36190, eindtekst
Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014
Eindtekst
Nummer: 2023D36714, datum: 2023-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2022Z16718:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-09-13 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-06 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-11-16 14:00: Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014 (TK 36190) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-02-02 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-02-02 15:29: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-06-21 14:30: Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014 (36190) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-06-27 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2023-06-29 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 27 juni 2023 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Huisvestingswet 2014 te wijzigen om de doelmatigheid en doeltreffendheid te vergroten en de reikwijdte van de wet aan te laten sluiten bij de maatschappelijke opgaven, zoals aanbevolen in de evaluatie van die wet; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel e, wordt âOnze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesâ vervangen door âOnze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordeningâ. 2. Na het eerste lid, onderdeel l, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: m. woonvisie: woonvisie als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Woningwet. 3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Voor de toepassing van het bij of krachtens Hoofdstuk 2 en paragraaf 1a van Hoofdstuk 4 van deze wet bepaalde wordt onder woonruimte als bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, onder 1° zowel zelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, als onzelfstandige woonruimte verstaan. B In artikel 2, tweede lid, onderdeel b, wordt âde artikelen 23a tot en met 23câ vervangen door âde artikelen 21 tot en met 23câ. C Artikel 4, tweede lid, alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid vervallen. D Aan artikel 6 worden twee leden toegevoegd, luidende: 3. Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een huisvestingsverordening vragen burgemeester en wethouders advies aan gedeputeerde staten van de provincie waarin de gemeente is gelegen over de gevolgen voor de regionale woningmarkt, de woningbouwopgave en de toepassing van artikel 14. Gedeputeerde staten doen binnen zes weken na ontvangst van het verzoek hun advies toekomen aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen gemotiveerd afwijken van het advies. 4. Indien de gemeenteraad voornemens is een huisvestingsverordening vast te stellen vanuit het oogpunt van: a. het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte, onderbouwt de gemeenteraad in de woonvisie de maatregelen die zij neemt om deze schaarste tegen te gaan en de inzet van de gemeente op het gebied van de regionale woningbouwopgave; b. het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving, onderbouwt de gemeenteraad in de woonvisie hoe de inzet van dit instrument bijdraagt aan het behoud van de leefbaarheid. E Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het eerste lid is ten aanzien van het kunnen aanwijzen van voor verkoop bestemde woonruimte alleen van toepassing op nieuw te bouwen voor verkoop bestemde woonruimte met een koopprijs van ten hoogste ⏠355.000,- nadat het bij koninklijke boodschap van 9 september 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014 (Kamerstukken 36 190) tot wet is verheven en in werking is getreden. 2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende: 3. Het tweede lid is ten aanzien van het kunnen aanwijzen van voor verkoop bestemde goedkope woonruimte niet van toepassing op de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland. 4. De koopprijs, genoemd in het tweede lid, wordt bij ministeriĂ«le regeling met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex. F Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. Aan het slot van onderdeel b wordt â, enâ vervangen door een puntkomma. b. In onderdeel c, wordt â48, Woningwetâ vervangen door â48 van de Woningwetâ. c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door â, enâ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: d. hebben voor bestaande voor verkoop bestemde woonruimte uitsluitend betrekking op het huishoudinkomen van woningzoekenden en houden daarbij rekening met het daarbij passende leenvermogen. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Het tweede lid, onderdeel d, is niet van toepassing op de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland. G In artikel 10, tweede lid, wordt onder vervanging van â, ofâ aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel b door â, ofâ na onderdeel b een onderdeel toegevoegd, luidende: c. vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf hebben in Nederland als bedoeld in artikel 8, onderdelen g en h, van de Vreemdelingenwet 2000 en in afwachting zijn van een verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning als bedoeld in de artikelen 14 of 28 van die wet. GA Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â Geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op bestaande voor verkoop bestemde woonruimte met uitzondering van woonruimte die gelegen is in de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland. H Na artikel 11b wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 11c In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een huurder een huurovereenkomst is aangegaan voor een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in een gebouw waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.23a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend met een termijn van maximaal vijftien jaren, de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt. I Artikel 14, wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: 1. In de eerste volzin, wordt âde woningmarktregio.â vervangen door âde woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeente.â. 2. De tweede volzin vervalt. 2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: 3. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat binnen de groep van woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de gemeente voorrang wordt gegeven aan in de huisvestingsverordening aangewezen vitale beroepsgroepen. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat een aantal van de aangewezen categorieĂ«n woonruimte met voorrang kan worden toegewezen aan de vitale beroepsgroepen. 3. Het vierde lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd: 1. In de onderdelen a en b, aanhef, wordt âde woningmarktregio, de gemeente of de kernâ vervangen door âde woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeenteâ. 