Stand van zaken bij de Herijking van de IW 1990
Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Brief regering
Nummer: 2023D36720, datum: 2023-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35510-141).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Mede ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 35510 -141 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag.
Onderdeel van zaak 2023Z15156:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Medeindiener: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-09-28 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-10-03 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-15 14:00: Belastingdienst (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Nr. 141 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2023
Hierbij bieden wij u de beantwoording op de vragen van de vaste commissie voor Financiën aan naar aanleiding van de Hoofdlijnenbrief verankering hardheidsclausule Invorderingswet 1990 (IW 1990).1 Voorts maken wij van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de stand van zaken bij de Herijking van de IW 1990.
Herijking van de Invorderingswet 1990
In de Kamerbrief van 31 oktober 2022 hebben wij de uitkomsten van de herijking van de IW 1990 met u gedeeld.2 Hierbij hebben wij toegelicht dat de IW 1990 in principe voldoende ruimte biedt om rekening te houden met de omstandigheden van mensen. Alleen bij de bekendmaking van de belastingaanslag – geregeld in artikel 8 van de IW 1990 – is dat niet altijd het geval. Met name in de situatie waarbij een schuldenaar vergeet om zijn adreswijziging door te geven of bij de Belastingdienst überhaupt geen adres bekend is, kan dit ingrijpende consequenties hebben. Wanneer een schuldenaar – doordat hij geen kennis heeft genomen van de belastingaanslagen en of herinneringen – niet reageert kan dwanginvordering volgen.
Gesteld is dat het toevoegen van een alternatieve wijze van bekendmaking mogelijk een oplossing kan bieden. In dit kader wordt gekeken naar een openbare bekendmaking van de belastingaanslag. Deze mogelijkheid bestaat reeds bij rechtspersonen waarvan het vermoeden bestaat dat deze niet langer bestaan. Voorts kent het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de mogelijkheid om een exploot, dat niet een te voeren of aanhangige procedure betreft, openbaar bekend te maken wanneer het adres of de verblijfplaats van de belanghebbende onbekend is. In dat geval vindt er een publicatie in de Staatscourant plaats waarbij de schuldenaar erop gewezen wordt dat hij een afschrift van zijn belastingaanslag en een nadere toelichting kan ontvangen bij de Belastingdienst.
Er wordt nader onderzocht of een openbare bekendmaking met een online publicatie van belastingaanslagen voldoende waarborgen biedt voor de schuldenaar en of dit ook door mensen wordt beschouwd als een passend alternatief. Dit wordt onder meer gedaan door de inzet van een burgerpanel en met het raadplegen van brancheorganisaties. Wij verwachten uw Kamer voor het einde van dit jaar nader te informeren.
Wij hopen hiermee uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries