samenspraak met de bevoegde gezagen de doorlooptijden van de vergunningstrajecten aanzienlijk versneld kunnen worden, en de Kamer hierover uiterlijk in oktober te informeren; verzoekt de regering om casusspecifiek te bekijken wat er nodig is om de doorlooptijden te versnellen en dat mee te nemen in het overeenkomen van de joint letters of intent en de daaropvolgende bindende maatwerkafspraken. 2-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD industriebeleid Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1193
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om, samen met de bevoegde gezagen, om tafel te gaan met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel mkb om te verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing in aanvulling op de energiebesparingsplicht mogelijk is en hoe deze het beste gerealiseerd kan worden. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt het kabinet van bedrijven die steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om met urgentie te onderzoeken of en, zo ja, hoe het huidige financieringsinstrumentarium, waaronder de BMKB-C, de GO-C en het Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL), geschikt en toegankelijk gemaakt kan worden voor getroffen bedrijven als gevolg van de oorlog in Oekraïne. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Gevolgen oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven + MBHOS Afgedaan met Kamerbrief Aanbieden toetsingskader risicoregelingen voor Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) d.d. 19-12-2022 (Kamerstuk 32 637, nr. 529)
Amhaouch, M. (CDA)
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Klink, J.J. (VVD)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering bij de onderhandelingen in te brengen dat nationaal toezicht op en/of nationale toepassing van algoritmen mogelijk moet zijn, ondanks dat er een Europese markt is. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Telecomraad Onderhanden
Rajkowski, Q.M. (VVD)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering de duur van de procedure in de praktijk nauwlettend te monitoren en tijdig in te grijpen als blijkt dat te veel te doorlopen procedures langer duren dan de standaard acht weken die gelden voor zowel het bepalen of er een toetsing nodig is als het nemen van een uiteindelijk toetsingsbesluit. 19-4-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Afgedaan met Kamerbrief Beleidsinstrumentarium ten behoeve van de borging van het vestigings- en investeringsklimaat, maatschappelijke langetermijnwaardecreatie en nationale veiligheid d.d. 08-07-2022 (Kamerstuk 32 637, nr. 501)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering na twee jaar op hoofdlijnen de doeltreffendheid en andere effecten van de wet te evalueren, boven op de geplande evaluatie na vijf jaar. 19-4-2022 Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te komen tot een door de Ministeries van EZK en van OCW tezamen met de relevante partners opgestelde en gedragen integrale valorisatiestrategie en actieplan, en dit uiterlijk in het derde kwartaal van 2022 te delen met de Kamer. 28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze Nederland mee kan doen en voortrekker kan worden van de nog in ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar. 28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Stoffer, C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Kathmann, B.C. (PvdA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering te onderzoeken of innovatieregelingen drastisch kunnen worden versimpeld door deze terug te brengen tot hooguit enkele regelingen. 28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt het kabinet om in samenwerking met private en publieke partijen een actieve strategie te ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe innovatieve ontwikkelingen in batterijtechnologie;
verzoekt het kabinet de mogelijkheden van Nederlandse deelname in nieuwe IPCEl-batterijtechnologie-initiatieven te onderzoeken met gelijkgezinde landen.
28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Strien, P.J.T. van (VVD)
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering de impact van de inflatie op de stimulering van innovatie door de Wbso te onderzoeken. 28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Afgedaan met Kamerbrief WBSO in 2022 d.d. 21-09-2021 (Kamerstuk 32 637, nr. 472)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een landelijke stimuleringsregeling om de financiële belemmeringen met betrekking tot hybride docentschap weg te nemen, eruit kan komen te zien en hoe een dergelijke regeling geïmplementeerd zou kunnen worden. 28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatiebeleid Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om te onderzoeken welke barrières maatschappelijke en sociale ondernemingen die zich bezighouden met maatschappelijke innovatie ervaren bij het gebruik van innovatieregelingen en in het innovatiebeleid door het Rijk;
verzoekt de regering om de Kamer hierover uiterlijk in het najaar van 2022 te informeren.
28-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie Onderhanden
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Jong, R.H. de (D66)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om er, bij de uitwerking van de aanbevelingen uit de evaluatie van de BMKB-regeling, voor te zorgen dat deze in de toekomst nog beter aansluit op de behoefte van het mkb, met specifieke aandacht voor toegankelijkheid van financiering. 7-7-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Afgedaan met uitgaande brief op 8 juni 2023 nav extra Kamervragen die zijn gesteld bij voorhang BMKB, Kamerstuknummer onvindbaar
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Stoffer, C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om bij de geplande evaluaties van de verschillende instrumenten specifieke aandacht te hebben voor de samenhang tussen de instrumenten rond criteria en termijnen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA)
Graaf, S.J.F. van der (CU)
Stoffer, C. (SGP)
Jong, R.H. de (D66)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering het totaalpakket aan schulden en kosten ontstaan door de gedwongen sluiting tijdens de coronacrisis, integraal te bezien en met gepaste oplossingen te komen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering de schade die Limburgse ondernemers in het watersnoodgebied hebben geleden boven op de coronacrisis, vanaf het derde en vierde kwartaal 2021 en eerste kwartaal 2022 ruimhartig en met gezwinde spoed te vergoeden. 7-7-2022 Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Afgedaan met Kamerbrief Afhandeling omzetschade door wateroverlast in Limburg en Noord-Brabant juli 2021 d.d. 18-10-2022 (Kamerstuk 32 698, nr. 72)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering voor de korte termijn in aanloop naar de aankomende ministeriële ESA-conferentie een laatste krachtige inspanning te doen om het beoogde budget voor de inschrijvingen in de optionele programma's te verhogen, zodat verlies van onze positie in programma's voorkomen wordt;
verzoekt tevens de regering voor de middellange termijn een interdepartementale budgettaire verkenning uit te voeren met als doel uitvoering te geven aan het NSO-advies om het ambitieniveau van 4,7% bnp-aandeel in optionele ESA-programma's te bereiken en hier eventueel al in tussentijdse ESA-inschrijvingen de volgende stap voor te zetten.
15-11-2022 Parlementaire agenda [08-11-2022] - TMD Innovatie & Ruimtevaart Onderhanden
Eerdmans, B.J. (JA21)
Strien, P.J.T. van (VVD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt het kabinet om bij de zoektocht naar oplossingen voor het energie-intensieve mkb ook te kijken naar gerichte ondersteuning van scholen en cultuurinstellingen en te kijken of gemeenten daarbij een rol kunnen spelen, en de Kamer hier voor 1 november over te informeren. 22-9-2022 Parlementaire agenda [21-09-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen (APB) TK Afgedaan door MinFin per brief van 21 november 2022, Kamerstuk 36 250, nr. 1
Kuiken, A.H. (PvdA)
Paternotte, J.M. (D66)
Huizinga-Heringa, J.C. (CU) Verzoekt de regering ten behoeve van zo’n debat binnen drie maanden een voorbereidende notitie aan deze Kamer te doen toekomen, waarin zij gemotiveerd uiteen zet welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt bij grote uitdagingen als de klimaattransitie. 1-11-2022 Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK Onderhanden
Rosenmöller, P. (GL)
Vos, M.L. (PvdA)
Ceder, D.G.M. (CU) Verzoekt de regering in te zetten op heropening van de onderhandelingen over het raamwerk om op in ieder geval genoemde elementen het voorstel fundamenteel te verbeteren. 1-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - TMD Telecomraad Afgedaan met Kamerbrief
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering niet in te stemmen met de Raadsconclusie en met een aanhangsel aan te geven dat de positie van het Nederlandse parlement anders is dan het bereikte compromisvoorstel. 1-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - TMD Telecomraad Afgedaan met Kamerbrief
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering te regelen dat in de Raadspositie over de Al-verordening duidelijk wordt dat een genomen besluit altijd begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt, waarbij ook de gebruikte data worden vermeld teneinde iemand kan toetsen of het besluit op correcte gegevens tot stand is gekomen. 1-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - TMD Telecomraad Onderhanden
Rajkowski, Q.M. (VVD) Verzoekt de regering om in overleg te treden met het Digital Trust Center en betrokken brancheorganisaties om te komen tot een eenduidig mkb-keurmerk, om mkb’ers beter te ondersteunen bij het vormen van hun securitybeleid. 22-11-2022 Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Onderhanden
Rajkowski, Q.M. (VVD) Verzoekt de regering om in samenwerking met het Digital Trust Center, brancheorganisaties en regionale partners een structurele cyberoefenagenda te ontwikkelen met daarin cyberoefeningen specifiek gericht op niet-vitale bedrijven. 22-11-2022 Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Onderhanden
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering om een onderzoek te doen in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten. 22-11-2022 Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Onderhanden
Dekker-Abdulaziz, H. (D66)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om een actieplan «aanpak winkeldiefstal». 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Resultaten 2e openstellingsronde Impulsaanpak winkelgebieden en aankondiging 3e openstellingsronde d.d. 22-03-2023 (Kamerstuk 31 757, nr. 109)
Stoffer, C. (SGP)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om een regierol voor de Minister van EZK ter voorkoming van disproportionele regeldruk en onnodige nationale koppen en om de mkb-toets voor bestaande en nieuwe regelgeving te borgen. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Rahimi, H. (VVD)
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om een integraal nationaal maritiem industriebeleid onder regie van de Minister van EZK, in samenwerking met de Ministeries van Financiën, IenW en Defensie. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering bovenstaande trajecten zo snel mogelijk te starten en hiervoor bij de Voorjaarsnota de middelen voor kernenergie verder aan te vullen richting minimaal de 50 miljoen uit het coalitieakkoord en dit te dekken uit de daarvoor bestemde middelen in het klimaatfonds. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Voorjaarsbesluitvorming Klimaat d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om met de ACM versneld aan de slag te gaan met de conclusies van dit onderzoek, maar ook een aanvullend onderzoek uit te laten voeren naar hoe het toezicht op de energiemarkt in de toekomst moet worden ingericht, en hierbij specifiek met aanbevelingen te komen omtrent het wettelijk mandaat van de ACM, haar taken en bevoegdheden en het benodigde budget;
verzoekt de regering om dit onderzoek en concrete aanbevelingen voor juni 2023 met de Kamer te delen.
29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om de Kamer in Q1 van 2023 te informeren over ten minste tien concrete projecten op het gebied van verduurzaming van de industrie en grootschalige energie-infrastructuur die mogelijk versneld gerealiseerd kunnen worden door de inzet van de Crisis- en herstelwet. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief versnellingsaanpak energietransitie d.d. 24-03-2023 (Kamerstuk 32 813-1193, nr. 1193)
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een langetermijnvisie op te stellen op de inzet van de gasopslagen en hierbij specifiek in te gaan op welke opslagen als strategische reserves kunnen dienen en wat de voor- en nadelen hiervan zijn;
verzoekt de regering om bij deze visie de rol van EBN in de Nederlandse gasopslagen te betrekken met als doel dat de overheid meer grip heeft op de inzet van het gas;
verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren voorafgaand aan het zomerreces 2023.
29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering naar de houdbaarheid van regels te kijken, door een mkb-toets uit te voeren, een jaar na inwerkingtreding bij gebleken klachten, zoals ook is aangekondigd in het nieuwe regeldrukprogramma, en steevast een algehele evaluatie na vijf jaar. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Rahimi, H. (VVD)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering een onafhankelijke toets te laten doen voor aangegane verplichtingen of uitgaven uit het klimaatfonds, zolang er nog geen wet op het klimaatfonds bestaat. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Voorjaarsbesluitvorming Klimaat d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230)
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering met verzekeraars om tafel te gaan om te kijken waar de knelpunten zitten en hoe ondernemers geholpen kunnen worden in hun duurzame energieambitie; verzoekt de regering voorts te onderzoeken wat mogelijke oplossingen zijn voor het risico van het opruimen van zonnepaneeldeeltjes die verspreid worden als gevolg van een brand met een zon-PV-systeem, zoals het inrichten van een garantstelingsfonds. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Rahimi, H. (VVD)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering te onderzoeken wat ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Jong, R.H. de (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om de plannen voor wind op zee te beschermen door te sturen op het minstens matchen van de elektriciteitsbehoefte van de industrie met de plannen voor wind op zee, zodat de financiële levensvatbaarheid van wind op zee verzekerd wordt. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om eisen ten aanzien van circulariteit op te nemen in alle nog uit te schrijven tenders voor wind op zee. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Hagen, K.B. (D66)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om zo snel mogelijk, maar uiterlijk februari 2023, de definitieve kaders en voorwaarden voor aanvragen en bestedingen uit het klimaatfonds met de Tweede Kamer te delen;
verzoekt de regering om in ieder geval als voorwaarde op te nemen dat de besteding bijdraagt aan 60% CO2-reductie in 2030 of klimaatneutraliteit in 2050.
29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Toestemming voor deelname aan een technische briefing en verzoek om spoedige behandeling van het wetsvoorstel «Tijdelijke wet Klimaatfonds» d.d. 08-03-2023 (Kamerstuk 36 274, nr. 5)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om energiearmoede voortaan jaarlijks te monitoren en hierover de Kamer te informeren, bij voorkeur gelijktijdig met de Klimaat- en Energieverkenning en de Klimaatnota. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan in Kamerbrief aanbieding Monitor Energiearmoede in Nederland d.d. 27-01-2023 (Kamerstuk 29 023, nr. 390)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering dat er voor de aanvang van het stookseizoen 2023–2024 bij zo veel mogelijk huishoudens op postcodes waar het risico op energiearmoede het hoogst is, een Fix It-team langsgaat. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Overgedragen aan BZK
Thijssen, J. (PvdA)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om te onderzoeken, samen met sectoren, of een Wet bevordering industriële ontwikkeling of een ander passend instrument kan worden ingericht waarmee structureel ingezet wordt op proces- en productie-innovatie, met als doel de arbeidsproductiviteit in Nederland te verhogen. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Jong, R.H. de (D66)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om samen met provincies een meerjarenplan op te stellen voor de ROM’s, waarbij aandacht is voor bovenregionale samen_werking, programmatische samenwerking met het Rijk en Europa, en te onderzoeken of en hoe het brede mkb beter bediend kan worden door en met passende publiek-private financiering voor de ROM’s, in samenhang met de activiteiten van KVK en RVO. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA) Verzoekt de regering een concrete strategie te ontwikkelen om de uitrol van mestvergisting te ondersteunen en versnellen en te onderzoeken hoe mestvergisting optimaal kan bijdragen aan het realiseren van ten minste 2 bcm groengasproductie. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Dassen, L.A.J.M. (Volt) Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het versneld instellen van ambitieuze Europese wetgeving voor een minimumhoeveelheid recyclaat in plastics en daarbij met gelijkgestemde lidstaten op te trekken, waarbij Nederland een voortrekkersrol inneemt zodat investeringen in recyclaat versneld op gang kunnen komen. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief over circulair plastic (Kamerstuk 32 852, nr. 230).
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering in de Klimaatnota te rapporteren over de afbouw van de productie en het gebruik van gas, olie en kolen. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Jong, R.H. de (D66)
Verzoekt de regering om snel duidelijkheid te verschaffen over de toegankelijkheid van de BMKB-Groenregeling voor kleine ondernemers met behoefte aan betaalbare relatief kleine investeringskredieten;
verzoekt de regering om, als deze regeling kleine ondernemers onvoldoende bereikt, in het eerste kwartaal van 2023 naar aanvullend instru_mentarium te kijken, bijvoorbeeld binnen de bestaande middelen, naar een mkb-duurzaamheidslening of naar een verbreding van de regeling.
29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering zich maximaal in te spannen om de besluitvorming over de dekking ten behoeve van de realisatie van Pallas komend voorjaar af te ronden. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Beantwoording door VWS
Erkens, S.P.A. (VVD)
Eerdmans, B.J. (JA21) Verzoekt het kabinet om in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Expertise Centrum Warmte om te kijken hoe gemeenten gestimuleerd kunnen worden om mkb-bedrijven (zeker de mkb-bedrijven die energie-intensief zijn) beter te faciliteren in de vergunningverlening bij het omschakelen naar groene waterstof. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering in het aangekondigde pakket aanvullende maatregelen komend voorjaar de omslag naar in Nederland geteelde biogrondstoffen in de bouw te versnellen en daartoe een voorstel uit te werken uitgaande van subsidiëring uit het klimaatfonds en normering, bijvoorbeeld door aanpassing van het Bouwbesluit en de daarin vastgelegde bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen ten faveure van biobased bouwen. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
Graus, D.J.G. (PVV) Verzoekt de regering om mkb-ondersteuningsprogramma’s ter verbetering van, het bieden van hulp voor, digitalisering en financiering. 29-11-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Financiering en digitalisering mkb d.d. 06-04-2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 561)
Rahimi, H. (VVD)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering om spoedig met de sectoren in gesprek te gaan om gezamenlijk de TEK-regeling te verbeteren. 15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Afgedaan met Kamerbrief Stand van zaken Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) d.d. 09-02-2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 531)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om bij het prijsplafond vanaf 1 januari voor de compensatie van de leveranciers te voorzien in een regeling waarbij achteraf via een margetoets geborgd wordt dat leveranciers niet worden overgecompenseerd;
verzoekt de regering om deze marge lager in te stellen dan de marges die de afgelopen jaren behaald zijn.
15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Afgedaan met Kamerbrief Regeling prijsplafond voor energie voor kleinverbruikers 2023 d.d. 12-12-2022 (Kamerstuk 36 200, nr. 175)
Grinwis, P.A. (CU)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Verzoekt de regering alles op alles te zetten om de TEK op 1 januari 2023 te laten ingaan door gebruik te maken van historische en/of modelmatige verbruiks- en prijsgegevens, en de Kamer hier uiterlijk 1 december over te informeren. 15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Afgedaan met Kamerbrief Stand van zaken Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) d.d. 09-02-2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 531)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Verzoekt de regering zo snel mogelijk en bij voorkeur voor 1 januari 2023, gecoördineerd door de Belastingdienst en met betrokkenheid van onder meer gemeenten en woningcorporaties, een werkbare database in te richten waaruit is af te leiden bij welke woningen een blokaansluiting is, zodat vanaf januari deze huishoudens rechtstreeks tegemoetgekomen kunnen worden, hetzij door een plafond, hetzij door een vast bedrag per huishouden. 15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Afgedaan met Kamerbrief Regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting d.d. 31-03-2023 (Kamerstuk 29 023, nr. 415)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering te onderzoeken of er een fonds beschikbaar kan worden gemaakt waarmee het kleinbedrijf middels een duurzaamheidslening van maximaal € 50.000 en tegen een lage rente een overbruggingsfinanciering of een investeringskrediet via Qredits kan aanvragen. 15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Onderhanden
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering, óók huishoudens met blokverwarming te compenseren – het zij door hen onder het prijsplafond te laten vallen, het zij door het uitkeren van bijvoorbeeld een vast bedrag ter grootte van de verwachte gemiddelde compensatie onder het prijsplafond. 15-11-2022 Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie Afgedaan met Kamerbrief toelichting op de regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (Kamerstuk 29 023 nr. 415).
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering te onderzoeken of het proportionaliteitsbeginsel in relatie tot (automatische) inbreukverboden uit de Europese handhavingsrichtlijn voldoende vertaald is in het Nederlandse octrooirecht en, zo nee, te onderzoeken hoe dit beginsel beter verankerd kan worden en dit onderzoek te laten uitvoeren door een gezaghebbende onafhankelijke partij. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering om ondernemers te ondersteunen bij de bescherming van intellectueel eigendom. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10) Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de regeldruk vanuit de Europese Unie teruggedrongen kan worden. 29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt het kabinet de BOR zodanig te wijzigen dat de bedrijfsopvolging duidelijker en eenvoudiger wordt 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10) Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering in gesprek te gaan met verhuurders en een moreel beroep op hen te doen om tot gezamenlijke richtlijnen te komen om maatwerk te bieden aan degenen die toch in de knel dreigen te komen. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10) Onderhanden
Graaf, M. de (PVV) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe prijstransparantie kan worden bewerkstelligd, zodat de logistieke kosten van een bestelling altijd zichtbaar zijn voor de consument, en te onderzoeken of het overnemen van retourkosten door bedrijven onmogelijk kan worden gemaakt, en de Kamer hierover in het eerste kwartaal 2023 te informeren 6-12-2022 Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief Reactie op de gewijzigde motie van het lid Van der Graaf c.s. over onderzoeken van prijstransparantie om de logistieke kosten van een bestelling altijd zichtbaar te laten zijn voor de consument (Kamerstuk 36200-XIII, nr. 111), en met het Actieplan over het reguleren van de pakketmarkt en een toezegging over arbeidsvoorwaarden in de pakketmarkt (Kamerstuk 29 502, nr. 185)
Stoffer, C. (SGP)
Kathmann, B.C. (PvdA)
Thijssen, J. (PvdA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de regeldruk vanuit de Europese Unie teruggedrongen kan worden. 5-12-2022 [24-11-2022] Begroting Buitenlandse Zaken 2023 Afgedaan met voortgangsrapportage Regeldruk (18-08-23), Kamerstuknummer nog niet beschikbaar
Boutkan, E. (Volt)
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt het kabinet om een plan van aanpak te ontwikkelen om de daadwerkelijke emissies van industriële bedrijven in beeld te krijgen, en daar de Kamer voor de zomer over te informeren. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Overgedragen aan I&W
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering bestaande en mogelijke nieuwe financiële instrumenten om investeringen in robotisering en digitalisering te versnellen te onderzoeken. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering de meerwaarde te onderzoeken van een regionaal vestigingsfonds, waarmee geïnvesteerd kan worden in inbreiding, verplaatsing, clustering van (maak)bedrijven, in samenwerking met provincies en gemeenten, als dat nuttig en noodzakelijk is. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Jong, R.H. de (D66) Verzoekt de regering om in de visie op durfkapitaal op te nemen wat er nodig is om benodigde investeringen in start-ups en tech op peil te houden. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Afgedaan met Kamerbrief Mkb-financiering: knelpunten en acties  - d.d. 15-07-2022 (Kamerstuk 32 637 nr. 567)
Strien, P.J.T. van (VVD) Verzoekt de regering om de mogelijkheden voor experimenteerruimte beter te benutten en meer onder de aandacht te brengen, en te onderzoeken waar meer ruimte in regelgeving voor maatschappelijk relevante innovaties nodig is, zodat vergunningen eerder kunnen worden verleend, bijvoorbeeld via een experimenteerwet. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om een visie op te stellen op de economie van de toekomst, met daarin in ieder geval de randvoorwaarden voor het groene verdienvermogen van Nederland en onze strategische autonomie binnen de daarvoor beschikbare ruimte (fysiek en milieu), de kansen voor bedrijven (groot en klein) die vooroplopen in de transitie en een risicoanalyse van een achterblijvende transitie voor het Nederlandse vestigingsklimaat, en deze zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk aankomend najaar met de Kamer te delen. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Jong, R.H. de (D66)
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt het kabinet haast te maken met het verzwaren van het energienet, zodat deze ondernemers snel kunnen verduurzamen en niet worden benadeeld door afschaffing van de vrijstelling. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering bij noodgedwongen extra uitgaven de begrotingsregels te hanteren en niet in de eerste plaats de lastendruk voor het bedrijfsleven te verhogen. 21-2-2023 Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
Strien, P.J.T. van (VVD)
Bisschop, R. (SGP)
Boswijk MA, ing. D.G. (CDA)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Grinwis, P.A. (CU)
Verzoekt de regering bij de piekbelastersaanpak bij industriële bedrijven een ambitieuze bijdrage te formuleren aan het algehele doel van de aanpak piekbelasters van 100 mol per hectare per jaar; verzoekt de regering in de maatwerkaanpak voor de industrie nadrukke-lijker te sturen op de reductie van stikstof (NOx, én, waar relevant, NH3) in aanvulling op het klimaatdoel, en de Kamer te informeren over voortgang en resultaten. 7-3-2023 Parlementaire agenda [23-02-2023] - Debat NPLG / Stikstof Onderhanden
Rajkowski, Q.M. (VVD) Verzoekt de regering om tot een integrale visie te komen over de inzet, het potentieel én de risico’s van nieuwe AI-producten, zoals generatieve AI. 4-4-2023 Parlementaire agenda [28-03-2023] - TMD Kunstmatige intelligentie Onderhanden
Dekker-Abdulaziz, H. (D66)
Rajkowski, Q.M. (VVD) Verzoekt het kabinet te inventariseren welke negatieve gevolgen en uitwassen het gebruik van kunstmatige intelligentie met zich mee kan brengen voor de Nederlandse samenleving;
verzoekt het kabinet met organisaties in gesprek te gaan over hoe zij, vooruitlopend op de AI-verordening, verantwoordelijkheid nemen om de risico’s van AI voor de samenleving te verkleinen, en de Kamer hierover uiterlijk in de zomer van 2023 te informeren.
4-4-2023 Parlementaire agenda [28-03-2023] - TMD Kunstmatige intelligentie Onderhanden
Dekker-Abdulaziz, H. (D66)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering het ontwikkelen en trainen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te stimuleren en hierover, samen met de bewindspersonen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met concrete voorstellen te komen. 06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering bij de uitvoering van het Actieplan Groene en Digitale Banen te kiezen voor een regionale aanpak en de regio’s die met hun partners klaarstaan, zo snel mogelijk te faciliteren om aan de slag te gaan en belemmeringen weg te nemen. 27-06-2023 Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5) Onderhanden
Brink, G. van den (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering verschillende opties voor het opzetten van een landelijke wervingscampagne voor de groene en digitale sector uit te werken en daarbij de benodigde middelen, financieringsmogelijkheden en verwachte effecten in kaart te brengen. 27-06-2023 Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5) Onderhanden
Boutkan, E. (Volt)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering samen met het maatschappelijk middenveld in kaart te brengen op welke manier de aansluiting op Europese fondsen en financiële en niet-financiële programma’s ter versterking van de personele instroom richting de groene en digitale sector verbeterd kan worden, en hiervoor concrete beleidsopties aan te dragen. 27-06-2023 Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5) Onderhanden
Boutkan, E. (Volt)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om vanuit de departementen EZK en OCW een gezamenlijke inspanning te leveren om het model van het Franse Grande École du Numérique – waar nodig met behulp van middelen uit het Nationaal Groeifonds – ook in Nederland te implementeren ten behoeve van de opschaling van CODAM en vergelijkbare innovatieve opleiders in bijvoorbeeld Rotterdam en de regio Zuid-Oost Nederland. 27-06-2023 Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5) Onderhanden
Brink, G. van den (CDA)
Atsma, J.J. (CDA)
Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)
Meijer, H.J. (VVD)
Verzoekt de regering om het wetsontwerp 35734 Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud aan te passen in de lijn van het amendement-Ellian. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Debat Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud Overgedragen aan J&V
Oomen-Ruijten, M.G.H.C. (CDA)
Kennedy-Doornbos, drs. S.J. (CU)
Verzoekt de regering de economische situatie van kleine ondernemers te beoordelen en te verkennen welke mogelijkheden tot lastenverlaging er zijn en daarbij de mogelijke ruimte die de UWV-fondsen bieden te onderzoeken. 14-2-2023 [07-02-2023] Initiatiefvoorstel-Kathmann en Maatoug Wet invoering minimumuurloon Afgedaan door FIN
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om een kopgroep te vormen in Europees verband en zich in te zetten om het «Fit for 55»-pakket voortvarend op te pakken en te waarborgen dat alle maatregelen ten minste optellen tot 55% broeikasgas-emissiereductie in 2030, en de Tweede Kamer over de voortgang regelmatig te informeren. 20-1-2022 Parlementaire agenda [20-01-2022] - TMD Informele Energieraad Afgedaan met uitgaande brief [24-01-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, (Kamerstuk 22 112, nr. 3258)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe we geïntegreerde waterstof-productie via wind op zee versneld kunnen uitvoeren en te onderzoeken hoe restricties in de markt, zoals rondom vergunningen, weggenomen kunnen worden met als doel waterstof ook financieel te ondersteunen. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om te zorgen voor een meer natuurinclusieve SDE++. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerbrief Openstelling SDE++ 2023 d.d. 17-02-2023 (Kamerstuk 31 239 nr. 374)
Wassenberg, F.P. (PvdD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een quickscan te doen welke projecten van energiecoöperaties die in 2019 en 2020 een SDE++-subsidie ontvingen, ook daadwerkelijk gerealiseerd konden worden, en wat hierin de obstakels zijn; verzoekt de regering te analyseren of energiecoöperaties en burgerinitia-tieven in de huidige SDE++-systematiek nadelen ondervinden en te bezien welke oplossingen hiervoor mogelijk zijn, zodat hiermee in de toekomst rekening gehouden kan worden in de ondersteuning van energiecoöperaties en burgerinitiatieven. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerbrief Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023 d.d. 21-11-2022 (Kamerstuk 31 239, nr. 367)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering het advies van PBL op dit punt in zijn geheel over te nemen en een levensduur van 30 jaar te hanteren bij geothermieprojecten. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering met het oog op toekomstige SDE-rondes te onderzoeken op welke wijze inprijzing van systeemkosten in de SDE++-systematiek het beste een plaats kan krijgen. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3) Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022 d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 31 239, nr. 377)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering over deze plannen met Nogepa in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat de gasproductie zo snel mogelijk wordt opgeschroefd. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat deze vergunningprocedures substantieel worden verkort en tot die tijd bestaande termijnen niet worden overschreden. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om samen met de sector een ambitieus doel voor 2025 op te stellen voor gaswinning op de Noordzee. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering in te zetten op versnelling van lopende en in de toekomst startende procedures voor de winning van aardgas uit kleine velden op land en daarvoor met een plan te komen. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om naast het afbouwen van de afhankelijkheid van Russisch gas, ook de invloed van Rusland op cruciale infrastructuur zo snel mogelijk af te bouwen. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om een importverbod op houtige biomassa uit Rusland. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering zich kritisch op te stellen omtrent het voorstel ETS-BRT in de verdere onderhandelingen over het «Fit for 55»-pakket in Brussel. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Afgedaan met Kamerbrief Stand van zaken Fit for 55-pakket d.d. 08-07-2022 (Kamerstuk 22 112, nr. 3461)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Bontenbal, H. (CDA) Verzoekt de regering in Europa stevig te pleiten voor een andere doelstelling die meer flexibiliteit biedt. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich in te spannen om eerder dan nu gepland is de gratis rechten van de luchtvaartsector uit de markt te halen. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Groot, P.C. de (VVD) Verzoekt de regering zich in de onderhandelingen over de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III) in te zetten voor het blijven koppelen van het energielabel aan het primair fossiel energieverbruik en niet akkoord te gaan met het Commissievoorstel alvorens de Kamer hierover is geïnformeerd. 10-5-2022 Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Fit-for-55-pakket (CD 7/4) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Dijck, A.P.C. van (PVV) Verzoekt de regering in gesprek te gaan met organisaties van energieleveranciers op welke manier coulanter kan worden omgegaan met energieschulden. 5-4-2022 [30-03-2022] Debat over de ontwikkeling van de koopkracht en de stijgende energie Afgedaan met Kamerbrief van 4 oktober 2022, Kamerstuk 36 200, nr. 77
Nijboer, H. (PvdA)
Azarkan, F. (DENK)
Raan, L. van (PvdD)
Stoffer, C. (SGP)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Haan, N.L. den (50PLUS)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Simons, S.H. (BIJ1)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering de totale financiële impact van het «Fit for 55»-pakket voor de Nederlandse huishoudens, bedrijven en overheid inzichtelijk te maken, daarbij aan te geven voor welke doeleinden deze middelen ingezet worden, en welke alternatieve inzet mogelijk is om op een kosteneffectieve manier tot 55% te komen. 2-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om een uitvoerbaarheidstoets uit te voeren voor het gehele «Fit for 55»-pakket en daarbij zowel de voornaamste zorgen per voorstel inzichtelijk te maken, alsook additioneel flankerend beleid in kaart te brengen dat nodig kan zijn om tot een goed uitvoerbaar pakket te komen. 2-11-2011 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken welke mogelijkheden Nederland met andere lidstaten heeft om gezamenlijke projecten die tot CO2-reductie leiden, onder andere maar niet uitsluitend op het gebied van hernieuwbare energie, te starten om de «Fit for 55»-doelen te behalen, en de Kamer over deze uitkomsten te informeren. 2-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering om in samenspraak met de planbureaus en het CBS bij beleid en jaarlijkse analyses in het kader van de klimaat- en energietransitie de maatschappelijke en economische effecten voor regio’s inzichtelijk te maken, zodat beleid gevoerd kan worden op het voorkomen van ongewenste ongelijkheden. 2-11-2021 Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering bij het herijken van de energieprijzen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer later dit jaar meer aan te sluiten bij de werkelijke energieprijzen waarmee de terugverdientijd wordt vastgesteld, en deze periodiek te herijken. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt het kabinet van bedrijven die steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden. 7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering verder uit te werken welke rol negatieve emissies kunnen spelen bij het bereiken van de klimaatdoelstellingen op de lange termijn en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan:
– de toegevoegde waarde van een langetermijndoel voor negatieve emissies;
– definities van negatieve emissies en meet-, rapportage- en verificatiemethoden;
– opties voor het stimuleren van negatieve-emissietechnologieën (binnen en buiten het EU ETS);
– erkenning van emissies binnen het EU ETS.
7-6-2022 Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering om alleen in te stemmen met een nieuw voorstel voor de EU-taxonomie indien kernenergie hierin wordt meegenomen. 22-6-2022 Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Energieraad Afgedaan met Kamerbrief Brief aan de Europese Commissie inzake het besluit om geen bezwaar te maken tegen het voorstel om aardgas en kernenergie op te nemen in de taxonomie d.d. 19-05-2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 929)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om voorafgaand aan de COP27 vast te stellen welke klimaatdoelen voor Nederland en de EU in lijn zijn met 1,5 graden opwarming. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om dit jaar een ontzorgingsprogramma met daarbij één loket voor alle verduurzamingsinstrumenten uit te werken voor het kleine mkb; verzoekt de regering om het kleine mkb nog dit jaar toegang te geven tot het warmtefonds. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt) Verzoekt de regering om aan deze maatwerkafspraken per direct ook energiebesparingsafspraken toe te voegen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4) Afgedaan met Kamerbrief Resultaat Addendum MEE (9 PJ) energiebesparing d.d. 14-11-2022 (Kamerstuk 30 196, nr. 803)
Kops, A. (PVV) Verzoekt het kabinet het advies van de Mijnraad te volgen en de gasopslagen maximaal te vullen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de gewenste vulgraad van Bergermeer te verhogen naar 90% en om het beleid aan te scherpen om dit mogelijk te maken, onder andere door de inzet van EBN. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden te onderzoeken om Gazprom uit het Nederlandse energiesysteem te weren en hierbij de randen op te zoeken van wat juridisch mogelijk is. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering met een concreet noodpakket energiebesparing te komen bij de Miljoenennota. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerbrief Stand van zaken energiebesparingsbeleid bedrijven en instellingen d.d. 29-11-2022 (Kamerstuk 30 196, nr. 805)
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering te bezien wat nodig is om te voorkomen dat onnodig extra aardgas wordt verbrand en de warmtetransitie in de glastuinbouw stokt door bijvoorbeeld een tijdelijke correctieregeling duurzame warmte in het leven te roepen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Afgedaan met Kamerbrief Beantwoording Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022 d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 31 239, nr. 377)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een noodpakket voor te bereiden om lage- en middeninkomensgroepen te beschermen tegen grote prijsstijgingen van gas, hetzij door vermindering van de vraag naar gas, hetzij door koopkrachtmaatregelen te nemen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering in Europa het voortouw te nemen in een Europees gecoördineerde aanpak bij een ernstig gastekort en daarbij nationale doorvoerbeperkingen te minimaliseren. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering opties uit te werken hoe het aandeel van Gazprom in Bergermeer kan worden verminderd, rekening houdend met de financiële en juridische gevolgen; verzoekt de regering te onderzoeken hoe de betrokkenheid en zeggenschap van de rijksoverheid van de Nederlandse gasopslagen kan worden vergroot. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid Onderhanden
Raan, L. van (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich er in EU-verband voor in te spannen dat dit energiebesparingsdoel bindend wordt en nieuwe afspraken te maken over vraagreductie in de elektriciteitssector. 8-9-2022 Parlementaire agenda [07-09-2022] - Tweeminutendebat Informele Energieraad d.d. 9 september 2022 Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich in EU-verband in te spannen voor een prijsplafond op Russisch gas. 8-9-2022 Parlementaire agenda [07-09-2022] - Tweeminutendebat Informele Energieraad d.d. 9 september 2022 Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering zich ervoor in te spannen dat de opbrengsten van een eventuele windfall tax worden aangewend voor compensatie van huishoudens. 8-9-2022 Parlementaire agenda [07-09-2022] - Tweeminutendebat Informele Energieraad d.d. 9 september 2022 Afgedaan met Kamerbrief Beantwoording vragen over tijdelijk prijsplafond d.d. 07-11-2022 (Kamerstuk 36 200, nr. 162)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te pleiten voor een opschorting van speculatie op de energiemarkt en tijdelijke limieten op het doorverkopen van producten en het aantal intermediairs, in het geval van excessieve prijsfluctuaties. 8-9-2022 Parlementaire agenda [07-09-2022] - Tweeminutendebat Informele Energieraad d.d. 9 september 2022 Afgedaan met Kamerbrief verslag Energieraad van 9 september 2022, Kamerstuk 21 501-33, nr. 966
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering zich in te zetten voor het vervroegd openstellen van de volgende tranche in het kader van verduurzaming maatschappelijk vastgoed. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252) Afgedaan tijdens Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving, 23 maart 2023, Kamerstuk 32 813, nr. 1211
Bontenbal, H. (CDA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering te bezien hoe een huishouden via een eindejaarsverrekening bij in ieder geval één energieleverancier alsnog gebruik kan maken van het volledige prijsplafond en de volumes daaronder; verzoekt de regering tevens de Kamer hierover uiterlijk in maart 2023 te informeren. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering er bij de energieleveranciers op aan te dringen dat huishoudens hun voorschotbedrag kunnen verlagen overeenkomstig de verwachte energiebesparing en de lagere prijzen onder het prijsplafond. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252) Afgedaan met Kamerbrief voortgangsrapportage prijsplafond Q1, 4 april 2023, Kamerstuk 36 200 nr. 179
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te onderzoeken of de overheid een noodleverancier voor energie kan oprichten, en op welke manier hier invulling aan te geven is. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252) Afgedaan met Kamerbrief Energiewet d.d. 12-06-2023 (Kamerstuk 2023Z10576)
Lee, T.M.T. van der (GL)
Lee, T.M.T. van der (GL) Verzoekt de regering de ACM te vragen om de redelijkheid van de tarieven per leverancier versterkt te toetsen. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering erop in te zetten om de grootschalige uitrol van geothermie te versnellen. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Elektriciteitsnet, Energie-infrastructuur en RES (CD 28/9) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat de hele industrie gewezen wordt op de mogelijkheid, noodzakelijkheid en aantrekkelijkheid van flexibel gebruik van het elektriciteitsnet. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Elektriciteitsnet, Energie-infrastructuur en RES (CD 28/9) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering, nu steeds meer bestaande, hernieuwbare energieprojecten over de huidige maximale realisatietermijn in de SDE++ dreigen heen te gaan, een uiterste inspanning te verrichten voor de realisatie van deze beschikte projecten door deze één of twee jaar extra realisatietijd te geven, zonder dit ten koste te laten gaan van de totale exploitatieduur. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Elektriciteitsnet, Energie-infrastructuur en RES (CD 28/9) Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022 d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 31 239, nr. 377)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om kernenergie toe te voegen aan de topsector Energie voorafgaand aan 1 april 2023. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Onderhanden
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om verkenningen toe te staan binnen de RES-regio’s over de rol van (kleine) kerncentrales in de regionale energiesystemen van na 2030; verzoekt de regering om binnen het Nationaal Programma RES proactief relevante kennis en ervaring op het gebied van kernenergie te delen. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Afgedaan met Beantwoording Kamervragen  van de leden Erkens en Bontenbal over het artikel «Provincie Limburg zet nieuwe stap in grootschalig onderzoek naar kernenergie» d.d., kenmerk 2023Z05487
Bontenbal, H. (CDA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de kerncentrale in Borssele langer open kan blijven. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Afgedaan met Kamerbrief over kernenergie d.d. 09-12-2022 (Kamerstuk 32 645, nr. 116)
Smolders, H.A.J. (Groep Van Haga)
Bontenbal, H. (CDA) Verzoekt de regering een inventarisatie te doen bij de vijf industrieclusters en de grote bedrijven daarin over hun visie op de rol van de SMR’s en hun plannen daarmee. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering in overleg met de gemeente Borsele en de provincie Zeeland en in samenspraak met omwonenden en relevante organisaties en bedrijven te komen tot:
- een zorgvuldige landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de centrales en bijbehorende energie-infrastructuur;
- passend flankerend beleid, waarbij er proportioneel in Zeeland wordt geïnvesteerd;
- uitbreiding van het kenniscluster rondom nucleaire energieopwekking in Borssele en omgeving;
verzoekt de regering deze afspraken goed te borgen, zodat gemeente, provincie en omwonenden ook in de verdere toekomst kunnen rekenen op uitvoering van wat afgesproken wordt.
22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat alle lng-terminals een tijdelijke oplossing zijn en tevens vast te leggen dat alle terminals die gedurende langere termijn dreigen te worden gebruikt ook waterstofready zijn. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid (CD 15/9) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat er per 1 maart 2023 weer vaste contracten worden aangeboden aan consumenten. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid (CD 15/9) Afgedaan met brief aan Tweede Kamer vaste energiecontracten in de consumentenmarkt Kamerstuk 29 023, nr. 359; en met brief aan Eerste Kamer over voortgang vaste energiecontracten in de consumentenmarkt (Kamerstuk 29 023 nr. Y).
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om in het eerste kwartaal van 2023 in te zetten op langetermijncontracten met betrouwbare partners, en de Kamer hierover te informeren voor het einde van het eerste kwartaal; verzoekt de regering om zich daarbij in het bijzonder te richten op langetermijncontracten met Noorwegen. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid (CD 15/9) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om in navolging van Duitsland en Frankrijk een robuust additioneel pakket energiebesparende maatregelen uit te werken en de Kamer hierover begin 2023 te informeren. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid (CD 15/9) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering dit via een alternatieve weg al eerder mogelijk te maken. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Wijziging Activiteitenbesluit milieubeheer en Besluit omgevingsrecht in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht (33 118, nr. 242) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kathmann, B.C. (PvdA) Verzoekt de regering om met een integraal plan te komen voor duurzame digitalisering. 22-11-2022 Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering binnen EU-verband in te zetten op een verhoging van de Europese inzet richting COP27. 18-10-2022 Parlementaire agenda [13-10-2022] - Debat Klimaattop in Sharm-el-Sheikh Afgedaan met Kamerbrief Kabinetsstandpunt initiatief Vanuatu VN-resolutie adviesaanvraag klimaat aan het Internationaal Gerechtshof d.d. 03-04-2023 (Kamerstuk 31 793, nr. 239)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Simons, S.H. (BIJ1)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om tijdens de COP bilaterale win-winafspraken te maken die de strategische autonomie van Nederland op energiegebied vergroten alsook de partnerlanden helpen met duurzame economische ontwikkeling. 18-10-2022 Parlementaire agenda [13-10-2022] - Debat Klimaattop in Sharm-el-Sheikh Afgedaan met Kamerbrief Uitkomsten COP27 d.d. 23-12-2022 (Kamerstuk 31 793, nr. 234)
Bontenbal, H. (CDA)
Dassen, L.A.J.M. (Volt) Verzoekt de regering alle contacten van de ministers op de COP27 te registreren en publiekelijk bekend te maken. 18-10-2022 Parlementaire agenda [13-10-2022] - Debat Klimaattop in Sharm-el-Sheikh Afgedaan met Kamerbrief Uitkomsten COP27 d.d. 23-12-2022 (Kamerstuk 31 793, nr. 234)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om bij gastheer Egypte aan te dringen om ngo’s en klimaatdemonstranten toegang te verschaffen tot de COP27. 18-10-2022 Parlementaire agenda [13-10-2022] - Debat Klimaattop in Sharm-el-Sheikh Afgedaan met Kamerbrief Kabinetsstandpunt initiatief Vanuatu VN-resolutie adviesaanvraag klimaat aan het Internationaal Gerechtshof d.d. 03-04-2023 (Kamerstuk 31 793, nr. 239)
Boucke, R.M. (D66)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering onderzoek te doen naar de technische mogelijkheden en de risico’s van opslag van waterstof in tanks en oude gasvelden. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan met Kamerbrief aanbieding Routekaart energieopslag d.d. 7 juni 2023 (Kamerstuk 29 023, nr. 430)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering om primair in te zetten op de productie van groene waterstof. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan per brief van 23 juni 2023, Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om het ambitieniveau voor de nationale productie van waterstof te verhogen naar een streefdoel van 8 gigawatt in 2032 en zoveel als mogelijk hiervan al te realiseren tot en met 2030. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan per brief van 23 juni 2023, Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
Boucke, R.M. (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering voor de uitrol van elektrolyse een programmatische aanpak op te stellen, bijvoorbeeld naar gelijkenis van de aanpak voor wind op zee, gebruikmakend van een tendersystematiek inclusief jaarlijkse kostendalingen;
verzoekt de regering daarbij locaties aan te wijzen voor grootschalige elektrolyse in samenwerking met netbeheerders en provincies.
22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan per brief van 23 juni 2023, Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt) Verzoekt de regering om in Europa te pleiten voor een Europese strategie om de inkoopkracht te bundelen en zo gezamenlijk een betere onderhandelingspositie te creëren voor het inkopen van groene waterstof. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 431
Bontenbal, H. (CDA) Verzoekt de regering de regulering van de nieuwe waterstoftransportinfrastructuur op orde te brengen door daarin de gereguleerde derdentoegang en de consultatie van representatieve organisaties te verankeren. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12) Afgedaan per brief van 23 juni 2023, Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om een inventaris te maken van klimaatmaatregelen waarvan huishoudens met een laag of normaal inkomen het meest profiteren en van maatregelen waarbij de zwaarste lasten worden gedragen door de sterkste schouders en de grootste vervuilers; verzoekt de regering om deze overzichten op te nemen in het ibo. 14-2-2023 Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering alvorens een wetsvoorstel in te dienen om het streefdoel voor CO2-reductie in 2030 bindend te maken eerst vast te stellen wat de doelstelling voor 2030 betekent voor het beleid en of het bijbehorende maatregelenpakket sociaal-maatschappelijk aanvaardbaar en systeemtechnisch haalbaar is met behoud van een betrouwbare energievoorziening. 14-2-2023 Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek Onderhanden
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering te verkennen in hoeverre voor belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van artikel 3:305a BW nadere vereisten met het oog op de representativiteit gesteld moeten worden. 14-2-2023 Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek Onderhanden
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering een plan op te stellen om de komende jaren de afhankelijkheid van Rusland op energiegebied af te bouwen; verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren waarbij we de afhankelijkheid van onvrije landen op energiegebied inzichtelijk maken; verzoekt de regering jaarlijks te rapporteren over deze afhankelijkheden, waaronder specifiek de gasimport van Rusland. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief voorzienings- en leveringszekerheid energie over afbouw import Russisch gas (Kamerstuk 29 023 nr. 312)
Stoffer, C. (SGP)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de mogelijkheden voor een nationaal energiebesparingsplan in kaart te brengen. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Teunissen, Ch. (PvdD)
Thijssen, J. (PvdA)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering om dit voorjaar afspraken te maken met gemeenten, provincies en RES-regio’s over de te hanteren uitgangspunten voor de plaatsing van nieuwe windmolens, waaronder strenge minimumafstandsnormen, in afwachting van de nieuwe landelijke windturbinenormen; verzoekt de regering om te bezien of we hiervoor het Deense model tijdelijk kunnen toepassen. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief Hernieuwbare energie op land en regionale energiestrategieën d.d. 06-07-2022 (Kamerstuk 32 813, nr. 1085) en Kamerbrief Onderzoeksrapport afstandsnormen voor windturbines d.d. 21-04-2022 (Kamerstuk 33 612, nr. 80)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Azarkan, F. (DENK) Spreekt uit dat het klimaatbeleid voor burgers haalbaar en betaalbaar zal moeten zijn. 8-3-2023 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Hoeft niet afgedaan te worden, is ‘spreekt uit’ motie
Azarkan, F. (DENK) Verzoekt de regering best practices en knelpunten in beeld te brengen bij deze lokale initiatieven, en deze vervolgens te delen met de decentrale overheden, met als doel de energietransitie te versterken en te verbeteren. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om bij de uit te werken voorstellen bij de voorjaarsbesluitvorming ook de gevolgen van de stijgende energierekening voor kwetsbare lage en middeninkomens mee te nemen. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Voorjaarsnota 2022 d.d. 20-05-2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering bij de uitwerking van de klimaat- en energieparagraaf uit het coalitieakkoord in het aangekondigde beleidsprogramma energie-onafhankelijkheid van onvrije landen prioriteit te geven en in te zetten op een zo snel mogelijke afbouw van die allesbehalve duurzame afhankelijkheid. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief over voorzienings- en leveringszekerheid energie over afbouw import Russisch gas d.d. (Kamerstuk 29 023 nr. 312 )
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering de komende maanden bij het voorbereiden van het aanvullende pakket klimaat- en energiemaatregelen te analyseren of de maatvoering en implementatie van de reeds afgesproken maatregelen daadwerkelijk zullen leiden tot de beoogde broeikasgasreductie per maatregel en daarbij, als de analyse daar aanleiding toe geeft, aan te geven wat nodig is om de beoogde resultaten alsnog te boeken. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief Voorjaarsbesluitvorming Klimaat d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230)
Boucke, R.M. (D66)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om te onderzoeken wat de rol kan zijn van een groene bijmengverplichting voor goederen die onder CBAM vallen en de chemische basisindustrie, inclusief een opbouwpad; verzoekt de regering in Europees verband gesprekken op te starten over hoe een bijmengverplichting Europees kan worden uitgerold; verzoekt de regering bilateraal met België en Duitsland te onderzoeken of eerder een vrijwillige bijmengverplichting voor de bovengenoemde sectoren vormgegeven kan worden. 8-3-2022 Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om al bij de presentatie van deze plannen met een doorrekening te komen waaruit blijkt dat de klimaatdoelen uit het coalitieakkoord worden gehaald. 6-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - Debat ‘Klimaat en Energieverkenning (KEV) + Klimaatnota’ Afgedaan met Kamerbrief Voorjaarsbesluitvorming Klimaat d.d. 26-04-2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om door een externe onafhankelijke partij een indicatieve inschatting te laten maken van de potentiële emissiereductie van de zojuist genoemde zaken; verzoekt de regering om de Kamer de resultaten van dit onderzoek te doen toekomen tegelijkertijd met het uitkomen van het ibo. 6-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - Debat ‘Klimaat en Energieverkenning (KEV) + Klimaatnota’ Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering in de volgende Klimaat- en Energieverkenning ook de CO2-reductie van maatregelen in het kader van de transitie naar de circulaire economie expliciet in kaart te brengen. 6-12-2022 Parlementaire agenda [30-11-2022] - Debat ‘Klimaat en Energieverkenning (KEV) + Klimaatnota’ Onderhanden
Teunissen, Ch. (PvdD)
Boucke, R.M. (D66)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Grinwis, P.A. (CU)
Thijssen, J. (PvdA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Bontenbal, H. (CDA)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de subsidies niet terechtkomen bij partijen die sjoemelen met duurzaamheidscertificering. 15-12-2022 Parlementaire agenda [14-12-2022] - Tweeminutendebat Energieraad (formeel) d.d. 19 december 2022 Onderhanden
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering te onderzoeken wat variabele beprijzing bijdraagt aan het dempen van de pieken op het stroomnet, en de Kamer hierover te informeren. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe bestaand en mogelijk nieuw beleid beter kan stimuleren dat er meer zonnepanelen in Nederland en Europa worden geproduceerd; verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren uiterlijk 1 september 2023. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering inzichtelijk te maken welke (juridische) knelpunten zich voordoen op het gebied van thuis- en buurtopslag en beleidsvoorstellen te doen om deze knelpunten weg te nemen zodat de markt voor opslag beter van de grond kan komen; verzoekt de regering hierbij expliciet te kijken welke stappen er nog nodig zijn op het vlak van veiligheid, innovatie, recycling, ruimtelijke inpassing en opschaling van de productie- en installatiecapaciteit; verzoekt de regering hierbij ook de financiële implicaties weer te geven, en hierover de Kamer te informeren uiterlijk september 2023. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering dit gesprek zo snel mogelijk aan te gaan en de uitkomsten bij het uitwerken van het aangekondigde aanvullend pakket klimaatmaatregelen te betrekken en, waar nodig, met maatregelen te komen die de ambities van deze sector op zon-op-dak voldoende ondersteunen en de achterstand van de huur- op de koopsector verkleinen. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering te onderzoeken wat de invloed is geweest van zonnestroom op de algemene consumentenprijs en welk voordeel de energieleveranciers hebben bij het doorverkopen van (goedkope) zonnestroom. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt het kabinet een feitelijke onderbouwing te maken van de verwachte dalende prijzen voor zonnepanelen, en de Kamer hier op zo kort mogelijke termijn over te informeren. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe ze netbeheerders kunnen ondersteunen op het gebied van netcapaciteit en het netbeheerders mogelijk te maken om tijdig te kunnen voorsorteren op toekomstige capaciteitsbehoeftes. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt de regering het voor huishoudens beter inzichtelijk te maken hoe met zon op dak opgewekte energie meer ingezet kan worden voor het eigen verbruik en te onderzoeken hoe eigen verbruik van zonnestroom beter kan worden gestimuleerd. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat elk jaar in aanloop naar het Belastingplan onafhankelijk inzicht gegeven wordt in de actuele terugverdientermijn voor investeringen in zonnepanelen door kleinverbruikers. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering om de Kamer op korte termijn te informeren over de verschillende mogelijkheden van peer-to-peerlevering en over de voordelen voor huishoudens; verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat peer-to-peerlevering uiterlijk 1 januari 2025 mogelijk is. 31-1-2023 Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Thijssen, J. (PvdA) Verzoekt de regering om de Kamer te informeren over hoe het voorge-stelde prioriteringskader tot stand is gekomen; verzoekt de regering om de Kamer zo veel mogelijk mee te laten beslissen bij het opstellen van de voorrangscriteria die gelden bij het aansluiten van projecten met maatschappelijk belang. 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3) Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat de investeringen van de netbeheerders in lijn worden gebracht met wat nodig is om deze aangescherpte doelen te halen en de Kamer over de voortgang te informeren; verzoekt de regering tevens het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) en andere programma’s op het gebied van netcapaciteit op dit punt te actualiseren. 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om het verplicht plaatsen van zonnepanelen boven grote parkeerterreinen die daarvoor geschikt zijn, rekening houdend met onder andere schaduwwerking en transportcapaciteit op het net, zo spoedig mogelijk op te nemen in wet- en regelgeving, en daarbij 2030 als streefjaar aan te houden; verzoekt de regering om subsidies ook toe te snijden op zonnedaken boven parkeerterreinen en die projecten daarmee aantrekkelijker te maken dan zonprojecten die lager staan in de voorkeursvolgorde zon; verzoekt de regering om via het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën kennis en kunde te delen over zonnedaken boven parkeerterreinen. 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering in beleid en wetgeving groen gas een prominente plek te geven en een gelijker en daarmee veel beter speelveld te creëren voor groen gas. 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD)
Thijssen, J. (PvdA) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat lage- en middeninkomens-groepen per saldo niet financieel achteruitgaan door klimaatbeleid. 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
Leijten, R.M. (SP) Verzoekt de regering een laagdrempelige geschillenregeling in te richten bij geschillen over de compensatie voor blokaansluiting tussen de ontvanger (verhuurder of vve) en de bewoner (huurder of eigenaar). 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting d.d. 31-03-2023 (Kamerstuk 29 023, nr. 415)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Thijssen, J. (PvdA)
Bontenbal, H. (CDA)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt) Verzoekt de regering een laagdrempelige geschillenregeling in te richten bij geschillen over de compensatie voor blokaansluiting tussen de ontvanger (verhuurder of vve) en de bewoner (huurder of eigenaar). 28-3-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting d.d. 31-03-2023 (Kamerstuk 29 023, nr. 415)
Boucke, R.M. (D66) Verzoekt de regering om te regelen dat de fondsbeheerder betrokken blijft bij de uitwerking van toegekende maatregelen en te verzekeren dat aan de gestelde beoordelingscriteria blijft worden voldaan. 06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Stoffer, C. (SGP) Verzoekt de regering om in het jaarlijkse Meerjarenprogramma Klimaatfonds dan wel in de jaarlijkse Klimaatnota overzicht te bieden, samenhang aan te brengen en in te zetten op synergie tussen alle ingezette relevante sporen, programma’s en financiële arrangementen, waardoor de Kamer haar controlerende taak en budgetrecht beter kan uitoefenen. 06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om, met inachtneming van de reflectie van experts over de sociaaleconomische gevolgen, bij het Meerjarenprogramma 2024 de klimaattransitie rechtvaardig vorm te geven, met daarbij speciale aandacht voor:
-een betaalbare energierekening;
-eerlijke verdeling van subsidie tussen lage en hoge inkomens;
-omscholing van werknemers en toeleiding naar nieuw werk;
-de vervuiler betaalt.
06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Azarkan, F. (DENK) Besluit de ARK te verzoeken onderzoek te doen naar de werking, doelmatigheid en doeltreffendheid van het prijsplafond en andere energiesubsidies, en te vragen om een tussenevaluatie voor Prinsjesdag op te leveren. 06-06-2023 Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. Onderhanden
Stoffer, C. (SGP)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Dassen, L.A.J.M. (Volt)
Gündogan, N. (Volt)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Haan, N.L. den (Fractie Den Haan)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering Gasunie nadrukkelijk de opdracht te geven allereerst te zoeken naar de mogelijkheden om bestaande gasinfrastructuur op zee te hergebruiken alvorens nieuwe gasinfrastructuur te ontwikkelen. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om nog dit jaar een routekaart voor negatieve emissies te ontwikkelen, in samenwerking met de sector en gebaseerd op geverifieerde rekenmodellen, inclusief een beschrijving van het instru-mentarium ter ondersteuning en stimulering van de technologieën die langjarig CO2 uit de atmosfeer verwijderen, zonder een lock-in voor fossiele brandstoffen te creëren. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering het burgerberaad eerder in te plannen zodat de aanbevelingen zorgvuldig overgenomen kunnen worden. 06-07-2023 Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid (CD 28/6) Onderhanden
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering te monitoren waar burgers en bedrijven tegen aanlopen bij het indienen van een subsidieaanvraag alsook waar op dit moment het overzicht van subsidieregelingen gebrekkig is; verzoekt de regering de uitkomsten van deze monitor te betrekken bij het opzetten van nieuwe regelingen onder andere gefinancierd uit het Klimaatfonds, om zo aan de voorkant al te zorgen voor eenvoudigere aanvraagtrajecten. 06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt) Verzoekt de regering binnen een halfjaar een energiestrategie te presenteren waarbij ernaar gestreefd wordt dat in Nederland gewonnen gas, bijvoorbeeld op de Noordzee, beschikbaar is voor de Nederlandse consument en tevens duidelijk gemaakt wordt wat de verhouding is tussen Nederland als doorvoerland van gas en het van het gas afhalen van Nederlandse huishoudens. 06-06-2023 Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. Onderhanden
Eppink, D.J. (JA21) Verzoekt de regering de middelen, al dan niet uit het coronaherstelfonds, voor kernenergie open te stellen en ook bedrijven en beleggers aan te sporen tot meer investeringen in deze groene energie. 29-11-2022 [07-07-2022] TMD Eurogroep/Ecofinraad van 11 en 12 juli 2022 (CD 7/7) Onderhanden
Plas, C.A.M. van der (BBB) Verzoekt het kabinet prioriteit te geven aan het slimmer maken van het net door netbeheerders te verplichten metingen uit te laten voeren, knelpunten in wet- en regelgeving hiervoor weg te nemen en de netbeheerders dit jaar nog te laten rapporteren over hoe meer inzicht in de netten door middel van metingen gerealiseerd kan worden en welke investeringen ervoor nodig zijn om dit landelijk uit te rollen. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering in regelingen gericht op de ombouw van industrie, zoals beschreven in perceel 5 (NIKI en maatwerk) als voorwaarde op te nemen een route naar klimaatneutraliteit van het bedrijf die in lijn is met de doelstellingen van de Klimaatwet, of hogere doelstellingen in het recht van de Europese Unie; verzoekt de regering om als ontvangers van subsidie niet aan de subsidieverplichting blijken te voldoen, de subsidie terug te vorderen. 06-07-2023 Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de drie pijlers natuurinclusief, nature-based en klimaatpositief nadrukkelijk te verankeren in de transitiepaden als onderdeel van de visie voor het klimaatbeleid na 2030. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
Boutkan, E. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om netbeheerders, in nauw overleg met de marktpartijen, zo snel mogelijk andere flexibele contracten te laten vaststellen en toepassen, waaronder groepscapaciteitsbeperkingscontracten;
verzoekt de regering om erop toe te zien dat netbeheerders proactief flexibele contracten aanbieden aan bedrijven en daarbij aansluiten bij de behoefte van de bedrijven en ze mogelijk stimuleren in de omslag naar flexibel netgebruik;
verzoekt de regering om bedrijven zo snel mogelijk in staat te stellen het «right to challenge»-principe te hanteren wanneer bovenstaande contracten geen uitweg bieden; verzoekt de regering de Kamer te informeren hierover uiterlijk Q4 2023.
27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering om een programma-aanpak langs de volgende lijnen uit te werken, de Kamer hierover uiterlijk te informeren in Q4 2023 en te beginnen met de uitvoering in 2024:
-het koppelen van SMR-ontwikkelaars en de Nederlandse maakindustrie;
-het ondersteunen van provincies die mogelijk geïnteresseerd zijn in SMR’s in hun verkenningen middels een gestandaardiseerde aanpak;
-het gericht bijdragen aan onderzoek naar Generatie IV-SMRontwerpen, waar dit een win-win oplevert voor de brede nucleaire kennis- en waardeketen.
27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering ook de biodiversiteitseffecten van het nieuwe klimaatpakket inzichtelijk te maken. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Teunissen, Ch. (PvdD)
Boutkan, E. (Volt)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat huishoudens in energiearmoede geen negatieve gevolgen ondervinden van de aanpassing van de energiebelasting, dan wel hen hiervoor te compenseren. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering in overleg met de relevante havensteden de regels voor het aanmeren van cruiseschepen aan te scherpen, bijvoorbeeld door het stellen van strengere eisen op het gebied van klimaat en milieu, zodat de vervuiling door cruiseschepen in ons land snel afneemt, en de Kamer daarover dit najaar te informeren. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering spoedig een einde te maken aan de verkoop van energiecontracten aan de deur en via de telefoon. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Erkens, S.P.A. (VVD) Verzoekt de regering te onderzoeken hoe strategische reserves en capaciteitsmechanismen ingevoerd zouden kunnen worden in Nederland en wat daarvan de voor- en nadelen zouden zijn als daartoe besloten wordt; verzoekt de regering de Kamer uiterlijk eind 2023 te informeren. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
Boucke, R.M. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering meer in te zetten op energiebesparing in de gebouwde omgeving. 27-06-2023 Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
Smolders, H.A.J. (Groep Van Haga)
Amhaouch, M. (CDA) Verzoekt de regering om vaart te maken met het zoeken naar nieuwe partnerschappen waarmee de Nederlandse en Europese toegang tot kritieke grondstoffen verbeterd kan worden en de Kamer actief over de voortgang van deze zoektocht te informeren. 06-07-2023 Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Internationale Klimaatstrategie (CD 30/3) Onderhanden
Klink, J.J. (VVD)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te faciliteren dat medeoverheden een nadrukkelijke rol krijgen wanneer er geprioriteerd moet worden bij nieuwe netaansluitingen, bijvoorbeeld in het toepassen van een afwegingskader, en de Tweede Kamer een rol in het formuleren van de kaders waarbinnen deze besluiten genomen worden. 18-04-2023 Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3) Afgedaan met uitgaande brief [22-06-2023] - Netcapaciteit, de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit, Kamerstuk 29 023, nr. 443
Thijssen, J. (PvdA)
Boucke, R.M. (D66), Verzoekt de regering om de plannen voor wind op zee te beschermen door te sturen op het minstens matchen van de elektriciteitsbehoefte van de industrie met de plannen voor wind op zee, zodat de financiële levensvatbaarheid van wind op zee verzekerd wordt. Parlementaire agenda [23-11-2022] - begroting economische zaken en klimaat Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken NPVI [14-07-2023], Kamerstuk 29 826, nr. 196
Erkens, SPA (VVD)
Gerkens, A.M.V. (SP) Roept de regering op bij het vaststellen van beleid voor het wegwerken van capaciteitstekorten en van andere klimaatmaatregelen niet te rekenen met grootschalig laagwaardig gebruik van houtige biomassastromen, waarbij onduidelijkheid is over de daadwerkelijke bijdrage aan de reductie van nationale en Europese CO2-emissies. 6-6-2021 Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2 Onderhanden
Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)
Schalk, P. (SGP)
Baay-Timmerman, mr. M.H.H. (50PLUS)
Crone, F.J.M. (PvdA)
Kluit, S.M. (GL)
Linden, L.P. van der (FVD)
Prast, H.M.. (PvdD)
Koffeman, drs. N.K. (PvdD) Verzoekt de regering definitief geen nieuwe of verlengde subsidies te geven op het stoken van houtige biomassa. 6-7-2021 Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2 Afgedaan met Kamerbrief Openstelling SDE++ 2022 d.d. 18-03-2022 (Kamerstuk 31 239, nr. 342)
Faber-Van de Klashorst, M.H.M. (PVV)
Gerkens, A.M.V. (SP)
Dessing, J. (FVD)
Linden, L.P. van der (FVD)
Otten, H. (Fractie-Otten)
Vries, J.W.E. de (Fractie-Otten)
Raven, A.C.M. (OSF)
Prast, H.M.. (PvdD) Verzoekt de regering om inzake de tenders voor windturbines op zee de eis op te nemen, dat om in aanmerking te kunnen komen een tender te winnen, de deelnemer tenminste één rotorblad per windturbine zwart dient te kleuren. 29-6-2021 Parlementaire agenda [22-06-2021] - Wetsvoorstel Ondersteunen windenergie op zee Afgedaan met Kamerstuk nr 35 092, J
Berkhout, H.A (Fractie-Nanninga)
Beukering, A.J.A. (Fractie-Nanninga)
Nanninga, A. (Fractie-Nanninga)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering voor 1 mei een plan van aanpak over wanneer mensen de subsidie kunnen verwachten naar de Kamer te sturen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen15 Afgedaan met Kamerbrief Plan van aanpak openstelling volgende ronde woningverbeteringssubsidie d.d. 10-05-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1021)
Kops, A. (PVV)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering van mensen uit te gaan en zich ervoor in te spannen dat mensen die in soortgelijke situaties zitten, aanspraak kunnen maken op dezelfde regelingen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerbrief Verschillen in de schadeafhandeling en versterking als gevolg van de gaswinning in Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1076)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt het kabinet de wensen vanuit de regio over betere verbindingen per land, zee en lucht, en digitaal, te bespreken met de regio en te betrekken bij de invulling van de Toekomstagenda, het Just Transition Fund en het Nationaal Programma Groningen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan in Kamerbrief voortgang gesprekken over schade, versterken, funderingsproblematiek en perspectief Groningen d.d. 29-06-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1038
Wijngaarden, J. van (VVD)
Segers, G.J.M. (CU) Verzoekt het kabinet om de uitvoerende instanties met betrokken bewoners en ondernemers in de regio te laten verkennen hoe een meer gebiedsgewijze aanpak van de versterkingsoperatie kan bijdragen aan de gewenste versnelling en hoe de informatiebehoefte van belanghebbenden beter kan worden bediend. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan in Kamerbrief dorpenaanpak d.d. 17 mei 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1024).
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering met een crisisaanpak te komen en ervoor te zorgen dat 2022 wél het jaar van de uitvoering wordt en dat gedupeerden krijgen waar zij recht op hebben. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan in Kamerbrief over dorpenaanpak d.d. 17 mei 2022. (Kamerstuk 33 529, nr. 1024
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering om projectleiders van de NCG een mandaat te geven om in de dagelijks operatie van versterkingswerkzaamheden knopen door te hakken over financiële verschillen en meerwerk, ten behoeve van het sneller versterken van woningen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067)
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Boulakjar, F. (D66)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering binnen een half jaar alle inwoners binnen de versterkingsopgave inzicht te geven in de planning van veiligheidsbeoordelingen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan tijdens CD Mijnbouw/Groningen d.d. 30 juni 2022
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Kops, A. (PVV)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Boulakjar, F. (D66)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Segers, G.J.M. (CU) Verzoekt de regering om een plan te maken hoe we de mentale gevolgen voor kinderen zo veel mogelijk kunnen voorkomen en hoe we kinderen kunnen helpen met reeds bestaande problemen. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan in Kamerbrief over mentale gevolgen kinderen aardbevingsproblematiek d.d. 1 juni 2022. (Kamerstuk. 33 529, nr. 1030)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt het kabinet in gesprekken met de NAM geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren over hoe deze gesprekken verlopen; verzoekt het kabinet terughoudendheid te betrachten met het delen van informatie die de rechtspositie van de Staat ten opzichte van de NAM kan verzwakken. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering het bewijsvermoeden toe te passen in de gebieden rondom de gasopslagen Grijpskerk en Langelo en zorg te dragen voor onafhankelijke monitoring en een gelijke en eerlijke behandeling van inwoners in deze gebieden. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering een circulair alternatief voor afvalwaterinjectie als voorkeursalternatief mee te nemen in de evaluatie en met spoed verder te uit te werken, daarbij ook draagvlak in de betrokken regio’s mee te nemen, zodat nog voor de zomer in overleg met de NAM afspraken kunnen worden gemaakt waarin ook een einddatum voor afvalwaterinjectie naar voren komt. 15-2-2022 Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering de haalbaarheid van lithiumwinning bij diepe geothermie in Nederland te onderzoeken, en daarbij zowel ecologische als economische en juridische aspecten in kaart te brengen. 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de ervaringen van omwonenden, gemeenten en provincies mee te nemen in de uitwerking en de evaluatie van nieuwe geothermieprojecten 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Erkens, S.P.A. (VVD)
Grinwis, P.A. (CU)
Bontenbal, H. (CDA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering uit te werken hoe Staatstoezicht op de Mijnen standaarden voor geothermie gaat stellen waarop onder andere het toezicht gebaseerd zal zijn. 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerbrief Toezeggingen interpellatiedebat over opschorting waterinjectie d.d. 19-05-2022 (Kamerstuk 33 529 nr. 1029)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering te investeren in een onafhankelijk wetenschappelijk kennisprogramma geothermie. 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Kamerbrief Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) d.d. 21-12-2022 (Kamerstuk 32 849, nr. 213)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de mogelijkheden van een garantiefonds te onderzoeken, waaraan bedrijven meebetalen en dat ingezet kan worden bij een faillissement van een geothermiebedrijf. 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Groot, T.C. de (D66) Verzoekt de regering geen nieuwe vergunning af te geven voor gaswinning onder de Waddenzee. 22-2-2022 Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU)
Kröger, S.C. (GL) Spreekt uit dat het wenselijk is dat de oliewinning en afvalwaterinjectie onder verscherpt toezicht staan. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering te borgen dat Drenthe doorslaggevende zeggenschap moet krijgen. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering de oliewinning in Schoonebeek mee te nemen in de energiebesparingsplannen van het kabinet; verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat in de op te stellen MKBA over de oliewinning in Schoonebeek en de beleidsuitgangspunten in het afwegingskader de recente ontwikkelingen rondom gas en de situatie in Oekraïne mee worden genomen. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie in Twente dit jaar te beëindigen en de Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een behandelvoorbehoud te maken. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering uiterlijk begin 2024 een circulair en schoner proces in Drenthe te hebben of anders te stoppen met afvalwaterinjectie en daarmee de oliewinning in Schoonebeek; verzoekt de regering tevens met SodM in contact te treden over het blijvend toepassen van het verscherpt toezicht bij de verwerking van het afvalwater. 19-4-2022 Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Grinwis, P.A. (CU) Verzoekt de regering te bezien of GasTerra een doorstart kan maken als nationaal of Europees handelshuis voor gas. 12-4-2022 Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3) Onderhanden
Bontenbal, H. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering, in overleg met het IMG en de NCG, te zorgen dat de bouwkosten geïndexeerd worden, en te bezien hoe gedupeerden te compenseren die door gestegen bouwkosten onvoldoende compensatie hebben. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067)
Beckerman, S.M. (SP)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering voor 1 juni met deze gezinnen in gesprek te gaan en tot een oplossing te komen en deze nog dit jaar uit te voeren; verzoekt de regering voorts dit soort situaties in de toekomst te trachten te voorkomen, onder andere door het toezicht in de bouwfase te verbeteren. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met Beantwoording schriftelijke vragen ‘(Bouwkundige) Problemen die ontstaan tijdens versterking en sloop-nieuwbouw in Groningen’ d.d. 06-09-2022 (Kamerstuk 2022Z14553)
Beckerman, S.M. (SP)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden om de activiteiten van Gazprom in Nederland te stoppen in kaart te brengen, inclusief de mogelijke kosten, en dit overzicht naar de Kamer te sturen. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering hierover in gesprek te gaan met Nobian, en het verplichten van een extern opruimfonds mee te nemen in de aanstaande wijziging van de Mijnbouwwet. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU) Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe deze mensen aan de hand genomen kunnen worden en om het idee van een buurtbus hierin mee te nemen. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Raan, L. van (PvdD) Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het beëindigen van schadelijke extractieve industriële activiteiten in beschermde Europese zeegebieden. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt het kabinet te identificeren welke mogelijkheden de Nederlandse wetgeving biedt om Russische bedrijven, ook als onderdeel van consortia of joint ventures, uit te sluiten van nieuwe gaswinningsprojecten op de Noordzee; verzoekt het kabinet, als dat nu nog niet het geval is, op korte termijn met een voorstel te komen om deze wettelijke mogelijkheid alsnog te creëren. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt het kabinet de betreffende termijnen zo te verlengen dat mensen de regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de geplande versterking in 2028 plus een jaar. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering om een gesprek te organiseren tussen de Commissie Mijnbouwschade en het Instituut Mijnbouwschade Groningen om de samenwerking te bespreken en de eenloketgedachte ook tussen deze organisaties uit te werken. 17-5-2022 Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Kröger, S.C. (GL)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de huidige stand van zaken te maken inclusief alle verschillende regelingen, subsidies, enzovoorts, inzicht te geven in wie wel en niet in aanmerking komt en of deze naar behoren werken, wat er per regeling is uitgegeven en welk deel daarvan apparaatskosten zijn; verzoekt de regering voorts voorstellen te doen ter verbetering en versnelling, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Uitvoering motie van de leden Beckerman en Nijboer over een totaaloverzicht van de huidige stand van zaken d.d. 21-12-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1045)
Beckerman, S.M. (SP)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering alle noodzakelijke stappen hiervoor te zetten, en de Kamer direct na het zomerreces te informeren over de stand van zaken alsmede de eventuele financiële gevolgen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering, dit najaar de noodzakelijke wetswijzigingen om het bewijsvermoeden van toepassing te laten zijn aan te bieden aan de Raad van State en te zorgen dat dit door IMG correct wordt toegepast, Verzoekt de regering voorts, met omwonenden in gesprek te gaan over de door hen gewenste (frequente) metingen zoals bodemdaling metingen aan de randen van het veld, drukmetingen en tiltmetingen en de milieu-effecten op de leefomgeving en de kamer daarover te rapporteren. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Schadeafhandeling rondom onder meer gasopslag Norg en bewijsvermoeden d.d. 29-11-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1087)
Beckerman, S.M. (SP)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering met het IMG in gesprek te gaan en te zorgen dat er nog dit jaar een goede regeling start, en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te informeren. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067)
Beckerman, S.M. (SP)
Smolders, H.A.J. (FvD) Verzoekt de regering een waakvlamscenario na te streven waarbij er genoeg gas geproduceerd wordt om de installaties en de infrastructuur in stand te houden. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Gaswinning uit het Groningenveld in gasjaar 2022-2023 d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1065)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering het vergunningensysteem binnen de Mijnbouwwet zo aan te passen dat er slechts tijdelijke winningsvergunningen worden uitgegeven. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Contourennota d.d. 20-01-2023 (Kamerstuk 32 849, nr. 214)
Thijssen, J. (PvdA)
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering een wetenschappelijk onderbouwd afbouwpad voor fossiele winning vast te stellen voor bestaande en eventuele nieuwe vergunningen in lijn met het doel om temperatuurstijging tot 1,5 graden te beperken, en dit voor de begrotingsbehandeling EZK met de Kamer te delen. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Thijssen, J. (PvdA)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om de mogelijkheid te onderzoeken om de JongerenTop Groningen uit 2019 in 2023 opvolging te geven en hierover in gesprek te gaan met de organisatoren van de JongerenTop uit 2019. 7-7-2022 Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied d.d. 23-11-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1081)
Paulusma, W. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering voor februari 2022 een plan van aanpak klaar te hebben hoe er meer uitvoeringscapaciteit georganiseerd gaat worden; verzoekt de regering om, conform het advies van de Onafhankelijke Raadsman, de NCG op te dragen praktisch en doortastend op te treden voor gedupeerden en niet vanuit hoe kosten achteraf op de NAM verhaald kunnen worden. 16-12-2021 Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12) Afgedaan met Kamerbrief over Aanpak uitvoeringscapaciteit d.d. 29-03-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1022)
Beckerman, S.M. (SP)
Raan, L. van (PvdD)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt het kabinet, ongeacht de kosten, ervoor te zorgen dat beeldbepalende gebouwen en monumenten behouden blijven en niet worden gesloopt. 10-3-2021 Parlementaire agenda [04-03-2021] - Vervolg debat tijdelijke Wet Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Dik-Faber, R.K. (CU) Verzoekt de regering, om Groningers toegang te verschaffen tot onafhankelijk juridisch advies; verzoekt de regering, tevens om de toegang tot onafhankelijk juridisch en bouwgerelateerd advies expliciet te betrekken binnen de routekaart versterkingsproces. 10-3-2021 Parlementaire agenda [04-03-2021] - Vervolg debat tijdelijke Wet Groningen Afgedaan met Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067)
Mulder, A.H. (CDA)
Kops, A. (PVV) Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat 2023 wél het jaar van de uitvoering wordt. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Voortgang versterkingsopgave Nationaal Coördinator Groningen d.d. 30-01-2023 (Kamerstuk 33 529 nr. 1118)
Mulder, E. (PVV)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt het kabinet om na de parlementaire behandeling van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen een Conferentie voor het Noorden in Groningen te beleggen teneinde deze langetermijninvesteringsagenda op te stellen. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering te borgen dat deze onterecht afgewezen schades worden herbeoordeeld. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering met huurders te inventariseren wat alle problemen en gewenste oplossingen zijn, met andere betrokkenen (zoals corporaties, de NCG en gemeenten) in gesprek te gaan en alles op alles te zetten om voornoemde problemen op te lossen, en de Kamer periodiek over de voortgang te informeren. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Uitgevoerde moties en toezegging Wetgevingsoverleg Groningen d.d. 6 december 2022 en tweeminutendebatten Mijnbouw Groningen d.d. 20 december 2022 d.d. 26-02-2023 (Kamerstuk 36 200-XIII nr. 120)
Mulder, A.H. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering om Groningse gemeentes te ondersteunen bij het indienen van een aanvraag voor het NIP en deze aanvragen vervolgens met voorrang te behandelen. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Mulder, A.H. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering om het IMG om een toelichting te vragen op de toepassing van de trillingstool in de praktijk en in hoeverre alternatieven mogelijk zijn, en de Kamer hierover te informeren. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Mulder, A.H. (CDA)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering om bij het aanbesteden/vergeven van opdrachten tot versterking kritisch te kijken naar de mogelijkheid om hierbij bedrijven van binnen de provincie Groningen te betrekken. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Voortgang versterkingsopgave Nationaal Coördinator Groningen d.d. 30-01-2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1118)
Mulder, A.H. (CDA)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering om huurders van particuliere huurwoningen meer mogelijkheden en recht op initiatief te geven om, zodra een subsidie waardevermeerdering is toegekend, zelf een subsidievoorstel te doen indien de verhuurder op aandringen van de huurder zelf niks onderneemt, en gaat over tot de orde van de dag. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Beckerman, S.M. (SP)
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering te inventariseren, te beginnen met de vier dorpen, wat er nodig is om deze dorpen aardgasvrij te maken; verzoekt de regering deze ervaring mee te nemen in een bredere analyse/scan van het aardgasvrij maken van het hele aardbevingsgebied. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Nijboer, H. (PvdA)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging namens Rijk, regio en bewoners binnen deze commissie moeilijk uitlegbare verschillen en voor duidelijke afspraken over transparantie zoals bijvoorbeeld over de openbaarheid van notulen. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Aanstelling van voorzitter commissie verschillen d.d. 30-01-2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1117)
Mulder, A.H. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering een voorstel te doen voor het beter verdelen van de lasten en de lusten in de betrokken regio’s van de gaswinning op land; verzoekt de regering daaraan de voorwaarde te verbinden dat de inkomsten worden besteed aan verduurzaming en de energietransitie. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
Segers, G.J.M. (CU)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering het IMG te vragen om wanneer mogelijk mediation aan bewoners voor te stellen in de fase tussen bezwaar en beroep, om te voorkomen dat een voor bewoners belastende beroepsprocedure noodzakelijk is. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Mulder, A.H. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Meenen, P.H. van (D66) Roept de regering op er zorg voor te dragen dat de extra opgave om de dorpen volledig aardgasvrij te maken niet vertragend zal werken op de versterkingsopgave. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Mulder, A.H. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA)
Segers, G.J.M. (CU)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Boulakjar, F. (D66)
Meenen, P.H. van (D66) Verzoekt de regering in gesprek te treden met de Kinderombudsman om uitvoering te kunnen geven aan deze aandachtspunten. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan in 'Beantwoording vragen commissie over de kabinetsreactie op het rapport «Groningers boven gas» van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen', d.d. 30-05-2023. (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Mulder, A.H. (CDA)
Segers, G.J.M. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering te inventariseren hoe groot dit probleem is, en de Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. 13-12-2022 Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de regeling «schade (kosten) bij versterking» ook voor mensen uit batch 1.588 uit te laten voeren. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met Kamerbrief Uitgevoerde moties en toezegging Wetgevingsoverleg Groningen d.d. 6 december 2022 en tweeminutendebatten Mijnbouw Groningen d.d. 20 december 2022 d.d. 26-02-2023 (Kamerstuk 36 200-XIII nr. 120)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de databescherming van IMG te laten doorlichten en de Kamer daarover in het voorjaar te informeren. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt het kabinet ongelijke behandelingen tegen te gaan en toekomstige fricties te voorkomen. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met Kamerbrief Samenstelling van de Commissie Verschillen d.d. 29-03-2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1137)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering alles op alles te zetten om te voorkomen dat bedrijfjes met dit verdienmodel verdienen aan de schadeafhandeling, een verbod niet schuwen, gedupeerden te waarschuwen en te informeren over mogelijkheden voor ondersteuning waarbij geen deel van het schadegeld wordt geëist. 22-12-2022 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk de Kamer te informeren over het tijdspad met betrekking tot de uitrol van geothermie. 28-3-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering te komen tot een rechtvaardige regeling voor immateriële schade, waarbij ook versterking en sloop/nieuwbouw worden meegenomen, ongewenste verschillen worden opgelost en de toegekende bedragen, met name voor kinderen, worden verhoogd. 28-3-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering de inzet van de landsadvocaat tegen gedupeerden op te schorten. 28-3-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief d.d. 25-04-2023 (Kamerstuk 35 561, nr. 17)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de NAM om deze elektrische boilers gerealiseerd te krijgen. 28-3-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering in overleg te gaan met provincies en gemeenten om zo spoedig mogelijk te kunnen komen tot een concreet en gedragen voorstel voor het beter verdelen van de lusten en lasten van mijnbouwactiviteiten tussen Rijk en regio. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD)
Mulder, A.H. (CDA) Verzoekt de regering om uiterlijk medio 2023 in samenwerking met de regio een regeling te ontwikkelen voor het afhandelen van mijnbouw-schade in Limburg en daarbij te proberen zo dicht mogelijk te blijven bij de bestaande regionale aanpak. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering ook bij de actualisatie van de vergunningen voor de OSF en de injectielocatie het nee-tenzijprincipe leidend te laten zijn en een maatschappelijke dialoog te organiseren, waarmee omwonenden zeggenschap krijgen. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering ook bij zoutwinning het nee-tenzijprincipe leidend te laten zijn en een maatschappelijke dialoog te organiseren waarmee omwonenden zeggenschap krijgen over het wel of niet doorgaan van plannen, waaronder bij de nieuwe plannen voor zoutwinning in Winschoten. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt het kabinet om het afbouwpad voor fossiele winning uit zowel bestaande als nieuwe winning in lijn te brengen met de plannen voor een CO2-vrij energiesysteem. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Kröger, S.C. (GL) Verzoekt de regering in de Mijnbouwwet vast te leggen dat vergunningen iedere aantal jaar getoetst worden op het noodzakelijke afbouwpad voor fossiele winning. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering mijnbouw van aardmetalen op te nemen in de verdere uitwerking van de aanpassing van de Mijnbouwwet. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering onderzoek te doen naar mogelijkheden voor mijnbouw van duurzame aardmetalen in Nederland. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om in kaart te brengen welke kennis en opleidingen nodig zijn voor het veilig en duurzaam uitvoeren van toekomstige mijnbouwactiviteiten, en of deze in voldoende mate aanwezig is/zijn in Nederland en specifiek bij de toezichthouders; verzoekt de regering om in nationaal en Europees verband in te zetten op kennisontwikkeling op het gebied van de mijnbouwactiviteiten van de toekomst. 11-4-2023 Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP) Verzoekt de regering op korte termijn formeel aan te geven hoe zij haar samenwerking met Shell, ExxonMobil en de NAM vormgeeft, waarbij rekening gehouden wordt met het wangedrag van de oliemaatschappijen over de afgelopen vijftien jaar. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Wijziging gasgebouw, (Kamerstuk 33 529, nr. 1162)
Omtzigt, P.H. (Omtzigt)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering in de Groningenwet wettelijk vast te leggen dat het schadeherstel, funderingsschadeherstel en de hersterkingsoperatie koste wat kost en voor zolang het duurt zullen worden uitgevoerd. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Uitvoering motie Klaver c.s. over het borgen van de generatielange inzet, (Kamerstuk 33 561, nr. 51)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Stoffer, C. (SGP)
Bikker, M.H. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Vedder, E.C. (CDA)
Bikker, M.H. (CU) Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk deze taskforces in het leven te roepen om bij alle schadegevallen boven de € 40.000 en bij complexe schadegevallen onder dat bedrag snel meer voortgang te realiseren; verzoekt de regering deze taskforces mandaat, middelen en doorzettingsmacht te geven om per individueel geval door middel van maatwerk naast de bewoner te kunnen staan en de situatie op te lossen; verzoekt de regering deze taskforces zo in te richten dat deze een brugfunctie kunnen vervullen tussen het Instituut Mijnbouwschade Groningen en de Nationaal Coördinator Groningen, en de gecombineerde versterkingsproblematiek nadrukkelijk kunnen meenemen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Vedder, E.C. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering het enquêterapport en de kabinetsreactie Nij Begun zwaar te laten wegen bij het maken van een definitieve investeringsbeslissing voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn en de MIRT-systematiek zo veel als mogelijk te verkorten. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Vedder, E.C. (CDA)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt de regering in ieder geval de (sociale) doelen uit het NPG als ondergrens op te nemen in de sociale agenda. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Stoffer, C. (SGP)
Bikker, M.H. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Vedder, E.C. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering om het IMG een streefdoel op te leggen voor overheadkosten en dit vast te leggen in de Staat van Groningen met als doel zo snel mogelijk minimaal een halvering. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Stoffer, C. (SGP)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om direct aan de slag te gaan met de voorbereidingen op het sluitingsproces, alles op alles te zetten om de fabriek in Zuidbroek gereed te krijgen om uiterlijk 1 oktober 2023 te stoppen met de waakvlam en ook de overige vijf resterende productielocaties dicht te draaien. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Ontwerp-vaststellingsbesluit Groningenveld 2023-2024, (Kamerstuk 22 529, nr. 1152)
Vedder, E.C. (CDA)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering er op toe te zien dat bij de overdracht van vergunningen van NAM aan een opvolger de verkoop alleen wordt toegestaan als SodM en EBN betrokken zijn bij het toetsen van de nieuwe eigenaar en de regering er via de verantwoordelijkheidszin op toeziet dat nieuwe partij een valide partij is. 09-05-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering om in overleg met jongeren minimaal 1% van de beschikbare middelen specifiek te laten begroten door jeugd en jongeren. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Bikker, M.H. (CU)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering deze van-deur-tot-deuraanpak in Groningen maximaal te ondersteunen en belemmeringen weg te nemen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Bikker, M.H. (CU)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt de regering samen met de regio te verkennen hoe te realiseren dat de opbrengsten van deze projecten niet alleen privaat zijn maar ook publiek, en bij de regio terechtkomen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Boulakjar, F. (D66) Verzoekt de regering het schadebedrag tot aan waar er geen onderzoek meer wordt gedaan naar causaliteit te verhogen naar € 60.000 en deze nieuwe grens in de toekomst te blijven indexeren, teneinde zo veel mogelijk bewoners met schade op mildere, makkelijkere en menselijkere wijze te kunnen helpen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Vedder, E.C. (CDA)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt de regering in de wet Groningen deze generatielange inzet te borgen, door vast te leggen:
-dat er een meer dan generatielange verantwoordelijkheid bestaat;
-dat koste wat kost alles wordt gedaan om ervoor te zorgen dat alle schade wordt vergoed en iedereen een veilig huis heeft, ongeacht hoelang dat noodzakelijk is, en dat in de aanpak hiervan de bewoners centraal staan;
-dat hierbij geen financiële limiet vooraf wordt gesteld aan de beschikbare middelen en de kosten voor de schade- en hersteloperatie ook in de toekomst buiten het begrotingskader worden gehouden;
-dat indicatoren en doelstellingen voor brede welvaart die al zijn vastgelegd in het Nationaal Programma Groningen worden gehanteerd als ondergrens voor de doelen die in overleg met de regio worden vastgesteld;
-dat de doelen uit het Nationaal Programma Groningen dienen te worden gehaald zodat het welvaartsniveau van Groningen omhoog wordt getrokken naar dat van de rest van Nederland;
-over welke hoofddoelen door het kabinet in de Staat van Groningen verantwoording wordt afgelegd.
13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Wijngaarden, J. van (VVD)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Bikker, M.H. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Boutkan, E. (Volt)
Vedder, E.C. (CDA)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt het kabinet om niet alleen beloftes te doen over extra investeringen in leefbaarheid, maar er ook zorg voor te dragen dat voorzieningen als zwembaden, openbaar vervoer, scholen, zorg-, cultuur- en sportvoorzieningen en dorpshuizen niet verder verdwijnen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Planning uitvoering maatregelen Nij Begun, (Kamerstuk 33 561, nr. 52)
Nijboer, H. (PvdA)
Beckerman, S.M. (SP)
Stoffer, C. (SGP)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Eerdmans, B.J. (JA21)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Boutkan, E. (Volt)
Klaver, J.F. (GL) Verzoekt het kabinet de voorgestelde regelingen voor verduurzaming te vereenvoudigen, aantrekkelijker te maken en het doel te stellen en de medeverantwoordelijkheid te dragen dat de energierekeningen in het Noorden het laagst worden in Nederland. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Nijboer, H. (PvdA)
Beckerman, S.M. (SP)
Stoffer, C. (SGP)
Teunissen, Ch. (PvdD)
Plas, C.A.M. van der (BBB)
Boutkan, E. (Volt)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering daartoe alles in het werk te stellen. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Stoffer, C. (SGP)
Bikker, M.H. (CU)
Boulakjar, F. (D66)
Vedder, E.C. (CDA)
Wijngaarden, J. van (VVD) Verzoekt de regering binnen dit programma nadrukkelijk aandacht te besteden aan het borgen van de aspecten omgevings)veiligheid, gezondheid en leefbaarheid; verzoekt de regering de Kamer in de Staat van Groningen periodiek te informeren over de voortgang van dit traject, met name op voornoemde punten. 13-06-2023 Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
Stoffer, C. (SGP)
Bikker, M.H. (CU)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering er op toe te zien dat bij de overdracht van vergunningen van NAM aan een opvolger de verkoop alleen wordt toegestaan als SodM en EBN betrokken zijn bij het toetsen van de nieuwe eigenaar en de regering er via de verantwoordelijkheidszin op toeziet dat nieuwe partij een valide partij is. 09-05-2023 Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Kröger, S.C. (GL)
Nijboer, H. (PvdA) Verzoekt de regering bewoners die eigen geld hebben moeten inzetten schadeloos te stellen; verzoekt de regering een meldpunt voor gedupeerden die zelf geld hebben moeten inzetten, te laten openen. 5-7-2023 Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Beckerman, S.M. (SP)

