[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken besmettingen met blauwtongvirus in Nederland

Dierziekte blauwtong

Brief regering

Nummer: 2023D36117, datum: 2023-09-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30669-22).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30669 -22 Dierziekte blauwtong.

Onderdeel van zaak 2023Z14923:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 669 Dierziekte blauwtong

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2023

Op woensdag 6 september jongstleden heb ik de Kamer geïnformeerd over de vaststelling van besmettingen met blauwtongvirus in Nederland (Kamerstuk 30 669, nr. 20). Met deze brief informeer in de Kamer over de huidige situatie, het serotype, het advies van de deskundigengroep dierziekten en over de stappen die zijn gezet en de komende periode worden gezet.

Actuele situatie

De afgelopen dagen zijn meerdere verdenkingen gemeld bij de NVWA. De meeste verdenkingen betreffen houderijen in de nabijheid van het gebied waar de eerste besmettingen zijn vastgesteld, maar ook uit andere delen van het land worden verdenkingen gemeld. Deze meldingen worden allemaal opgevolgd door de NVWA. Er worden monsters genomen en vervolgens onderzocht bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). De uitslagen komen beschikbaar op de website van de NVWA1.

De meerderheid van de verdenkingen spelen bij schapen, maar ook enkele zieke runderen zijn gemeld. Ik verwacht dat we de komende weken meer besmettingen zullen vaststellen.

Naast de informatie die uit de verdenkingen komt heb ik de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) gevraagd om retrospectief onderzoek te doen in melk- en bloedmonsters van de afgelopen weken en maanden. Doel van dit onderzoek is beeld te krijgen bij de mate van verspreiding van het virus en daarnaast om te bepalen hoe lang het virus al in Nederland aanwezig is.

Serotype

Vanochtend heeft WBVR mij geïnformeerd over het serotype dat speelt in Nederland. Het betreft hoogstwaarschijnlijk serotype 3, een serotype dat niet eerder zo noordelijk in Europa is gevonden. WBVR heeft uit de monsters van de eerste besmette bedrijven, met behulp van de Whole Genome Sequencing (WGS) techniek vastgesteld dat het met grote zekerheid gaat om blauwtong serotype 3 (BTV 3). Eerder was de verwachting dat pas volgend week duidelijkheid zou komen over het serotype. Ik ben blij dat WBVR dit onderzoek heeft kunnen uitvoeren. Er zijn monsters verstuurd naar het Europees referentielaboratorium in Spanje. Ik verwacht dat zij serotype 3 in de loop van komend week zullen bevestigen, waarna er 100% zekerheid bestaat.

BTV 3 is tot heden in de EU slechts vastgesteld op Sicilië en Sardinië, hoe het de sprong naar Nederland heeft gemaakt is vooralsnog onduidelijk.

Er is helaas op dit moment geen geschikt vaccin beschikbaar tegen BTV 3. Dit is een forse tegenvaller voor de dierhouders, omdat vaccinatie het belangrijkste instrument is om ziekte te voorkomen bij hun dieren. We zijn op dit moment met farmaceuten in gesprek om mogelijkheden te verkennen.

Advies Deskundigengroep Dierziekten

Direct na het bekend worden van de besmetting heb ik de Deskundigengroep Dierziekten gevraagd om advies uit te brengen. Enerzijds over de inschatting van de epidemiologische situatie en anderzijds over de inschatting van de effectiviteit van eventuele aanvullende maatregelen. De deskundigen zijn op woensdag 6 september bijeen geweest. Het advies is als bijlage bij deze brief verzonden.

Ten aanzien van de huidige situatie concluderen de deskundigen dat op dit moment geen betrouwbare inschatting kan worden gegeven van het totaal aantal besmette bedrijven noch van de omvang van het besmette gebied. Wel is de inschatting dat het virus al langer, minstens 1,5 tot 2 maanden in Nederland aanwezig is en het besmette gebied daarmee al zeker een radius van 25 km zal hebben. Onduidelijk is waar het centrum zich bevindt.

De deskundigen adviseren verder om retrospectief onderzoek te doen in melk- en bloedmonsters van de afgelopen maanden om zo het verloop in de tijd en de mate van verspreiding in beeld te krijgen. Dit advies heb ik opgevolgd. De uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik komende week.

Ten aanzien van maatregelen om de verspreiding van BTV te voorkomen is de deskundigen gevraagd naar het effect van vervoersbeperkingen. De deskundigen geven aan dat in algemene zin het beperken van diertransporten de verspreiding van BTV kan vertragen. Dit vertragingseffect zal groter zijn wanneer het besmette gebied nog beperkt in omvang is, maar het effect zal slechts zeer beperkt zijn wanneer al sprake is van een aanzienlijk groot verspreidingsgebied. Vooralsnog is het verspreidingsgebied niet helder en wordt dit in kaart gebracht. Met het retrospectieve onderzoek en de blijvende alertheid van houders en dierenartsen zal de komende tijd steeds beter zicht ontstaan op deze mate van verspreiding. Het effectief en proprotioneel inzetten van vervoersbeperkende maatregelen voor dieren is complex en beperkingen aan de verspreiding van knutten zijn niet mogelijk. Ik heb dit ook met sectoren besproken. Mijn conclusie is vooralsnog dat ik geen aanvullende vervoersbeperkende maatregelen tref. Met de resultaten van het retrospectief onderzoek en de uitslagen van de verdenkingen van deze week zal er een beter beeld van de verspreiding van BTV 3 zijn. Daarna wordt opnieuw beoordeeld of en welke aanvullende maatregelen effectief kunnen zijn.

Algemene adviezen

Ik vind het zeer spijtig dat er momenteel geen vaccin tegen BTV 3 voorhanden is. Houders van dieren missen hierdoor een belangrijk instrument om hun dieren te beschermen én om verdere verspreiding van het virus te helpen stoppen. Er zijn enkele algemene adviezen die wel gegeven kunnen worden.

Dierhouders kunnen voorzichtig en terughoudend zijn met dierbewegingen naar, maar vooral vanuit gebieden waar besmettingen zijn vastgesteld. Het risico bestaat dat niet alleen besmette dieren maar ook besmette knutten met deze transporten naar andere delen van Nederland worden verplaatst. De ervaring van de uitbraken in de periode 2006–2009 heeft verder geleerd dat opstallen van runderen in goed geventileerde stallen een enigszins beschermende werking heeft. Het opstallen van runderen zal echter vaak praktisch gezien niet mogelijk zijn. Verder wordt veel, ook in Europese regelgeving, gewezen op het belang van insectenwerende middelen. De deskundigen geven echter aan dat gebruik hiervan veel en vaak moet zijn om dieren effectief te beschermen tegen infectie. Meer informatie is te vinden op de websites van de NVWA, de GD2 en WBVR3.

Ik zal de komende periode de situatie nauwgezet volgen. Daarbij doe ik de oproep aan houders en dierenartsen om alert te zijn en elke verdenking te melden bij de NVWA. Alle informatie is nuttig om het beeld van de situatie verder helder te krijgen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema


  1. https://www.nvwa.nl/onderwerpen/dierziekten/actuele-dierziekten-in-nederland-en-europa.↩︎

  2. https://www.gddiergezondheid.nl/Actueel/Dossiers/Blauwtong.↩︎

  3. https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/bioveterinary-research/dierziekten/virusziekten/blauwtong.htm.↩︎