36217, eindtekst
Wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen
Eindtekst
Nummer: 2023D36710, datum: 2023-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2022Z18521:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-06 14:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-12 14:45: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-11-03 14:00: Wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen (36217) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-03-29 11:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-16 20:10: Wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen (36217) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-05-23 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 23 mei 2023 Wijziging van de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat voor sluiting van woningen een specifieke wettelijke grondslag essentieel is en het wenselijk is de bevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber uit te breiden om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven te sluiten ter handhaving van de openbare orde, en in verband hiermee en ter wegneming van enkele omissies in Europees Nederland de bevoegdheid van verhuurders te wijzigen om een huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden en de bevoegdheid tot onteigening te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Artikel 174a van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien: a. door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord; b. door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring; c. door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring. 2. In het tweede lid wordt âDe in het eerste lid genoemde bevoegdheidâ vervangen door âDe in het eerste lid, aanhef, genoemde bevoegdheidâ en wordt âop grond van het eerste lid is geslotenâ vervangen door âop grond van het eerste lid, onderdeel a, is geslotenâ. 3. In het derde lid, tweede zin, wordt âernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare ordeâ vervangen door âernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van de ernstige verstoring van de openbare ordeâ. 4. In het vierde lid, eerste zin, wordt âverstoring van de openbare ordeâ vervangen door âernstige verstoring van de openbare ordeâ en âbeĂ«indigdâ vervangen door âbeĂ«indigd of voorkomenâ. ARTIKEL II Artikel 177 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De gezaghebber kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien: a. door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord; b. door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring; c. door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenwet BES de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring. 2. In het tweede lid wordt âDe bevoegdheid, genoemd in het eerste lid,â vervangen door âDe in het eerste lid, aanhef, genoemde bevoegdheidâ en wordt âop grond van het eerste lid is geslotenâ vervangen door âop grond van het eerste lid, onderdeel a, is geslotenâ. 3. In het derde lid, tweede zin, wordt âernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare ordeâ vervangen door âernstige vrees voor herhaling of het ontstaan van de ernstige verstoring van de openbare ordeâ. 4. In het vierde lid, eerste zin, wordt âverstoring van de openbare ordeâ vervangen door âernstige verstoring van de openbare ordeâ en âbeĂ«indigdâ vervangen door âbeĂ«indigd of voorkomenâ. ARTIKEL III Artikel 231, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: 1. âgedragingen in het gehuurdeâ wordt vervangen door âgedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurdeâ en âde openbare orde is verstoordâ wordt vervangen door âde openbare orde ernstig is verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoringâ; 2. âartikel 2 of 3 van de Opiumwetâ wordt vervangen door âartikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwetâ. ARTIKEL IV Artikel 77, eerste lid, onder 7°, van de Onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd: 1. âduurzaam herstel van de openbare ordeâ wordt vervangen door âduurzaam herstel van of duurzame voorkoming van ernstige verstoring van de openbare ordeâ en âgedragingen in het gebouwâ wordt vervangen door âgedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van het gebouwâ; 2. âartikelen 2 en 3 van de Opiumwetâ wordt vervangen door âartikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwetâ en âartikel 2 of 3 van de Opiumwetâ wordt vervangen door âartikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwetâ. ARTIKEL V Indien artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet: a. voor zover het artikel 11.8 van de Omgevingswet betreft eerder in werking treedt of is getreden dan artikel IV, onder 1, van deze wet, vervalt artikel IV, onder 1, van deze wet en wordt in artikel 11.8 van de Omgevingswet âgedragingen in dat gebouwâ vervangen door âgedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van dat gebouwâ en wordt âduurzaam herstel van de openbare ordeâ vervangen door âduurzaam herstel van of duurzame voorkoming van ernstige verstoring van de openbare ordeâ; b. voor zover het artikel 11.9 van de Omgevingswet betreft eerder in werking treedt of is getreden dan artikel IV, onder 2, van deze wet, vervalt artikel IV, onder 2, van deze wet en wordt in artikel 11.9 van de Omgevingswet âartikelen 2 en 3 van de Opiumwetâ vervangen door âartikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwetâ en wordt âartikel 2 of artikel 3 van de Opiumwetâ vervangen door âartikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwetâ; c. voor zover het artikel 11.8 van de Omgevingswet betreft later in werking treedt dan artikel IV, onder 1, van deze wet, wordt in artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet in artikel 11.8 âgedragingen in dat gebouwâ vervangen door âgedragingen in of in de onmiddellijke nabijheid van dat gebouwâ en wordt âduurzaam herstel van de openbare ordeâ vervangen door âduurzaam herstel van of duurzame voorkoming van ernstige verstoring van de openbare ordeâ; d. voor zover het artikel 11.9 van de Omgevingswet betreft later in werking treedt dan artikel IV, onder 2, van deze wet, wordt in artikel 1.1, onderdeel G, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet in artikel 11.9 âartikelen 2 en 3 van de Opiumwetâ vervangen door âartikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwetâ en wordt âartikel 2 of artikel 3 van de Opiumwetâ vervangen door âartikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwetâ. ARTIKEL Va Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. ARTIKEL VI Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Justitie en Veiligheid, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister van Justitie en Veiligheid, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 5