Overzicht toezeggingen parlementair jaar 2022-2023

In het parlementaire jaar 2022–2023 zijn ruim 400 toezeggingen aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan. In de onderstaande tabellen staan de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal toezeggingen op de verschillende EZK-beleidsterreinen. De tabel biedt daarmee geen uitputtend overzicht, maar geeft een beeld van de wijze waarop een aantal toezeggingen is/wordt afgehandeld.

De Minister van EZK komt in mei komt met een industriebrief, onder andere over de maatwerkafspraken met de industrie. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerbrief het verschil maken met strategisch en groen industriebeleid, Kamerstuk 29 826, nr. 147
De Minister van EZK stuurt begin april een brief over Wetsus en de TO2-status. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 106
De Minister van EZK informeert najaar 2022 de Kamer over het programma Circulaire Economie Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe een brief over valorisatie naar de Kamer te sturen voor de zomer van 2022. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerstuk 33 009, nr. 117
De Minister van EZK zegt toe voor de zomer de Kamer te informeren over ambities en budget van ESA in aanloop naar de Ministeriële ESA-raad. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
De Minister van EZK komt medio 2022 met een brief over het verduurzamen van het mkb en de toegang van het mkb tot duurzaamheidsubsidies. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan op 6 april 2023 dmv Kamerbrief over verduurzaming MKB, Kamerstuk 32 637, nr. 562
De Minister van EZK informeert de Kamer uiterlijk in 2023 over de voortgang van Techleap. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Kamerbrief Startups en scale-ups d.d. 26 mei 2023, Kamerstuk 32 637, nr. 567
De Minister van EZK komt in het eerste kwartaal van 2023 met een algemene brief over het vestigingsklimaat, inclusief de visie op de toekomstige economie. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met brief over belang vestigingsklimaat van 22 april. Kamerstuk 32 537, nr. 493.
De Minister van EZK komt in het tweede kwartaal van 2023 met een actieplan met betrekking tot het vestigingsklimaat. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
De Minister van EZK komt voor 1 mei 2022 met een schriftelijke terugkoppeling op de procesdoorrekening van de klimaatplannen met betrekking tot de industrie. Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Onderhanden
De Minister van EZK betrekt de strategie van de campussen bij de vestigingsklimaatbrief (of komt met aparte brief). Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen Afgedaan met Kamerbrief Innovatie en impact, Kamerstuk 33 009, nr. 117
De Minister van EZK informeert dit najaar de Kamer over het programma Circulaire Economie. Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op Hoofdlijnen Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om te kijken naar percentage van het garantiefonds als een merendeel van de evenementen geen doorgang kan vinden vanwege deze risico-inschatting. Parlementaire agenda [10-03-2022] - CD Steunpakket Cultuur met SOCW en MEZK Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe de mkb-toets voor de AI-verordening met de Kamer te delen. Parlementaire agenda [24-11-2021] - CD Telecomraad (formeel) d.d. 3 december 2021 Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe in het verslag over het onderzoek naar deze beving, ook specifiek in te gaan op de vraag over de grenswaarde die het SodM stelt. Parlementaire agenda [16-11-2021] - Mondelinge vragen van het lid BECKERMAN (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht ‘Aardbeving met kracht van 3.2 bij Garrelsweer’ (Rtvnoord.nl, 16 november 2021) Afgedaan met uitgaande brief [19-11-2021] - Analyse aardbeving Garrelsweer en monitoringsverplichtingen, Kamerstuk 33 529, nr. 913
De Minister van EZK zal in de tussentijdse evaluatie rapporteren over de vraag in hoeverre veldpartijen het initiatief nemen bij aanvragen, en hoe invulling wordt gegeven aan de verantwoording over en controle op uitgaven die zijn overgeheveld naar andere begrotingen. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Onderhanden
De Minister van EZK informeert vóór de zomer van 2022 de Kamer over de implementatie van de wet in Caribisch Nederland. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Onderhanden
De Minister van EZK zegt een brief toe over de verhouding tussen Invest-NL, het Nationaal Groeifonds en de andere fondsen. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan met Kamerstuk 35 925-IX, nr. 33
De Minister van EZK zegt een brief toe over de samenhang van de fondsen. Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN Afgedaan door de Minister van Financiën, Kamerstuk 35 925-IX, nr. 33
De Minister van EZK zegt toe te komen met een brief in het najaar met scenario's voor verduurzaming industrie; daarbij zal zij wetenschappelijke instituten betrekken. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met uitgaande brief [24-03-2023] - Een nationaal programma voor versnelde verduurzaming van de industrie, Kamerstuk 29 826, nr. 176
De Minister van EZK zegt toe onderzoek te doen naar de impact van 120 miljoen (verschil tussen 80% en 100% vergoedingspercentage garantiefonds) op het investeringsvermogen van de evenementensector. Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Steunpakket voor de culturele en creatieve sector Garantieregeling evenementen + Evaluatie field labs (CD 10/3) met MEZK en SOCW Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe de effecten van de prijsverhogingen op de radiosector te monitoren. Parlementaire agenda [08-12-2021] - Tweeminutendebat commerciële radio Onderhanden
De Minister van EZK stuurt dit voorjaar een reactie op het onderzoek van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap naar de Kamer. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met uitgaande brief [15-07-2022] - Mkb-financiering: knelpunten en acties  - Kamerstuk 32 637, nr. 502
De Minister van EZK gaat met de betrokken Ministeries onderzoek doen naar de betalingstermijnen en komt daar voor de zomer schriftelijk op terug bij de Kamer. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met uitgaande brief [11-07-2022] - Monitor Betaalmijnen Overheid 2021 en inventarisatie doorlooptijden betaling van Rijksoverheid in bouwsector, Kamerstuk 31 490, nr. 320
De Minister van EZK zegt toe best practices bespreekbaar te maken met gemeenten en te kijken wie daarin het voortouw kan nemen. Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om voor de zomer de Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek in samenwerking met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening naar het opkopen van parken en campings, en deze van een appreciatie te voorzien.. Parlementaire agenda [11-05-2022] - CD Toerisme Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om in een Letter of Intent in te gaan op benodigde infrastructuur en menskracht. Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om per zes maanden de Kamer te informeren over maatwerkafspraken met bedrijven. Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE Doorlopende toezegging: inmiddels 2 Voortgangsrapportages
De Minister van EZK zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 te komen met een vergelijking/inventarisatie van regionale regelingen met betrekking tot digitalisering. Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om in de begrotingswet de doelstelling van het fonds, zoals beschreven in artikel 1 en 2 van de wet, nader te verduidelijken. Parlementaire agenda [14-06-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK/MFIN Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe dat bij de AMvB en de Ministeriële regeling uitvoeringstoetsen komen en zal de Kamer daarover informeren. Parlementaire agenda [14-04-2021] - Debat Groningen (compensatie Shell/Exxon) Afgedaan; Uitvoeringstoets is inmiddels uitgevoerd voor AMvB, is afgedaan met voorhang. Geen Kamerstuknummer.
De Minister van EZK informeert de Kamer over hoe de 10 mln. uit de bestuurlijke afspraken voor sociaal-emotionele ondersteuning wordt uitgewerkt. Parlementaire agenda [14-04-2021] - Debat Groningen (compensatie Shell/Exxon) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe een brief te sturen die ingaat op het loket opname op verzoek om na te gaan of de (meest) risicovolle woningen in de versterkingsopgave zitten. Parlementaire agenda [10-02-2021] - Plenaire behandeling van de tijdelijke wet Groningen (samen met MBZK) Uitgaande brief [14-03-2023] - Aanbieding ACVG-rapport + kwaliteitstoets typologische beoordelingen NCG.
De Minister van EZK zal de Kamer informeren over afspraken met de regio over de optie van een troikaconstructie. Parlementaire agenda [12-11-2020] - WGO Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe, in de volgende «Fit for 55»-voortgangsbrief nader in te gaan op het speelveld rond de sociaalklimaatfondsmethoden. Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS Afgedaan met uitgaande brief [13-05-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 22 112, nr. 3409
TZ202211-135: De Minister van EZK zegt toe om een nationaal programma verduurzaming industrie op te stellen en aan Kamer toe te doen komen. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 176
De Minister van EZK zegt toe om een nationale routekaart verduurzaming industrie op te stellen en daarin o.a. ontwikkelpad en randvoorwaarden op te stellen voor het verduurzamen van de industrie met daarin doelstellingen omtrent klimaatneutraliteit en circulariteit en. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met uitgaande brief [24-03-2023] - Een nationaal programma voor versnelde verduurzaming van de industrie, Kamerstuk 26 600, nr. 716
De Minister van EZK zegt toe om in volgende brief over maatwerkafspraken in februari samen met het NPVI de vraag te betrekken hoe de uitvoering van projecten die al klaarstaan in de industrieclusters versneld kunnen worden. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met MIEK-brief, Kamerstuk 22 553 nr. 781
TZ202211-133: De Minister van EZK zegt toe in de reeds toegezegde brief over energie-intensieve industrie (voor het einde van het jaar) in te gaan op keteneffecten, de motie Omtzigt/Dassen en maatregelen als arbeidstijdverkorting. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met Kamerbrief Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie, Kamerstuk 29 826, nr. 170
De Minister van EZK zegt toe de reeds toegezegde brief over innovatie voor het einde van de maand naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie
TZ202211-134: De Minister van EZK zegt toe om begin 2023 eem volgende brief over de expression of principles van Tata Steel aan de Kamer toe te sturen. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 179
TZ202211-030: De Minister van EZK zegt toe dat waar banken het MKB niet financieel kunnen ondersteunen, het kabinet wil kijken naar mogelijke doorgeleiding van MKB'ers naar alternatieve financiering. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Afgedaan met uitgaande brief [06-04-2023] - Financiering en digitalisering mkb, Kamerstuk 32 637, nr. 502
De Minister van EZK zegt toe een brief te zullen sturen over wat we kunnen doen aan de verslechterde concurrentiepositie (o.a. de basis maakindustrie) door de hoge energieprijzen, waarbij ook wordt ingegaan op de risico's van de industrie. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Onderhanden
TZ202211-032: De Minister van EZK zegt toe de Kamer een update te zullen sturen over de Schaalsprong Brainportregio, waarbij zij zal aangeven of het mogelijk en nuttig is om twee keer per jaar een update te geven over de ontwikkelingen in de Brainportregio. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe informatie te verschaffen over de afwegingen die ten grondslag aan de bedrijfs en sectoreselectie voor bedrijven die gebruik kunnen maken van de TEK. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Afgedaan met uitgaande brief [28-10-2022] - Aantal energie-intensieve mkb-bedrijven onder TEK-regeling, Kamerstuk 32 637, nr. 509
De Minister van EZK zegt toe inzichtelijk te zullen maken wat andere EU lidstaten doen voor bedrijven middels het tijdelijke crisisraamwerk voor staatssteun. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Afgedaan met uitgaande brief [09-11-2022] - Steunmaatregelen bedrijfsleven EU-lidstaten ten behoeve van hoge energieprijzen
De Minister van EZK zegt toe cijfers te zullen aanleveren over het aantal bedrijven dat onder de TEK valt. Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid Afgedaan met uitgaande brief [28-10-2022] - Aantal energie-intensieve mkb-bedrijven onder TEK-regeling, Kamerstuk 32 637, nr. 509
De Minister van EZK zal terugkomen op de vraag hoe het komt dat in Nederland de prijzen zo hoog zijn in vergelijking met andere landen (en waardoor bedrijven dus mogelijk eerder vertrekken dan in andere landen). Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om in de brief over de energie-intensieve industrie (voor het einde van het jaar) in te gaan op werktijdverkorting en daarbij een link te leggen met het PvdA voorstel voor een werkgarantiefonds. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [16-12-2022] - Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie, Kamerstuk 29 826, nr. 170
De Minister van EZK zegt een algemene reactie toe op het advies van de ARK, bij besteding van fondsen kijken of het doelmatig is conform comptabiliteitswet en daarbij advies inwinnen van onafhankelijke partij. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe te kijken of de integraliteit voldoende wordt bereikt met de huidige verduurzamingssubsidies . Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met brief verduurzaming mkb 06-04-2023, Kamerstuk 32 637, nr. 562
De Minister van EZK zal toetsen of website WHOA voldoende is of dat er meer communicatie nodig is om de regeling onder de aandacht van ondernemers te brengen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe in kaart te brengen welk effecten de lasten voor het bedrijfsleven hebben. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om in gesprekken met MKB Nederland/VNO-NCW na te vragen tegen welke knelpunten zij oplopen in de infrastructuurondersteuning bij de veelheid aan regelingen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe dat zij de Smart Industry Index zal bestuderen en bekijken of dit nuttig voor NL kan zijn en hier begin 2023 op terugkomen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [06-04-2023] - Financiering en digitalisering mkb - Kamerstuk 32 637, nr. 561
De Minister van EZK zegt toe dat er met de verbreding van wet VIFO (waar ook campussen onder vallen) met terugwerkende kracht gekeken zal worden naar alle overnames die recent hebben plaatsgevonden. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan
De Minister van EZK verifieert of signalen van PvdA over werkomstandigheden in de pakketmarkt (arbeidsvoorwaarden, salaris, contracten) dermate problematisch zijn dat er moet worden ingegrepen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister van EZK wil kijken wat een goede manier kan zijn om te organiseren dat dhr Graus ondersteuning van het Ministerie van EZK zal ontvangen voor (de coördinatie van) gesprekken in Limburg over de productie van een Nederlandse auto. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
TZ202302-097: De Minister van EZK zegt toe om begin volgend jaar een voortgangsbrief met betrekking tot internetdekking naar de Kamer te sturen, waarin zij zal ingaan op de uitvoering van de motie-Dekker/Leijten en het tijdpad met betrekking tot ontsluiting. Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post Onderhanden
TZ202302-098: De Minister van EZK zegt toe om een in het tweede kwartaal van 2023 terug te komen op de voortgang betreffende het meldpunt bereikbaarheid 112. Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post Onderhanden
TZ202302-070: De Minister van EZK zegt toe om de veilingregeling radio inclusief de weging van de ontvangen zienswijzen begin het eerste kwartaal van 2023 naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post Onderhanden
TZ202302-099: De Minister van EZK zegt toe om de veilingregeling 3,5 gigahertz-band uiterlijk in maart 2023 naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om te kijken naar signalen met betrekking tot twaalf jaar en twee keer zes jaar (radio). Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post Onderhanden
TZ202210-020: De Minister van EZK zegt toe terug te komen op de planning van de appreciatie van het MIT-advies. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Ontwikkelingen rondom het coronavirus Afgedaan door het versturen van de appreciatie van het MIT-advies, Kamerstuk 25 295, nr. 1997
De Minister van EZK zegt toe binnen een aantal weken een brief aan de Kamer te sturen waarin zij nader ingaat op de ontwikkelingen van de digitale economie. Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Afgedaan met Kamerstuk 26 643 nr. 941
De Minister van EZK zegt toe richting bedrijven en overheden actiever te acteren en meer informatie te verstrekken over de gevolgen van dataopslag.. Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV Afgedaan met Kamerstuk 26 643, nr. 941
De Minister van EZK zegt toe te bezien hoe de maatwerkafspraken zo vormgegeven kunnen worden dat bedrijven sneller te verduurzamen. Algemene Financiële Beschouwingen op 6 oktober 2022 Afgedaan met uitgaande brief [24-03-2023] - Een nationaal programma voor versnelde verduurzaming van de industrie. ‒ 03-2023, Kamerstuk 26 600, nr. 716
TZ202211-072: De Minister van EZK zegt toe om in samenwerking met andere Ministeries een langetermijnruimtevaartagenda op te stellen en spant zich in om deze agenda voor het zomerreces aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Onderhanden
TZ202211-075: De Minister van EZK zegt toe begin 2023 een brief over solar mobility en specifiek over de knelpunten voor de sector en het perspectief voor de ontwikkeling [ook in relatie tot de IPCEI's ] naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Onderhanden
TZ202211-073: De Minister van EZK zegt toe om de uitkomsten van de pilotregeling Mijn Digitale Zaak te evalueren en deze evaluatie in het derde kwartaal aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om met haar collega die mede gaat over het onderzoeks- en wetenschapsfonds, te sparren of daar mogelijkheden zijn voor ruimtevaart. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Mondeling afgedaan tijdens CD Innovatie en Ruimtevaart, 1 november 2022
TZ202211-074: De Minister van EZK zegt toe om samen met de Minister van OCW voor de begrotingsbehandeling EZK de brief over valorisatie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Afgedaan met uitgaande Kamerbrief 11-11-2022 Innovatie en Impact, Kamerstuk 33 009, nr. 17
TZ202211-076: De Minister van EZK zegt toe om het Aanvalsplan Groene en Digitale Banen voor het einde van het jaar naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart Afgedaan met uitgaande brief [03-02-2023] - Inzet op arbeidsmarktkrapte in de klimaat- en digitale transitie: Het Actieplan Groene en Digitale Banen
De Minister van EZK zegt toe om, samen met de bewindspersonen van Defensie, periodiek een ronde tafel met de defensiesector te organiseren. De eerstvolgende rond de tafel zal plaatsvinden eind 2023 Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om voor de zomer van 2023 in een Kamerbrief te rapporteren over hoe andere landen, in relatie tot Nederland, richtlijn 81 toepassen. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK Onderhanden
TZ202302-018: De Minister van EZK zegt toe, in samenwerking met de Staatssecretaris van Defensie, te onderzoeken of een revolverend fonds voor de defensie-industrie opportuun is en hierover aan de Kamer in het najaar te rapporteren. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK Onderhanden
TZ202302-017: De Minister van EZK zegt toe om de Kamer te informeren over de inrichting van het traject om te komen tot een strategie voor de maritieme maakindustrie en hierbij de Marinebouw expliciet mee te nemen. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK Onderhanden
TZ 202304057: De Minister van EZK zegt toe voor de zomer de nationale routekaart verduurzaming industrie aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
TZ 202304058: De Minister van EZK zegt toe dat zij binnen 3 weken de Kamer een brief zal doen toekomen over het, in het kader van de maatwerkafspraak, beschikbaar stellen van publieke gelden en daar specifiek in te gaan op aspecten als bonussen, gezondheidsgevolgen en andere moreel ethische dilemma's. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met voortgang maatwerkbrief, Kamerstuk 29 826, nr. 179
TZ 202304058: De Minister van EZK MEZK zegt toe dat zij in de toegezegde brief van tevens zal terugkomen op de scenario’s voor groene industriepolitiek op het gebied van mens dier en natuur. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met voortgang maatwerkbrief, Kamerstuk 29 826, nr. 179
De Minister van EZK zegt toe een toelichting te geven over de rol van de overheid in de brief over de NFIA strategie. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Afgedaan met uitgaande brief [20-04-2023] - Voortgang acquisitie met meer focus, Kamerstuk 32 637, nr. 564
De Minister van EZK zegt toe binnenkort met een brief te komen over één-deur-beleid (fysiek of digitaal) voor het verkrijgen van informatie over dienstverlening door de overheid. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe af te wegen of Nederland investeert in ETCI en informeert daarover de kamer voor het einde van het eerste kwartaal. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK kijkt naar hoe de AIV aanbevelingen meegenomen worden. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om nationale technologie strategie na de zomer naar de Kamer te sturen voor nadere informatie over verduurzamings- en innovatie trajecten. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om in het verlengde van het Programma werklocaties onderzoek te doen naar hoe ruimte te geven aan start-ups en scale-ups op campussen. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe de Kamer in maart te informeren over de voortgang van programma's betreft verduurzaming van de economie n.a.v. uitdagingen op het gebied van stikstof. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Afgedaan met voortgang maatwerkbrief, Kamerstuk 29 826, nr. 179
De Minister van EZK zegt toe terug te komen op de status van de aangenomen motie over de BOR. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om na 14 maart de Kamer schriftelijk te informeren over de doorontwikkeling van de Brainportregio en een update te sturen over de schaalsprong. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zal laten weten onder welk Ministerie de motie 11 van het lid Van Haga en PVV valt. (verzoekt de regering om groen bedrijven met sbi code 8130 vóór de inwerkingtreding van de nieuwe tranche op 9 mei 2023 op te nemen in de subsidieregeling schoon en emissieloos bouwmateriaal sseb). Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Onderhanden
De Minister van EZK zal binnen twee weken berichten aan de Kamer wat het oordeel wordt over motie nr. 20, GL, Katman over OV: aanhouden. Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat Kamerbrief 03-04-2023 Kabinetsreactie motie OV bereikbaarheid werklocaties, Kamerstuk 32 637, nr. 560
De Minister van EZK zegt toe om vanaf september een halfjaarlijkse voortgangsbrief mkb aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
De Minister van EEZK zegt toe om te onderzoeken wat nodig is met betrekking tot financiering van kleine ondernemers en hierover een brief aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
De minsiter van EZK zegt toe om in het derde kwartaal van 2023 een brief over de resultaten van BMKB-Groen aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe om de Kamer voor de zomer een brief over Techleap toe te zenden. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering Afgedaan met brief over startups en scale-ups d.d. 26 mei 2023, Kamerstuk 32 637, nr. 567
De Minister van EZK zegt toe om de Kamer voor de zomer te informeren over het gat in de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Evaluatie SDS vierde kwartaal 2023, Kamerstuk (36 200 XIII, nr. 129)
TZ202307-037: De Minister van EZK zegt toe om voor het einde van het jaar een brief over Techleap naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Onderhanden
TZ202307-036: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar een brief met een nadere rapportage met betrekking tot de Tibi-regeling naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Onderhanden
TZ202307-032: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar van 2023 de sectoragenda voor de maritieme maakindustrie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Onderhanden
De Minister van EZK zal najaar 2023 bij de monitorbrief de uitputting van lopende Europese programma's betrekken. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Onderhanden
De Minister van EZK zegt toe te onderzoeken of Codam past binnen de kaders van het NGF-voorstel ‘Innovatieve opleiders ICT’. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Onderhanden
TZ202306-171: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar ook een brief over de procesinnovaties te sturen, over digitalisering en robotisering in het mkb. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Onderhanden
TZ202306-170: De Minister van EZK zegt toe om het actieplan te laten doorrekenen en de Kamer hierover in te lichten. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Onderhanden
TZ202306-169: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar de monitoringsopzet Actieplan Groene en Digitale banen. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Onderhanden
TZ202307-035: De Minister van EZK zegt toe om in Q4 een brief over de aanpak van procesinnovatie naar de Kamer te sturen, naar aanleiding van de motie van de leden Amhaouch en Romke de Jong over het inrichten van een passend instrument om structureel in te zetten op proces- en productie-innovatie (Kamerstuk 36200-XIII, nr. 54). Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Onderhanden
TZ202307-034: De Minister van EZK zegt toe om de langetermijnruimtevaartagenda voor het einde van het jaar naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Onderhanden
TZ202306-168: De Minister van EZK zegt toe om de Kamer voor de zomer te informeren welke projecten het geld uit het Nationaal Groeifonds krijgen. Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen Afgedaan met uitgaande brief (27-07-2023): Toekenning opschaling 15 publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs, Kamerstuk 29 544, nr. 1215
TZ202305-066: De Minister van EZK zegt toe dat de Kamer de reactie ontvangt op het CPB-rapport Carbon costs and industrial firm performance. [20-04-2023] CD Circulaire economie (IenW) Onderhanden
TZ202307-033: De Minister van EZK zegt toe om nog voor de zomer een brief n.a.v. het Actieplan Groene en Digitale Banen over de concrete invulling, waaronder in de Brainportregio, naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie Afgedaan met uitgaande brief (27-07-2023): Toekenning opschaling 15 publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs, Kamerstuk 29 544, nr. 1215
De Minister van EZK komt op korte termijn met een visie op de Nederlandse economie in 2050, waarin aandacht is voor de transitie naar duurzame energie en hoogwaardige arbeid. Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK Onderhanden
De Minister voor KenE overlegt over energiebesparing met bedrijven die niet onder de energiebesparingsplicht vallen. Parlementaire agenda [08-03-2022] - CD Milieuraad (I&W/EZK/LNV) Onderhanden
De Minister van EZK heeft toegezegd in 2023 een speelveldtoets voor de industrie uit te voeren. Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS Onderhanden
De Minister voor KenE zegt de Kamer toe in de brief met scenario's kernenergie ook in te gaan op SMR’s. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Aanbieding studies kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 99
De Minister voor KenE zegt toe gedragsexperts te raadplegen over effect van fossiele reclames en daarbij voorbeelden uit andere landen bij te betrekken en de TK hier voor de zomer over te informeren. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om, zodra afspraken met netbeheerders over de financierings van de energiertransitie rond zijn, de Kamer te informeren. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [13-07-2022] - Financiering regionale netwerkbedrijven, Kamerstuk 32 813 nr. 1086
De Minister voor KenE zegt toe in het klimaatplan 2024 de koolstofbudget-benadering te betrekken. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om samen met de Minister van Financiën voorjaar 2023 een brief te sturen over of het mogelijk is om overwinsten van bedrijven in te zetten voor compensatie van lagere inkomenshuishoudens aangaande de energieprijzen. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [01-07-2022] - Belasting op excessieve winsten van energiebedrijven, Kamerstuk 32 140, nr. 134
De Minister voor KenE zal nagaan hoeveel belasting er nu meer binnenkomt door BTW op de prijsstijging van de energierekening. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om verplichting voor corporaties op te nemen om G F E labels te verduurzamen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan (brief Nationaal Isolatieprogramma: Kamerstuk 30 196, nr. 787)
De Minister voor KenE zegt toe in een brief in te gaan op het effect van vrijhandelsverdragen op ontbossing voor duurzame energie/klimaatbeleid. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief: BZ-1985491629-31, betreft Informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen
De Minister voor KenE zegt toe om te bezien of bij de emissieramingen gecorrigeerd kan worden voor het feit dat er veel interconnectie is met buitenland. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de uitwerking van het klimaatprogramma nader ingaan op de klimaattoets en eventuele strijdigheid met het klimaatbeleid. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de opdracht van de onafhankelijke adviesraad. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zegt toe in een brief terug te komen op de vulgraden voor de gasopslagen en hoe de opslagen tijdig te vullen voor de komende winter. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met uitgaande brief [22-04-2022] - Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid (Kamerstuk 29 023, nr. 302)
De Minister voor KenE zegt toe in het tweede kwartaal te komen met een brief over kernenergie. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 98
De Minister voor KenE zegt toe met gemeentes en provincies in gesprek te gaan over gezamenlijke uitgangspunten voor de plaatsing van windmolens op land en daarbij ook de normen uit omringende landen meenemen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in te gaan op innovatie in de uitwerking van het beleids programma klimaat. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zegt toe verder invulling te geven aan koplopersrol NL in FF55 bij volgende stand van zaken brief FF55. Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Fit-for-55-pakket (CD 7/4) Afgedaan met uitgaande brief [13-05-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 22 112, nr. 3409
De Minister voor KenE zegt toe bij het beleidsprogramma klimaat vanuit de brede welvaartsgedachte en totale footprint inzicht te geven in waar de kasstromen lopen. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
De Minister voor KenE zal de Kamer Informeren over wat het RePowerEU pakket betekent voor NL. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met uitgaande brief [22-04-2022] - Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid, Kamerstuk 29 023, nr. 302
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over het doorvertalen van hogere EU besparingsddoelen, naar de opgave per lidstaat. Hij zal dit doen zodra het TNO onderzoek gereed is. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 31 209, nr. 241
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over kernenergie specifiek in te gaan op wat NL doet met de andere EU landen aangaande ontwikkeling. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE gaat met ACM in gesprek over de richting die het rijk wil geven op investeringsplannen van netbeheerders vanuit MIEK (2030) en NPE (2050) zodat ACM dit kan meewegen in de rol die zij moeten invullen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1147
De Minister voor KenE zegt toe bij volgende brief terug te komen op welke alternatieven er zijn op het first come first serve principe. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 174
De Minister voor KenE zegt toe een technische briefing aan de Kamer te verzorgen over first come first serve principe. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt een brief toe over externe check op het MIEK, waarin hij ook ingaat op versterking van de regie vanuit EZK over het MIEK. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 155
De Minister voor KenE zegt een gesprek toe met OCW en VRO over de stand van zaken met betrekking tot de motie Van Haga over verduurzaming monumenten. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de zomer in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over gezamenlijke uitgangspunten voor tussentijdse afstandsnormen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in volgende NPRES brief (voor de zomer) terug te komen op lokaal eigenaarschap. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Uitgaande brief [06-07-2022] - Hernieuwbare energie op land en regionale energiestrategieën, Kamerstuk 32 813, nr. 1085
De Minister voor KenE zegt een brief toe waarin hij zal ingaan op de vraag waarom er een specifiek waterstofdoel is voor de industrie. Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060 en Kamerstuk 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe bij aanpassing elektriciteitswet in het najaar te bezien hoe we de kosten netbeheerders en stimulering van opslag beter een plek kunnen geven. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe alle varianten voor het meenemen van systeemkosten te bezien. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de SDE++ ronde 2023 nog een keer goed te kijken naar het percentage TTF (70%), met betrekking tot aardwarmte en de Kamer hierover te informeren. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Beantwoording Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, Kamerstuk 31 239, nr. 377
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren hoe het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van energiecooperaties is verlopen. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [01-07-2022] - Verzamelbrief SDE++, Kamerstuk 31 239, nr. 364
De Minister voor KenE zal vóór de zomer de Kamer informeren over de uitwerking van het instrument voor stimulering van warmtenetten. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE informeert de Kamer op korte termijn over Europese eisen voor biogrondstoffen en de laatste stand van zaken daarvan, en hoe we omgaan met inzet van duurzame biogrondstoffen met laagwaardige energie doeleinden. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor K&E onderzoekt de mogelijkheden voor circulaire waterstof in de vierde fase van de SDE++. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Voortgang waterstofbeleid, Kamerstuk TK 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe om als NL en in EU verband bij de klimaattop COP27 concreter te worden over plannen en ambities klimaatbeleid, maar ook over klimaatfinanciering. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met Kamerbrief Verwachtingen Klimaatconferentie COP27, Kamerstuk 31 793, nr. 210
De Minister voor KenE zegt toe dat energiearmoede structureel gemonitord zal worden en de Monitor Energiearmoede die dit najaar verschijnt met een appreciatie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [27-01-2023] - Monitor Energiearmoede in Nederland, Kamerstuk 29 023, nr. 390
De Minister voor KenE geeft aan dat de Energieraad in juni tot besluitvorming over de RED moet komen, of met 40% of op basis van inzicht OEK andere doelstelling. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [08-07-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk Kamerstuk 22 112, nr. 3461
De Minister voor KenE zegt toe te komen met een reactie op de Zweedse voorstellen voor een stok achter deur bij de ESR doelen. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [13-05-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 22 112, nr. 3409
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de uitkomsten van de MKBA Deltacorridor als deze af is. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zegt de Kamer een brief toe over het onderzoek van RVO naar aansluiting van huidige instrument bij kleinschalige intiatieven. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om in het kader van het nationaal waterstofprogramma in gesprek te gaan met partijen en kennisinstellingen. of we naar 8 GW kunnen gaan. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de tweede helft van het jaar teugkomen op marktordening van het net op zee voor waterstof. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Voortgang waterstofbeleid, Kamerstuk 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe in afstemming met BHOS te bevorderen dat IMVO aspecten meegenomen worden in in risicoanalyse voor waterstof import. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met brief Kamerstuk 29 023, nr. 431
De Minister voor KenE zegt toe in de zomerbrief Wind op Zee nader in te gaan op elektrolyse op zee. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met uitgaande brief [16-09-2022] - Kamerbrief windenergie op zee 2030-2050, Kamerstuk 33 561, nr. 54
De Minister voor KenE komt eind van de zomer met een voorstelbrief naar kamer naar aanleiding van worst case scenario's uit de ENTSOG yearly outlook. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met uitgaande brief [06-04-2023] - Voortgang Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G), Kamerstuk 29 023, nr. 418
De Minister voor KenE zal na de zomer de Kamer informeren over de stresstest op energiesysteem als gas uit Rusland wegvalt, knelpunten en voorgenomen vervolgacties. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met uitgaande brief [12-09-2022] - Voortgang Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G) en gasleveringszekerheid, Kamerstuk 29 023, nr. 342
De staatssecretaris Mijnbouw komt voor de zomer in het conceptbesluit voor het gasjaar 2022/2023 terug op de voors en tegen van het vastleggen van een sluitingsdatum in de wet. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1035
De Minister voor KenE zegt toe na de zomer te komen met een verdere appreciatie van RepowerEU in trilogen. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3535
De Minister voor KenE zal met de Minister voor VRO de verhouding uitzoeken tussen REpowerEU en Ff55 en het nationaal isolatie programma. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de volgende Fit for 55 een analyse geven van blootstelling aan externe effecten van de industrie onder het CBAM. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zal bij verdere uitwerking van de kernenergieplannen terugkomen op de inzet van kernenergie voor elektriciteits productie/ waterstofproductie, samen met andere lidstaten. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor Prinsjesdag met voorstellen te komen voor structurele maatregelen met als doel 10 megaton cumulatief in te lopen tot 2030. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerbrief van 20 september 2022: Kamerstuk 32 813, nr. 1091
De Minister voor KenE zegt toe om einde zomer de Kamer te informeren over de stresstest naar aanleiding van de motie Omtzigt over het BHG fase 3 afschakelen bedrijven. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe dat de staatssecretaris Mijnbouw de Kamer informeert voor CD mijnbouw Groningen of de vergunning voor gaswinning boven Schiermonnikoog van ONE-Dyas een onbepaalde tijdsduur heeft. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Uitgaande brief [15-07-2022] - Versnellingsplan gaswinning Noordzee, Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De Minister voor KenE zegt toe dat hij in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief na de zomer uitgebreid zal ingaan op het gezamenlijk inkooploket voor gas. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
TZ202211-194: De Minister voor KenE zegt toe in routekaart energieopslag begin 2023 in te zullen gaan op behoud van GVOs bij energieopslag. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [07-06-2023] - Routekaart Energieopslag voorjaar 2023 (zie bijlage), Kamerstuk 29 043, nr. 430
TZ202211-195: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over het actieprogramma netcapaciteit of parallel daaraan voor eind van dit jaar naar de Kamer te informeren over uitwerking van gesprekken met ACM over tariefstelling bij opslagdiensten als batterijen en eboilers. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-196: De Minister voor KenE zegt toe de Kamer per brief te informeren over het bevorderen of wegnemen van belemmeringen voor smartgrids in woonwijken. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-196: In de brief uit toezegging 3 ook in gaan op rol ACM aan lid Leijten over rol, brief begin volgend jaar. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-198: De Minister voor KenE zegt de Kamer toe voor de begrotingsbehandeling te informeren over verschillende regelingen over energiecooperaties. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [21-11-2022] - Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023, Kamerstuk 31 239, nr. 367
TZ202211-199: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over kernenergie eind 2022 de Kamer te informeren over de status van de ontmantelingskosten centrale Borssele. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Onderhanden
TZ202210-003: De Minister voor KenE zal in de eerder toegezegde brief over bindende energiebesparingsdoelen tevens ingaan op alle voorstellen die in dit commissiedebat zijn gedaan. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [29-11-2022] - Stand van zaken energiebesparingsbeleid bedrijven en instellingen, Kamerstuk 30 196, nr. 805
TZ202210-004: De Minister voor KenE zegt toe in de brief met de update over het MIEK in december in te gaan op diverse maatregelen, zoals het toepassen van de Crisis- en herstelwet, om de verduurzaming te versnellen. Parlementaire agenda [15-09-2022] - CD Gasmarkt en leveringszekerheid Afgedaan Kamerstuk 29 826, nr. 155
TZ202210-118: De Minister voor KenE zegt toe voor de begrotingsbehandeling nader in te gaan op de besteding van het budget van het amendement-Erkens/Dassen over een Kennis- en innovatieprogramma op het gebied van nucleaire energie (Kamerstuk 35925-XIII, nr. 14) Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [18-11-2022] - Versterking nucleaire kennis- en innovatiestructuur, Kamerstuk 32 645, nr. 101
TZ202210-115: De Minister voor KenE zegt toe in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) terug te komen op het idee voor een gezamenlijk kennisplatform voor een Europees Energiesysteem. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de NPE brief in te zullen gaan op inpassing 70GW wind op zee in relatie tot kernenergie. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Onderhanden
TZ202210-117: De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie nader in te gaan op de vragen van het lid Boucke over de kosten per kilowattuur van Kernenergie. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
TZ202210-116: De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie een voorkeurslocatie ten aanzien van nieuw te bouwen kerncentrales te maken. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE zegt toe schriftelijk te reageren op Amerikaans onderzoek (DOE). Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor het kerstreces een brief te sturen over kernenergie, o.a. over voorkeur voor locaties. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
TZ202211-130: De Minister voor KenE zegt toe in het voorjaar een brief te sturen over CCS. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
TZ202211-131: De Minister voor KenE zegt toe om begin 2023 het onderzoek van de RUG over aanpassing wet- en regelgeving t.b.v. versnelling van verduurzaming aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met Kamerbrief: Kamerstuk 33 118, nr. 237.
De Minister van EZK zegt toe te vragen aan de Minister voor Klimaat en Energie om de Kamer op korte termijn te informeren over kernenergie CD Staatsdeelnemingen op 30 november Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk TK 32 645, nr. 116
De minister voor EZK zegt toe de vraag over het toezicht van de ACM op Tennet door te geleiden aan de minister voor Klimaat en Energie. CD Staatsdeelnemingen op 30 november Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe onderzoek te doen om te kijken welke maatregelen er nodig zijn voor circulariteit en grondstoffen zodat dit standaard wordt bij energieprojecten. minister verwerkt het in tenders voor wind op zee. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief die eraan komt in te gaan op hoe we de gasopslagen meer strategisch kunnen gebruiken inclusief 'doorrollen'. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Gasleveringszekerheid en gasopslagen, Kamerstuk 29 023, nr. 35
De Minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over het uitvoeren van de motie Grinwis en Erkens (glastuinbouw). Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief voorjaarsbesluitvorming klimaat, Kamerstuk 32 813, nr. 1230
De Minister voor KenE zegt toe met RVO in gesprek te gaan over hoe de monitor over besparingsplicht die er al is verder uitgebreid kan kunnen breiden en verbeteren en TK blijven informeren over sectordoelen en besparingsdoelen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de stemming over amendementen 19 en 20 met een aangepaste appreciatie te komen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Appreciatie amendement 19 en 20 begrotingsbehandeling EZK 2023, Kamerstuk 36200 XIII, nr. 86
De Minister voor KenE zegt toe om met TNO in gesprek te gaan over eventueel een team kernenergie in te richten met oog op alle toekomstige plannen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met antwoord op vragen van het lid Erkens over het opbouwen van de kennisinfrastructuur op het gebied van kernenergie in Nederland, kenmerk 2023Z03076 / AH2395
De Minister voor KenE komt met een schriftelijke appreciatie van het amendement ILT van GL. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE komt in de volgende SDE+ brief (begin 2023) terug op hoe komende jaren middelen beter ingezet worden tbv de energietransitie. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Beantwoording Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, Kamerstuk 31 239, nr. 377
TZ202304-094: De Minister voor KenE zal in de volgende groen gas brief (Q2) terugkomen op wat groen gas precies is. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zal in een van de volgende brieven over kernenergie uitgebreider ingaan op hoe de samenwerking met een aantal landen vormgegeven wordt. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Onderhanden
De Minister voor KenE zal de koolstofbudgetbenadering nader onderzoeken voor de tweede wetswijziging van de Klimaatwet in combinatie met de motie Bontenbal over sterk fluctuerende emissies in de elektriciteitssector. Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek Onderhanden