2. In de onderdelen a en b, onder 1 en 2, wordt âdie woningmarktregio, die gemeente of die kernâ vervangen door âdie woningmarktregio, die gemeente of dat deel van de gemeenteâ. 4. Na het vierde lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende: 5. Indien bij het verlenen van huisvestingsvergunningen aan woningzoekenden als bedoeld in artikel 12, tevens voorrang wordt verleend omdat zij economische of maatschappelijke binding als bedoeld in het tweede lid hebben, worden deze huisvestingvergunningen meegeteld bij de percentages, bedoeld in dat lid. 6. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op bestaande voor verkoop bestemde woonruimte met uitzondering van woonruimte die gelegen is in de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland. J In de artikelen 15, tweede lid, 16 en 17, eerste lid, wordt â14, eerste of tweede lidâ vervangen door â14, eerste, tweede of derde lidâ. K In artikel 18, tweede lid, 26, tweede lid, en 44, eerste lid, wordt âWet integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuurâ vervangen door âWet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuurâ. L Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt onder vernummering van onderdeel d tot onderdeel e, een onderdeel ingevoegd, luidende: d. van onzelfstandige in zelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden; 2. In het eerste lid, onderdeel e (nieuw), wordt âtot twee of meer woonruimtenâ vervangen door âtot twee of meer zelfstandige woonruimtenâ. 2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd luidende: 3. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of c, slechts wordt afgegeven voor een in die huisvestingsverordening aangegeven termijn. Na afloop van de termijn vervalt de vergunning van rechtswege. M Aan artikel 23c wordt na het vierde lid een lid toegevoegd, luidende: 5. In het geval dat bij een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid, ook een vergunning als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, nodig is, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a. N Artikel 23d wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt âof artikel 23b, eerste of tweede lidâ vervangen door âartikel 23b, eerste of tweede lid, of artikel 23c, eerste lidâ en wordt âen artikel 23b, eerste en tweede lidâ wordt vervangen door â, artikel 23b, eerste of tweede lid, of artikel 23c, eerste lidâ. 3. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, 23b of 23c, doen burgemeester en wethouders terstond hiervan mededeling aan Onze Minister. O Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ. 2. In onderdeel b wordt âhet door gedeputeerde staten op grond van artikel 30, eerste lid, vastgestelde aantal inwonersâ vervangen door âhet op grond van artikel 30 vastgestelde aantal inwonersâ. P Artikel 30 komt te luiden: Artikel 30 In geval van een gemeentelijke herindeling of grenscorrectie gaat Onze Minister van Justitie en Veiligheid bij het bepalen van het inwonertal, bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, uit van de door het Centraal bureau voor de statistiek gepubliceerde bevolkingscijfers van de samenstellende delen van de bij de wijziging van de gemeentelijke herindeling of grenscorrectie betrokken gemeenten op het tijdstip, bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b. Q Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, wordt âof van het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26â vervangen door âvan het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26, of de aanwijzing, bedoeld in artikel 33a, onderdeel bâ. 2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel c wordt âof voor het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26â vervangen door âvoor het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26, of de aanwijzing, bedoeld in artikel 33a, onderdeel bâ. 2. In onderdeel d wordt âof artikel 23c, eerste lid,â vervangen door âartikel 23c, eerste lid, of voor het handelen in strijd met de aanwijzing, bedoeld in artikel 33a, onderdeel bâ. R Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt voor âwoonruimteâ ingevoegd âbestaandeâ. 2. In het tweede lid, onderdeel b, onder 2, wordt na âverhuurdeâ ingevoegd âof gebruikteâ. 3. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende: 4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid geldt uitsluitend voor die vorm van het in gebruik geven die de gemeenteraad op grond van het derde lid heeft aangewezen in de huisvestingsverordening en waarvoor de vergunning is verleend. S In artikel 43, vierde lid, tweede volzin, wordt âvierde lidâ vervangen door âderde lidâ. T Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âhet verbod bedoeld in dat artikelâ vervangen door âhet verbod, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, en voor digitale platforms het verbod, bedoeld in het derde lid van dat artikelâ. 2. In het zevende en achtste lid wordt âvijfde lidâ vervangen door âzesde lidâ. ARTIKEL II Artikel I, onderdeel Ib, van de Wet toeristische verhuur van woonruimte vervalt. ARTIKEL III Artikel 1 van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt âOnze Minister voor Wonen en Rijksdienstâ vervangen door âOnze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordeningâ. 2. In het tweede lid wordt âde artikelen 5, 6, 8, 9, eerste lid, 18, 19âvervangen door âde artikelen 5, 6, eerste en tweede lid, 8, 9, eerste lid, 18, 19, 20â. ARTIKEL IIIa 1. Indien de Omgevingswet eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt in het in artikel I, onderdeel H, opgenomen artikel 11c âartikel 2.23a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtâ vervangen door âartikel 5.36, tweede lid, van de Omgevingswetâ. 2. Indien de Omgevingswet later in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel 11c van de Huisvestingswet 2014 âartikel 2.23a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtâ vervangen door âartikel 5.36, tweede lid, van de Omgevingswetâ. ARTIKEL IIIb Indien het bij koninklijke boodschap van 18 juli 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) (Kamerstukken 35261) tot wet wordt of is verheven en het in artikel I, onderdeel D, van die wet opgenomen artikel 2:7 in werking treedt of is getreden, wordt de Huisvestingswet 2014 als volgt gewijzigd: 1. Artikel 23, tweede lid, alsmede de aanduiding â1â voor het eerste lid vervallen. 2. In de artikelen 23f, eerste lid, en 23g, eerste lid, wordt âartikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ telkens vervangen door âde artikelen 2:7, tweede lid, en 2:8 van de Algemene wet bestuursrechtâ. 3. Artikel 23h vervalt. 4. Artikel 42, tweede lid, alsmede de aanduiding â1â voor het eerste lid vervallen. ARTIKEL IV Onze Minister zendt binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. ARTIKEL V Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, PAGE PAGE 8