Adviezen van het Cft inzake ENNIA
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D36234, datum: 2023-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36200-IV-96).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Cft Advies bij de ontwerpbegroting 2024 van CuraƧao
- Brief van College financieel toezicht CuraƧao en Sint Maarten over ENNIA
- Beslisnota inzake Adviezen van het Cft inzake ENNIA
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 IV-96 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z14968:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-09-13 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-13 18:30: Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering Covid-leningen) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-09-14 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-04 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 96 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11Ā september 2023
In mijn brief van 25Ā augustus jl.1 heb ik uw Kamer geĆÆnformeerd over de herfinanciering van de covidleningen. Hierbij heb ik u tevens geĆÆnformeerd over het hoofdlijnenakkoord over ENNIA, dat ambtelijk is overeengekomen met de landen CuraƧao en Sint Maarten en met de Centrale Bank van CuraƧao en Sint Maarten (CBCS), en waarin is vastgelegd dat ENNIA een solvabele doorstart zal maken met een forse kapitaalinjectie door de landen. Het College financieel toezicht CuraƧao en Sint Maarten (Cft) heeft in een advies aan de Minister van FinanciĆ«n van CuraƧao bij de ontwerpbegroting 2024 van CuraƧao kritische opmerkingen geplaatst bij deze voorgestelde oplossing.
De inhoud van dit advies is in het publieke domein beland. Eerder ontvingen de Minister-President van CuraƧao en ik over de in dit hoofdlijnenakkoord voorgestelde oplossing een brief van het Cft. Aangezien ik deze week in een Wetgevingsoverleg (WGO) met uw Kamer zal spreken over de herfinanciering van de covidleningen in het kader van de Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) (Kamerstuk 36Ā 401) hieromtrent, vind ik het belangrijk dat uw Kamer formeel beschikt over deze correspondentie.
Hoewel het eerstgenoemde advies enkel gericht is aan de regering van CuraƧao en het bericht dat ik ontving van het Cft vertrouwelijke correspondentie betreft die normaliter niet openbaar wordt gemaakt, deel ik deze correspondentie bij uitzondering, in afstemming met CuraƧao en het Cft, met uw Kamer.
Volledigheidshalve wil ik benadrukken dat er geen direct verband is tussen de ISB die wij deze week bespreken en de adviezen die ik nu met u deel. De ISB is noodzakelijk om herfinanciering van de covidleningen mogelijk te maken, aangezien de Rijksbegroting er op dit moment vanuit gaat dat het volledige bedrag van de uitstaande covidleningen nog dit jaar door CuraƧao, Aruba en Sint Maarten wordt terugbetaald. De ISB ziet niet op de voorwaarden waaronder de herfinanciering wordt verstrekt. De voorgenomen lening van Nederland aan Sint Maarten en CuraƧao voor ENNIA, zal op een later moment ter goedkeuring aan uw Kamer worden voorgelegd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Kamerstuk 36Ā 200Ā IV, nr.Ā 93.ā©ļø