TZ202304-078: De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer van 2022 het concept NPE toe te sturen, waarin hij TK informeert over een nieuw jaartal voor een CO2-neutraal elektriciteitssysteem. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-079: De Minister voor KenE zal de Kamer in tweede zonnebrief voor zomerreces over de norm voor zonne-energie informeren. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-080: De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer te informeren over de bijmengverplichting groen gas Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-079: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede zonnebrief in te gaan op de kansen die het IMVO convenant biedt. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over de openstelling van de SDE 2024 in te gaan op IMVO en het plan van PvdA inzake het introduceren meer participatieve vormen in de SDE. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-085: De Minister voor KenE zegt toe indien mogelijk dit voorjaar, uiterlijk zomer, terug te komen op het idee van een kwaliteitsbudget, nav motie Boucke. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-081: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede helft van 2023 de Kamer te informeren overde aanwijzing van go to areas. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-082: De Minister voor KenE zegt toe in het derde kwartaal van 2023 de voortgangsrapportage Wind op zee aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-086: De Minister voor KenE zegt toe net na het zomerreces het tijdpad voor tendering van offshore waterstof aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-087: De Minister voor KenE zegt toe binnen een aantal weken een brief met opsomming van versnelling van juridische procedures voor energie-infrastructuur naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met uitgaande brief [24-03-2023] - Versnellingsaanpak energietransitie, Kamerstuk 32 813, nr. 1193
Z202304-083: De Minister voor KenE zegt toe om voor de zomer een brief over CO2 vrij regelbaar vermogen aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over burgerparticipatie in klimaatbeleid in te gaan op landelijke regels voor financiële participatie en meer participatieve vormen in SDE. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-088: De Minister voor KenE zegt toe om na zomer te reageren om TNO van 9 maart 2023. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-084: De Minister voor KenE zegt toe de voortgangsbrief over de waterstof backbone voor de zomer te sturen aan de Kamer. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-075: De Minister voor KenE zal de Kamer over een aantal weken informeren over investeringen in hoogspanningsnet. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-076: De Minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over welke opvolging er wordt gegeven aan ruimte die ACM biedt in het first come first serve principe, in brief netcongestie voor de zomer. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-076: De Minister voor KenE zegt toe om aan LAN laagspanning toe te voegen, zelfde brief over netcongestie. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-077: De Minister voor KenE zegt toe in de volgende brief over het elektriciteitsnet voor zomer in te gaan op het investeringsplan van de netbeheerders in relatie tot de te behalen doelen, met info over de verschillende regio’s. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
De Minister voor KenE zegt toe zich in te zullen spannen om in de MoU over TenneT bredere synergiën te zullen borgen voor samenwerking tussen Nederland en Duitsland op energie. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Toekomst TenneT Duitsland Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe de Kamer in 2023 te informeren over ontwikkelingen van het Europese pentaverband inzake de elektriciteitsmarkt. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Toekomst TenneT Duitsland Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 1020
De minister voor KenE zegt toe uiterlijk volgende week een kernenergiebrief over de voortgang van de nieuwbouw en de bedrijfsduurverlenging van Borssele naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2023] - Stand van zaken nieuw te bouwen kerncentrales en m.e.r.-procedure wijziging Kernenergiewet, Kamerstuk 32 645, nr. 117
De minister voor KenE zegt toe uiterlijk volgende week een kernenergiebrief over de voortgang ten aanzien van de kennisinfrastructuur naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2023] - Actuele ontwikkelingen rondom versterking nucleaire kennis- en innovatiestructuur, Kamerstuk 32 645, nr. 118
De minister voor KenE zegt toe het concept Nationaal plan energiesysteem (NPE) over 2 weken naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [03-07-2023] - Aanbieding concept Nationaal Plan Energiesysteem, Kamerstuk 32 813, nr. 1280
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de gevolgen van het mislukken van het Landbouwakkoord voor het aanvullend Klimaatpakket naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Aanbieding concept Landbouwakkoord en vervolgtraject , Kamerstuk 30 252, nr. 100
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de stand van zaken rond de uitwerking van de subsidieregeling voor de CO2-vrije centrales naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [07-07-2023] - Stand van zaken Subsidieregeling CO2-vrij regelbaar vermogen, Kamerstuk 31 239, nr. 379
De minister voor KenE zegt toe het definitieve Nationaal plan energiesysteem (NPE) begin december 2023 naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
TZ202304-065: De minister voor KenE zegt toe dat hij en de staatssecretaris van Financiën de Kamer dit voorjaar een brief over fossiele voordelen doen toekomen. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe met de staatssecretaris van Financien in kaart te brengen welke fossiele subsidies er zijn en de Kamer daarvoer te informeren. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de Routekaart opslag in te gaan op ondersteuning van thuisbatterijen en grondstoffen van batterijopslag, maar ook op de productie- en verwerkingskant van afval. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Afgedaan met Routekaart Energieopslag, verzonden 7 juli, Kamerstuk 29 043, nr. 230
De minister voor KenE zegt toe in de kwartaalbrief over gasleveringszekerheid uitgebreider in te gaan op de werking van het BH-G en de indicatoren die het BH-G kunnen triggeren. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Kwartaalupdate gasleveringszekerheid Q2, Kamerstuk 29 023, nr. 441
De minister voor KenE zal terugkomen op het idee dat gas uit de Noordzee ingekocht kan worden door bedrijven die leveren aan Nederlandse consumenten. Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. Onderhanden
TZ202302-125: De minister voor KenE zegt toe in een volgende ronde met gedragswetenschappers expliciet de vraag voor te leggen wat de toegevoegde waarde is van een verbod op fossiele reclames en hierover schriftelijk bij de Kamer op terug te komen. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
TZ202302-127: De minister voor KenE zegt toe om in de volgende brief over biomassa in te gaan op het aanscherpen van voorwaarden voor biomassa, waaronder onderzoek op locatie. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in het ficheformat op te nemen waar de middelen neerslaan en in hoeverre er sprake is van klimaatrechtvaardigheid. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Afgedaan, verwerkt in nieuwe ficheformats voor het Meerjarenprogramma dat de Kamer nog zal ontvangen
TZ202302-126: De minister voor KenE zegt toe in een volgende EU-brief de stand van zaken over de uittreding uit het ECT te geven. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in volgende brief over het programma waterstof in te gaan op IMVO en waardeketens. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief 2 juni 2023 Energiediplomatie en import van waterstof, Kamerstuk 29 023, nr. 431
TZ202302-122: De minister voor KenE zegt toe de Kamer een overzicht te doen toekomen van de projecten die in hun uitvoering beperkt worden door de stikstofproblematiek. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe dat hij de «total cost of ownership» van fossiele brandstof auto's versus elektrische auto’s zal blijven meewegen in beleid. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om jaarlijks onafhankelijk advies bij PBL aan te vragen voor het meerjarenprogramma klimaat. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Staand beleid_x000D_
De minister voor KenE zegt toe om in het format van de fiches een motiveringsplicht op te nemen zodat duidelijk is tussen welke partijen (bedrijven en andere nongouvernementele organisaties) en welke bewindspersonen communicatie is geweest. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
TZ202306-317: De minister voor KenE zal rondom de begrotingsbehandeling de Kamer informeren over de uitkomst van het gesprek met klimaatjongerenorganisaties over structurele financiering. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe bij het pakket aan klimaatmaatregelen in het voorjaar de voor- en nadelen van de verschillende opties voor aanpassing van de Energiebelasting te laten zien ter onderbouwing van de gemaakte keuzes. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
TZ202302-128: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over klimaatneutraliteit en de brief over de 2e wijziging van de Klimaatwet in te gaan op de suggesties die groene organisaties hebben gedaan over het koolstofbudget. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
TZ202304-010: De minister voor KenE informeert de Kamer in het voorjaar over de doelstellingen bij scope 2 en scope 3-emissies. Parlementaire agenda [30-03-2023] - CD Internationale Klimaatstrategie met MBHOS Onderhanden
TZ202302-130: De minister voor KenE zegt toe in de voorjaarsbrief in te gaan op voor en nadelen van vervroegd sluiten van de kolencentrales. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Voorjaarsbesluitvorming Klimaat, Kamerstuk 32 813, nr. 1230
De minister voor KenE zegt toe in de brief die in de week van 30 maart 2023 gaat over blokaansluitingen te reageren op de suggestie van Thijssen of er niet een register kan komen waarin de huurder kunnen zien of de verhuurder de tegemoetkoming voor blokaansluitingen heeft aangevraagd zodat zij makkelijker een beroep kunnen doen op de verhuurder. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen, Kamerstuk 29 023, nr. 416
De minister voor KenE zegt toe in de brief die in de week van 30 maart 2023 gaat wat uitgebreider in te gaan op het punt van de heer Omtzigt over het doorberekening van de tegemoetkoming blokaansluitingen en hoe dat werkt als iemand 1 april wel of niet verhuist, en of MKE achter de voordeur kan controleren of de verhuurders de bedragen wel goed doorgeven. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen, Kamerstuk 29 023, nr. 416
TZ202302-129: De minister voor KenE zegt toe dat hij in een Kamerbrief in maart nader terug komt op de financiering van energiecoöperaties. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, 26 april 2023. Kamerstuk 31 239, nr. 377
TZ202302-133: De minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over de rol van private en publieke partijen bij het halen van het waterstofproductiedoel. Parlementaire agenda [08-12-2022] - CD Waterstof, groen gas en andere energiedragers Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe de Kamer in het najaar te informeren over de gevolgen van de rechterlijke uitspraak inzake de regeling waarmee huishoudens hun gasaansluiting gratis konden laten verwijderen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor Klimaat en Energie zegt toe te kijken hoe snel hij kan voldoen aan het informatieverzoek van de heer Boutkan over het ontvangen van een overzicht van gesprekken die hebben plaatsgevonden om tot dit klimaatpakket te komen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [27-06-2023] aan de Kamer, Kamerstuk 32 813, nr. 1273
De minister voor KenE zegt toe dat bij de voorjaarsbesluitvorming 2024 de kernenergiegelden uit het Klimaatfonds zullen worden bestemd (4,6 miljard). Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de volgende brief ‘Update net-zero industrie act’ nader in te gaan op de Duitse plannen en ideeën en de staalindustrievergoeding Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
TZ202306-319: De minister voor KenE stuurt In het najaar een brief naar de Kamer over de samenstelling en de representativiteit burgerforum. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
TZ202306-318: De minister voor KenE zal in de stand-van zakenbrief burgerforum, inclusief de publiciteitscampagne, aan de kamer doen toekomen. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in een van de volgende brieven over kabinetsinzet in de EU in te gaan op expertsessies over CO2-markten van 20 en 21 april. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan 07-06-2023 in Kamerbrief over tiende zeswekelijkse brief over de stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 21 112, nr. 3702
TZ202304-066: De minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer, n.a.v. de afronding van de onderhandelingen over de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) en de nieuwe impactanalyse voor Nederland door TNO, een brief over de vaststelling van de sectorspecifieke energiebesparingsdoelen te doen toekomen. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe een overzicht van maatregelen/plannen die genomen kunnen worden voor verduurzaming van de huursector op basis van geactualiseerde onderzoeken mee te nemen in zonnebrief (voorjaar 2023). Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Afgedaan met uitgaande brief (6 juli 2023), Zonnebrief, Kamerstuk 32 813, nr. 1281
TZ202302-124: De minister voor Klimaat en Energie zegt toe in de volgende zonnebrief, die hij in het voorjaar van 2023 naar de Kamer stuurt, terug te komen op de suggestie van het lid Boucke over zonnedaken op parkeerterreinen. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief (6 juli 2023), Zonnebrief, Kamerstuk 32 813, nr. 1281
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een update van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief (22 juni 2023): Netcapaciteit, de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit, Kamerstuk 29 023, nr. 443
De minister voor KenE zegt toe de suggestie voor een eventueel vervolg van het noodfonds voor energie mee te geen aan de minister voor Armoedebeleid. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
TZ202302-123: De minister voor KenE zegt toe in de volgende voortgangsbrief over de Wet collectieve Warmtevoorziening (WcW) in te gaan op bijdrage van warmtenetten aan de klimaatdoelen in de gebouwde omgeving. Hij zal daarbij ook ingaan op de in Fit for 55 vastgestelde doelen voor groei van hernieuwbare warmte. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe dat als we weten dat maatregelen impact kunnen hebben op het Nederlandse bedrijfsleven, we ook niet onnodig risico’s moeten gaan nemen. Parlementaire agenda [17-04-2023] - Notaoverleg Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) & Aanvullend klimaatbeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om aan de Minister voor Armoedebeleid de suggestie van Leijten en Omtzigt mee te geven dat mensen met een blokaansluiting ook toegang gegeven wordt tot het private Noodfonds Energie, zodat bij een eventueel vervolg van de regeling kan worden bekeken of dit de regeling nog verder kan verbeteren. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Voortgangsrapportage prijsplafond Q2, Kamerstuk 36 200, nr. 183
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de definitieve vormgeving van de bijmengverplichting van groen gas naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [14-07-2023] - Kamerbrief nadere uitwerking bijmengverplichting groen gas, Kamerstuk 32 813, nr. 1283
De minister voor KenE zegt toe de ACM nogmaals te wijzen op goed toezien op dat de jaarafrekeningen inzichtelijk zijn. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe dat het kabinet later dit jaar inzichtelijk zal maken hoe het vanaf 2024 op nog gerichtere manieren zal proberen om mensen tegemoet te komen in de gestegen energiekosten. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de najaarsbrief over dynamische contracten op de consumentenmarkt energie in te gaan op de mogelijkheid van een financiele bijsluiter. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe de komende tijd in zijn overleggen met medeoverheden en de netbeheerder aan de slag te gaan met het vraagstuk prioritering, anders dan ‘first come first served’ dat nu voorligt door de uitspraken van de ACM. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3) Afgedaan met uitgaande brief [22-06-2023] - Netcapaciteit, de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit, Kamerstuk 29 023, nr. 433
De minister voor KenE zegt toe binnenkort schriftelijke terug te komen op de vraag van het lid Bontenbal over het door netbeheerders delen van informatie over netcongestie. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in aanbiedingsbrief NPE in te gaan op adviesaanvraag AWTI over cleantech innovatie. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief [03-07-2023] - Aanbieding concept Nationaal Plan Energiesysteem, Kamerstuk 32 813, nr. 1280
De minister voor KenE zegt toe een berekening van effect van afbouw salderingsregeling te maken bij een aantal standaardhuishouden. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om bij de Klimaatnota, die het kabinet later weer moet updaten, per sector en zo veel mogelijk op maatregelniveau aan te geven hoe de principes van klimaatrechtvaardigheid zijn toegepast. Parlementaire agenda [17-04-2023] - Notaoverleg Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) & Aanvullend klimaatbeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in de Kabinetsreactie op WRR-rapport over klimaatrechtvaardigheid in te gaan op het in de wet verankeren van rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief [02-06-2023] - Kabinetsappreciatie WRR-rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid , Kamerstuk 32 813, nr. 1236
TZ202302-134: De Minister voor KenE zegt toe in de volgende waterstofbrief in te gaan op de rol van de Nederlandse maakindustrie in deze sector. Parlementaire agenda [08-12-2022] - CD Waterstof, groen gas en andere energiedragers Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe om volgend jaar in het voorjaar de Kamer te informeren over of en zo ja hoeveel publiek geld er nog nodig is voor kernenergie (of in ieder geval dit zo concreet mogelijk te maken). Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
De Minister voor KenE overlegt over energiebesparing met bedrijven die niet onder de energiebesparingsplicht vallen. Parlementaire agenda [08-03-2022] - CD Milieuraad (I&W/EZK/LNV) Onderhanden
De Minister van EZK heeft toegezegd in 2023 een speelveldtoets voor de industrie uit te voeren. Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS Onderhanden
De Minister voor KenE zegt de Kamer toe in de brief met scenario's kernenergie ook in te gaan op SMR’s. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Aanbieding studies kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 99
De Minister voor KenE zegt toe gedragsexperts te raadplegen over effect van fossiele reclames en daarbij voorbeelden uit andere landen bij te betrekken en de TK hier voor de zomer over te informeren. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om, zodra afspraken met netbeheerders over de financierings van de energiertransitie rond zijn, de Kamer te informeren. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [13-07-2022] - Financiering regionale netwerkbedrijven, Kamerstuk 32 813 nr. 1086
De Minister voor KenE zegt toe in het klimaatplan 2024 de koolstofbudget-benadering te betrekken. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om samen met de Minister van Financiën voorjaar 2023 een brief te sturen over of het mogelijk is om overwinsten van bedrijven in te zetten voor compensatie van lagere inkomenshuishoudens aangaande de energieprijzen. Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [01-07-2022] - Belasting op excessieve winsten van energiebedrijven, Kamerstuk 32 140, nr. 134
De Minister voor KenE zal nagaan hoeveel belasting er nu meer binnenkomt door BTW op de prijsstijging van de energierekening. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om verplichting voor corporaties op te nemen om G F E labels te verduurzamen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan (brief Nationaal Isolatieprogramma: Kamerstuk 30 196, nr. 787)
De Minister voor KenE zegt toe in een brief in te gaan op het effect van vrijhandelsverdragen op ontbossing voor duurzame energie/klimaatbeleid. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief: BZ-1985491629-31, betreft Informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen
De Minister voor KenE zegt toe om te bezien of bij de emissieramingen gecorrigeerd kan worden voor het feit dat er veel interconnectie is met buitenland. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de uitwerking van het klimaatprogramma nader ingaan op de klimaattoets en eventuele strijdigheid met het klimaatbeleid. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de opdracht van de onafhankelijke adviesraad. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zegt toe in een brief terug te komen op de vulgraden voor de gasopslagen en hoe de opslagen tijdig te vullen voor de komende winter. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met uitgaande brief [22-04-2022] - Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid (Kamerstuk 29 023, nr. 302)
De Minister voor KenE zegt toe in het tweede kwartaal te komen met een brief over kernenergie. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerbrief kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 98
De Minister voor KenE zegt toe met gemeentes en provincies in gesprek te gaan over gezamenlijke uitgangspunten voor de plaatsing van windmolens op land en daarbij ook de normen uit omringende landen meenemen. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in te gaan op innovatie in de uitwerking van het beleids programma klimaat. Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE Afgedaan met Kamerstuk 32 813 nr. 1049
De Minister voor KenE zegt toe verder invulling te geven aan koplopersrol NL in FF55 bij volgende stand van zaken brief FF55. Parlementaire agenda [20-04-2022] - TMD Fit-for-55-pakket (CD 7/4) Afgedaan met uitgaande brief [13-05-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 22 112, nr. 3409
De Minister voor KenE zegt toe bij het beleidsprogramma klimaat vanuit de brede welvaartsgedachte en totale footprint inzicht te geven in waar de kasstromen lopen. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049
De Minister voor KenE zal de Kamer Informeren over wat het RePowerEU pakket betekent voor NL. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met uitgaande brief [22-04-2022] - Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid, Kamerstuk 29 023, nr. 302
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over het doorvertalen van hogere EU besparingsddoelen, naar de opgave per lidstaat. Hij zal dit doen zodra het TNO onderzoek gereed is. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met Kamerstuk 31 209, nr. 241
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over kernenergie specifiek in te gaan op wat NL doet met de andere EU landen aangaande ontwikkeling. Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE gaat met ACM in gesprek over de richting die het rijk wil geven op investeringsplannen van netbeheerders vanuit MIEK (2030) en NPE (2050) zodat ACM dit kan meewegen in de rol die zij moeten invullen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1147
De Minister voor KenE zegt toe bij volgende brief terug te komen op welke alternatieven er zijn op het first come first serve principe. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 174
De Minister voor KenE zegt toe een technische briefing aan de Kamer te verzorgen over first come first serve principe. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt een brief toe over externe check op het MIEK, waarin hij ook ingaat op versterking van de regie vanuit EZK over het MIEK. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 155
De Minister voor KenE zegt een gesprek toe met OCW en VRO over de stand van zaken met betrekking tot de motie Van Haga over verduurzaming monumenten. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de zomer in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over gezamenlijke uitgangspunten voor tussentijdse afstandsnormen. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in volgende NPRES brief (voor de zomer) terug te komen op lokaal eigenaarschap. Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Uitgaande brief [06-07-2022] - Hernieuwbare energie op land en regionale energiestrategieën, Kamerstuk 32 813, nr. 1085
De Minister voor KenE zegt een brief toe waarin hij zal ingaan op de vraag waarom er een specifiek waterstofdoel is voor de industrie. Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55 Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060 en Kamerstuk 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe bij aanpassing elektriciteitswet in het najaar te bezien hoe we de kosten netbeheerders en stimulering van opslag beter een plek kunnen geven. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe alle varianten voor het meenemen van systeemkosten te bezien. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de SDE++ ronde 2023 nog een keer goed te kijken naar het percentage TTF (70%), met betrekking tot aardwarmte en de Kamer hierover te informeren. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Beantwoording Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, Kamerstuk 31 239, nr. 377
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren hoe het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van energiecooperaties is verlopen. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [01-07-2022] - Verzamelbrief SDE++, Kamerstuk 31 239, nr. 364
De Minister voor KenE zal vóór de zomer de Kamer informeren over de uitwerking van het instrument voor stimulering van warmtenetten. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor KenE informeert de Kamer op korte termijn over Europese eisen voor biogrondstoffen en de laatste stand van zaken daarvan, en hoe we omgaan met inzet van duurzame biogrondstoffen met laagwaardige energie doeleinden. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Onderhanden
De Minister voor K&E onderzoekt de mogelijkheden voor circulaire waterstof in de vierde fase van de SDE++. Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023 Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Voortgang waterstofbeleid, Kamerstuk TK 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe om als NL en in EU verband bij de klimaattop COP27 concreter te worden over plannen en ambities klimaatbeleid, maar ook over klimaatfinanciering. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met Kamerbrief Verwachtingen Klimaatconferentie COP27, Kamerstuk 31 793, nr. 210
De Minister voor KenE zegt toe dat energiearmoede structureel gemonitord zal worden en de Monitor Energiearmoede die dit najaar verschijnt met een appreciatie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [27-01-2023] - Monitor Energiearmoede in Nederland, Kamerstuk 29 023, nr. 390
De Minister voor KenE geeft aan dat de Energieraad in juni tot besluitvorming over de RED moet komen, of met 40% of op basis van inzicht OEK andere doelstelling. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [08-07-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk Kamerstuk 22 112, nr. 3461
De Minister voor KenE zegt toe te komen met een reactie op de Zweedse voorstellen voor een stok achter deur bij de ESR doelen. Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket Afgedaan met uitgaande brief [13-05-2022] - Stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 22 112, nr. 3409
De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de uitkomsten van de MKBA Deltacorridor als deze af is. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zegt de Kamer een brief toe over het onderzoek van RVO naar aansluiting van huidige instrument bij kleinschalige intiatieven. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe om in het kader van het nationaal waterstofprogramma in gesprek te gaan met partijen en kennisinstellingen. of we naar 8 GW kunnen gaan. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de tweede helft van het jaar teugkomen op marktordening van het net op zee voor waterstof. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Voortgang waterstofbeleid, Kamerstuk 32 813, nr. 1143
De Minister voor KenE zegt toe in afstemming met BHOS te bevorderen dat IMVO aspecten meegenomen worden in in risicoanalyse voor waterstof import. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met brief Kamerstuk 29 023, nr. 431
De Minister voor KenE zegt toe in de zomerbrief Wind op Zee nader in te gaan op elektrolyse op zee. Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof Afgedaan met uitgaande brief [16-09-2022] - Kamerbrief windenergie op zee 2030-2050, Kamerstuk 33 561, nr. 54
De Minister voor KenE komt eind van de zomer met een voorstelbrief naar kamer naar aanleiding van worst case scenario's uit de ENTSOG yearly outlook. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met uitgaande brief [06-04-2023] - Voortgang Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G), Kamerstuk 29 023, nr. 418
De Minister voor KenE zal na de zomer de Kamer informeren over de stresstest op energiesysteem als gas uit Rusland wegvalt, knelpunten en voorgenomen vervolgacties. Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid Afgedaan met uitgaande brief [12-09-2022] - Voortgang Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G) en gasleveringszekerheid, Kamerstuk 29 023, nr. 342
De staatssecretaris Mijnbouw komt voor de zomer in het conceptbesluit voor het gasjaar 2022/2023 terug op de voors en tegen van het vastleggen van een sluitingsdatum in de wet. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1035
De Minister voor KenE zegt toe na de zomer te komen met een verdere appreciatie van RepowerEU in trilogen. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3535
De Minister voor KenE zal met de Minister voor VRO de verhouding uitzoeken tussen REpowerEU en Ff55 en het nationaal isolatie programma. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zal in de volgende Fit for 55 een analyse geven van blootstelling aan externe effecten van de industrie onder het CBAM. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zal bij verdere uitwerking van de kernenergieplannen terugkomen op de inzet van kernenergie voor elektriciteits productie/ waterstofproductie, samen met andere lidstaten. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor Prinsjesdag met voorstellen te komen voor structurele maatregelen met als doel 10 megaton cumulatief in te lopen tot 2030. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad Afgedaan met Kamerbrief van 20 september 2022: Kamerstuk 32 813, nr. 1091
De Minister voor KenE zegt toe om einde zomer de Kamer te informeren over de stresstest naar aanleiding van de motie Omtzigt over het BHG fase 3 afschakelen bedrijven. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe dat de staatssecretaris Mijnbouw de Kamer informeert voor CD mijnbouw Groningen of de vergunning voor gaswinning boven Schiermonnikoog van ONE-Dyas een onbepaalde tijdsduur heeft. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Afgedaan met Uitgaande brief [15-07-2022] - Versnellingsplan gaswinning Noordzee, Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De Minister voor KenE zegt toe dat hij in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief na de zomer uitgebreid zal ingaan op het gezamenlijk inkooploket voor gas. Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat en Energie Onderhanden
TZ202211-194: De Minister voor KenE zegt toe in routekaart energieopslag begin 2023 in te zullen gaan op behoud van GVOs bij energieopslag. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [07-06-2023] - Routekaart Energieopslag voorjaar 2023 (zie bijlage), Kamerstuk 29 043, nr. 430
TZ202211-195: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over het actieprogramma netcapaciteit of parallel daaraan voor eind van dit jaar naar de Kamer te informeren over uitwerking van gesprekken met ACM over tariefstelling bij opslagdiensten als batterijen en eboilers. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-196: De Minister voor KenE zegt toe de Kamer per brief te informeren over het bevorderen of wegnemen van belemmeringen voor smartgrids in woonwijken. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-196: In de brief uit toezegging 3 ook in gaan op rol ACM aan lid Leijten over rol, brief begin volgend jaar. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgdaan met uitgaande brief [20-12-2022] - Landelijk Actieprogramma Netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385
TZ202211-198: De Minister voor KenE zegt de Kamer toe voor de begrotingsbehandeling te informeren over verschillende regelingen over energiecooperaties. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [21-11-2022] - Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023, Kamerstuk 31 239, nr. 367
TZ202211-199: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over kernenergie eind 2022 de Kamer te informeren over de status van de ontmantelingskosten centrale Borssele. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Onderhanden
TZ202210-003: De Minister voor KenE zal in de eerder toegezegde brief over bindende energiebesparingsdoelen tevens ingaan op alle voorstellen die in dit commissiedebat zijn gedaan. Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES Afgedaan met uitgaande brief [29-11-2022] - Stand van zaken energiebesparingsbeleid bedrijven en instellingen, Kamerstuk 30 196, nr. 805
TZ202210-004: De Minister voor KenE zegt toe in de brief met de update over het MIEK in december in te gaan op diverse maatregelen, zoals het toepassen van de Crisis- en herstelwet, om de verduurzaming te versnellen. Parlementaire agenda [15-09-2022] - CD Gasmarkt en leveringszekerheid Afgedaan Kamerstuk 29 826, nr. 155
TZ202210-118: De Minister voor KenE zegt toe voor de begrotingsbehandeling nader in te gaan op de besteding van het budget van het amendement-Erkens/Dassen over een Kennis- en innovatieprogramma op het gebied van nucleaire energie (Kamerstuk 35925-XIII, nr. 14) Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [18-11-2022] - Versterking nucleaire kennis- en innovatiestructuur, Kamerstuk 32 645, nr. 101
TZ202210-115: De Minister voor KenE zegt toe in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) terug te komen op het idee voor een gezamenlijk kennisplatform voor een Europees Energiesysteem. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de NPE brief in te zullen gaan op inpassing 70GW wind op zee in relatie tot kernenergie. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Onderhanden
TZ202210-117: De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie nader in te gaan op de vragen van het lid Boucke over de kosten per kilowattuur van Kernenergie. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
TZ202210-116: De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie een voorkeurslocatie ten aanzien van nieuw te bouwen kerncentrales te maken. Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE zegt toe schriftelijk te reageren op Amerikaans onderzoek (DOE). Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor het kerstreces een brief te sturen over kernenergie, o.a. over voorkeur voor locaties. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116
TZ202211-130: De Minister voor KenE zegt toe in het voorjaar een brief te sturen over CCS. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
TZ202211-131: De Minister voor KenE zegt toe om begin 2023 het onderzoek van de RUG over aanpassing wet- en regelgeving t.b.v. versnelling van verduurzaming aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie Afgedaan met Kamerbrief: Kamerstuk 33 118, nr. 237.
De Minister van EZK zegt toe te vragen aan de Minister voor Klimaat en Energie om de Kamer op korte termijn te informeren over kernenergie CD Staatsdeelnemingen op 30 november Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk TK 32 645, nr. 116
De minister voor EZK zegt toe de vraag over het toezicht van de ACM op Tennet door te geleiden aan de minister voor Klimaat en Energie. CD Staatsdeelnemingen op 30 november Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe onderzoek te doen om te kijken welke maatregelen er nodig zijn voor circulariteit en grondstoffen zodat dit standaard wordt bij energieprojecten. minister verwerkt het in tenders voor wind op zee. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief die eraan komt in te gaan op hoe we de gasopslagen meer strategisch kunnen gebruiken inclusief 'doorrollen'. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Gasleveringszekerheid en gasopslagen, Kamerstuk 29 023, nr. 35
De Minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over het uitvoeren van de motie Grinwis en Erkens (glastuinbouw). Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met Kamerbrief voorjaarsbesluitvorming klimaat, Kamerstuk 32 813, nr. 1230
De Minister voor KenE zegt toe met RVO in gesprek te gaan over hoe de monitor over besparingsplicht die er al is verder uitgebreid kan kunnen breiden en verbeteren en TK blijven informeren over sectordoelen en besparingsdoelen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe voor de stemming over amendementen 19 en 20 met een aangepaste appreciatie te komen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [02-12-2022] - Appreciatie amendement 19 en 20 begrotingsbehandeling EZK 2023, Kamerstuk 36200 XIII, nr. 86
De Minister voor KenE zegt toe om met TNO in gesprek te gaan over eventueel een team kernenergie in te richten met oog op alle toekomstige plannen. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met antwoord op vragen van het lid Erkens over het opbouwen van de kennisinfrastructuur op het gebied van kernenergie in Nederland, kenmerk 2023Z03076 / AH2395
De Minister voor KenE komt met een schriftelijke appreciatie van het amendement ILT van GL. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE komt in de volgende SDE+ brief (begin 2023) terug op hoe komende jaren middelen beter ingezet worden tbv de energietransitie. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Beantwoording Kamervragen, stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, Kamerstuk 31 239, nr. 377
TZ202304-094: De Minister voor KenE zal in de volgende groen gas brief (Q2) terugkomen op wat groen gas precies is. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) Onderhanden
De Minister voor KenE zal in een van de volgende brieven over kernenergie uitgebreider ingaan op hoe de samenwerking met een aantal landen vormgegeven wordt. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10) Onderhanden
De Minister voor KenE zal de koolstofbudgetbenadering nader onderzoeken voor de tweede wetswijziging van de Klimaatwet in combinatie met de motie Bontenbal over sterk fluctuerende emissies in de elektriciteitssector. Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek Onderhanden
TZ202304-078: De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer van 2022 het concept NPE toe te sturen, waarin hij TK informeert over een nieuw jaartal voor een CO2-neutraal elektriciteitssysteem. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-079: De Minister voor KenE zal de Kamer in tweede zonnebrief voor zomerreces over de norm voor zonne-energie informeren. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-080: De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer te informeren over de bijmengverplichting groen gas Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-079: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede zonnebrief in te gaan op de kansen die het IMVO convenant biedt. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over de openstelling van de SDE 2024 in te gaan op IMVO en het plan van PvdA inzake het introduceren meer participatieve vormen in de SDE. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-085: De Minister voor KenE zegt toe indien mogelijk dit voorjaar, uiterlijk zomer, terug te komen op het idee van een kwaliteitsbudget, nav motie Boucke. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-081: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede helft van 2023 de Kamer te informeren overde aanwijzing van go to areas. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-082: De Minister voor KenE zegt toe in het derde kwartaal van 2023 de voortgangsrapportage Wind op zee aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-086: De Minister voor KenE zegt toe net na het zomerreces het tijdpad voor tendering van offshore waterstof aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-087: De Minister voor KenE zegt toe binnen een aantal weken een brief met opsomming van versnelling van juridische procedures voor energie-infrastructuur naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met uitgaande brief [24-03-2023] - Versnellingsaanpak energietransitie, Kamerstuk 32 813, nr. 1193
Z202304-083: De Minister voor KenE zegt toe om voor de zomer een brief over CO2 vrij regelbaar vermogen aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe in de brief over burgerparticipatie in klimaatbeleid in te gaan op landelijke regels voor financiële participatie en meer participatieve vormen in SDE. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-088: De Minister voor KenE zegt toe om na zomer te reageren om TNO van 9 maart 2023. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-084: De Minister voor KenE zegt toe de voortgangsbrief over de waterstof backbone voor de zomer te sturen aan de Kamer. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Onderhanden
TZ202304-075: De Minister voor KenE zal de Kamer over een aantal weken informeren over investeringen in hoogspanningsnet. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-076: De Minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over welke opvolging er wordt gegeven aan ruimte die ACM biedt in het first come first serve principe, in brief netcongestie voor de zomer. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-076: De Minister voor KenE zegt toe om aan LAN laagspanning toe te voegen, zelfde brief over netcongestie. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
TZ202304-077: De Minister voor KenE zegt toe in de volgende brief over het elektriciteitsnet voor zomer in te gaan op het investeringsplan van de netbeheerders in relatie tot de te behalen doelen, met info over de verschillende regio’s. Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES Afgedaan met Kamerbrief netcapaciteit 22 juni 2023, Kamerstuk TK 29 023, nr. 443
De Minister voor KenE zegt toe zich in te zullen spannen om in de MoU over TenneT bredere synergiën te zullen borgen voor samenwerking tussen Nederland en Duitsland op energie. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Toekomst TenneT Duitsland Onderhanden
De Minister voor KenE zegt toe de Kamer in 2023 te informeren over ontwikkelingen van het Europese pentaverband inzake de elektriciteitsmarkt. Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Toekomst TenneT Duitsland Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 1020
De minister voor KenE zegt toe uiterlijk volgende week een kernenergiebrief over de voortgang van de nieuwbouw en de bedrijfsduurverlenging van Borssele naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2023] - Stand van zaken nieuw te bouwen kerncentrales en m.e.r.-procedure wijziging Kernenergiewet, Kamerstuk 32 645, nr. 117
De minister voor KenE zegt toe uiterlijk volgende week een kernenergiebrief over de voortgang ten aanzien van de kennisinfrastructuur naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2023] - Actuele ontwikkelingen rondom versterking nucleaire kennis- en innovatiestructuur, Kamerstuk 32 645, nr. 118
De minister voor KenE zegt toe het concept Nationaal plan energiesysteem (NPE) over 2 weken naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [03-07-2023] - Aanbieding concept Nationaal Plan Energiesysteem, Kamerstuk 32 813, nr. 1280
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de gevolgen van het mislukken van het Landbouwakkoord voor het aanvullend Klimaatpakket naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Aanbieding concept Landbouwakkoord en vervolgtraject , Kamerstuk 30 252, nr. 100
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de stand van zaken rond de uitwerking van de subsidieregeling voor de CO2-vrije centrales naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [07-07-2023] - Stand van zaken Subsidieregeling CO2-vrij regelbaar vermogen, Kamerstuk 31 239, nr. 379
De minister voor KenE zegt toe het definitieve Nationaal plan energiesysteem (NPE) begin december 2023 naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4) Onderhanden
TZ202304-065: De minister voor KenE zegt toe dat hij en de staatssecretaris van Financiën de Kamer dit voorjaar een brief over fossiele voordelen doen toekomen. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe met de staatssecretaris van Financien in kaart te brengen welke fossiele subsidies er zijn en de Kamer daarvoer te informeren. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de Routekaart opslag in te gaan op ondersteuning van thuisbatterijen en grondstoffen van batterijopslag, maar ook op de productie- en verwerkingskant van afval. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Afgedaan met Routekaart Energieopslag, verzonden 7 juli, Kamerstuk 29 043, nr. 230
De minister voor KenE zegt toe in de kwartaalbrief over gasleveringszekerheid uitgebreider in te gaan op de werking van het BH-G en de indicatoren die het BH-G kunnen triggeren. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Kwartaalupdate gasleveringszekerheid Q2, Kamerstuk 29 023, nr. 441
De minister voor KenE zal terugkomen op het idee dat gas uit de Noordzee ingekocht kan worden door bedrijven die leveren aan Nederlandse consumenten. Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. Onderhanden
TZ202302-125: De minister voor KenE zegt toe in een volgende ronde met gedragswetenschappers expliciet de vraag voor te leggen wat de toegevoegde waarde is van een verbod op fossiele reclames en hierover schriftelijk bij de Kamer op terug te komen. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
TZ202302-127: De minister voor KenE zegt toe om in de volgende brief over biomassa in te gaan op het aanscherpen van voorwaarden voor biomassa, waaronder onderzoek op locatie. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in het ficheformat op te nemen waar de middelen neerslaan en in hoeverre er sprake is van klimaatrechtvaardigheid. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Afgedaan, verwerkt in nieuwe ficheformats voor het Meerjarenprogramma dat de Kamer nog zal ontvangen
TZ202302-126: De minister voor KenE zegt toe in een volgende EU-brief de stand van zaken over de uittreding uit het ECT te geven. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in volgende brief over het programma waterstof in te gaan op IMVO en waardeketens. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief 2 juni 2023 Energiediplomatie en import van waterstof, Kamerstuk 29 023, nr. 431
TZ202302-122: De minister voor KenE zegt toe de Kamer een overzicht te doen toekomen van de projecten die in hun uitvoering beperkt worden door de stikstofproblematiek. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe dat hij de «total cost of ownership» van fossiele brandstof auto's versus elektrische auto’s zal blijven meewegen in beleid. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om jaarlijks onafhankelijk advies bij PBL aan te vragen voor het meerjarenprogramma klimaat. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Staand beleid_x000D_
De minister voor KenE zegt toe om in het format van de fiches een motiveringsplicht op te nemen zodat duidelijk is tussen welke partijen (bedrijven en andere nongouvernementele organisaties) en welke bewindspersonen communicatie is geweest. Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
TZ202306-317: De minister voor KenE zal rondom de begrotingsbehandeling de Kamer informeren over de uitkomst van het gesprek met klimaatjongerenorganisaties over structurele financiering. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe bij het pakket aan klimaatmaatregelen in het voorjaar de voor- en nadelen van de verschillende opties voor aanpassing van de Energiebelasting te laten zien ter onderbouwing van de gemaakte keuzes. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
TZ202302-128: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over klimaatneutraliteit en de brief over de 2e wijziging van de Klimaatwet in te gaan op de suggesties die groene organisaties hebben gedaan over het koolstofbudget. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
TZ202304-010: De minister voor KenE informeert de Kamer in het voorjaar over de doelstellingen bij scope 2 en scope 3-emissies. Parlementaire agenda [30-03-2023] - CD Internationale Klimaatstrategie met MBHOS Onderhanden
TZ202302-130: De minister voor KenE zegt toe in de voorjaarsbrief in te gaan op voor en nadelen van vervroegd sluiten van de kolencentrales. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief [26-04-2023] - Voorjaarsbesluitvorming Klimaat, Kamerstuk 32 813, nr. 1230
De minister voor KenE zegt toe in de brief die in de week van 30 maart 2023 gaat over blokaansluitingen te reageren op de suggestie van Thijssen of er niet een register kan komen waarin de huurder kunnen zien of de verhuurder de tegemoetkoming voor blokaansluitingen heeft aangevraagd zodat zij makkelijker een beroep kunnen doen op de verhuurder. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen, Kamerstuk 29 023, nr. 416
De minister voor KenE zegt toe in de brief die in de week van 30 maart 2023 gaat wat uitgebreider in te gaan op het punt van de heer Omtzigt over het doorberekening van de tegemoetkoming blokaansluitingen en hoe dat werkt als iemand 1 april wel of niet verhuist, en of MKE achter de voordeur kan controleren of de verhuurders de bedragen wel goed doorgeven. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met Kamerbrief Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen, Kamerstuk 29 023, nr. 416
TZ202302-129: De minister voor KenE zegt toe dat hij in een Kamerbrief in maart nader terug komt op de financiering van energiecoöperaties. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken SDE++ en resultaten SDE++ en SCE 2022, 26 april 2023. Kamerstuk 31 239, nr. 377
TZ202302-133: De minister voor KenE zegt toe de Kamer te informeren over de rol van private en publieke partijen bij het halen van het waterstofproductiedoel. Parlementaire agenda [08-12-2022] - CD Waterstof, groen gas en andere energiedragers Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe de Kamer in het najaar te informeren over de gevolgen van de rechterlijke uitspraak inzake de regeling waarmee huishoudens hun gasaansluiting gratis konden laten verwijderen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor Klimaat en Energie zegt toe te kijken hoe snel hij kan voldoen aan het informatieverzoek van de heer Boutkan over het ontvangen van een overzicht van gesprekken die hebben plaatsgevonden om tot dit klimaatpakket te komen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [27-06-2023] aan de Kamer, Kamerstuk 32 813, nr. 1273
De minister voor KenE zegt toe dat bij de voorjaarsbesluitvorming 2024 de kernenergiegelden uit het Klimaatfonds zullen worden bestemd (4,6 miljard). Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de volgende brief ‘Update net-zero industrie act’ nader in te gaan op de Duitse plannen en ideeën en de staalindustrievergoeding Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
TZ202306-319: De minister voor KenE stuurt In het najaar een brief naar de Kamer over de samenstelling en de representativiteit burgerforum. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
TZ202306-318: De minister voor KenE zal in de stand-van zakenbrief burgerforum, inclusief de publiciteitscampagne, aan de kamer doen toekomen. Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in een van de volgende brieven over kabinetsinzet in de EU in te gaan op expertsessies over CO2-markten van 20 en 21 april. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan 07-06-2023 in Kamerbrief over tiende zeswekelijkse brief over de stand van zaken Fit for 55-pakket, Kamerstuk 21 112, nr. 3702
TZ202304-066: De minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer, n.a.v. de afronding van de onderhandelingen over de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) en de nieuwe impactanalyse voor Nederland door TNO, een brief over de vaststelling van de sectorspecifieke energiebesparingsdoelen te doen toekomen. Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe een overzicht van maatregelen/plannen die genomen kunnen worden voor verduurzaming van de huursector op basis van geactualiseerde onderzoeken mee te nemen in zonnebrief (voorjaar 2023). Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Afgedaan met uitgaande brief (6 juli 2023), Zonnebrief, Kamerstuk 32 813, nr. 1281
TZ202302-124: De minister voor Klimaat en Energie zegt toe in de volgende zonnebrief, die hij in het voorjaar van 2023 naar de Kamer stuurt, terug te komen op de suggestie van het lid Boucke over zonnedaken op parkeerterreinen. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Afgedaan met uitgaande brief (6 juli 2023), Zonnebrief, Kamerstuk 32 813, nr. 1281
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een update van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief (22 juni 2023): Netcapaciteit, de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit, Kamerstuk 29 023, nr. 443
De minister voor KenE zegt toe de suggestie voor een eventueel vervolg van het noodfonds voor energie mee te geen aan de minister voor Armoedebeleid. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
TZ202302-123: De minister voor KenE zegt toe in de volgende voortgangsbrief over de Wet collectieve Warmtevoorziening (WcW) in te gaan op bijdrage van warmtenetten aan de klimaatdoelen in de gebouwde omgeving. Hij zal daarbij ook ingaan op de in Fit for 55 vastgestelde doelen voor groei van hernieuwbare warmte. Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe dat als we weten dat maatregelen impact kunnen hebben op het Nederlandse bedrijfsleven, we ook niet onnodig risico’s moeten gaan nemen. Parlementaire agenda [17-04-2023] - Notaoverleg Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) & Aanvullend klimaatbeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om aan de Minister voor Armoedebeleid de suggestie van Leijten en Omtzigt mee te geven dat mensen met een blokaansluiting ook toegang gegeven wordt tot het private Noodfonds Energie, zodat bij een eventueel vervolg van de regeling kan worden bekeken of dit de regeling nog verder kan verbeteren. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29 023, nr. 393) Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Voortgangsrapportage prijsplafond Q2, Kamerstuk 36 200, nr. 183
De minister voor KenE zegt toe nog voor het zomerreces een brief over de definitieve vormgeving van de bijmengverplichting van groen gas naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket Afgedaan met uitgaande brief [14-07-2023] - Kamerbrief nadere uitwerking bijmengverplichting groen gas, Kamerstuk 32 813, nr. 1283
De minister voor KenE zegt toe de ACM nogmaals te wijzen op goed toezien op dat de jaarafrekeningen inzichtelijk zijn. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe dat het kabinet later dit jaar inzichtelijk zal maken hoe het vanaf 2024 op nog gerichtere manieren zal proberen om mensen tegemoet te komen in de gestegen energiekosten. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe in de najaarsbrief over dynamische contracten op de consumentenmarkt energie in te gaan op de mogelijkheid van een financiele bijsluiter. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe de komende tijd in zijn overleggen met medeoverheden en de netbeheerder aan de slag te gaan met het vraagstuk prioritering, anders dan ‘first come first served’ dat nu voorligt door de uitspraken van de ACM. Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3) Afgedaan met uitgaande brief [22-06-2023] - Netcapaciteit, de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit, Kamerstuk 29 023, nr. 433
De minister voor KenE zegt toe binnenkort schriftelijke terug te komen op de vraag van het lid Bontenbal over het door netbeheerders delen van informatie over netcongestie. Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6) Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in aanbiedingsbrief NPE in te gaan op adviesaanvraag AWTI over cleantech innovatie. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief [03-07-2023] - Aanbieding concept Nationaal Plan Energiesysteem, Kamerstuk 32 813, nr. 1280
De minister voor KenE zegt toe een berekening van effect van afbouw salderingsregeling te maken bij een aantal standaardhuishouden. Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om bij de Klimaatnota, die het kabinet later weer moet updaten, per sector en zo veel mogelijk op maatregelniveau aan te geven hoe de principes van klimaatrechtvaardigheid zijn toegepast. Parlementaire agenda [17-04-2023] - Notaoverleg Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) & Aanvullend klimaatbeleid Onderhanden
De minister voor KenE zegt toe om in de Kabinetsreactie op WRR-rapport over klimaatrechtvaardigheid in te gaan op het in de wet verankeren van rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Parlementaire agenda [20-04-2023] - CD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 Afgedaan met uitgaande brief [02-06-2023] - Kabinetsappreciatie WRR-rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid , Kamerstuk 32 813, nr. 1236
TZ202302-134: De Minister voor KenE zegt toe in de volgende waterstofbrief in te gaan op de rol van de Nederlandse maakindustrie in deze sector. Parlementaire agenda [08-12-2022] - CD Waterstof, groen gas en andere energiedragers Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Vormgeving instrumentarium hernieuwbare waterstof, Kamerstuk 32 813, nr. 1272
De minister voor KenE zegt toe om volgend jaar in het voorjaar de Kamer te informeren over of en zo ja hoeveel publiek geld er nog nodig is voor kernenergie (of in ieder geval dit zo concreet mogelijk te maken). Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal bekijken of het noodzakelijk is de Mijnbouwwet aan te passen naar aanleiding van de afspraken in het coalitieakkoord en de Kamer voor het zomerreces informeren. Parlementaire agenda [25-01-2022] - CD Wadden met I&W, EZK en LNV Onderhanden
De staatsecretaris Mijnbouw stuurt de resultaten van studie naar stikstofinjectie van kennisgroep mijnbouw die uiterlijk deze zomer wordt afgerond naar de Kamer. Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen Afgedaan met Kamerbrief [24-11-2022] theoretisch onderzoek naar injectie met data van Groningenveld, Kamerstuk 33 529, nr. 1086
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe aan het lid Bontenbal om een keer op papier te zetten wie wat wanneer beslist als het gaat om drinkwater. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij zal kijken in hoeverre de schadeafhandeling door de Commissie Mijnbouwschade afdoende is als er gecumuleerde activiteiten plaatsvinden en zal kijken naar een nulmeting als alternatief voor toepassing bewijsvermoeden. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris zal de Kamer infomeren over een voorstel van de KNMI voor een onafhankelijk meetnetwerk van de KNMI. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris zegt toe een pilot te starten naar geothermie in Limburg. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een tussentijdse evaluatie te houden van de Mijnbouwwet na drie jaar. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de minister voor Natuur en Stikstof de Kamer voor het tweeminutendebat zal informeren over dat zij UNESCO zal vragen om een advies over de gaswinning in Ternaard. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met uitgaande brief [23-02-2022] - Advies UNESCO inzake voorgenomen gaswinning Ternaard Kamerstuk 33 529, nr. 987
De Staatssecretaris Mijnbouw zal voor de zomer met een voorstel komen voor hoe het boren in de Wadden onmogelijk wordt gemaakt middels een wijziging in wet- en regelgeving. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in een van de debatten over mijnbouw in het komende jaar een keer terug te komen en een overzicht te geven van hoeveel vergunningen er worden verwacht en hoeveel capaciteit hiervoor nodig is. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Afgedaan met Uitgaande brief [19-05-2022] - Toezeggingen interpellatiedebat over opschorting waterinjectie (12 april 2022), Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De Staatssecretaris Mijnbouw gaat in gesprek met de branchevereniging voor geothermie over de organisatie van de sector. Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw gaat met het IMG in overleg over de uitvoeringskosten. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Diverse onderwerpen aardbevingen Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1067
De Staatssecretaris Mijnbouw bespreekt met het IMG of zij sneller kunnen starten met het uitkeren van immateriële schadevergoedingen aan minderjarigen en informeert de Kamer hier over. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2022] - Voortgang schadeafhandeling, Kamerstuk TK 33529, nr. 1037, En uitgaande brief [26-09-2022] - Diverse onderwerpen aardbevingen Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1067
De Staatssecretaris Mijnbouw komt voor de zomer schriftelijk terug op de onuitlegbare verschillen. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Uitgaande brief [26-09-2022] - Verschillen in de schadeafhandeling en versterking als gevolg van de gaswinning in Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1076
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer in de zomer 2022 informeren over het tevredenheidsonderzoek. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in juni 2022 de maatschappelijke kostenbaten analyse voor Schoonebeek naar de Kamer. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [09-12-2022] - Toezending MKBA Oliewinning Schoonebeek, Kamerstuk 33 529, nr. 1108
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de inwerkingtreding van de waardedalingsregeling na de zomer volgt. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief over de start tegemoetkoming verschillen in vergoeding waardedalingsschade, Kamerstuk 33 529, nr. 1080
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de Novelle van het wetsvoorstel versterking in april naar de Kamer komt. Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 36 094, Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (novelle verbetering uitvoerbaarheid)
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer voor de zomer informeren via een contourennota of een brief met hoofdlijnen over mogelijkheden voor aanpassingen van de Mijnbouwwet. Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer informeren over juridische mogelijkheden zijn om op te schorten of in te trekken (afvalwaterinjecties oliewinning Twente). Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente Afgedaan met uitgaande brief [19-05-2022] - Toezeggingen interpellatiedebat over opschorting waterinjectie (12 april 2022), Kamerstuk 33 529, nr. 1029
De Staatssecretaris Mijnbouw zal met SNN overleggen over de uitvoerbaarheid van de motie-Nijboer (1007) over termijnen van regelingen mbt schade en versterken en hierover in het CD van 19 mei a.s. de Kamer informeren. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan bij de publicatie van de nieuwe regeling voor de subsidie verbetering en verduurzaming Groningen juli 2022 (Stcrt. 2022, nr. 16906)
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in de contourennota die voor deze zomer naar de Kamer wordt gestuurd zal ook opnemen hoe wij omgaan met gaswinning onder de Waddenzee. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij een bezoek aan Haaksbergen zal brengen en daar de wens van het lid Kroger zal bespreken. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan met bezoek aan Haaksbergen
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in het debat van 19 mei a.s. terugkomen of op of er geen nieuwe vergunningen voor gaswinning aan Winntershall zullen worden gegeven. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan
De Staatssecretaris zegt toe gesprek te organiseren tussen Commissie Mijnbouwschade en Instituut Mijnbouwschade om te zorgen dat het ook zal geschieden. Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Afgedaan
De Staatssecretaris Mijnbouw komt voor het zomerreces terug op de vraag van lid Kröger over de juridische mogelijkheden voor het weren van Gazprom uit het energiesysteem. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor volgende debat de brief over de aanpak van onuitlegbare verschillen in de schade-afhandeling en versterking. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Verschillen in de schadeafhandeling en versterking als gevolg van de gaswinning in Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1076
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor de zomer een brief over de aanpak van funderingsproblematiek. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [29-06-2022] - Stand van zaken gesprekken met de regio over schade, versterken, de aanpak van funderingsproblematiek en perspectief Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1038
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt direct na de zomer een reactie op de monitoring van de uitvoeringskosten door het IMG in de eerste helft van 2022. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Diverse onderwerpen aardbevingen Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1067
De Staatssecretaris Mijnbouw gaat in overleg met de Staatssecretaris van OCW over de financiering van de regeling voor cultureel erfgoed en informeert hier de Kamer voor begrotingsbehandeling over. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan in Kamerbrief Matching financiering regelingen Rijksmonumenten aardbevingsgebied Groningen' d.d. 19-10-2022 (Kamerstuk 32 156, nr. 121).
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor de zomer het door zijn voorganger toegezegde afbouwplan van fossiele winning in relatie tot de 1,5 graden doelstelling uit het Klimaatakkoord. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in oktober het werkprogramma mentale gevolgen kinderen aan Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [23-11-2022] - Mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied, Kamerstuk TK 33 529, nr. 1081
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in de tweede helft van het jaar een brief over zoutwinning aan de Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw brengt voor het einde van het jaar breder in kaart wat de parlementaire enquête betekent voor een aantal dingen, waaronder psychologische gevolgen. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [23-11-2022] - Mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied, Kamerstuk 33 529, nr. 1081
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt rond september de planning van de uitvoering van de dorpenaanpak aan de Kamer. Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [30-01-2023] - Voortgang versterkingsopgave Nationaal Coördinator Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 1118).
De Staatsecretaris Mijnbouw zegt toe de resultaten van lopend onderzoek naar de effecten van injectie van water of stikstof in gasvelden dit najaar aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Theoretisch onderzoek naar injectie met dat van Groningenveld [24-11-2022], Kamerstuk 33 529, nr. 1086
De Staatsecretaris Mijnbouw zegt toe in kaart te brengen welke opties er zijn om te voorkomen dat er telkens naar juridische middelen gezocht hoeft te worden om de kosten voor schade en versterken bij de NAM in rekening te brengen, en betrekt daarbij ook de mogelijkheid van een heffing. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
Voor het volgende debat komt de Staatsecretaris Mijnbouw met een actieplan geestelijke gezondheid. Opsomming van alle acties en steunpunten die er al zijn, specifiek kijken naar kinderen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [23-11-2022] - Mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied (Kamerstuk 33 529, nr. 1081).
De Staatssecretaris Mijnbouw Brief komt met een met verschillenaanpak voor het volgende debat, inclusief genoemde 2-onder-1-kap casus. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [26-09-2022] - Verschillen in de schadeafhandeling en versterking als gevolg van de gaswinning in Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 1076)
De Staatssecretaris Mijnbouw en de Minister voor KenE sturen volgende week een brief over de vulgraden van bergingen aan de Kamer. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [05-07-2022] - Gasopslag Bergermeer, Kamerstuk 33 529, nr. 1056
De Staatsecretaris Mijnbouw tuurt voor het volgende debat de analyse met de juridische mogelijkheden van het weren van Gazprom uit het energiesysteem. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatsecretaris Mijnbouw gaat tijdens een werkbezoek in gesprek met mensen van de plaatselijke banken/hypotheekverstrekkers over verstrekken hypotheken aan ondernemers. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met werkbezoek
De Staatsecretaris Mijnbouw zegt toe de beslisnota aan de Kamer toe te sturen over besluit uit april over subsidie voor vullen gasopslagen i.p.v. vulverplichting met de Kamer te delen. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Uitgaande brief [05-07-2022] - Gasopslag Bergermeer, Kamerstuk 33 529, nr. 1056
De Staatsecretaris Mijnbouw komt terug t.a.v. plan 1,5 graad. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris mijnbouw stuurt de Kamer vóór het WGO een brief over de mogelijkheden betreffende de toepassing van bewijsvermoeden Norg. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgerdaan met uitgaande brief [29-11-2022] - Schadeafhandeling rondom onder meer gasopslag Norg en bewijsvermoeden, Kamerstuk 32 849, nr. 212
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt vóór de behandeling van de novelle een brief betreffende het regelen van een aanwijzingsbevoegdheid voor het Instituut Mijnbouwschade. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek [25-01-2023], Kamerstuk 33 529, nr. 1113
TZ202210-062: De Staatssecretaris Mijnbouw doet onderzoek naar de mogelijkheden voor een andersoortig model schadevergoeding, en informeert de Kamer begin 2023, vóór het eindrapport van de enquêtecommissie, hierover. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek [25-01-2023], Kamerstuk 33 529, nr. 1113
TZ202210-063: De Staatssecretaris Mijnbouw wil de waardevermeerderingsregeling toespitsen op mensen die lang wachten op een schadevergoeding en informeert de Kamer hierover vóór 1 december. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [14-10-2022] - Wijziging waardevermeerderingsregeling na 1 december 2022, Kamerstuk 33 529, nr. 1071
TZ202210-064: De Staatssecretaris Mijnbouw onderzoekt of methodes zoals mediation in het schadevergoedingsmodel kunnen worden geïntroduceerd en informeert de Kamer hier voor het volgende CD van 30 november over. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek
TZ202210-065: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een vervolgbrief over de zogenaamde verschillenanalyse naar de Kamer te sturen, voorzien van de concrete voorbeelden, en die uiterlijk één week voor het volgende CD van 30 november aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [24-11-2022] - Oplossingsrichtingen voor verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen, geen Kamerstuknummer
TZ202210-066: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om het rapport van de verbinder over de dorpenaanpak dat in oktober wordt uitgebracht, te voorzien van een reactie en vóór het volgende CD naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [24-11-2022] - Reactie advies dorpenaanpak, Kamerstuk 33 529, nr. 108
TZ202210-067: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om volgende week een brief over het proces richting de herbeoordeling van de waardedalingsregeling naar de Kamer te sturen en daarin onder andere te betrekken de resultaten van de consultatieronde in mei ‘22 en de kwestie rondom de percentages. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [13-10-2022] - Toelichting stand van zaken tegemoetkoming voor bewoners die een lagere vergoeding voor waardedalingsschade ontvingen van de NAM dan van het IMG, Kamerstuk 33 529, nr. 1070
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe nog eens in gesprek te gaan met de sector (Element NL) om te bespreken of er mogelijkheden voor versnelling zijn (gasproductie Noordzee). Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan; er wordt regelmatig met sector/Element NL gesproken over versnelling van de gaswinning in de Noordzee.
TZ202210-069: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de contourennota voor de wijziging Mijnbouwwet voor het volgende CD naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [20-01-2023] - Contourennota aanpassing Mijnbouwwet, Kamerstuk 32 849, nr. 214
TZ 202212047: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor volgende commissiedebat een brief over de schadeafhandeling naar Kamer te sturen. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met uitgaande brief [25-01-2023] - Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek, Kamerstuk 33 529, nr. 1038. Uitgaande brief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat in januari de MKB-tafel bij elkaar komt en informeert de Kamer hierover per brief, evenals over de voortgang van agro. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan, het gesprek met de MKB tafel heeft begin 2023 plaatsgevonden.
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe schriftelijk terug te komen op AMvB Zoutkamp. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
TZ 202212048: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 het rapport naar aanleiding quick scan aardgasvrij naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met uitgaande brief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de onafhankelijke commissie verschillen (naar aanleiding van het advies Wientjes) binnen drie maanden verslag zal uitbrengen. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
TZ202212-046: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om contourennota wijziging Mijnbouwwet voor de kerst aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met uitgaande brief [20-01-2023] - Contourennota aanpassing Mijnbouwwet, Kamerstuk 32 849, nr. 214
TZ202212-049: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt uiterlijk in januari het rapport over gaswinning in relatie tot de klimaatdoelen (1,5 graad) naar de Kamer. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een reactie op de zes punten van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen naar de Kamer. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6) Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 226
De Staatssecretaris Mijnbouw doet in WGO Groningen verslag van de gesprekken over voortgang van de stikstoffabriek, incl. gesprek met hoofduitvoerder. Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) De toezegging is afgedaan in het WGO van 6 december 2022.
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over de verklaring van de top in Montreal over biodiversiteit en de gevolgen voor de Waddenzee. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over nazorg bij Mijnbouwactiviteiten naar de Kamer begin volgend jaar. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met uitgaande brief [26-01-2023] - Herziening mijnbouwbeleid: nazorg en zorgplicht, Kamerstuk 32 849, nr 215
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij zal kijken of de groep bewoners die door de (vertraagde) versterkingsoperatie een hogere energierekening hebben te identificeren is. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met uitgaande brief [23-05-2023] - Toezeggingen omtrent energiekosten, Kamerstuk 29 023, nr. 432
TZ 202302100: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in maart de SodM-analyse van het meerjarenversterkingsplan met een reactie aan de Kamer te doen toekomen en in die reactie in te gaan op de doelstelling de versterkingsoperatie in 2028 af te ronden. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan in Kamerbrief «Aanbieding van het SodM-analyse t.a.v. het Meerjaren Versterkingsplan» [02-06-2023].Kamerstuk 33 529, nr. 1146.
TZ 202302113: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in de reeds toegezegde brief over mentaal welzijn van jongeren in Groningen jongeren centraal te stellen en deze brief in het begin van het tweede kwartaal aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, Kamerstuk 35 561, nr. 17
TZ 202302118: De Staatssecretaris Mijnbouw rapporteert naar aanleiding van een werkbezoek voor het volgende commissiedebat terug over de situatie in Ten Post en zijn aanpak hiervan. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan, het bezoek is gebracht
De Staatssecretaris Mijnbouw gaat in gesprek met huurders. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan, het gesprek heeft plaatsgevonden op 20 februari 2023
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in gesprek te gaan met het IMG over het ijzeren bestand (zeer lang openstaande schadedossiers). Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan, de gesprekken hebben plaatsgevonden
TZ 202302101: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor het volgende CD een doorkijk duurzaam herstel aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
TZ 202302113: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om kennis te nemen van de benoemde casuïstiek met betrekking tot immateriële schade en zal in het begin van het tweede kwartaal een brief over immateriële schade aan de Kamer doen toekomen. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, Kamerstuk 35 561, nr. 17
TZ 202302114:De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in gesprek te gaan met MO’s en Stut & Steun en uiterlijk in Q2 een brief te doen toekomen waarin hij reageert op de rapporten van rebel en het Groningersgasberaad en in te gaan op de termijnen en het verdienmodel van schadebedrijfjes op ongemelde schades. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
TZ 202302115: De staatsecretaris Mijnbouw zegt toe om in april/mei een voortgangsbrief geothermie te doen toekomen en specifiek in te gaan op de pilot in Limburg. Onderhanden
TZ 202302116: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe te rapporteren over nader onderzoek over hoe gaswinning op de Noordzee zich verhoudt tot het 1,5 graad scenario, het afbouw pad en het koolstofbudget (eind Q2). Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
TZ 202302117: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe de voortgangsbrief over de versnelling van de winning op de Noordzee te sturen naar de Kamer in het tweede kwartaal. Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in gesprek te gaan met bewoners in gemeente Veendam / effecten gestapelde mijnbouw. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om met betrekking tot de contourennota met een nadere uitwerkingssleutel van de opbrengstverdeling mijnbouw te komen. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnboue zegt toe om een notitie over gestapelde mijnbouw aan de Kamer te doen toekomen en daarbij in te gaan op de onderwerpen nazorg en bewijsvermoeden. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om aangaande de suggestie van een periodieke check van vergunningsvoorwaarden en de termijnen hiervoor een brief aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
TZ 202304069: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in samenwerking met de minister voor Klimaat en Energie een risico- en veiligheidsstrategie aangaande de energietransitie aan de Kamer te doen toekomen. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
TZ 202304070: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om binnenkort een overzicht van de vier varianten voor Schoonebeek aan de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [13-04-2023] - Overzicht varianten productiewaterverwerking oliewinning Schoonebeek, Kamerstuk 33 529, nr. 1143
TZ 202304068: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in het plan toepassing geothermie in te gaan op het aspect nazorg en zal daarin op verzoek Drost (CU) terugkomen op de positie van de decentrale overheden in relatie tot geothermie. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
TZ 202304067: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt de Kamer volgende week een brief over Borgsweer. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [06-04-2023] - Beantwoording vragen over het strafrechtelijk onderzoek «Waterinjectie Borgsweer», Kamerstuk 33 529, nr. 1141
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over de planning van de wijziging Mijnbouwwet naar de Kamer. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om de mogelijkheden om de opbrengsten van mijnbouw te verdelen en de aanwending ervan te laten onderzoeken en daarover zo snel mogelijk aan de Kamer rapporteren. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
TZ 202304073: De Staatssecretaris Mijnbouw informeert de Kamer in het tweede kwartaal over de gevolgen van de actualisatie Deltares en het SodM-advies voor het gebruiksruimtebesluit Waddenzee. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om in april/mei een voortgangsbrief geothermie aan de Tweede Kamer te doen toekomen en hierin specifiek in te gaan op de resultaten van de pilot geothermie. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 378
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om te rapporteren naar aanleiding van nader onderzoek naar de vraag hoe gaswinning op de Noordzee zich verhoudt tot het 1,5 gradenscenario en het koolstofbudget. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [21-03-2023] - Nadere verduidelijking rapport «Gaswinning op de Noordzee - En de afspraken daarover in het Akkoord voor de Noordzee», Kamerstuk 33 529, nr. 1135
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om een brief met betrekking tot het afbouwpad voor het volgende commissiedebat naar de Kamer te sturen. Tevens zegt hij toe om een voortgangsbrief versnelling winnen op zee naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in de kabinetsreactie op het PEGA rapport ingaan op de borging van het huidige beleid dat het aantal technische beoordelingen bij schade beperkt wordt en het IMG niet in hoger beroep gaat. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de contourennota Mijnbouwwet naar de Eerste Kamer sturen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een bezoek te brengen aan de regio Middelie na het zomerreces. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor het zomerreces een uitvoeringsschema aan de Tweede Kamer te sturen bij de 50 maatregelen uit de kabinetsreactie (in ieder geval voor de 27 maatregelen die betrekking hebben op schade en versterking). Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Planning uitvoering maatregelen Nij Begun, Kamerstuk 35 561, nr. 52
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een overzicht aan de Kamer te sturen over hoeveel 1) agrobedrijven, inclusief mestkelders, 2) mkb-bedrijven en 3) particulieren nog wachten op afhandeling van de schade of versterking (ijzeren voorraad) en die in aanmerking komen voor de deur-tot-deur benadering. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe gedurende de zomer een theoretische exercitie te doen waarin de een complete systeemwijziging met betrekking tot schadeafhandeling in beeld wordt gebracht en de Kamer over de uitkomsten te informeren. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het herfstreces een brief over de opzet van het onderzoek zeldzame aardmetalen naar de Tweede Kamer. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het herfstreces de cijfers van de onderliggende TNO analyse afbouwpad/ marktprognoses naar de Tweede Kamer. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt volgende week een oplegger bij de stukken aangaande de veiligheid van de zoutwinning bij Haaksbergen naar de Tweede Kamer. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [28-06-2023] - Brief Haaksbergen inzake zoutwinning, Kamerstuk 32 849, nr. 230
De Staatssecretaris Mijnbouw rapporteert, zodra de sector ermee komt, ook over schadevoorziening geothermie in oktober. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor 1 oktober 2024, wanneer de gaskraan definitief dichtgaat, wettelijk vast te leggen dat het Groningenveld gesloten wordt. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor de zomer een brief over het einde van de gaswinning 2023 naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [23-06-2023] - Ontwerp-vaststellingsbesluit Groningenveld 2023-2024, Kamerstuk 33 529, nr. 1152
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor de zomer een korte brief over de uitvoering van de maatregelen kabinetsreactie PEGA naar de Kamer te sturen. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Afgedaan met uitgaande brief [06-07-2023] - Planning uitvoering maatregelen Nij Begun, Kamerstuk 35 561, nr. 52
De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het zomerreces een brief naar de Kamer over de toekomst van GasTerra, waarin ook arbitrage aan de orde komt. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [26-06-2023] - Verlenging van de afbouw van GasTerra, Kamerstuk 33 529, nr. 1153
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe met maatschappelijke organisaties te praten over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van de 50 maatregelen uit de kabinetsreactie en of het pakket voldoende gedragen wordt in de regio. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe aan het IMG en de NCG te vragen om voor het volgende commissiedebat op papier te zetten hoe zij één aanspreekpunt namens de twee uitvoeringsorganisaties in de praktijk voor zich zien en hoe voorkomen kan worden dat deze persoon tussen twee vuren komt te zitten. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Afgedaan met uitgaande brief [16-06-2023] - Toezeggingen met betrekking tot één loket bij verduurzaming en samenwerking IMG-NCG, Kamerstuk 35 561, nr. 50.
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe te rapporteren over het cultuurveranderingstraject en de effecten van de cultuurverandering op staatsdeelnemingen met het Ministerie van Financiën te bespreken. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij ervoor gaat zorgen dat de olies de kosten voor schade en versterking betalen. Mochten de staat en de olies niet met gesprekken over de bijdrage eens worden, kan een heffing worden ingevoerd, mits dit juridisch mogelijk is. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe schriftelijk terug te komen op de mogelijkheid om bij AMvB het IMG ook vergoedingen voor waardedaling te laten toekennen in Zoutkamp en omgeving. Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen Afgedaan met uitgaande brief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, Kamerstuk 35 651, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw geeft aan de regie met betrekking tot de funderingsproblematiek te willen versterken vanaf de zomer. Hij denkt aan het instellen van een speciale coördinator voor het funderingsherstel. Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe wettelijk vast te leggen dat financiële beperkingen geen rol mogen spelen bij schadeherstel en versterking. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe drie aparte taskforces voor agrobedrijven, ondernemers en ‘reguliere’ complexe gevallen in te stellen. Deze taskforces krijgen voldoende geld, mogelijkheden en mandaat om de problemen daadwerkelijk op te lossen. De taskforces zullen bij de complexe gevallen van deur tot deur langsgaan om te vragen wat mensen nodig hebben en problemen op te lossen. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe iemand uit het gebied te selecteren die de delegatie van het IMG en de NCG gaat begeleiden en die van deur tot deur langsgaat en in contact treedt met agrariërs. Voor het bedrijfsleven en het mkb treedt de SMB in contact met het Gasberaad en VNO in de regio. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw onderzoekt de mogelijkheden rondom het opleggen van een extra heffing op de aangerichte schade door de NAM, Shell en Exxon (de olies) voor het volgende CD Mijnbouw/Groningen en stuurt hier een brief over aan de Kamer. Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe te onderzoeken of de 40.000 euro-grens voor het loslaten van causaliteitsonderzoek bij schades verhoogd kan worden (naar € 60.000). Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe op alle terreinen waar veranderingen optreden te verkennen of terugwerkende kracht toegepast kant worden. Hij stuurt vóór het eerstvolgende commissiedebat alvast een tabel over terugwerkende kracht naar de Kamer zodat een eerste discussie mogelijk is. Ook zegt de Staatssecretaris Mijnbouw toe te onderzoeken of het mogelijk is dat nieuwe mensen met hun eerste schademeldingen voorrang krijgen op de mensen wier schadedossier al is afgehandeld (en die opnieuw een beoordeling willen van hun eerder afgehandelde dossier). Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Eerste gedeelte toezegging afgedaan met brief: Terugwerkende kracht bij de maatregelen uit kabinetsreactie op de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (16-6-2023), Kamerstuk 35 561, nr. 49. Tweede gedeelte toezegging: onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe met de olies in gesprek te gaan en tijdens het volgende commissiedebat terug te komen op een mogelijke heffing op de oliebedrijven om de kosten voor schade en versterken te dekken. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe bereid te zijn om de contracten met GasTerra vertrouwelijk te laten inzien door de Kamer. Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in de komende maanden te bekijken of de wensen van de Kamer en hemzelf met betrekking tot schadeherstel goed in uitvoering worden gebracht binnen het huidige systeem in relatie tot de ZBO-status van het IMG en de aanwijzingsbevoegdheid van de SMB. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatsecretaris Mijnbouw komt in het volgende commissiedebat terug op de juridische houdbaarheid met betrekking tot het al dan niet toepassen van terugwerkende kracht op de (schade)maatregelen. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
TZ202211-253: De vraag van het lid Nijboer (PvdA) inzake de Norg-vergoeding wordt doorgeleid naar de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarbij wordt verzocht om beantwoording voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Groningen van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat. [21-11-2022] Wetgevingsoverleg :Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage (FIN) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor het volgende commissiedebat Mijnbouw/Groningen een brief naar de Kamer te sturen over de uitvoering van de motie Klaver om de generatielange inzet in de Groningenwet te borgen. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe met de regio te verkennen welke modellen van publiek-private samenwerking er voor economische ontwikkeling in Groningen kunnen zijn en dit met de Kamer te delen. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat het kabinet de uitkomsten van het parlementaire enquêterapport meeneemt in beslissingen rondom de (financiering van de) Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om bij het opstellen van de Sociale Agenda te inventariseren hoe met een deel het bedrag (500 miljoen euro) kan worden voorkomen dat belangrijke openbare voorzieningen in dorpen en gemeenten (in Groningen en Noord-Drenthe) verdwijnen. Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe tijdens zijn werkbezoek in Loppersum ouderen te spreken die in naar het kantoor van het Centrum Veilig Wonen moeten verhuizen (hierover hoeft niet aan de Kamer gerapporteerd te worden). Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij in gesprek gaat met energieleveranciers over bewoners die na terugkeer uit een wisselwoning vast zitten aan een duurder energiecontract. Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) Afgedaan met uitgaande brief [23-05-2023] - Toezeggingen omtrent energiekosten, Kamerstuk 29 023, nr. 432
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in de kabinetsreactie op het PEGA rapport ingaan op de borging van het huidige beleid dat het aantal technische beoordelingen bij schade beperkt wordt en het IMG niet in hoger beroep gaat. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de contourennota Mijnbouwwet naar de Eerste Kamer sturen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1058
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in de kabinetsreactie op het PEGA rapport ingaan op de bureaucratie bij het NPG. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris zal de casussen aangeleverd door Eerste Kamerlid Kluit met betrekking tot het financieel in de knel komen van burgers door de extra gelden die zij ontvangen van de staat uitzoeken, en zal hier de Kamer over rapporteren. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe dat het IMG, de NCG en gemeenten voldoende budget zullen hebben om schrijnende gevallen aan te pakken, en zal in de kabinetsreactie op het PEGA rapport ingaan op hoe zij dit kunnen doen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe het aantal experts bij het IMG te verminderen en in de kabinetsreactie op het PEGA rapport een norm te zetten op de uitvoeringskosten die het IMG maakt per bewoner. Deze norm moet het streefdoel worden van het IMG en daar zal een tijdpad bij gegeven worden. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe apart terug te zullen komen op de ZBO-status van het IMG. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal in gesprek gaan met de NCG, provincie, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de cöordinatiebepaling nog goed werkt, en zo niet, hoe op een andere manier geborgd kan worden dat eigenaren alleen met de NCG contact hoeven te hebben voor de vergunningverlening en het versterkingsbesluit. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe dat dorpen voorbereidend werk op de dorpenaanpak mogen verrichten, en zal met betrokken wethouders die over de versterking in hun dorpen gaan hierover spreken. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe in de komende weken te kijken of er ruimte is om in individuele gevallen een uitzondering te maken op de verplichting om een akte van cessie voor de claim van een bewoner richting NAM te tekenen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De Staatssecretaris Mijnbouw zal het jaarverslag en de evaluatie met betrekking tot de doelmatigheid en de efficiency van de uitvoering van het NPG naar de Eerste Kamer sturen in de zomer van 2023. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [25-04-2023] - Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief. Kamerstuk 35 561, nr. 17
De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Eerste Kamer op korte termijn de meest relevante eerder verstuurde Kamerbrieven met betrekking tot het onderhandelingsakkoord (AoH) sturen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Afgedaan met Kamerbrief [08-05-2023] Beantwoording vragen over de afhandeling van de kosten van schade. Kamerstuknummer niet vindbaar.
De staatssecretaris Mijnbouw zal de casussen aangeleverd door Eerste Kamerlid Kluit met betrekking tot het financieel in de knel komen van burgers door de extra gelden die zij ontvangen van de staat uitzoeken, en zal hier de Kamer over rapporteren. Het gaat erom te voorkomen dat bewoners hierdoor hun toeslagen verliezen. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden
De staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat in de reactie van het kabinet op het enqueterapport teruggekomen zal worden of de ZBO-status voor het IMG juiste status is. Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB Onderhanden

Bijlage 5: Subsidieoverzicht

In deze bijlage zijn de subsidies van EZK opgenomen. De subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht wordt hierin gebruikt. Deze wet definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21 Awb):

"De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten".

Per beleidsartikel zijn de subsidie(-regelingen) opgenomen. Het subsidieoverzicht sluit zoveel mogelijk aan op de Verantwoord Begroten-categorie «subsidies» in de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen uit de begroting.

In lijn met Verantwoord Begroten zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s niet vermeld als subsidies. De bijdragen aan ZBO’s en RWT’s zijn terug te vinden in de bijlage «ZBO’s en RWT’s».

Voor een aantal subsidies is (nog) geen volgende evaluatie gepland. In veel gevallen gaat het om nieuwe subsidies die nog worden vormgegeven of subsidies die al enige tijd geleden zijn gestopt, waardoor alleen nog sprake is van uitfinanciering.

De einddatum geeft het moment aan dat de laatste verlening plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Voor een aantal subsidies, waarbij sprake is van een structurele subsidierelatie met een jaarlijkse verlening, is als einddatum ‘Jaarlijks’ opgenomen. Als periodiek besluitvorming plaatsvindt over de verlening, bijvoorbeeld over een volgende programmaperiode, is dit aangeduid als ‘Periodiek’.

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten
1 Cybersecurity 966 551 202 40 2020 n.v.t 2023
1 Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 3.629 3.999 7.800 3.500 3.500 3.500 3.500 Geen n.v.t Jaarlijk
1 EU-cofinanciering Digital Europe 5.799 9.900 13.500 10.800 15.028 9.500 Geen 2025 2029
1 Beter aanbesteden 488 306 Geen n.n.b. 2024
1 NGF - project AiNed 5.719 15.027 28.589 31.841 29.120 50.204 Geen 2028 2027
1 NGF - project Nationaal Onderwijslab 5.460 6.490 6.032 6.421 13.756 6.596 34.797 Geen 2025 2032
1 Subtotaal 16.262 32.172 52.523 55.302 57.176 75.328 47.797
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
2 MKB Innovatieregeling Topsectoren (MIT) 7.626 5.575 23.250 32.493 42.361 42.361 42.361 2017 2023 2029
2 Eurostars 18.930 21.831 22.269 23.013 23.775 21.736 21.736 2020 2026 2025
2 Bevorderen ondernemerschap 19.417 21.561 19.395 24.615 15.687 16.052 17.803 2020 2025 Jaarlijks
2 Cofinanciering EFRO, inclusief Interreg1 25.675 31.478 31.977 32.077 24.077 24.077 24.077 2018 2024 2024
2 Bijdrage aan ROM's 8.620 11.353 11.049 11.049 11.049 11.049 11.049 2022 2026 Periodiek
2 Verduurzaming industrie 45.380 61.810 79.322 92.025 94.732 76.925 88.700 2023 2028 Jaarlijks
2 Startup-beleid 10.821 11.066 12.136 4.900 2.100 2023 2028 2028
2 Urgendamaatregelen industrie 90 5.200 11.940 2023 2028 Jaarlijks
2 Invest NL 10.276 11.683 11.625 11.625 11.625 11.625 11.625 2022 2027 Periodiek
2 Noodloket (TOG's) 4 Geen 2023 2020
2 Tegemoetkoming vaste lasten 3.486.352 291.120 Geen 2023 2022
2 Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland 228 Geen 2023 2022
2 Europees Defensie Fonds cofinanciering 5 10.496 5.000 Geen 2025 2024
2 Omscholing naar tekortsectoren 596 2022 2026 2026
2 Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 14.820 4.000 Geen 2023 2022
2 Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 285 1.200 Geen 2026 2025
2 Herstructurering winkelgebieden 6.219 16.623 16.388 14.839 12.301 11.100 17.900 Geen 2032 2031
2 R&D mobiliteitssectoren 32.452 33.848 33.100 27.900 12.700 Geen 2026 2022
2 SEG 76.166 9.592 Geen 2023 2022
2 NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 10.706 314.876 84.879 13.917 13.703 Geen 2030 2029
2 NGF - project Health RI 10.000 12.000 12.000 11.000 11.000 8.000 5.000 Geen 2029 2028
2 NGF - project RegMed XB 15.541 7.111 10.649 9.549 1.584 1.283 1.183 Geen 2029 2028
2 NGF - project QuantumDeltaNL 45.855 82.507 127.818 3.613 81.172 1.235 Geen 2028 2027
2 NGF - project Oncode-PACT 3.236 65.926 49.963 40.875 Geen 2030 2029
2 NGF - project Circulaire Plastics NL 77.540 23.040 21.170 Geen 2032 2031
2 NGF - project NXTGEN HIGH TECH 141.448 78.220 58.711 56.147 37.496 21.317 Geen 2030 2029
2 NGF - project PhotonDelta 75.119 67.125 61.900 Geen 2030 2029
2 NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs 41.250 39.189 35.089 34.519 Geen 2030 2029
2 Tegemoetkoming Energiekosten 330.000 Geen 2024 2023
2 Indirecte kosten compensatie ETS 59.802 2023 2027 2021
2 IPCEI Cloudinfrastructuur en services 11.658 20.642 20.642 19.000 Geen 2027 2026
2 IPCEI Micro elektronica 8.202 143.088 87.732 Geen 2027 2026
2 Aanvullende tegemoetkoming evenementen 19.882 1.454 Geen 2023 2022
2 Omzetderving Limburg 23.600 Geen 2024 2023
2 Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 25.971 134.210 227.933 197.529 154.714 118.909 Geen 2024 2023
2 EuroHPC 5.136 10.193 12.741 7.645 7.645 Geen 2030 2029
2 EuroQCI 2.836 5.606 11.906 Geen 2025 2024
2 Brexit Adjustment Reserve 609 19.265 Geen 2024 2023
2 Ruimte voor economie / bedrijventerreinen 2.789 1.770 2.666 1.753 Geen n.t.b. n.t.b.
2 Overige subsidies 3.576 11.536 10.199 11.187 10.187 8.687 8.187 2020 2025 Jaarlijks
2 Internationaal Innoveren 38.246 59.246 55.539 56.036 56.036 56.036 75.536 2020 2025 2024
2 PPS-Toeslag (voorheen TKI-toeslag) 199.531 220.308 200.686 187.161 187.161 187.161 187.161 2021 2026 2025
Subtotaal 4.194.546 2.061.825 1.353.286 1.147.468 928.756 678.935 652.544
Artikel 3 Toekomstfonds
3 Smart Industries 38 433 2023 2028 2020
3 Haalbaarheidsstudies STW 547 2023 2028 2024
3 Thematische Technology Transfer 2.356 4.404 3.169 3.000 3.000 2023 2028 2024
Subtotaal 2.941 4.837 3.169 3.000 3.000 0 0
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
4 Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 59.862 63.602 55.465 56.635 49.303 46.855 43.200 2023 2028 2025
4 Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 29.610 45.319 42.000 25.540 0 0 0 2023 2028 2023
4 Energie-efficiëntie 1.273 2.624 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368 2017 2023 2023
4 Green Deals 45 462 500 500 500 500 500 2016 2022 Geen
4 Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) 71.256 77.226 90.251 126.609 87.770 66.937 99.761 2023 2023 2027
4 Regeling Duurzame Scheepsbouw 3.307 3.424 1.696 1.696 1.696 1.696 0 2019 2023 2024
4 Projecten Klimaat en Energieakkoord 2.227 5.802 13.452 8.490 2.847 4.447 4.447 2016 n.n.b. Geen
4 Stimulering Duurzame Energie (SDE)2 474.419 0 200.000 0 530.000 506.000 473.000 2016 n.v.t. 2010
4 Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)3 398.502 485.275 307.428 591.688 2.825.146 2.748.955 2.631.795 2022 n.v.t. 2020
4 Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)3 0 832.375 280.367 91.875 658.286 967.592 1.115.512 Geen 2023 Geen
4 Aardwarmte (SCAN-programma) 17.500 30.000 37.500 12.500 12.500 0 0 Geen 2023 2024
4 ISDE-regeling 249.518 591.320 686.290 806.950 272.900 97.700 97.700 2019 2026 2026
4 Carbon Capture Storage (CCS)/ERA-NET energieprojecten 2.677 3.170 4.664 3.780 5.113 5.380 5.380 Geen n.n.b. 2022
4 Programma Hoge Flux Reactor 6.401 6.440 6.925 6.925 6.925 6.925 6.925 Geen n.n.b. Periodiek
4 Caribisch Nederland 34.887 21.777 13.344 4.144 4.144 4.144 4.144 Geen n.n.b. Jaarlijks
4 Overige subsidies 57.565 92.897 62.391 57.391 77.393 75.058 50.133 Geen 2024 Jaarlijks
4 Opschalingsinstrument Waterstof 0 1.000 389.000 318.000 268.000 275.000 202.000 Geen 2025 n.n.b.
4 Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 496 0 0 6.000 7.691 14.839 19.372 2018 2025 2026
4 Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB 8.424 5.489 9.000 0 0 0 0 Geen 2026 2024
4 IPCEI waterstof 45 175.724 396.815 354.716 259.271 241.515 178.645 Geen 2026 2026
4 Vulmaatregelen gasopslag 0 70.000 340.400 253.500 0 0 0 Geen 2023 2023
4 MIEK 1.039 5.908 14.450 13.040 1.500 0 0 Geen n.n.b. Geen
4 Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 0 3.337 4.087 5.212 5.212 1.000 1.000 Geen 2026 Geen
4 Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) 0 130.000 110.000 60.000 80.000 80.000 40.000 Geen n.n.b. 2028
4 NGF-project NieuweWarmteNu! 0 17.820 37.620 49.500 39.600 25.740 29.084 Geen 2027 n.n.b.
4 Tegemoetkoming energieprijzen 2022 3.123.553 9.345 0 0 0 0 0 Geen n.n.b. 2022
4 Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 370.240 3.797.830 100.000 0 0 0 0 Geen n.n.b. 2023
4 Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten 0 20.000 50.000 4.000 0 0 0 Geen n.n.b. Geen
4 Tegemoetkoming blokaansluitingen 0 513.335 178.641 0 0 0 0 Geen n.n.b. 2028
4 Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten (EM) 0 26.551 0 0 0 0 0 Geen n.n.b. Geen
4 Investeringen waterstofbackbone 0 36.700 34.500 53.300 118.300 155.800 277.200 Geen n.n.b. Geen
4 NGF - project Circulaire zonnepanelen 0 0 135.000 0 0 0 0 Geen n.n.b. n.n.b.
4 Geothermie (Klimaatfonds) 0 0 1.000 21.000 80.000 30.000 20.000 Geen n.n.b. n.n.b.
Subtotaal 4.912.846 7.074.752 3.605.154 2.935.359 5.396.465 5.358.451 5.302.166
Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
5 Waardevermeerderingsregeling 116.016 105.984 13.000 8.000 8.000 8.000 8.000 Geen 2024 2023
5 Geestelijke bijstand 40 1.060 550 550 0 0 0 Geen 2026
5 Duurzaam herstel 0 28.000 111.000 213.415 0 0 0 Geen n.v.t.
5 Woonbedrijf 3.523 3.646 0 0 0 0 0 Geen 2024 2026
5 Diverse subsidies versterken 71.254 119.677 0 0 0 0 0 Geen n.v.t.
5 Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 521.277 213.933 5.000 0 0 0 0 Geen 2024 2023
5 Huurderscompensatie 112 350 0 0 0 0 0 Geen
5 Nieuwbouwregeling 4.314 4.930 4.930 4.930 0 0 0 Geen
5 Economische bedrijvigheid 0 0 28.000 28.000 28.000 28.000 3.000 Geen n.v.t.
5 Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie 0 150.000 0 0 0 0 0 Geen 2023
Subtotaal 716.536 627.580 162.480 254.895 36.000 36.000 11.000
Totaal 9.843.131 9.801.166 5.176.612 4.396.024 6.421.397 6.148.714 6.013.507
  1. De subsidie wordt verleend uit hoofde van Europees Beleid.
  2. De subsidieregeling wordt uitgevoerd conform het Nationaal Energie Akkoord.
  3. De subsidieregeling wordt uitgevoerd conform het Klimaatakkoord.

Topconsortia Kennis en Innovatie

Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zijn private stichtingen die ten behoeve van de erkende Topsectoren de kennis- en innovatieagenda vormgeven en laten uitvoeren. Hiertoe voeren de TKI’s activiteiten uit gericht op het samen met de relevante bedrijven en kennisinstellingen voor hun thema programmeren van activiteiten, bouwen van PPS-consortia om innovatie vorm te geven, informeren, coördineren en enthousiasmeren van partijen om een bijdrage te leveren aan de kennis- en innovatieagenda. Eén van de instrumenten die TKI’s hiervoor aanwenden betreft de PPS-toeslag, een subsidie die de TKI’s bij de minister van EZK kunnen aanvragen op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES).

De PPS-toeslag is bedoeld om privaat-publieke samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) te stimuleren. De 10 erkende topsectoren zijn Agri & Food, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Energie, Logistiek, Creatieve industrie, Life Sciences & Health, Chemie, Water en Maritiem en vanaf 2022 is ook ICT een formele topsector.

Om als TKI opgenomen te worden in de begroting moet het aan de volgende criteria voldoen:

  1. Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en onderzoeksorganisaties participeren.
  2. Het onderzoeksprogramma vindt plaats voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en onderzoeksorganisaties.
  1. De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 mln.
  1. Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.
  1. Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.
  1. Het is transparant en onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.
  1. Binnen een TKI is een goede vertegenwoordiging van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een TKI wordt dan ook geacht betrokkenheid van het MKB actief te bevorderen.
  2. Het TKI gebruikt de publieke middelen die het ontvangt om private bijdrage aan het onderzoek in PPS-verband te stimuleren.

Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om in de begroting opgenomen te blijven.

In 2013 is de PPS-toeslag geïntroduceerd. De kenmerken van de regeling betreffende de PPS-toeslag zijn:

  1. De toeslag is een generiek vormgegeven instrument: grondslag van de toeslag is de private bijdrage (waarvan een beperkt aandeel in natura) aan onderzoeksorganisaties voor privaat-publieke samenwerkingsprojecten uit het meerjarig onderzoeksprogramma van de TKI en de cash-bijdrage van bedrijven aan onderzoeksopdrachten die voor het TKI onderzoeksprogramma relevant zijn. Deze grondslag bepaalt de omvang van de toeslag.
  2. Het toeslagpercentage is 30%, voor de eerste € 20.000 per bedrijf is het percentage 40%. Voor ANBI-bijdragen geldt een toeslagpercentage van 25% tot een maximum van € 90 mln per jaar over alle topsectoren heen.
  3. De PPS-toeslag die het TKI ontvangt wordt door het TKI ingezet in publiek private samenwerkingsprojecten binnen het onderzoeksprogramma van het TKI.
  4. Het onderzoek voor zowel grondslag als de inzet van PPS-toeslag betreft fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.

In het najaar 2023 zal de PPS-toeslagmodule in de RNES worden gewijzigd en daar verder gaan onder de naam PPS-innovatieregeling. Op grond daarvan kan een TKI PPS-programmasubsidie aanvragen. De kenmerken van de PPS-innovatiemodule zijn:

  1. Jaarlijks wordt per TKI een subsidieplafond gepubliceerd, waarvoor het TKI een aanvraag voor subsidie voor een PPS-programma kan indienen.
  2. De PPS-innovatiemiddelen die het TKI ontvangt, worden door het TKI ingezet in publiek private samenwerkingsprojecten binnen dit onderzoeksprogramma van het TKI.
  3. Het onderzoek waar de PPS-innovatiemiddelen op wordt ingezet kan de hele range van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling betreffen.

Hieronder volgen de TKI’s die een aanvraag kunnen indienen voor PPS-programmasubsidie. Deze TKI’s kunnen daarnaast subsidie aanvragen voor hun programma-ondersteunende activiteiten en hun bijdragen aan het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) (POA-subsidie). Hiervoor is vanuit artikel 2 van de EZK-begroting € 6,65 miljoen per jaar beschikbaar voor alle TKI’s samen. TKI’s kunnen ook subsidie ontvangen van andere begrotingsartikelen van de EZK-begroting en van andere departementen, waarbij de middelen van het betreffende departement naar de begroting van EZK worden overgeboekt. TKI’s mogen ook verzoeken om een beperkt deel van het initieel beschikbare PPS-innovatiebudget om te zetten in budget voor de POA-subsidie dat ze na aanvraag en verlening mogen gebruiken voor programma-ondersteunende activiteiten.

De programma-ondersteunende activiteiten moeten direct verband houden met het tot stand brengen van PPS-verbanden (netwerkvorming, consortiavorming), management van het TKI PPS-onderzoeksprogramma, kennisoverdracht en valorisatie.

De drie TKI’s genoemd onder 10 a, b en c vormen een bij elkaar horend cluster ten behoeve van de topsector Water en Maritiem.

1 Stichting TKI Agri&Food
2 Stichting TKI ICT
3 Stichting TKI Groene Chemie en Circulariteit
4 Stichting TKI CLICKNL
5 Stichting TKI Energie
6 Stichting TKI HTSM
7 Stichting Life Sciences Health – TKI
8 Stichting TKI Logistiek
9 Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen
10a Stichting TKI Maritiem
10b Stichting TKI Deltatechnologie
10c Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology

TKI Energie

De Topsector Energie ontvangt niet alleen POA-subsidie vanuit het bovenvermelde budget van € 6,65 mln uit artikel 2 van de EZK-begroting in het kader van het bedrijfslevenbeleid, maar ook vanuit het energie-innovatiebudget ex artikel 4 van de EZK-begroting. Dit laatste houdt verband met het feit dat het TKI Energie namelijk een dubbele doelstelling hanteert: zowel versterking van de energiesector als ook versnelling van de energietransitie. Om het TKI Energie (ook) in dit kader goed te laten functioneren en ook een stimulerende rol te laten vervullen in het betrekken van bedrijfsleven en kennisinstellingen ontvangt het TKI ook POA-subsidie vanuit de  specifieke energie-innovatiemiddelen die daartoe op grond van begrotingsartikel 4 beschikbaar zijn.

Het TKI Energie dat voor de Topsector Energie de programma-ondersteunende activiteiten uitvoert, doet ook op eigen initiatief, op basis van de kennis en expertise binnen deze topsector, voorstellen voor de inzet door EZK van andere energie-innovatiemiddelen uit het artikel 4-budget . Omdat het TKI voor (onder meer) deze activiteit tot het doen van voorstellen ook POA-subsidie kan aanvragen (die dan vanuit het artikel 4-budget kan worden verleend) , worden aan dit TKI wel hoge eisen gesteld op het punt van onafhankelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid. Dit impliceert dat deze activiteiten (tot het doen van voorstellen over aanwending) niet door partijen kunnen worden uitgevoerd die (direct) baat hebben bij de uitkomsten van die activiteiten – dat zou immers de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken.

Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). In de afgelopen jaren is dat proces ook bij EZK tot stand gebracht. De overgang naar een SEA is nader toegelicht in de beleidsagenda, onderdeel ‘Strategische Evaluatieagenda'.

In deze ‘Bijlage Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda’ worden de beleidsthema’s in de SEA toegelicht en nader uitgewerkt met onderliggende instrumentevaluaties. Aanvullend volgt een overzicht met overige evaluaties die niet direct onder een beleidsthema zijn te plaatsen.

Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Deels gaat het om opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In deze evaluatiebijlage wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt. Indien in de kolom «toelichting onderzoek» geen toelichting wordt vermeld, gaat het om reguliere periodieke evaluaties. In de kolom «vindplaats» staan links naar afgeronde onderzoeken, Kamerbrieven of relevante monitors die input vormen voor vervolgonderzoek en voor het syntheseonderzoek van het beleidsthema.

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten Synthese 2022 In 2021 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de EZK-begroting plaatsgevonden. Deze is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Kamer aangeboden. 1 Kamerstuk 30 991, nr. 37
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering ook een belangrijk onderdeel van is, is afgerond en is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering kwam deze beleidsdoorlichting te vroeg om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel is waar mogelijk gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties.
Goed werkende (digitale) economie en markten Synthese 2027 1
Toelichting met stand van inzicht:
De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de beleidsdoorlichting van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor een synthese wordt voorzien in 2027.
Instrumentevaluaties / monitor:
Evaluatie roadmap digitaal veilige hard- en software ex-post 2022 1 Kamerstuk 26 643, nr. 867
Evaluatie bemiddelingsdienst doven en slechthorenden ex-post 2022 1 Kamerstuk 26 643, nr. 906
Nulmeting Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS, coordinatie JenV, WODC) ex-ante 2023/2024 JenV neemt het voortouw. 1
(Tussentijdse) Evaluatie Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS, coördinatie JenV, WODC) ex-durante/ ex-post 2025 JenV neemt het voortouw. 1
Evaluatie Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) ex-post 2023 1
Evaluatie Wet Ongewenste Zeggenschap Telecom (WOZT) ex-post 2025 1
Evaluatie multibandveiling 2020 en 3,5 GHz-band veiling (2023) ex-post 2024 1
Evaluatie nota frequentiebeleid ex-post 2025 1
Evaluatie van de aangewezen instanties metrologiewet ex-post 2024 1
Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet ex-post 2022 Betreft de vijfjaarlijkse ZBO-evaluatie. 1 Kamerstuk 27 879, nr. 89
Evaluatie Raad voor Accreditatie ex-post 2021/2022 1 Kamerstuk 25 268, nr. 203
Evaluatie Autoriteit Consument en Markt (ACM) ex-post 2021 1 Kamerstuk 25 268, nr. 195
Evaluatie Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) ex-post 2023 Deze evaluatie is vanwege beperkte capaciteit uitgesteld naar 2023. 1
Evaluatie doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS ex-post 2022 Betreft de evaluatie van het CBS in de periode 2016-2020. 1 Kamerstuk 25 268, nr. 209
Evaluatie Ministeriële Regeling en beleidsregel CBS ex-post 2023 1 Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 131
Evaluatie doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS ex-post 2026 Betreft de evaluatie van het CBS in de periode 2021-2025. 1
Evaluatie Adviesgroep Gids Proportionaliteit ex-post 2022 1 Kamerstuk 34 252, nr. 23
Evaluatie Universele Postdienst ex-post 2022 1 Kamerstuk 29 502, nr. 184
Evaluatie EU-cofinanciering Digital Europe ex-post 2025 1
NGF - Evaluatie project Nationaal onderwijslab ex-durante 2025 1
NGF - Evaluatie project AiNed ex-durante 2028 1
Steun- en herstelbeleid Corona Synthese 2025 Dit beleid diende ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement heeft de verantwoordelijkheid voor de eigen maatregelen. 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In de afgelopen periode heeft de overheid meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Dit betrof een planning van de evaluaties van individuele steunmaatregelen, zoals de NOW, TOZO en TVL/TOGS. Ook bevatte de brief een overzicht van de monitoringsactiviteiten. De ministeries zouden de evaluatie-aanpak verder uitwerken met behulp van enkele onafhankelijke deskundigen vanuit de wetenschap en de planbureaus. Inmiddels is begin 2023 een update van deze planning naar de Kamer gestuurd met de aankondiging dat een synthese-onderzoek uiterlijk eind 2025 gereed is. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstuk 35 420, nr. 453). De synthesestudie zal zich richten op de grootste steunmaatregelen (TVL/TOGS, NOW, TOZO en belastinguitstel) en zal afhankelijk van de tijdige totstandkoming van de onderliggende evaluaties uiterlijk eind 2025 naar de Kamer worden gestuurd. Centraal bij deze synthese staat de vraag hoe doeltreffend en doelmatig de opeenvolgende steunpakketten als geheel zijn geweest. Tevens kijken we wat de belangrijkste lessen en eventuele onbedoelde neveneffecten zijn op basis van de individuele evaluaties. Hieronder wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZK zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZK-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zullen de evaluaties hiervan later dan de synthesestudie en zoveel mogelijk gezamenlijk plaatsvinden. Kamerstuk 35 420, nr. 227 en Kamerstuk 35 420, nr. 453
Kamerstuk 35 420, nr. 521
Instrumentevaluaties / monitor:
Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven ex-durante 2020 e.v. Monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RVO, CBS). Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht vanaf 2023), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken. In oktober 2022 heeft het CBS in samenwerking met EZK/B&I en RVO een afrondende publicatie opgesteld: 2 en 3 zie: Monitor Coronamaatregelen
CBS-publicatie: «Twee jaar Coronasteun»
Onderzoek overkoepelende macro-economische effecten (CPB) ex-durante 2021 Het CPB is in december 2020 door FIN (i.s.m. EZK en SZW) verzocht een analyse te maken van de macro-economische effecten van de opeenvolgende steunpakketten die door het kabinet tijdens de Coronacrisis zijn ingezet en de eerste resultaten in de zomer van 2021 te publiceren. Doel was inzicht te krijgen in hoeverre de steunpakketten de economische schade van de Coronamaatregelen hebben beperkt en daarmee lessen te trekken voor de toekomst.
Specifiek is aandacht gevraagd voor de samenstelling van de steunpakketten met indien mogelijk onderscheid naar een aantal grote maatregelen zoals de TVL, NOW, TOZO en Uitstel van Belastingbetaling. Daarnaast zijn de economische uitkomsten in Nederland waar mogelijk afgezet tegen de ontwikkelingen in het buitenland. Deze analyses bieden een basis voor het trekken van lessen voor de toekomst en dienen als bouwstenen voor vervolgevaluaties.
2 en 3 Kamerstuk 35 420, nr. 453
Internationale vergelijking steunpakketten ex-post 2024 Betreft een internationale vergelijking van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de steunpakketten in 2020 t/m 2022 (in opdracht van FIN, SZW en EZK). 2 en 3
BMKB-C ex-post 2026 Ondersteunen ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de reguliere BMKB. 2
GO-coronamodule ex-post 2025/2026 Ondersteunen ondernemers (de reguliere evaluatie in 2020 kon nog niet ingaan op de corona-module). 2
Overbruggingskredieten en aflossing met rentekorting verschaft door Qredits ex-post 2026 Ondersteunen ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de Qredits evaluatie. 2
Corona Overbruggingslening (COL) verschaft door Regionale ontwikkelingsmaatschappijen ex-post 2026 Ondersteunen (innovatieve) ondernemers. Zal geëvalueerd worden tezamen met de ROMs evaluatie. 2
Garantieregeling Kleine Kredieten Corona ex-post 2026 Ondersteunen kleine ondernemers 2
TVL/TOGS ex-post 2023 Ondersteunen ondernemers MKB en later ook voor grote bedrijven. Zal tezamen met NOW-evaluatie van SZW geëvalueerd worden. Betreft een kwantitatief onderzoek naar de doeltreffendheid van de NOW-regeling en TVL/TOGS-regeling. Vanwege de grote overlap in gebruik van de regelingen, de doelstellingen en de doelgroep, worden de regelingen in samenhang bezien. Naast deze kwantitatieve evaluatie naar doeltreffendheid, worden de doelmatigheid van de NOW-regeling en TVL-regeling in separate evaluaties onderzocht. 2
TVL Caribisch Nederland ex-post 2023 Het steunpakket voor Caribisch Nederland zal integraal geëvalueerd worden (BZK neemt het voortouw). De TVL Caribisch Nederland maakt onderdeel uit van deze evaluatie. Het doel van de evaluatie is om zicht te krijgen op het functioneren van het steunpakket voor Caribisch Nederland en daarvan te leren. 2
Garantieregeling evenementen/tijdelijke subsidieregeling evenementen (TRSEC/SEG) ex-post 2023 Ondersteunen specifieke doelgroep 2
TOA (Time Out Arrangement) ex-post 2024/2025 Betreft een lening voor een doorstart die wordt verstrekt via Qredits. 2
Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren ex-post 2026 Ondersteunen specifieke doelgroep 2
Voucherkredietfaciliteit ex-post 2027 Ondersteunen specifieke doelgroep (via SGR) 2
Leningsfaciliteiten reissector ex-post 2027 Ondersteunen specifieke doelgroep (via SGR) 2
Ondernemerschap Synthese 2025 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft recentelijk ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Instrumentevaluaties / monitor:
Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met BMKB-C 2
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering ex-post 2020 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 35 420, nr. 154
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering ex-post 2025 2
Toerisme / NBTC ex-post 2024 2
Evaluatie NFIA ex-post 2020 2 Kamerstuk 32 637, nr. 415
Evaluatie NFIA ex-post 2025 2
Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging ex-post 2022 2 Kamerstuk 35 925 IX, nr. 30
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie van de ROM's. Coronamaatregelen worden apart geëvalueerd, hoewel deze wel effect gehad kunnen hebben op het reguliere instrumentarium. In die hoedanigheid wordt dit wel aangestipt. 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met COL. 2
Qredits ex-post 2022 Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona 2 Kamerstuk 32 637, nr. 502
Qredits ex-post 2026 Zal geëvalueerd worden tezamen met corona overbruggingskrediet starters, bestaande ondernemers en uitstel van aflossing met rentekorting. 2
Regeldruk (ATR) ex-post 2020 2 Evaluatie ATR
Regeldruk (ATR) ex-post 2024 2
Evaluatie MKB-toets ex-post 2021 2 Kamerstuk 32 637, nr. 476
Evaluatie MKB-toets ex-post 2025 2
Evaluatie MKB-(digi)werkplaatsen ex-post 2023 2
Evaluatie pilot Mijn Digitale Zaak ex-durante 2023 2
Fiscale regelingen startups/gebruikelijk loonregeling innovatieve startups ex-post 2022 2 Kamerstuk 36 202, nr. 3
Evaluatie Startupdelta en Techleap ex-post 2023 2 Kamerstuk 32 637, nr. 565
Evaluatie Fastlane ex-post 2023 2
Wet op KVK ex-post 2024 2
Evaluatie Rijkscofinanciering EFRO/Interreg (2014-2020) ex-post 2024 2
Fiscale ondernemerschapsregelingen ex-post 2023 2
Groeifaciliteit (GF) ex-post 2024 Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. 2
Seed Capital regeling ex-post 2024 Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. 3
Dutch Venture Initiative (DVI) ex-post 2024 Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. 3
Vroege Fase Financiering (VFF) ex-post 2024 Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. 3
Doorlichting Agentschap RVO overig 2022 1, 2, 3, 4 en 5 Doorlichting Agentschap RVO
Brexit adjustment reserve ex-post 2024 2
Impulsaanpak winkelgebieden ex-durante 2024 2
Invest-NL overig 2022 2 Kamerstuk 35 123, nr. 40
Invest-NL overig 2027 2
Dutch Alternative Credit Instrument (DACI) ex-post 2026 3
Dutch Future Fund (DFF) ex-post 2026 3
Innovatiebeleid Synthese 2025 2 en 3
Toelichting met stand van inzicht:
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving
Instrumentevaluaties / monitor:
Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid ex-durante Eerste resultaten in 2021 De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Zie de voortgangsrapportage van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid in de afgelopen jaren (Kamerstuk 33 009, nr. 102). Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die in de «Expertcommissie Evaluatiemethoden» wordt uitgewerkt. 2 zie: Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid
Eureka / Eurostars / JTI’s ex-post 2020 2 Kamerstuk 21 501-07, nr. 1711
Ruimtevaart ex-post 2024 2
Evaluatie Netherlands Space Office (NSO) ex-post 2022 2 Kamerstuk 24 446, nr. 77
Intellectueel Eigendomsbeleid ex-post 2024 2
Evaluatie Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid ex-post 20261 2
Innovatieprestatiecontracten (IPC) ex-post 2023 Deze evaluatie van IPC wordt in samenhang met de evaluatie MIT uitgevoerd. 2
Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, ECN, Wageningen Research) ex-post 2021 2 Kamerstuk 32 637, nr. 453
Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling) ex-post 2022 2 Kamerstuk 32 637, nr. 453
Innovatiebox ex-post 2023 In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw. 2
Fundamenteel en toegepast onderzoek ex-post 2023 Dit betreft diverse regelingen op het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds. Het gaat om de Thematische Technology Transfer regeling, Toekomstfondskrediet OnderzoeksFaciliteiten, Haalbaarheidsstudies, Smart Industry, Oncode en Regeneratieve Geneeskunde. 3 Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 127
Innovatiekrediet (IK) ex-post 2024 Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. 3
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) ex-post 2021 2 Kamerstuk 33 009, nr. 101
NWO ex-post 2020 Betreft een algemene evaluatie van NWO door OCW. 2 Kamerstuk 29 338, nr. 221
NWO-TTW ex-post 2022 Betreft specifiek het EZK-gefinancierde deel NWO-TTW 2 Kamerstuk 33 009, nr. 118
Evaluatie MIT ex-post 2023 Deze evaluatie van MIT wordt in samenhang met de evaluatie IPC uitgevoerd. 2
WBSO ex-post 2024 2
SBIR overig 2024 2
Midterm evaluatie Just Transition Fund (JTF) ex-durante 2025 SZW heeft het voortouw. 2
Evaluatie Just Transition Fund (JTF) ex-post 2029 SZW heeft het voortouw. 2
Deep Tech Fund ex-post 2027 3
IPCEI Microelektronica II (ME2) ex-post 2027 2
IPCEI Cloud Infrastructuur en Services (CIS) ex-post 2027 2
NGF - Evaluatie project AiNed ex-post 2028 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - Evaluatie project QuantumDeltaNL ex-post 2028 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - Evaluatie project RegMed XB ex-post 2029 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - Evaluatie project Health RI ex-post 2029 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - Evaluatie project Groenvermogen ex-post 2030 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
NGF - Evaluatie project Oncode-PACT ex-post 2030 Betreft een projectevaluatie als onderdeel van het Nationaal Groeifonds (NGF) 2
  1. Evaluatie in 2026. Een tussenevaluatie in 2023 bleek niet haalbaar om al effecten te meten. Tevens wordt er in 2023 een nieuw Kennis- en innovatieconvenant (KIC) opgesteld. Naar aanleiding van het rapport van Commissie Ter Weel (Durf te leren, ga door met meten, 2022) worden mogelijkheden voor evaluatie verder bezien.
Lerende evaluatie Klimaatbeleid Ex durante 2024 De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» en een syntheseonderzoek (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901 en Kamerstuk 32 813, nr. 1229). De lerende evaluatie richt zich op het transformerend vermogen van het klimaatbeleid richting klimaatneutraliteit in 2050. In de lerende evaluatie is in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope bepaald en een evaluatiekader geformuleerd (zie: https://www.pbl.nl/lekb/publicaties), in 2023 en 2024 worden sectoranalyses uitgevoerd en via de casuisstiek verdiept. De uitkomsten worden in het nieuwe klimaatplan 2024 betrokken. 4
Publicatie PBL: Scope evaluatiekader
Synthese-onderzoek klimaat(mitigatie)beleid Synthese 2024 In 2023 start met een synthese-onderzoek dat inzichtelijk maakt wat we weten over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaat(mitigatie)beleid gericht op het doel van 2030 (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 1229). Dit synthese-onderzoek richt zich op de (sector) doelstellingen en concrete beleidsresultaten zoals geformuleerd in het Klimaatplan 2019 (gebaseerd op het Klimaatakkoord) gericht op 49% CO2-reductie in 2030, het aanvullend Beleidsprogramma Klimaat dat in juni 2022 aan de TK is aangeboden en de aanvullende besluitvorming van dit voorjaar. Het synthese-onderzoek gaat uit van beschikbare instrumentenevaluaties, onderzoeksrapporten en analyses. 4
Toelichting evaluatie Klimaatbeleid:
De Monitoring & Evaluatie van het Klimaatbeleid liep mee als pilot in de operatie Inzicht in Kwaliteit om het Rijksbrede belang te benadrukken, én een buitenboordmotor te hebben die nodig is om de komende jaren te komen tot een lerende evaluatiestructuur die beleid voorziet van resultaten op het moment dat de vaste momenten in de beleidscyclus (Klimaatwet, INEK) daarom vragen.
In het Klimaatplan is opgenomen dat het kabinet een evaluatieplan voor het nationaal klimaatbeleid ontwikkelt. Er is voor gekozen om deze in te vullen door een lerende evaluatie klimaatbeleid en een synthese onderzoek, met name gebaseerd op een analyse van reeds uitgevoerde instrumentenevaluaties. De (opbouw van de) monitor en de beleidstheorie daarachter, vormen de basis voor de evaluatie. De evaluatie is een aanvulling op de monitor, de specifieke instrumentevaluaties van betrokken departementen en de meer ex ante ingerichte analyses zoals de KEV van PBL en het IBO Klimaat. Uitkomsten van de monitor, specifieke instrumentevaluaties en analyse worden indien relevant meegenomen in de lerende evaluatie en het syntheseonderzoek. Beoogd is dat voorafgaand aan het nieuwe Klimaatplan in 2024 een evaluatie van het Klimaatbeleid kan plaatsvinden, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van afzonderlijke evaluaties in voorafgaande jaren. Reeds geplande relevante evaluaties in sectoren Gebouwde Omgeving, Landbouw & Landgebruik en Mobiliteit zijn weergegeven op de SEA’s/evaluatieplanningen van respectievelijk BZK, LNV en IenW. De relevante evaluaties op de begroting van EZK voor de sectoren Elektriciteit en Industrie zijn:
Instrumentevaluaties sector Elektriciteit en Industrie:
Monitor Klimaatbeleid ex-durante 2020 e.v. Eind 2021 werd het «Dashboard Klimaatbeleid» gelanceerd. Het dashboard biedt jaarlijks een objectief inzicht in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). Een samenvatting van de resultaten uit het «Dashboard Klimaatbeleid» is opgenomen in de Klimaatnota 2022 (Kamerstuknummer 32 813, nr. 1112). 2 en 4 Kamerstuk 32 813, nr. 1112
(publicatie: Dashboard Klimaatbeleid)
Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal ex-ante/ex-durante 2021 Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven. 4 Kamerstuk 32 813, nr. 664
IBO Klimaat Ex ante 2023 Het IBO Klimaat «Scherpe doelen, scherpe keuzes» heeft als opdracht om het huidige klimaatbeleid te onderzoeken en aanbevelingen te doen hoe het beleid kan worden aangescherpt om de 2030-doelstelling te behalen. Er worden aanbevelingen gedaan voor aanvullend normerend en beprijzend klimaatbeleid voor 2030 en 2050. Het kabinet heeft hier in de Voorjaarsbesluitvorming in april 2023 over besloten. 4 Kamerstuk 32 813 , nr. 1177
Fiscale regelingen Energiebelasting ex-post 2021 In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw. 4 Kamerstuk 31 239, nr. 330
Evaluatie Opslag Duurzame Energie ex-post 2021 Evaluatie en toekomstverkenning ODE 4 Kamerstuk 30 196, nr. 752
Monitor RES 1.0 (Regionale Energie Strategie) ex-durante /ex-post 2021 / 2023 PBL monitort de voortgang van de RES’en. In de Monitor wordt gereflecteerd op de stand van zaken rond de RES. PBL analyseert of met de voorstellen van de 30 energieregio’s het doel van 35 terawattuur (TWh) nog steeds binnen bereik is, en kijkt daarbij naar de ontwikkelingen rond de thema’s ruimtelijke inpassing, maatschappelijk draagvlak en capaciteit van het elektriciteitsnetwerk. De PBL monitor is naar verwachting eind 2023 gereed. 4 Kamerstuk 32 813, nr. 1166
Evaluatie SDE+ ex-post 2022 4 Kamerstuk 31 239, nr. 343
Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER ex-post 2023 Evaluatieonderzoek is afgerond. Kamerbrief wordt geschreven. Wordt naar verwachting medio juni 2023 naar de Kamer gestuurd. 4 Kamerstuk 32 813, nr. 1287
Evaluatie Energie Investeringsaftrek (EIA) ex-post 2023 De evaluatie behelst de jaren 2017-2021 en is in maart jl. afgerond. Momenteel wordt gewerkt aan de kabinetsreactie op het rapport. Deze zal in juni naar de TK gaan. EIA valt onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van FIN en EZK. 4 Kamerstuk 36 202, nr. 158
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) ex-post 2025 4
Evaluatie SDE++ ex-post 2023 De evaluatie richt zich op de eerste drie jaren waarin de SDE++ is verbreed naar het kosteneffectief verminderen van CO2-uitstoot (2020-2022). In de evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en consistentie van de regeling. 4
Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) ex-post 2026 4
Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie ex-ante 2021 Hierbij is aangesloten bij een door de OECD uit te voeren onderzoek in 2020/21 voor EZK en DG Reform van de Europese Commissie naar het Nederlandse CO2- reductiebeleid voor de Nederlandse industrie (informele ex-ante beleidsdoorlichting). 2 en 4 Policies for a climate-neutral industry; lessons from the Netherlands
Evaluatie Regeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS) ex-post 2022/2023 2 en 4 Kamerstuk 29 826, nr. 196
Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie ex-ante 2022 Betreft een bijlage bij het Belastingplan 2023 2 en 4 Kamerstuk 36 202, nr. 6
Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie ex-ante 2023 2 en 4 Kamerstuk 29 826, nr. 196
Evaluatie Subsidie Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI) ex-post 2024 2
Evaluatie minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking ex-post 2024/2025 In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. Binnen 3 jaar na inwerkingtreding is er een evaluatie van de wet (maart 2022 inwerking getreden); dit is wettelijk vastgelegd. Voor het belastingplan 2024 is er een tussenevaluatie die alleen naar het prijspad van de wet kijkt (zie Kamerstuk 35 216, H). 4
Evaluatie nationale CO2-heffing industrie ex-post 2024 In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. 2 en 4
MKB-impacttoets overig 2020 4 Kamerstuk 32 637, nr. 423
Evaluatie Klimaatfonds ex-post/ex-durante 2027 In het wetsvoorstel Klimaatfonds wordt voorgesteld dat de Minister binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet een evaluatieverslag uitbrengt over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Het plan is om al in 2026 een integrale evaluatie te laten plaatsvinden die in 2027 wordt afgerond. Met deze van andere fondsen afwijkende evaluatietermijn kunnen de inzichten uit de evaluatie nog worden gebruikt voor de begrotingen van 2028 tot en met 2030. In deze integrale evaluatie staat het functioneren van het fonds als geheel centraal, bijvoorbeeld de zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van evaluatie van het klimaatbeleid en de Strategische Evaluatie Agenda (SEA). 4
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) Synthese 2029 Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. 4
Toelichting met stand van inzicht:
De nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot vervanging van de Elektriciteit en Gaswet) is in voorbereiding. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2024) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2029 gebeuren. Ook de nieuwe Warmtewet (Wet Collectieve Warmtevoorziening) is nog in voorbereiding en zal naar verwachting medio 2024 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden.
Instrumentevaluaties / monitor:
Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet) ex-post 2023 Verwachte oplevering zomer 2023. 4 Kamerstuk 29 023, nr. 443
Evaluatie totstandkoming toetsing Investeringsplannen landelijke netbeheerders ex-post 2022 4 Kamerstuk 29 023, nr. 305
Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) overig 2020 4 Kamerstuk 31 239, nr. 317
Evaluatie Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht ex-post 2020 4 Kamerstuk 34 627, nr. 51
Evaluatie Regeling Duurzame Scheepsbouw overig 2023 4
Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit overig 2021 4 Kamerstuk 31 239, nr. 335
Voortzetting gaswinning uit kleine velden op zee en op land overig 2020 4 Kamerstuk 35 462, nr. 3
Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek overig 2020 4 Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek
Expertisecentrum Warmte ex-post 2021 4 Het Expertise Centrum Warmte is geëvalueerd - Expertise Centrum Warmte
Evaluatie EBN ex-post 2023 4 Kamerstuk 28 165, nr. 396
WarmtelinQ ex-post 2024 4
Garantieregeling Geothermie ex-post 2023 4
Vulmaatregelen gasopslag ex-post 2023 Zoals verplicht op grond van de Verordening gasleveringszekerheid wordt het BHG in 2023 op basis van een evaluatie geactualiseerd (Kamerstuk 29 023, nr. 418). In de loop van 2023 komt het kabinet met een langetermijnvisie over de inzet van de Nederlandse gasopslagen (Kamerstuk 29 023, nr. 384). 4
Onderzoek naar impact beleidsopties waterstof-instrumentarium op ontwikkeling van de waterstofmarkt ex-ante 2023 Het doel van het onderzoek is het kwalitatief en kwantitatief onderzoeken van een aantal beleidsmixen bestaande uit productiesubsidie, een afnameverplichting en vraagsubsidies (allemaal voor hernieuwbare waterstof) met betrekking tot het waterstofinstrumentarium op 1) de ontwikkeling van vraag en aanbod van waterstof in 2030 en 2035, 2) de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie, 3) potentiële verdringing van andere verduurzamingsopties voor bedrijven. 4
IPCEI waterstof ex-post 2025/2026 De evaluatie start uiterlijk 2025 (Kamerstuk 32 813, nr. 972). 4
Evaluatie Energiewet ex-post 2029 4
Evaluatie Wet collectieve warmtevoorziening ex-post 2029 4
Een veilig Groningen met perspectief Overig 2023 Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen 5 Kamerstuk 35 561, nr. 5
Kamerstuk 35 561, nr. 17
Toelichting met stand van inzicht:
In verband met de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is de geplande beleidsdoorlichting komen te vervallen. De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek gaat doen naar de aardgaswinning in Groningen is op 11 februari 2021 ingesteld. De commissie voert haar werkzaamheden uit op basis van een onderzoeksvoorstel (Kamerstuk 35 561, nr. 2) dat op 9 februari 2021 is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Het eindrapport «Groningers boven gas» is op 24 februari 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Instrumentevaluaties / monitor:
Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen) ex-post 2022 5 Kamerstuk 35 250, nr. 45
Evaluatie Commissie Bijzondere Situaties door Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen ex-post 2022 5 Kamerstuk 35 529, nr. 1037
Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen ex-post 2024 Regeling is verlengd tot en met 8 oktober 2023. De evaluatie is doorgeschoven en start in 2023. 5
Woonbedrijf ex-post 2024 5
Subsidieregelingen Bestuurlijke afspraken ex-post 2024 5

Meerjarenplanning van overige geplande evaluaties/doorlichtingen die niet of deels onder voornoemde thema's vallen:

Doorlichting Agentschap AT overig 2020 1, 4 Doorlichting Agentschap Telecom
Doorlichting Agentschap RDI overig 2025 1,4
Doorlichting Agentschap DICTU overig 2022 40 Doorlichting Agentschap DICTU
Doorlichting Agentschap Nea overig 2023 4 Kamerstuk 25 268, nr. 214
Doorlichting Agentschap RVO overig 2022 1,2,3,4 en 5 Doorlichting Agentschap RVO
Evaluatie ZBO's: Zie planning in bijlage 1: ZBO's en RWT's

Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28,) brengen departementen reeds langer in kaart welke uitgaven zij doen ten behoeve van Caribisch Nederland, uitgesplitst per beleidsartikel en per instrument. Voor zover die uitgavenreeksen de € 1 mln te boven gaan, maken de departementen deze in een aparte regel (regeling onder een instrument) expliciet zichtbaar in de tabel budgettaire gevolgen van beleid en de bijbehorende toelichting. Bedragen onder de € 1 mln hoeven niet apart zichtbaar te worden gemaakt in de budgettaire tabel, hierbij volstaat een toelichting.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) heeft het kabinet besloten het overzicht Rijksuitgaven (ten behoeve van) Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11). Ter uitvoering hiervan dient deze bijlage waarin alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) worden opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven. Uitgaven aan de landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba worden hierin niet opgenomen.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Totaal uitgaven 40.147 29.269 23.442 9.566 9.566 9.566 9.566
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten 4.280 4.501 9.151 4.501 4.501 4.501 4.501
Subsidies (regelingen) Rijk structureel 3.629 3.500 7.800 3.500 3.500 3.500 3.500
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s Rijk structureel 651 1.001 1.351 1.001 1.001 1.001 1.001
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei 980 824 947 921 921 921 921
Opdrachten Rijk structureel 558 724 847 821 821 821 821
Subsidies (regelingen) Rijk (2020) eilandelijk incidenteel (2020) structureel 422 100 100 100 100 100 100
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 34.887 23.944 13.344 4.144 4.144 4.144 4.144
Subsidies (regelingen) Rijk structureel/ incidenteel 34.887 23.944 13.344 4.144 4.144 4.144 4.144

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

De subsidie vanuit artikel 1 van de EZK begroting heeft te maken met de Rijkstaak om de Telecom/Internet aansluiting betaalbaar te maken en te behouden. De subsidie betreft 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD voor Eustatius en Saba en is structureel. Verder is er voor 2024 € 1,3 mln beschikbaar gesteld voor de verdere verlaging van vast internet met $15 p/m en € 3 mln voor het verbeteren van het glasvezelnetwerk internet.

De bijdragen ten behoeve van het statische werkprogramma van CBS voor Caribisch Nederland maken onderdeel uit van de Rijksbijdrage. De additionele € 0,35 mln in 2024 is bestemd voor budgetonderzoek. Dit zijn nominale cijfers, loon- en prijsbijstellingen en taakstellingen op de Rijksbijdrage als geheel zijn hier niet in verwerkt.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Het Rijk reserveert structureel circa € 1 mln aan uitgaven voor diverse opdrachten op Caribisch Nederland. Hieronder valt onder andere de Rijkstaak voor aanvullend statistisch onderzoek door het CBS en projecten op het terrein van arbeidsmarkt en ondernemerschap. Hiermee worden verschillende indicatoren gemeten waardoor beleid doeltreffender kan worden opgesteld. Verder verstrekt het Rijk structureel subsidies voor circa € 100.000 aan KvK op de BES-eilanden.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

De bijdrage op dit artikel heeft betrekking op de Rijkstaak om de energievoorziening op de eilanden van Caribisch Nederland te borgen. Dit doet het Ministerie van EZK zowel via structurele subsidies, zodat de netbeheertarieven op hetzelfde niveau zijn als in het Europese deel van Nederland, als via incidentele subsidies. Voor 2022 en 2023 worden incidentele subsidies in de verduurzaming van de elektriciteitsopwekking op Saba en Sint-Eustatius voorzien. In het kader van het koopkrachtbeleid voor 2024 wordt extra budget toegevoegd aan het budget voor Caribisch Nederland om het vaste elektriciteitstarief op de eilanden van Caribisch Nederland te kunnen verlagen naar € 0 per maand.

Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten EZK

Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van EZK vallen. Voor de inhoudelijke rapportage over de voortgang van alle NGF-projecten zie de voortgangsrapportage van de beoordelingsadviescommissie.

In 2022 hebben de ronde 1 NGF-projecten AiNed, QuantumDeltaNL en RegMed XB na een positief advies met de commissie een toekenning voor vervolgfinanciering ontvangen. De ronde 2 NGF-projecten Oncode-PACT, Groenvermogen II, NXTGEN HIGHTECH, Circulair Plastics NL, Nieuwe Warmte NU!, Opschaling PPS en PhotonDelta hebben een eerste toekenning ontvangen. Tot slot heeft een ronde 3 NGF-project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen een toekenning ontvangen.

Het reeds lopende NGF-project (ronde 1) Health-RI en Groenvermogen (I en II) en QuantumDeltaNL hebben na een positief advies met de Commissie begin 2023 een toekenning ontvangen voor een vervolgfinanciering. De directe toekenningen van NGF-voorstellen dienen parlementair geautoriseerd te worden, pas daarna kan EZK overgaan tot formele subsidieverstrekking. Deze autorisatie gebeurde voor deze voorstellen per 1e suppletoire begroting 2023.

Totaal Uitgaven NGF-projecten EZK-begroting 107.691 528.051 320.230 117.566 127.774 67.318 6.183 0 0 1.274.813
Totaal Ontvangsten NGF-projecten EZK-begroting
Subtotaal NGF-project AiNed 5.719 15.027 28.589 31.841 29.120 50.204 160.500
Uitgaven beleidsartikel 1 Subsidies 5.719 15.027 28.589 31.841 29.120 50.204 0 0 0 160.500
Subtotaal NGF-project QuantumDeltaNL 45.855 105.507 127.818 3.613 58.172 1.235 342.200
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 45.855 105.507 127.818 3.613 58.172 1.235 0 0 0 342.200
Subtotaal NGF-project RegMed XB 24.851 7.111 10.649 9.549 1.584 1.283 1.183 56.210
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 24.851 7.111 10.649 9.549 1.584 1.283 1.183 0 0 56.210
Subtotaal NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie 11.906 316.668 85.142 14.142 14.142 442.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 11.906 316.668 85.142 14.142 14.142 0 0 0 0 442.000
Subtotaal NGF-project Health-RI 10.000 12.000 12.000 11.000 11.000 8.000 5.000 69.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 10.000 12.000 12.000 11.000 11.000 8.000 5.000 0 0 69.000
Subtotaal NGF-project Onderwijslab AI 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596 35.697 79.600
Uitgaven beleidsartikel 1 Subsidies 5.460 5.638 6.032 6.421 13.756 6.596 35.697 0 0 79.600
Subtotaal NGF-project Oncode-PACT 3.900 66.100 50.000 41.000 161.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 3.900 66.100 50.000 41.000 0 0 0 0 0 161.000
Subtotaal NGF-project Circulaire Plastics 0 79.800 23.000 21.200 124.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 79.800 23.000 21.200 0 0 0 0 0 124.000
Subtotaal NGF-project NXTGEN HIGHTECH 150.000 88.000 67.000 63.000 43.000 25.000 14.000 450.000
Bijdrage (inter)nationale organisaties 0 7.402 9.730 8.289 6.853 5.504 3.683 41.461
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 142.598 78.270 58.711 56.147 37.496 21.317 14.000 0 408.539
Subtotaal NGF-project Nieuwe Warmte Nu! 0 18.456 37.620 49.500 39.600 25.740 29.084 200.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 18.456 37.620 49.500 39.600 25.740 29.084 0 0 200.000
Subtotaal NGF-project Opschaling PPS in het Beroepsonderwijs 42.800 39.490 35.390 34.920 152.600
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 42.800 39.490 35.390 34.920 152.600
Subtotaal NGF-project PhotonDelta 135.860 67.750 62.400 325 325 266.660
Leningen 0 60.000 60.000
Uitgaven beleidsartikel 2 Subsidies 0 75.860 67.750 62.400 325 325 206.660
Subtotaal NGF-project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen 135.000 135.000
Uitgaven beleidsartikel 4 Subsidies 0 135.000 135.000

Toelichting

AiNed
AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Er is in 2023 een call opengesteld om AI-onderzoekslabs voor mensgerichte AI te ondersteunen en er wordt een call opengesteld om Applied AI Learning Communities te ondersteunen om MKB-bedrijven te helpen bij AI-vraagstukken met ondersteuning van MBO, HBO en universiteiten met projecten in 2024. Verder is in 2023 een AI-call binnen de MIT-regeling uitgevoerd voor het ondersteunen van R&D-samenwerkingsprojecten van MKB-bedrijven. Deze call kan in 2024 worden herhaald. In 2023 is een AI-ketenproject van start gegaan dat in 2024 wordt uitgevoerd. Begin 2024 wordt een voorstel gedaan bij het NGF voor de realisatie van de tweede € 44 mln, die voorwaardelijk is toegekend.

Quantum Delta NL

Het project Quantum Delta NL (QDNL) (€ 54 mln voor fase 1 toegekend in 2021, € 228 mln voor fase 2 in 2022) richt zich op het versterken van het Nederlandse quantumecosysteem, door te investeren in drie katalysatorprogramma’s (KAT’s), R&D, ecosysteemontwikkeling, talentontwikkeling, maatschappelijke inbedding en infrastructuur. Quantum is een technologie in ontwikkeling die onder andere disruptief kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke problemen kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand worden gebracht. Ook maakt quantum de ontwikkeling van een groot aantal nieuwe en uiterst gevoelige typen sensoren mogelijk.

In 2023 en 2024 wordt verder gewerkt aan onder meer de ontwikkeling van de quantumcomputer (KAT-1), een quantumnetwerk (KAT-2) en quantumsensoren (KAT-3). Bij KAT-1 en KAT-2 is in 2023 samenwerking gestart met een aantal startups en bij KAT-3 worden de testbeds momenteel opgestart en zullen concrete projecten in 2023 worden gefinancierd. In 2023 heeft NWO een nieuwe quantum call uitgevoerd (budget € 10,4 mln) en ook een tweede ronde van de MKB-call staat op de rit. In 2023 en 2024 wordt verder gewerkt aan diverse activiteiten, zoals valorisatie van de technologie, het House of Quantum, de Talent & Learning Centers en het Nationaal Living Lab. 

Voor QDNL was € 333 mln gereserveerd voor een derde fase. Hiervan wordt € 60,2 mln definitief toegekend voor versterking van de internationale samenwerking (Kamerbrief 36 200-L-11). Hiermee komt de totale bijdrage uit op € 342,2 mln en staat er nog € 272,8 mln gereserveerd voor een derde fase van het project.

RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van een landelijke regeneratieve geneeskunde-pilotfabriek met gespecialiseerde locaties (pilotlijnen) voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelf-herstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gen-, cel- en weefseltherapieproducten. Het doel van RegMed XB is enerzijds om op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt.

Eind 2021 heeft EZK de eerste subsidies (totaal € 23 mln) voor het programma verleend. Begin 2022 is na een positief gesprek met de Adviescommissie NGF de voorwaardelijke toekenning voor de tweede tranche (€ 33,3 mln ) omgezet in een definitieve toekenning. Hierdoor is er in totaal € 56,3 mln verplicht.

In 2023-2024 zal verder worden gewerkt aan het Nederlands Center for the Clinical Advancement of Stem cell and Gene Therapies (NECSTGEN) in Leiden, faciliteiten en apparatuur voor het produceren van hydrogelen en implantaten in Brabant (SBMC), de inrichting van de faciliteit en pilotlijn in Maastricht (ReGEN Biomedical) en het Innovation Center for Advanced Therapies (ICAT) in Utrecht.

Groenvermogen van de Nederlandse economie

Dit project investeert in een groen-waterstof-ecosysteem bestaande uit (i) kleine- en grootschalige demonstratieprojecten, (ii) grootschalige pilotprojecten en innovaties in de waardeketens chemie, vliegtuigbrandstoffen, staal en kunstmest (ii) een R&D-programma en (iii) een human capital programma. Het doel van het voorstel is om toepassingen van groene waterstof en groene chemie in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het voorstel ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2-neutrale samenleving. Uit groeifondsronde 1 werd in 2021 € 338 mln beschikbaar gesteld voor R&D, human capital en kleine demonstratieprojecten. In ronde 2 van het groeifonds is nog eens € 500 mln beschikbaar gesteld voor de opschaling en toepassing van technologie op industrieel relevante schaal (GroenvermogenII). GroenvermogenI en II leggen verantwoording af aan dezelfde governance en vormen samen het programma GroenvermogenNL.

In 2022 zijn alle onderdelen van GroenvermogenNL van start gegaan, waaronder een regeling voor kleinschalige demonstratieprojecten, het R&D-programma via sandpit-procedures en het HCA-programma. In de loop van 2023 volgt een openstelling van de tender voor opschaling en stimulering van de maakindustrie. Ook worden middelen beschikbaar gesteld voor FEED en pre-engineering studies. In 2024 worden de volgende werkpakketten van het R&D-programma gestart. Ook worden de eerste projecten gericht op de maakindustrie toegekend.  

Health-RI

Dit project investeert in (i) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeksinfrastructuur, (ii) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, en (iii) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het voorstel richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data.

Begin 2022 heeft EZK een subsidie van € 22 mln verleend aan het NGF-project Health-RI (fase 1). Op basis van de eerste rapportage over de voortgang van fase 1 en het invulling geven aan de voorwaarden (vernieuwd monitoring- en evaluatieplan, betrokkenheid partijen bij Afsprakenstelsel (actielijn 1), plan hoe gebruik infrastructuur kan worden gestimuleerd)  gesteld door de Adviescommissie NGF is inmiddels Fase 2 van dit programma (€ 47 mln) omgezet naar een definitieve toekenning.

Health-RI zal in 2023-2024 verder werken aan de ontwikkeling van de infrastructuur binnen de drie actielijnen: het ontwikkelen en implementeren van nationale afspraken, het bouwen van een geïntegreerde gezondheidsdatainfrastructuur en het faciliteren van het daadwerkelijke gebruik van de Health-RI data-infrastructuur.

Nationaal Onderwijslab AI
Het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) investeert in de ontwikkeling van intelligente onderwijsinnovaties die gericht zijn op de verbetering van de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs. Ook zal het NOLAI inzichtelijk maken wat de pedagogische, maatschappelijke en sociale consequenties van digitale onderwijsinnovaties zijn. Het NOLAI bestaat uit twee onderdelen: 1) Co-creatieprogramma: in co-creatie met PO- en VO-scholen, wetenschappers en het bedrijfsleven ontwikkelen van intelligente educatieve technologieën en 2) Wetenschappelijk en Teachers in Residence programma brengt het brede perspectief op kansen en risico’s van intelligente educatieve technologieën. De borging van publieke waarden en human-centric AI staat hierbij centraal. Het NOLAI is op 6 oktober 2022 geopend en zal van start gaan met de eerste 16 co-creatieprojecten. EZK en OCW werken het komende jaar aan een plan voor het opschalen van de in het Nationaal Onderwijslab ontwikkelde innovaties om startups en scale-ups te ondersteunen. Hiervoor is een bedrag van € 63 mln van het NGF beschikbaar, na indiening van het opschalingsplan begin 2024.

Oncode-PACT

Het project Oncode-PACT innoveert het preklinische ontwikkelproces van kankermedicijnen. Het project bouwt op vier pijlers die samen een ‘virtuele’ preklinische ontwikkelmachine vormen. In deze machine worden bestaande expertise, faciliteiten en proposities ontsloten en opgeschaald, wordt het ontwikkelproces geïnnoveerd door AI, organoïde-technologie en goed gedefinieerde patiëntcohorten toe te voegen en wordt de werkzaamheid van de machine aangetoond middels demonstratieprojecten. Het doel van Oncode-PACT is om kandidaat-kankermedicijnen sneller en goedkoper te ontwikkelen en beter toegespitst op specifieke patiëntgroepen. Door het oncologie-ecosysteem voor de lange termijn te versterken zal nieuwe bedrijvigheid in Nederland ontstaan. Het project Oncode-PACT heeft een directe toekenning van € 161 mln gekregen en een voorwaardelijke toekenning van € 164 mln.

In 2023 is de organisatiestructuur voor de uitvoering van het programma verder uitgewerkt. Uitvoering vindt plaats in 10 consortia die worden aangestuurd door 6 coördinerende partners. Afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Er is een uitgebreid plan opgesteld om de ontwikkeling van de vier pijlers van Oncode-PACT (ontwerp en montage, opschaling, innovatie en demonstratie) te realiseren. Daarmee is de eerste pijler gereed. In 2024 zal de preklinische ontwikkelmachine opgeschaald worden en zal een begin worden gemaakt met de innovatie van de ontwikkelinfrastructuur. Ook zullen dan de eerste demonstratieprojecten starten.

Circulaire Plastics NL

Circular Plastics NLwil de recycling van kunststoffen een impuls geven door knelpunten op te lossen in de plasticketen. Het opzetten van circulaire waardeketens is een grote uitdaging. Er is gekozen voor een integrale benadering waarbij design, sortering en recycling van plastics uit de gehele waardeketen centraal staat. De meeste impact wordt behaald door partijen uit de gehele waardeketen samen te laten innoveren. De financiering van de eerste fase van het project (€ 124 mln) is in de zomer van 2022 omgezet in een definitieve toekenning.

In 2023 is het de bedoeling dat tenders opengesteld worden voor Onderzoeksprojecten en Showcases. Onderzoeksprojecten zijn gericht op het onderzoeken en verbeteren van sorteren en wassen van plastic afvalstromen en op het verhogen van de efficiëntie van processen en kwaliteit van recyclaat. Showcases zijn geconcentreerd op het signaleren wegnemen van knelpunten in een waardeketen van een materiaalstroom.

NXTGEN HIGHTECH

NXTGEN HIGHTECH ontwikkelt een nieuwe generatie high tech equipment binnen zes toepassingsdomeinen: lasersatellietcommunicatie, biomedische productietechnologie, semiconductors, composieten, energie en agrifood. Daarnaast draagt het voorstel bij aan de versterking van het innovatie-ecosysteem, dat samenwerkt over wetenschappelijke disciplines en sectoren heen en heeft het voorstel een verdiepingsprogramma voor de doorontwikkeling van hightech apparatuur in nieuwe domeinen zoals plasmatechnologie en ‘thin films’. Voor dit programma is in totaal € 450 mln toegekend voor een periode van 7 jaar. Het programma zal tijdens twee «stage-gates» inhoudelijk worden bijgestuurd.

Nieuwe Warmte Nu!

Het investeringsvoorstel Nieuwe Warmte Nu! heeft als doel de aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen te versnellen. In het programma wordt infrastructuur gerealiseerd voor de aansluiting van in ieder geval 26.000 woningen en 860 hectares glastuinbouw op een warmtenet.

In 2023 is de subsidieregeling voor het programma NieuweWarmteNu! opengesteld met een plafond van € 200 mln. Er zijn, onder voorbehoud van positieve beoordeling door het programma in 2023, 17 projecten, die gereed zijn voor de uitvoering, geselecteerd om de subsidie te ontvangen.  Van de 17 projecten zijn er 12 warmtenetten (waaronder 2 projecten in de glastuinbouw met een vliegwieleffect naar de omliggende gebouwde omgeving), 5 innovatieprojecten en het leer- en ontwikkelprogramma. Eén extra innovatieproject, uit de reservelijst, zal in 2024 worden beoordeeld. De eerste voorschotten die de projecten ontvangen zullen dit jaar worden uitbetaald (ca. € 75 mln). In 2024 verwachten we nog eens ca. € 75 mln aan voorschotten te verlenen.

Opschaling PPS in het beroepsonderwijs
Het project Opschaling van succesvolle publiek private samenwerkingen in het beroepsonderwijs overbrugt de kloof tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt, met name het midden- en klein bedrijf, in relatie tot de klimaat- en digitale transitie. Dit gebeurt door talentontwikkeling van huidige en aankomende werknemers en door het versterken van het innovatievermogen van bedrijven.

Het budget van € 152,5 mln wordt in 4 jaar tijd besteed aan de opschaling van een kopgroep van 15 publiek-private samenwerkingen (tussen vmbo, mbo, hbo, ondernemersverenigingen en bedrijven) in het beroepsonderwijs. Om de voortgang te waarborgen en de kennis en ontwikkelingen van de pps’en te monitoren wordt een kennis- en ontwikkelingsprogramma van Platform Bèta Techniek (via Katapult) opgezet.

PhotonDelta
Het doel van PhotonDelta is versnelling van de ontwikkeling van het Nederlandse fotonica-ecosysteem. Het voorstel bouwt voort op het Nationaal Plan Geïntegreerde Fotonica. Geïntegreerde fotonica houdt in dat chips met optische signalen werken in plaats van elektrische signalen. Communicatie via optische signalen kan meer informatie tegelijk versturen en ook over een langere afstand. Geïntegreerde fotonica heeft daarmee potentieel hogere prestaties en is daarnaast energiezuiniger. De op te zetten waardeketen omvat onderzoek, ontwerp en productie van geïntegreerde fotonica. Het plan bestaat uit drie programmalijnen. De eerste programmalijn omvat de doorontwikkeling van het ecosysteem met onder andere talentontwikkeling, startup-ondersteuning en gedeelde onderzoeksfaciliteiten. In de tweede programmalijn wordt fundamenteel en industrieel onderzoek gedaan naar fotonische bouwblokken en hun integratie in grotere chipsystemen. Dit om de bewezen fotonicatechnologie zo veel als mogelijk beschikbaar te maken voor nieuwe toepassingen. De derde programmalijn heeft als doel pilot-productiefaciliteiten en een hoog-volume productielijn te ontwikkelen.

In de 2e ronde van het NGF is voor dit project € 471,2 mln voorwaardelijk toegekend, waarvan bij Nota van Wijziging op de begroting 2023 € 266,6 mln is omgezet in een definitieve toekenning.

Het project is in 2023 van start gegaan met het opzetten van diverse onderzoeks- en innovatieprojecten en het verder uitbouwen van het ecosysteem. Ook is een lening van € 60 mln verstrekt aan SMART Photonics als onderdeel van een grotere investeringsronde ten behoeve van de verdere opschaling van het bedrijf. In 2024 zullen de activiteiten verder worden uitgebouwd. 

Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen
Het project SolarNL richt zich op de ontwikkeling en industrialisatie van nieuwe zon-pv-technologieën en zorgt voor de ontwikkeling van de volgende generatie volledig circulaire zonnepanelen. Het project werkt samen met de hele keten: van de leveranciers van de uitgangsmaterialen tot de bouw- en automotivebedrijven die geïntegreerde zonnepanelen grootschalig gaan gebruiken. Ook zal er internationale samenwerking beoogd worden. Gezamenlijk geven zij een impuls aan een Nederlandse en Europese maakindustrie voor zonnepanelen. Daarmee dragen zij bij aan de energietransitie én de energieonafhankelijkheid van Nederland en de EU. Doel van het project is de ontwikkeling en industrialisatie van drie innovatieve zon-pv-technologieën (circulair, hoog-efficiënt, en geïntegreerd), die elk concurrerend zullen zijn op hun respectievelijke markten. Het Nationaal Groeifonds investeert maximaal € 412 mln in het project. Van dit bedrag is € 135 mln definitief toegekend en € 177 mlnvoorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 100 mln voorwaardelijk toegekend voor een mogelijke lening voor één van de consortiumdeelnemers.

Bijlage 9: Rijksbreed overzicht klimaatuitgaven

Conform de motie Leegte (Kamerstuk 30 196, nr. 278) is in deze bijlage een totaaloverzicht opgenomen van alle uitgaven van alle ministeries ten behoeve van het klimaatbeleid en de verduurzaming van de energievoorziening. De uitgaven zijn gegroepeerd op basis van de sectorindeling van het Klimaatakkoord waaraan de uitgaven het meest direct bijdragen. Sommige uitgaven dragen echter ook bij aan de verduurzaming van andere sectoren. Het overzicht geeft weer in welke begroting en welk beleidsartikel de uitgaven feitelijk staan. Bovendien worden de klimaatuitgaven op dezelfde manier gepresenteerd als in de begroting van het departement dat de beleidsinhoudelijke verantwoordelijkheid draagt. Het overzicht bevat alle voorgenomen uitgaven op departementale begrotingen die onder de gestelde definitie van klimaatuitgaven vallen. De definitie, zoals expliciet gedefinieerd in de kabinetsreactie op het rapport ‘Inzicht in uitgaven klimaatbeleid’ van de Algemene Rekenkamer, luidt:

«Klimaatuitgaven zijn alle uitgaven die als hoofddoel hebben om bij te dragen aan het nationale klimaatbeleid gericht op de reductie van broeikasgassen en de verduurzaming van de energievoorziening. Hierbij kan het gaan om uitgaven gericht op de productie en het gebruik van broeikasgasneutrale energie, op energiebesparing, op directe beperking van uitstoot van broeikasgassen of om vastlegging van broeikasgassen.»

Sommige van deze uitgaven worden gefinancierd met middelen afkomstig uit het Klimaatfonds in oprichting. In die gevallen zijn de uitgaven zowel op een departementale begroting, als op de dummybegroting van het Klimaatfonds te vinden. Dit komt doordat het Klimaatfonds i.o. werkt met een overhevelingssystematiek waarbij middelen overgeheveld worden van het Klimaatfonds naar de betreffende departementale begroting. Na het uitgavenoverzicht worden ook relevante fiscale voordelen vermeld. Dit zijn feitelijk gezien geen uitgaven, maar gederfde inkomsten. Aanvullend toont het integraal overzicht klimaat in de Miljoenennota de klimaatgerelateerde belastingopbrengsten.

Belangrijkste mutaties

Een gedetailleerde toelichting van mutaties is te vinden op de betreffende departementale begrotingen en, in het geval dat de middelen afkomstig zijn uit het Klimaatfonds i.o., in de proeve van begroting van het Klimaatfonds en het meerjarenprogramma Klimaatfonds. Uit het Klimaatfonds i.o. zijn extra uitgaven mogelijk gemaakt op het gebied van kernenergie, verduurzaming van de elektriciteitssector, energie-infrastructuur, vroege fase opschaling van hernieuwbare energiedragers zoals waterstof, verduurzaming van de industrie, en gebouwde omgeving. In totaal is € 24,6 mld uit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld, deels voor nieuwe regelingen en deels voor het ophogen van bestaande regelingen. De departementale begrotingen bevatten ook uitgaven voor klimaatmaatregelen die op reguliere wijze gefinancierd worden (dus niet met middelen uit het Klimaatfonds).

TOTALE UITGAVEN IN HET KADER VAN KLIMAATBELEID 5.087.842 5.586.904 6.184.632 5.999.090 7.910.422 7.518.922 7.323.863
ELEKTRICITEIT 3.922.290 2.400.751 1.861.113 1.758.233 4.475.995 4.489.158 4.519.243
[EZK, art 4, subsidie] SDE 474.419 0 200.000 0 530.000 506.000 473.000
[EZK, art 4, subsidie] SDE+ (incl. flankerend beleid en Net op Zee) 398.502 485.275 307.428 591.688 2.825.146 2.748.955 2.631.795
[EZK, art 4, subsidie] SDE++ (incl. kolenmaatregelen en statistische overdracht) 0 832.375 280.367 91.875 658.286 967.592 1.115.512
[EZK, art 4, subsidie] Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 496 0 0 6.000 7.691 14.839 19.372
[EZK, art.4 ,storting] Storting in begrotingsreserve duurzame energie 2.626.555 226.000 0 0 0 0 0
[EZK, art 4, subsidie] ISDE-regeling 249.518 591.320 686.290 806.950 272.900 97.700 97.700
[EZK, art 4, subsidie] Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 59.862 63.602 55.465 56.635 49.303 46.855 43.200
[EZK, art 4, subsidie] Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) 71.256 77.226 90.251 126.609 87.770 66.937 99.761
[EZK, art 4, subsidie] Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 29.610 45.319 42.000 25.540 0 0 0
[EZK, art 4, subsidie] NGF-project Circulaire zonnepanelen 0 0 135.000 0 0 0 0
[EZK, art 4, opdracht] Programma Opwerk Energie op Rijksvastgoed (OER) 0 14.391 16.805 16.805 16.805 16.805 16.805
[EZK, art 4, opdracht] Onderzoek en opdrachten 12.072 65.243 47.507 36.131 28.094 23.475 22.098
INDUSTRIE 83.958 910.004 1.203.764 1.115.699 973.966 913.398 873.202
[EZK, art 2, subsidie] Verduurzaming industrie 45.380 61.810 79.322 92.025 94.732 76.925 88.700
[EZK, art 2, subsidie] Urgendamaatregelen Industrie 90 5.200 11.940 0 0 0 0
[EZK, art 2, subsidie] Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 285 1.200 0 0 0 0 0
[EZK, art 2, subsidie] NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 10.706 314.876 84.879 13.917 13.703 0 0
[EZK, art 2, subsidie] NGF - project Circulaire Plastics 0 77.540 23.040 21.170 0 0 0
[EZK, art 2, subsidie] Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 0 25.971 134.210 227.933 197.529 154.714 118.909
[EZK, art 2, opdracht] Verduurzaming industrie 0 0 1.120 920 920 0 0
[EZK, art 4, subsidie] Carbon Capture Storage CCS 2.677 3.170 4.664 3.780 5.113 5.380 5.380
[EZK, art 4, subsidie] MIEK 1.039 5.908 14.450 13.040 1.500 0 0
[EZK, art 4, subsidie] Subsideregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 3.307 3.424 1.696 1.696 1.696 1.696 0
[EZK, art 4, subsidie] Opschalingsinstrument waterstof 0 1.000 389.000 318.000 268.000 275.000 202.000
[EZK, art 4, subsidie] Investeringen waterstofbackbone 0 36.700 34.500 53.300 118.300 155.800 277.200
[EZK, art 4, subsidie] IPCEI Waterstof 45 175.724 396.815 354.716 259.271 241.515 178.645
[EZK, art 4, subsidie] Subsidieondersteuning verduurzaming MKB 8.424 5.489 9.000 0 0 0 0
[EZK, art 4, subsidie] Energie-efficiency 1.273 2.624 2.368 2.368 2.368 2.368 2.368
[EZK, art 4, garantie] Garantie CCS/Porthos 0 175.600 0 0 0 0 0
[EZK, art 4, bijdrage mede-overheden] Regeling toezicht energiebesparingsplicht 10.732 13.768 16.760 12.834 10.834 0 0
GEBOUWDE OMGEVING 608.686 1.240.294 1.696.424 1.510.759 982.929 729.419 598.533
[BZK, art 4, subsidie] Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen 109 10.716 26.770 37.500 38.600 24.200 20.500
[BZK, art 4, subsidie] Nationaal isolatie Programma 0 0 25.980 25.980 0 0 0
[BZK, art 4, subsidie] Energiebeparing Koopsector 6.951 15.618 47.270 30.700 14.500 10.500 5.000
[BZK, art 4, subsidie] Energiebesparing Huursector 10.636 369 0 0 0 0 0
[BZK, art 4, subsidie] Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed 37.167 126.830 384.800 356.600 361.800 293.800 275.100
[BZK, art 4, subsidie] Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 0 0 6.000 6.000 0 0 0
[BZK, art 4, subsidie] Energietransitie en duurzaamheid 24.801 29.227 12.732 3.577 4.502 4.552 4.552
[BZK, art 4, subsidie] Renovatieversneller 1.000 7.739 24.198 34.290 28.773 11.250 10.000
[BZK, art 4, subsidie] SAH 3.773 11.700 20.500 30.000 17.000 39.500 29.500
[BZK, art 4, subsidie] Warmtefonds 85.600 155.390 93.000 77.000 77.000 103.000 77.000
[BZK, art 4, subsidie] Nationaal Groeifonds 0 11.925 24.022 31.758 11.989 6.460 0
[BZK, art 4, subsidie] Biobased Bouwen 0 2.000 10.450 6.850 0 0 0
[BZK, art 4, opdracht] Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 0 1.500 750 0 0 0 0
[BZK, art 4, opdracht] Energietransitie en duurzaamheid 5.681 3.250 3.800 2.600 3.100 3.200 3.200
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie) 0 376.579 632.893 469.180 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Ondersteuning aanpak energiearmoede 358.689 186.173 0 0 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed 16.488 0 65.000 500 15.000 500 10.500
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 0 16.500 9.000 9.000 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement) 0 44.000 3.940 4.430 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan medeoverheden] Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe 0 0 50.000 50.000 50.000 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] RVO (Uitvoering Energieakkoord) 0 1.789 12.294 9.476 9.584 8.015 8.425
[BZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] Dienst Publiek en Communicatie 1.052 113 1.000 960 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] RVO (Energiestransitie en Duurzaamheid) 33.664 24.478 11.565 7.964 7.012 6.913 6.823
[BZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] RVB 970 3.540 22.240 7.850 5.050 2.850 6.250
[BZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] Verduurzaming Maatschppelijk Vastgoed 4.605 1.775 16.625 0 0 0 0
[BZK, art 4, bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken] Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed 0 0 0 152.700 103.500 52.200 28.600
[BZK, art 4, bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken] EGO (innovatie) 0 4.287 5.475 12.844 21.819 25.139 22.399
[BZK, art 4, bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken] Handhaving Energielabel C 0 425 0 0 1.600 1.600 1.600
[EZK, art 4, subsidie] Warmtenetten investeringssubsidie (WIS) 0 130.000 110.000 60.000 80.000 80.000 40.000
[EZK, art 4, subsidie] Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten 0 26.551 0 0 0 0 0
[EZK, art 4, subsidie] NGF-project NieuweWarmteNu! 0 17.820 37.620 49.500 39.600 25.740 29.084
[EZK, art 4, subsidie] Aardwarmte 17.500 30.000 37.500 12.500 12.500 0 0
[EZK, art 4, subsidie] Geothermie (Klimaatfonds) 0 0 1.000 21.000 80.000 30.000 20.000
MOBILITEIT 145.419 222.946 438.741 393.452 247.849 164.915 133.875
[IenW, art 14, subsidie] Elektrisch vervoer 79.464 127.686 113.124 44.420 28.400 13.100 6.000
[IenW, art 14, subsidie] Duurzame mobiliteit 22.555 14.790 7.123 1.450 0 0 0
[IenW, art 14, opdracht] KF: (Slimme) Laadinfrastructuur 0 4.376 31.660 77.680 89.180 88.680 82.680
[IenW, art 14, opdracht] Reservering Klimaatakkoord 0 1.672 64.294 77.344 42.329 40.221 29.341
[IenW, art 14, opdracht] Programma Vergroening Reisgedrag 1.371 5.736 42.532 37.106 29.875 12.208 12.294
[IenW, art 14, opdracht] Duurzame energiedragers in mobiliteit 818 1.238 1.323 1.333 1.334 1.175 579
[IenW, art 14, opdracht] Duurzame logistiek 7.719 3.604 15.197 0 0 0 0
[IenW, art 14, bijdrage aan medeoverheden] Duurzame mobiliteit 5.547 13.500 7.300 6.600 6.600 4.800 800
[IenW, art 14, bijdrage aan medeoverheden] KF: Slimme Laadinfra 0 8.624 0 0 0 0 0
[IenW, art 14, bijdrage aan agentschappen] Overige bijdragen aan agentschappen 12.945 14.835 382 382 381 381 381
[IenW, art 18, subsidie] NGF: Maritiem Masterplan 0 0 29.011 59.254 8.700 0 0
[IenW, art 18, subsidie] NGF: Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch 9.500 15.600 25.100 0 0 0 0
[IenW, art 18, subsidie] Walstroom (deels KF) 5.500 11.285 100.415 86.437 38.550 2.850 300
[IenW, art 18, opdracht] NGF: Maritiem Masterplan 0 0 142 146 1.000 0 0
[IenW, art 18, opdracht] KF: Verplicht Emissielabel Binnenvaart 0 0 700 1.000 1.500 1.500 1.500
[IenW, art 18, bijdrage aan agentschappen] NGF: Maritiem Masterplan 0 0 438 300 0 0 0
LANDBOUW EN LANDGEBRUIK 80.148 146.880 192.645 189.990 195.714 200.377 194.024
[LNV, art 21, subsidie] Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen 68.437 87.836 111.751 120.451 124.791 130.594 124.394
[LNV, art 21, opdracht] Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen 18 0 0 0 0 0 0
[LNV, art 22, subsidie] Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren 0 3.900 3.900 2.100 0 0 0
[LNV, art 22, opdracht] Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren 6.585 19.934 34.056 34.215 36.964 35.511 35.559
[LNV, art 22, opdracht] Duurzame visserij 570 29.217 36.940 29.918 30.653 30.966 30.765
[LNV, art 22, opdracht] Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit 4.538 5.993 5.998 3.306 3.306 3.306 3.306
SECTOROVERSTIJGENDE EN OVERIGE MAATREGELEN 247.341 666.029 791.945 1.030.957 1.033.969 1.021.655 1.004.986
[IenW, art 21, subsidie] Subsidies duurzame productieketens 19.639 9.955 18.865 20.650 15.226 15.803 7.703
[IenW, art 21, subsidie] KF: Plastics norm 0 0 11.900 23.800 16.650 6.250 3.000
[IenW, art 21, subsidie] KF: DEI+CE 0 525 3.170 9.137 16.025 15.500 10.100
[IenW, art 21, opdracht] KF: Circulair doen en gedrag 0 0 2.200 3.300 5.100 5.100 6.000
[IenW, art 21, opdracht] Uitvoering duurzame productieketens 8.220 11.736 11.726 14.775 7.022 6.999 7.049
[IenW, art 21, opdracht] KF: Biobased bouwen 0 0 1.600 1.400 0 0 0
[EZK, art 4, subsidie] Projecten Klimaat en Energieakkoord 2.227 5.802 13.452 8.490 2.847 4.447 4.447
[EZK, art 4, subsidie] Green Deals 45 462 500 500 500 500 500
[EZK, art 4, subsidie] Overige subsidies1 57.565 92.897 62.391 57.391 77.393 75.058 50.133
[EZK, art 4, lening] Lening EBN 61.400 19.000 24.000 17.000 0 0 0
[EZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] Bijdrage RVO 90.998 121.214 96.476 93.367 91.255 91.149 91.149
[EZK, art 4, bijdrage aan agentschappen] Bijdrage Nea 7.197 15.214 18.432 18.860 18.272 18.270 12.823
[EZK, art 4, bijdrage aan mede-overheden] Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 50 389.224 527.233 762.287 783.679 782.579 812.082
  1. Hieronder vallen de subsidies voor WarmtelinQ, Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt, Correctieregeling duurzame warmte, Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten, Realisatie zon op zee.
TOTALE FISCALE GROENE SUBSIDIES1 1.280.000 1.672.000 1.783.000 1.600.000 825.000 775.000
[FIN, fiscaal] Energie-investeringsaftrek (EIA) 297.000 249.000 259.000 299.000 299.000 299.000
[FIN, fiscaal] Milieu-investeringsaftrek (MIA) 206.000 192.000 194.000 194.000 194.000 194.000
[FIN, fiscaal] Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) 23.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000
[FIN, fiscaal] Fiscale stimulering EV personenauto’s (KA-pakket) 390.000 378.000 483.000 730.000 0 0
[FIN, fiscaal] Fiscale stimulering EV (niet toepassen HADK, stimulering meer op particulieren i.p.v. zakelijk) 20.000 191.000 217.000 16.000 0 0
[FIN, fiscaal] EB-salderingsregeling2 335.000 607.000 564.000 336.000 307.000 257.000
[FIN, fiscaal] EB-verlaagd tarief laadpalen EV3 9.000 30.000 41.000 0 0 0
[FIN, fiscaal] EB-verlaagd tarief lokaal opgewekte duurzame energie 0 0 0 0 0 0
  1. Voorlopige cijfers van Financiën. De definitieve cijfers zijn te vinden in de Miljoenennota 2024.
  2. In deze budgettaire reeks is rekening gehouden met een afbouw van de salderingsregeling per 1 januari 2025 naar nihil in 2030.
  3. Deze regeling kent een horizonbepaling. Vandaar dat alleen het budgettaire belang van de regeling in de jaren tot en met het jaar 2024 is gepresenteerd. In 2022 is de omvang lager doordat de reguliere energiebelasting tarieven zijn verlaagd.

Bijlage 10: Klimaatfondsprojecten EZK

Naar verwachting zal de instellingswet Klimaatfonds pas tot wet worden verheven, en daarmee het fonds formeel in werking treden, nadat de Rijksbegroting voor 2024 reeds is vastgesteld. Om te voorkomen dat het tijdpad bij uitvoering van het klimaatbeleid en het bereiken van de doelen van het Klimaatfonds in het geding komt, stelt het kabinet voor om in de begroting voor 2024 middelen beschikbaar te stellen voor urgente verplichtingen die het kabinet wil aangaan. Deze budgetten zijn vooruitlopend op de instellingswet overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen.

Bij de selectie van maatregelen om vooruitlopend op de formele oprichting van het Klimaatfonds over te besluiten, is voor het kabinet de urgentie van deze voorstellen voor het behalen van de broeikasgasreductiedoelen op lange termijn leidend geweest. Zoals vastgelegd in het wetsvoorstel voor de oprichting van het Klimaatfonds is het Klimaatfonds bedoeld om middelen beschikbaar te stellen om de broeikasgasreductiedoelen uit de Klimaatwet te bereiken door middel van de realisatie van een broeikasgas neutrale energievoorziening en verduurzaming van de industrie en gebouwde omgeving. Het kabinet heeft beoordeeld welke maatregelen nu noodzakelijk zijn om op de lange termijn deze doelen te behalen. Daarnaast heeft het kabinet conform de toetsingscriteria in het wetsvoorstel de maatregelen beoordeeld op doelmatigheid, uitvoerbaarheid en additionaliteit.

In onderstaande tabel is weergegeven welke middelen al uit het Klimaatfonds aan de EZK-begroting zijn toegevoegd. Dit betreffen alle Klimaatfondsmiddelen die tot op heden aan EZK zijn toegekend, dus middelen die in 2022 en 2023 zijn toegekend. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de indicatieve begroting van het Klimaatfonds 2024 en het Meerjarenprogramma 2024.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzamen welvaartsgroei 0 50.000 137.035 244.053 213.449 159.714 123.909 928.160
NIKI 22.000 10.115 84.733 72.629 36.314 24.209 250.000
Ondersteuning cluster 6 1.120 920 920 2.960
Topsector Energie Haalbaarheidsstudies 4.200 8.300 8.300 4.200 25.000
Uitvoeringskosten maatwerkafspraken 15.800 15.200 15.000 5.000 5.000 56.000
VEKI 28.000 105.800 134.900 116.600 114.200 94.700 594.200
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 171.315 775.636 1.389.688 1.999.318 1.191.373 662.770 368.048 6.558.148
Bedrijfsduur-verlenging Borssele 5.350 4.650 10.000
Kennisinfra 11.000 3.585 2.400 3.717 1.800 22.502
Ondersteuning ontwikkeling SMR's 400 2.700 3.100
Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales 42.800 13.200 14.800 13.200 13.300 13.200 110.500
Uitvoeringslasten 2.300 8.200 10.700 10.100 9.000 7.500 47.800
Coördinatie MIEK-projecten 3.500 2.000 1.500 7.000
De-risken grootschalige waterstofopslag 125.000 125.000
EBN: versnellen onderzoek CCS 11.250 11.250 11.250 11.250 45.000
Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten 23.776 23.776 23.776 23.776 23.776 118.880
Nationale subsidieregeling warmtenetten 40.000 60.000 80.000 80.000 40.000 300.000
Nieuwe subsidieregeling warmtenetten 130.000 70.000 200.000
Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt 10.000 10.000 10.000 30.000
Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030 6.357 6.357 6.357 6.357 6.357 31.785
Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit) 21.000 21.000 21.000 21.000 84.000
Waterstofnetwerk op zee 10.000 20.000 20.000 50.000
Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX) 50.000 95.000 95.000 95.000 45.000 380.000
Elektrolyse, onshore: 50 MW 13.000 13.000 13.000 20.000 17.000 76.000
Elektrolyse,onshore: 500-1.000 MW 150.000 150.000 100.000 100.000 100.000 600.000
Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia 1.000 1.000 2.000
Geothermie, hoge temperatuur 1.000 1.000 50.000 52.000
Geothermie, lage temperatuur 20.000 30.000 30.000 20.000 100.000
H2Global, import van groene waterstof 50.000 50.000 40.000 40.000 40.000 220.000
IPCEI Waterstof 145.000 290.000 625.000 395.000 120.000 3.000 1.578.000
Normering en stimulering biobased bouwen 500 900 1.400
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) 15.280 16.805 16.805 16.805 16.805 82.500
Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht 2.650 3.000 1.000 6.650
Vergassing: expertisecentrum, organisatie, haalbaarheidsstudies 10.000 5.000 5.000 5.000 25.000
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase 11.100 33.330 27.770 16.700 11.100 100.000
Wind op Zee 64.700 67.800 67.400 16.400 15.500 12.700 244.500
Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis – Erkens 60.000 60.000
Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels 100.000 100.000
Energiebesparende maatregelen 155.000 5.000 160.000
ISDE 100.000 100.000
Nationaal Isolatie Programma 140.000 262.290 393.950 796.240
Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw 23.000 74.500 212.300 175.200 485.000
Burgerforum 3.491 2.695 6.186
Wetenschappelijke klimaatraad 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 25.000
Onderzoek 1.000 2.000 2.000 2.000 7.000
Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR) 1.800 2.100 700 200 4.800
Projecten Klimaatakkoord 1.000 5.700 5.700 5.700 18.100
ILT 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 7.000
TNO 2.900 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 20.900
VIVET 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 7.000
RVO 5.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 65.000
NEa 1.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 31.000
KNMI 115 115 115 115 115 115 115 805
RWS 500 500 500 500 500 500 500 3.500
RIVM 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 7.000
artikel 40 Apparaat 11.503 26.757 34.157 37.957 38.107 38.157 38.157 224.795
Personeel kerndepartement 8.818 17.472 23.472 26.772 26.772 26.772 26.772 156.850
ACM 2.028 4.340 3.641 3.007 3.111 3.111 3.111 22.349
SodM 312 467 467 467 467 467 467 3.114
Overige personele uitgaven 345 4.478 6.577 7.711 7.757 7.807 7.807 42.482
Totaal toevoeging uit Klimaatfonds 182.818 852.393 1.560.880 2.281.328 1.442.929 860.641 530.114 7.711.103

Toelichting

Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI)

De NIKI is een subsidieregeling gericht op de opschaling van innovatieve klimaattechnologieën in de industrie die niet onder de SDE++ vallen. Hierbij kan worden gedacht aan elektrificatie, duurzame grondstoffenproductie en circulaire projecten. Het moet gaan om grootschalige projecten met een minimale steunbehoefte van € 50 mln.

Ondersteuning cluster 6
Bij het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) wordt een ondersteunende unit geformeerd die, in samenspraak met de cluster 6 bedrijven en hun organisaties en de provincies, a tempo concrete knelpunten mee helpt te identificeren en op te lossen. De aanpak valt onder regie van de Stuurgroep NPVI, waar ook de clusterregisseur van cluster 6 zitting in krijgt. Deze aanpak kan bestaan uit bijvoorbeeld ondersteuning bij de transitie of hulp bij financiering (bijvoorbeeld via ROMs).

Topsector Energie Haalbaarheidsstudies
De maatregel betreft het intensiveren van de reeds bestaande TSE industrie studies regeling. Dit is een regeling voor onderzoek naar de haalbaarheid van pilots, demonstratie of implementatie van innovatieve CO2-reducerende technologie in de industrie.

Uitvoeringskosten maatwerkafspraken
Onder deze maatregel vallen verschillende uitvoeringskosten voor het uitwerken van de maatwerkafspraken met de top 20 uitstoters. Het gaat om het uitbreiden van capaciteit bij departementen en RVO, externe inhuur, bezoldiging van een toetsingscommissie en het opzetten van een expertpool voor vergunningverlening.

Versnelde klimaatinversteringen industrie (VEKI)
De VEKI is gericht op CO2-reductie door ondersteuning van bestaande technologieën voor procesefficiëntie en energiebesparing. De regeling is uitsluitend bedoeld voor de uitrol van bewezen technieken zoals industriële warmtepompen voor het mkb met een terugverdientijd van meer dan vijf jaar. Het betreft een bestaande regeling die budget krijgt vanuit het Klimaatfonds om meerjarig gecontinueerd te worden.

Bedrijfsduurverlenging Borssele
Voor een veilige en doelmatige bedrijfsduurverlenging Borssele zijn aanvullende onderzoeken nodig in de periode 2023-2025, specifiek naar de veroudering, aandeelhouderstructuur en bedrijfseconomische haalbaarheid.

Kennisinfrastructuur kernenergie
Er worden middelen toegekend voor onderwijs en onderzoek, zodat de Nederlandse nucleaire kennis- en onderzoeksinfrastructuur kan worden versterkt.

Ondersteuning ontwikkeling Small Modular Reactors (SMR's)
Er worden middelen toegekend voor ondersteuning bij de realisatie van small modular reactors (kleine modulaire kernreactoren, SMR’s). Hiermee wordt de overgangsfase van ontwerp naar realisatie versneld door een praktische koppeling tot stand te brengen tussen Nederlandse maakindustrie en de ontwikkelaars van SMR’s. Dit is van toepassing voor SMR’s gebaseerd op conventionele nucleaire concepten die kort staan voor de transitie naar realisatie. Het doel is om kennis op te bouwen in de productieketen, controle en toezicht. De ervaring die wordt opgedaan is ook relevant voor de nieuwbouw van twee nieuwe kerncentrales.

Onderzoek nieuwbouw kerncentrales
Ter voorbereiding op de bouw van twee nieuwe kerncentrales zijn ook aanvullende onderzoeken nodig. Deze gaan specifiek over financieringsmodellen, het aanbestedingstraject, haalbaarheidsstudies van vendors, een participatieplan, een plan-MER, een sociale-effectenrapportage over nieuwbouw en een programmamanagementorganisatie van de Special Purpose Vehicle die de aanbesteding, bouw en exploitatie van de te bouwen kerncentrales gaat regelen. Dit onderdeel is inclusief de ophoging van de middelen voor 2023 met € 30 mln., naar aanleiding van de in de begrotingsbehandeling aangenomen motie Erkens over het versnellen van het traject.

Uitvoeringslasten kernenergie

Door de nieuwe ambities op het gebied van kernenergie kent de Rijksoverheid verhoogde uitvoeringslasten. Hiervoor worden middelen toegekend. Ook worden er middelen toegekend in de vorm van een werkbudget voor de provincie Zeeland en gemeente Borssele voor de ambities rondom de bedrijfsduurverlenging van Borssele en het nieuwbouwtraject.

Coördinatie MIEK-projecten
Via het MIEK werken Rijk, medeoverheden, netwerkbedrijven, industrie en energieproducenten samen aan tijdige realisatie van de benodigde infrastructuur voor de verschillende sectoren om te kunnen verduurzamen. In dit geval gaat het om middelen voor de Delta Corridor. Middelen worden toegekend voor het eerste jaar zodat de organisatie in gang kan worden gezet. Het heeft de voorkeur om voor het vervolg een integraal voorstel uit werken voor coördinatie van projecten onder het MIEK.

De-risken grootschalige waterstofopslag
Doordat het benodigde aandeel waterstof doorgroeit, is er meer opslagcapaciteit nodig. De middelen zijn bedoeld om nieuwe opslagcavernes te ontwikkelen waar waterstof kan worden opgeslagen.

EBN: versnellen onderzoek CCS

Deze maatregel stelt Energie Beheer Nederland (EBN) in staat om het onderzoek naar CCS-capaciteit in Nederland te versnellen.

Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten
Deze maatregel is gericht op de verbetering van de netcapaciteit. Ook bevat deze maatregel financiering voor de opstartfase van energyhubs, kennisontwikkeling, trainingsfaciliteiten en uitrol innovatie.

Nationale subsidieregeling warmtenetten
De maatregel betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. Deze regeling maakt de uitrol van warmtenetten in de gebouwde omgeving mogelijk, gekoppeld aan de doelen voor 2030, en met oog op opschaling voor de periode na 2030. De subsidies gaan naar het aangewezen warmtebedrijf op de betreffende kavel in de gebouwde omgeving, zodat de kosten voor afnemers om aan te sluiten omlaag kunnen.

Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt
Doel is middelen beschikbaar te stellen voor het opschalen van bestaande statushoudersklasjes, waarbij statushouders worden opgeleid tot elektromonteur. Het tekort aan technici is een obstakel voor uitvoering van de energietransitie. Hiervoor is van belang om naast reguliere instroom, nieuwe doelgroepen aan te boren via additionele instroom- en opleidingstrajecten.

Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030
Dit voorstel betreft de inzet van zon-pv tussen windturbines op zee. Zonnepanelen tussen windturbines op zee worden onderdeel van toekomstige tenders voor wind op zee. Ook zijn innovatiemiddelen nodig, waarin door deze toekenning in voorzien wordt.

Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit)
Het gaat hierbij om versterking van capaciteit bij provincies en mogelijk regiogemeenten om het voorbereidingstraject van netverzwaringen en uitbreidingen te versnellen. Zonder extra capaciteit is dit niet mogelijk. Dit is onderdeel van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN). De middelen zijn bedoeld voor 2024 en 2025. In 2025 wordt het onderzoek van de Raad voor Openbaar Bestuur naar de uitvoeringslasten van het Klimaatakkoord herijkt. Eventuele verdere kosten voor dit onderdeel kunnen daarbij worden meegenomen.

Waterstofnetwerk op zee
Dit betreft middelen waardoor Gasunie aan de slag kan met het uitwerken van de aanleg van een waterstofnetwerk op zee. Het streven is om in de komende jaren een eerste buisleiding met bijbehorende infrastructuur met een capaciteit van circa 10GW gerealiseerd wordt. Met deze middelen kan hiermee gestart worden.

Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX)
Deze middelen zijn bedoeld voor de demonstratie van offshore elektrolyse op een platform bij een windpark. Kennis die hiermee wordt opgedaan brengt kostenreductie met zich mee bij een tender voor vervolgopschaling.

Elektrolyse onshore: 50 MW
Bij de Miljoenennota 2022 zijn middelen uit de DEI+ gehaald voor de opschalingsregeling elektrolyse. Nu het Klimaatfonds er is wordt het budget van de DEI+ weer evenredig opgehoogd.

Elektrolyse onshore: 500 ‒ 1.000 MW
Dit betreft de vervolgopschaling van de waterstofmarkt, gevolgd op de demonstratie van <50 MW en >100 MW via Opschalingsregeling Elektrolyse en IPCEI golf 2. Gericht op projecten met een schaalgrootte van 500-1.000 MW productiecapaciteit. In de instrumentkeuze is ruimte mits ten dienste van opschaling.

Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia
Middelen zijn bedoeld voor het oprichten van een kenniscentrum voor waterstof op zee om kennisdeling uit demonstraties te bevorderen.

Geothermie, hoge temperatuur
Deze maatregel betreft de uitvoering van een pilotboring.

Geothermie, lage temperatuur
Middelen zijn bedoeld voor het opschalen van lage temperatuur geothermie ten behoeve van het gebruik van warmte in de gebouwde omgeving. Dit boort nieuw potentieel van warmte-aanbod aan in Nederland, waardoor de druk op het elektriciteitssysteem wordt verminderd.

H2Global, import van groene waterstof
Maatregel betreft een gezamenlijk project met Duitsland, waarbij tenders worden georganiseerd om op basis van tienjarige contracten waterstof in te kopen en door te verkopen in de vorm van éénjarige contracten. Dit brengt importstromen van waterstof op gang.

IPCEI Waterstof

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen gereserveerd voor ondersteuning van Nederlandse IPCEI-projecten (Important Projects of Common European Interest) op het gebied van waterstofelektrolyse (golf 2), infrastructuur en opslag (golf 3), en mobiliteit en transport (golf 4).

Normering en simulering biobased bouwen
Dit voorstel betreft aanscherping en bredere toepassing van de milieuprestatie-eis aan gebouwen en verdergaande sturing op CO2, waardoor de toepassing van biobased materialen wordt gestimuleerd. Zo kan de keten ontwikkelen en groeien als rendabel bedrijfsmodel voor boeren en bouwers, waarbij ook CO2 wordt vastgelegd in de gewassen. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling leidt tot een gezonde Nederlandse markt vanaf 2030.

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Met het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed levert het Rijk met het opwekken van duurzame energie op het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie.

Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplichtHet kabinet scherpt de energiebesparingsplicht aan door de terugverdientijd in 2027 op te hogen naar zeven jaar. Bij de uitwerking zal in kaart worden gebracht of er een voldoende additioneel emissiereductie-effect gepaard gaat met het ophogen van de terugverdientijd, gelet op het effect dat de hogere energieprijzen al hebben op de hoeveelheid maatregelen die onder huidige terugverdientijd vallen en het effect van ander beleid. Ook zal er zal bij de uitwerking zorg worden gedragen voor de uitvoerbaarheid van de maatregelen voor bedrijven. De handhaving op de naleving van de energiebesparingsplicht zal verbeterd worden.

Vergassing: expertisecentrum, organisatie en haalbaarheidsstudies
Middelen zijn bedoeld voor het oprichten van een kenniscentrum voor vergassing om kennisdeling binnen de sector te bevorderen.

Vergassing: stimulering pojecten vergassing 1e en 2e fase
Dit betreft een investeringssubsidie voor het demonstreren van vergassingsprojecten op schaal voor de productie van groen gas, biobrandstoffen en biogrondstoffen. De maatregel wordt via een uitbreiding van de DEI+-regeling (DEI-XL) uitgevoerd. Deze projecten bewijzen dat deze techniek werkt op deze schaal. Hierdoor neemt het risicoprofiel voor private investeerders af en zijn ze in de toekomst makkelijker te realiseren. In de tweede fase volgt verbreding naar uitdagender grondstofstromen. Hierdoor kunnen laagwaardige en vervuilde grondstofstromen gebruikt worden voor vergassing. Dit ontsluit nieuw aanbod van hoogwaardige energiedragers die momenteel niet of alleen laagwaardig ingezet worden.

Wind op zee
Voor diverse uitgaven voor activiteiten op het gebied van Wind op zee (WOZ), waaronder locatieonderzoeken en diverse activiteiten van RWS, is vanuit het Klimaatfonds structureel budget toegevoegd aan het SDE+-budget op de EZK-begroting, waaruit dit soort uitgaven worden gefinancierd.

Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis - Erkens
In het kader van de motie Grinwis-Erkens worden middelen gereserveerd voor de nader uit te werken correctieregeling duurzame warmte. De beschikkingen hiervoor moeten uiterlijk in 2023 worden uitgegeven omdat hiervoor het Tijdelijk crisiskader staatssteun Oekraïne wordt beoogd en deze in 2023 afloopt. De daadwerkelijke uitgaven kunnen mogelijk na 2023 plaatsvinden.

Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels
Middelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling zodat, aanvullend op de middelen onder voorstel 6.6 van het perceel GO, voldoende all electric warmtepompen geïnstalleerd zullen worden.

Energiebesparende maatregelen
Het kabinet heeft eerder bij Voorjaarsnota 2022 besloten om in 2022 € 150 miljoen voor de verdere ondersteuning van huishoudens bij het nemen van energiebesparende maatregelen en verdergaande isolatie te dekken vanuit het Nationaal Isolatieprogramma.

ISDE

Om een extra impuls te geven aan isolatiemaatregelen in de gebouwde omgeving worden vanuit het Klimaatfonds middelen toegevoegd aan het budget voor de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE).

Nationaal Isolatieprogramma (deel EZK)
Het doel van het NIP is het isoleren van € 2,5 mln woningen in 2030 met de nadruk op de € 1,5 mln slechtgeïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma bestaat uit vier actielijnen. Actielijn 1, de lokale aanpak, wordt ingericht als specifieke uitkering voor gemeenten (onder voorbehoud). Actielijn 2, die ziet op huur, is gericht op onder meer prestatieafspraken met corporaties en normering van slecht geïsoleerde woningen. Actielijn 3 richt zich op de nationale aanpak koopwoningen en vve's, middels de ISDE en SEEH. Dit zijn bestaande regelingen die worden geïntensiveerd met klimaatfondsmiddelen. Actielijn 4 betreft een brede inzet op energie besparen met laagdrempelige maatregelen, met een verduurzamingscoalitie van maatschappelijke partijen. Daarnaast worden middelen uitgetrokken voor communicatie, contingenten aanpak en natuur inclusief, duurzaam en circulair isoleren.

Stimulering van hybride warmtepompen in bestaande bouw
Middelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling en middelen voor flankerend beleid (gericht op het ondersteunen van aanpalende thema’s die indirect bijdragen aan het stimuleren van hybride warmtepompen, bijvvoorbeeld communicatie, ondersteuning sector, monitoring en innovatie) om de doelstelling van 1 miljoen hybride warmtepompen in de bestaande bouw in 2030 te behalen.

Burgerforum

Een burgerforum of burgerraad is een gelote groep inwoners die de politiek adviseert of helpt te beslissen over een specifiek onderwerp. Het huidige burgerforum zal gaan over klimaat-en energiebeleid. 175 gelote burgers zullen meermaals samenkomen om te komen tot een onafhankelijk advies voor de politiek over de vraag: «Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?» Het burgerforum is op 14 juli 2023 ingesteld via het instellingsbesluit burgerforum klimaat- en energiebeleid.

Wetenschappelijke Klimaatraad

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) is een onafhankelijk adviescollege dat gevraagd en ongevraagd advies geeft aan regering of parlement over het te voeren klimaatbeleid. De WKR brengt in ieder geval een advies uit ter voorbereiding van het vijfjaarlijkse Klimaatplan (zoals bedoeld in de Klimaatwet, artikel 3, eerst lid). Dit advies zal voorafgaand aan een nieuw Klimaatplan worden gepubliceerd.

Onderzoek

Voor de periode 2022- 2025 zijn extra middelen vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld om onderzoek op het gebied van het klimaatbeleid te kunnen financieren.

Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR)

Voor de inpassing van grootschalige duurzame energieprojecten (zoals de aanlanding van windenergie in de Eemshaven) is een extra impuls aan RCR-projecten nodig voor de periode 2022-2025.

Projecten Klimaatakkoord

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen toegevoegd voor diverse projecten voortvloeiend uit het Klimaatakkoord, zoals de Wetenschappelijke Adviesraad en de voortzetting van de publiekscampagnes.

ILT

Voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn er vanuit het Klimaatfonds middelen beschikbaar gesteld voor de handhaving van F-gassen, een verzamelnaam voor HFK's (fluorkoolwaterstoffen), PFK's (perfluorkoolwaterstoffen) en SF6 (zwafelhexafluoride).

TNO

Om aan de toegenomen behoefte aan onderzoek door TNO-AGE (Adviesgroep Economische Zaken van TNO) tegemoet te komen wordt vanuit het Klimaatfonds budget toegevoegd aan het TNO-budget.

VIVET

Om de activiteiten vanuit EZK voor het project Verbetering van de Informatievoorziening voor de Energietransitie (VIVET) ook voor de komende jaren veilig te stellen is er vanuit het Klimaatfonds budget toegevoegd voor Overige subsidies, waaruit onder andere ook de activiteiten van het Expertisecentrum Warmte (ECW) worden bekostigd.

RVO, NEa, KNMI, RWS, RIVM

Om de hogere uitgaven van de agentschappen RVO, NEa, KNMI, RWS en RIVM voor de uitvoering van het Klimaatakkoord te financieren zijn voor deze agentschappen extra middelen vanuit het Klimaatfonds toegevoegd.

Personeel kerndepartement, ACM, SodM en overige personele uitgaven

Om de uitbreiding van de ambtelijke capaciteit ter ondersteuning en uitvoering van het Klimaatakkoord en de klimaatafspraken uit het Coalitieakkoord te financieren is ook voor de medewerkers van het kerndepartement, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) extra geld beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds.

Lijst van afkortingen

ACM Autoriteit Consument en Markt
ACT Accelerating CCS Technologies
ACVG Adviescollege Veiligheid Groningen
ANBI Algemeen nut beogende instellingen
AT Agentschap Telecom
ATR Adviescollege toetsing regeldruk
AWTI Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie
BBE Biobased Economy
BBP Bruto Binnenlands Product
BES Bonaire, Sint Eustatius, Saba
BIS Basisinfrastructuur voor cultuur
BIPM Bureau International des Poids en Mesures
BMKB Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf
BNP Bruto Nationaal Product
BOM Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
BPM Belasting van personenauto's en motorrijwielen
BTW Belasting over de toegevoegde waarde
BZ Ministerie van Buitenlandse Zaken
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CCS Carbon Capture and Storage
CCU Carbon Capture Usage
CEP Centraal Economisch Plan
CEPT Europese Conferentie van administraties voor Post en Telecommunicatie
COE Council of Europe
COL Corona Overbruggingslening
COVA Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten
CPB Centraal Planbureau
CSIRT Computer Security Incident Response Team
CVW Centrum Veilig Wonen
DEI Demonstratieregeling Energie-innovatie
DG B&I Directoraat-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie
DGGF Dutch Good Growth Fund
DICTU Dienst ICT Uitvoering
DLG Dienst Landelijk Gebied
DTC Digitaal Trust Centre
DVI Dutch Venture Initiative
EB Energiebelasting
EBN Energie beheer Nederland
ECB European Central Bank
ECN Energieonderzoek Centrum Nederland
ECSEL Electronics Components and Systems for European Leadership
EDS Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties
EED Europese Energie-Efficiency Richtlijn
EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
EFSI European Fund for Strategic Investments
EGO Revolverend fonds energiebesparing
EHG Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw
EIA Energie- investeringsaftrek
eIDAS Electronic Identification, Authentication and trust Services
EIF Europees Investeringsfonds
EMT Energie en Milieutechnologie
END Expert National Detaché
EPBD Energy Performance of Buildings Directieve
ESA European Space Agency
ESR Effort Sharing Regulation
ESTEC European Space Research and Technology Centre
ETD Elektronische Toegangsdiensten
ETFF Energie Transitie Financieringsfaciliteit
ETS Emission Trading Scheme/System
EU Europese Unie
EV Energie voor Vervoer
EZK Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
FES Fonds Economische Structuurversterking
FIN Ministerie van Financiën
FMO Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
FTE Fulltime-equivalent
GF Groeifaciliteit
GHz Gigahertz
GO Garantie Ondernemingsfinanciering
GSF Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering
GTS Gasunie Transport Services
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
HER Hernieuwbare Energie Regeling
HEV Hernieuwbare Energie Vervoer
HFR Hoge Flux Reactor
HHI Herfindahl Hirschman Index
HTSM HighTech Systems & Materials
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICANN/GAC The Internet Corporation for Assigned Names and Numbers/Governmental Advisory Committee
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IE Intellectueel Eigendom
IEA International Energy Agency
IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
IGF Internet Governance Forum
IMM Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen
IMVO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
INEK Integraal Energie- en Klimaatplan
INTERREG Europese Territoriale Samenwerking
IOP’s Innovatieve onderzoeksprogramma’s
IPC Innovatieprestatiecontracten
IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change
IPCEI Important Project of Common European Interest
IQ Innovation Quarter
IRE Investeringsregeling Energiebesparing
IRENA International Renewable Energy Agency
ISDE InvesteringsSubsidie Duurzame Energie
ISO Internationale Organisatie voor Standaardisatie
ITU International Telecommunications Union
IUC Inkoop Uitvoeringscentrum
J&V Ministerie van Justitie en Veiligheid
JTI Joint Technology Initiatives
KEV Klimaat- en Energieverkenning
KKC Garantieregeling Klein Krediet Corona
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KP7 Zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling
KvK Kamer van Koophandel
LEI Landbouw-Economisch Instituut
LIOF De Limburgse industrie- en investeringsbank
LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
LPG Liquefied Petroleum Gas
LS&H Life Sciences and Health
LULUCF Land use, land-use change and forestry
MARIN Maritime Research Institute Netherlands
MBO Middelbaar beroepsonderwijs
MEI Marktintroductie en innovatie
MEP Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie
MER Milieueffectrapportage
MEV Macro-Economische Verkenning
MIA Milieu-investeringsaftrek
MIT MKB Innovatiestimulering Topsectoren
MJA/MEE Meerjarenafspraken energie-efficiëntie
MKB Midden- en Kleinbedrijf
MRB Motorrijtuigenbelasting
MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
MWM Minister van Wonen en Milieu
NAM Nederlandse Aardolie Maatschappij
NBTC Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen
NCG Nationaal Coördinator Groningen
NEa Nederlandse Emissieautoriteit
NEN Nederlands Normalisatie-instituut
NFIA Netherlands Foreign Investment Agency
NIA Nederlands Investerings Agentschap
NIB Netwerk- en informatiebeveiliging
NLR Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
NMI Nationaal Metrologisch Instituut
NML Nederland Maritiem Land
NOM Investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord - Nederland
NPS Net Promoter Score
NRG Nuclear Research and consultancy Group
NSO Netherlands Space Office
NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OCNL Octrooicentrum Nederland
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ODE Opslag Duurzame Energie
OIML Organisation Internationale de Métrologie Légale
O&O Onderwijs en Ondernemen
Oost NL De ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland
OVB Overdrachtsbelasting
PAS Programmatische Aanpak Stikstof
PBL Planbureau voor de Leefomgeving
PFAS Poly- en perfluoralkylstoffen
PIANOo Professioneel en Innovatief Aanbesteden Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers
PJ Petajoule
PMK Project Menselijk Kapitaal
PoC Proof of Concept
PPS Publiek- Private Samenwerking
PTvT Platform Talent voor Technologie
RA Regeerakkoord
RCR Rijkscoördinatieregeling
RDA Research & Developmentaftrek
RED Richtlijn voor hernieuwbare energie
R&D Research and Development
RES Regionale Energiestrategie
RHB Rijks Hoofdboekhouding
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
ROM Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
RUG Rijksuniversiteit Groningen
RvA Raad voor Accreditatie
RVB Rijksvastgoedbedrijf
RVO.nl Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
RWS Rijkswaterstaat
RWT Rechtspersonen met een Wettelijke taak
SBIR Small Business Innovation Research
SDE Stimulering Duurzame Energieproductie
SEA Strategische Evaluatie Agenda
SDS Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw
SER Sociaal-Economische Raad
SEV Structuurprogramma Elektriciteitsvoorziening
SGR Stichting Garantiefonds Reisgelden
SI Smart Industry
SMO Samenwerkingsmiddelen Onderzoek
S&O Speur- en Ontwikkelingswerk
SodM Staatstoezicht op de Mijnen
SSO Shared Service Organisatie
STG-C Staatsgeheim-confidentieel
STW Stichting voor de Technische Wetenschappen
SURF ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland
SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TCBB Technische commissie bodembeweging
TCMG Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen
TKI Topconsortia voor Kennis en Innovatie
TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek
TNO-AGE TNO Adviesgroep Economische Zaken
TO2 Toegepast Onderzoek Organisaties
TOF Toekomstfondskrediet voor Onderzoeksfaciliteiten
TOGS Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19
TSE Tenderregeling Energie-innovatie
TTF Title Transfer Facility
TTT Thematische Technology Transfer
TTW Toegepaste en Technische Wetenshappen
TVL Tegemoetkoming vaste lasten
TWA Technisch Wetenschappelijke Attaché
Twh Terawattuur
UMTS Universal Mobile Telecommunications System
UNFCCC United Nations Framework Convention on Climate Change
UNWTO World Tourism Organization
UPU Universal Postal Union
VAMIL Regeling Vervroegde Afschrijving Milieu-investeringen
VK het Verenigd Koninkrijk
VN Verenigde Naties
VSL Van Swinden Laboratorium
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WBSO Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
WELMEC Europese samenwerking op wettelijke Metrologie
WIM Werkgroep Internationale Mobiliteit
WION Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten
WIPO World Intellectual Property Organization
WOZT Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie
Wva Wet voorraadvorming aardolieproducten
ZBO Zelfstandig Bestuursorgaan

  1. __Kamerstuk 35 561, nr. 17↩︎

  2. __IMF onderzoek naar de Nederlandse economie in 2022↩︎

  3. __Nederlandse economie groeit met 4,5 procent in 2022↩︎

  4. __CPB-Raming september 2023: Macro Economische Verkenningen 2024↩︎

  5. __Kamerstuk 33 009, nr 131↩︎

  6. __Het beleidsterreinen van EZK, dat welvaart voor het hier en nu en voor later bevordert, hangt samen met de Sustainable Development Goals 7, 8, 9, 11, 12 en 13. Om de ontwikkeling in brede welvaart inzichtelijk te kunnen maken, zijn 15 meetbare indicatoren gekozen. Zie voor een verdere toelichting de factsheet Brede Welvaart 2023 bij de EZK-begroting gepubliceerd op de website van het CBS.↩︎

  7. __Het relevante beleidsterrein bestaat uit: goed functionerende economie en markten, bedrijvenbeleid voor een duurzame economische groei, een doelmatige energievoorziening en het inperken van klimaat verandering.↩︎

  8. __Voorlopige raming PBL: 39 tot 50% emissiereductie in 2030↩︎

  9. __Kamerstuk 32 813, nr. 1230↩︎

  10. __Kamerstuk 32 813, nr. 1063↩︎

  11. __Kamerstuk 29 023, nr. 394↩︎

  12. __Kamerstuk 35 594, nr. 12↩︎

  13. __Kamerstuk 32 813, nr. 1230↩︎

  14. __Kamerstuk 32 637, nr. 561↩︎

  15. __EZK is verantwoordelijk voor de nationale programma’s PEH, NP RES, NP PIDI en werklocaties. EZK is tevens eerstverantwoordelijk vanuit het Rijk vanuit het Rijk voor de NOVEX-gebieden NZKG, NSP en Groningen/Eemshaven.↩︎

  16. __Kamerstuk 33 009, nr. 121↩︎

  17. __Kamerstuk 36 200, nr. 2↩︎

  18. __Kamerstuk 26 643, nr. 941↩︎

  19. __Kamerstuk 26 643, nr. 1005↩︎

  20. __De volgende diensten schrijven een eigen openbaarheidsparagraaf: KvK en RDI.↩︎

  21. __De eerste editie van het verslag over de stand van het digitale decennium wordt naar verwachting na de zomer van 2023 gepubliceerd, vandaar dat de DESI cijfers over het jaar 2023 nog niet zijn opgenomen in de tabel.↩︎

  22. __Kamerstuk 29826, nr. 135↩︎

  23. __Kamerstuk 29826, nr. 176↩︎

  24. __Betreft een bandbreedte. Het precieze eindniveau wordt bij verdere uitwerking van de maatregel bepaald.↩︎

  25. __Bedragen zijn in lopende prijzen (gecorrigeerd voor inflatie).↩︎

  26. __In de dummybegroting Klimaatfonds 2023 is eerder gecommuniceerd dat bij de stand van Ontwerpbegroting 2023 € 29,6 mld resteert in het Klimaatfonds. Dit verschil wordt verklaard doordat in 2022 werd uitgegaan van een overheveling van Wind op Zee middelen van € 1,7 mld. Van deze € 1,7 mld is € 500 mln gereserveerd voor het Meerjarenprogramma 2025. Hierdoor is € 500 mln minder overgeheveld in 2022.↩︎

  27. __De leden van het Bestuur ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op beleidsartikel 1.↩︎