[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D37591, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36435-XV-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36435 XV-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2023Z15447:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 435 XV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Onderstaande staffel geeft de ondergrens aan van de mutaties die toegelicht worden. Kleinere mutaties worden niet toegelicht. Hierdoor tellen de in de toelichting genoemde bedragen niet altijd volledig op tot de totale mutatie van het begrotingsartikel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Arbeidsmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 1.651.487 – 289.330 1.362.157
Uitgaven 1.512.820 – 182.004 1.330.816
1.0 Arbeidsmarkt 1.512.820 – 182.004 1.330.816
Inkomensoverdrachten 690.077 0 690.077
Lage-inkomensvoordeel 530.554 0 530.554
Minimumjeugdloonvoordeel 14.848 0 14.848
Loonkostenvoordelen 144.675 0 144.675
Subsidies (regelingen) 772.725 – 179.332 593.393
Overige subsidies algemeen 2.858 388 3.246
Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen 6.039 – 2.723 3.316
Stimuleringregeling LLO in MKB 58.553 3.279 61.832
Stimulans Arbeidsmarktpositie 242.689 – 130.537 112.152
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid 338.640 – 22.325 316.315
Nederland leert door 38.261 – 1.338 36.923
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden 85.685 – 26.076 59.609
Opdrachten 43.630 – 2.877 40.753
Opdrachten 43.630 – 2.877 40.753
Bekostiging 100 0 100
Bekostiging 100 0 100
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 162 – 87 75
Ministerie van VWS 56 0 56
Ministerie van EZK 106 – 87 19
Bijdrage aan agentschappen 5.160 292 5.452
Agentschap RIVM 4.983 282 5.265
Agentschap CJIB 177 10 187
Bijdrage aan medeoverheden 966 0 966
SPUK BMIP 966 0 966
Ontvangsten 961.115 10.905 972.020

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 begrotingsgefinancierd bedraagt – € 182,0 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met – € 289,3 miljoen naar beneden bijgesteld. De verwachte ontvangsten worden met € 10,9 miljoen naar boven bijgesteld. Hieronder worden alleen de belangrijkste mutaties toegelicht.

Verplichtingen artikel 1

Het verschil van – € 107,3 miljoen tussen de verplichtingenmutatie en de kasmutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door het uit elkaar lopende kas- en verplichtingenritme van de subsidieregelingen Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) en de Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen (DI&LLO). Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op de volgende verplichtingenschuiven:

– Bij de MDIEU is in 2023 voor € 117 miljoen aan subsidie aangevraagd, waardoor het resterende € 135 miljoen verplichtingenbudget naar 2024 geschoven wordt om voor tijdvakken in 2024 benut te worden.

– Voor de expeditieregeling van het actieprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen is een verplichtingenschuif van € 1,4 miljoen gedaan om voldoende verplichtingenbudget beschikbaar te stellen voor het tijdvak van 2026.

Subsidies

Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP)

De scholingssubsidie STAP, die per 2024 wordt stopgezet, is in 2023 conform motie Van der Lee gerichter vormgegeven. Hierdoor valt in 2023 een bedrag vrij van € 147 miljoen. Van dit bedrag wordt € 73,7 miljoen aangewend om het budget voor de SLIM incidenteel te verhogen van 2024 tot en met 2027. Dit extra budget voor SLIM wordt (cf. motie Van der Lee c.s.) ingezet voor individuele scholing.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

De nabetalingen over de NOW zijn circa € 22,3 miljoen lager uitgevallen dan aanvankelijk geraamd.

Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden

Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal € 1 miljard beschikbaar. In de eerste maanden van 2023 hebben voor deze subsidieregeling aanvraagtijdvakken opengestaan met een totaal subsidieplafond van € 252 miljoen. Er was ongeveer € 52 miljoen kasruimte gereserveerd in 2023 voor de subsidies die in deze tijdvakken aangevraagd zouden worden (verdere betalingen aan de gesubsidieerde projecten volgen in latere jaren). Uiteindelijk is ongeveer € 117 miljoen subsidie aangevraagd. Vanaf 1 september 2023 staan nog twee subsidietijdvakken open. Het subsidieplafond voor individuele bedrijven in het negende aanvraagtijdvak bedraagt € 7,5 miljoen voor aanvragen tot € 300.000 en bedraagt € 75 miljoen voor aanvragen van € 300.000 en hoger. Voor sectorale samenwerkingsverbanden is tot € 250 miljoen subsidie beschikbaar. Een groot deel van de aanvragen in deze tijdvakken zal naar verwachting pas in het eerste kwartaal van 2024 worden beschikt en bevoorschot. Om beter bij het verwachte kasritme van de tijdvakken aan te sluiten is er een kasschuif gedaan van € 26,0 miljoen van 2023 naar 2024.

Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen

De kasmutatie van DI&LLO wordt hoofdzakelijk verklaard door een kasschuif van – € 2,9 miljoen om de uitgaven van de expeditieregeling in het juiste kasritme te zetten. Uitbetaling was oorspronkelijk voorzien in 2023, maar vanwege de timing van de beschikkingen vorig jaar, zal dit begin 2024 worden.

Stimuleringsregeling LLO in MKB

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 3,4 miljoen aan het budget toegevoegd.

Opdrachten

– In het arbeidsmarktpakket is in totaal € 14,7 miljoen gereserveerd voor tijdelijke medefinanciering van de opleidingen en het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsartsen: € 4,7 miljoen in 2023 en € 10 miljoen in 2024. De bedoeling is om hiervoor een subsidieprogramma op te zetten. Vanwege het uitstel van dit subsidieprogramma is er een kas- en verplichtingenschuif € 4,3 miljoen naar 2025.

– Overige mutaties op het opdrachtenbudget betreffen voornamelijk overboekingen naar andere departementen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 961.115 10.905 972.020
1.0 Arbeidsmarkt 961.115 10.905 972.020
Ontvangsten 961.115 10.905 972.020
Algemeen 1.180 10.207 11.387
Boeten 18.000 0 18.000
Terug ontvangsten NOW 941.935 698 942.633

Toelichting

– De gerealiseerde uitgaven aan STAP ad. € 173,5 miljoen in 2022 komen € 10,2 miljoen lager uit dan het bevoorschotte bedrag ad € 183,7 miljoen. Dit leidt tot meer ontvangsten in 2023.

– De terugontvangsten NOW vallen circa € 0,7 miljoen hoger uit dan verwacht.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 407.540 17.252 424.792
Uitgaven 407.540 17.252 424.792
1.0 Arbeidsmarkt 407.540 17.252 424.792
Inkomensoverdrachten 407.540 17.252 424.792
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte 382.352 34.314 416.666
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB 7.779 347 8.126
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte nominaal 17.062 – 17.062 0
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB nominaal 347 – 347 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 premiegefinancierd bedraagt € 17,3 miljoen.

– Op basis van de realisatiecijfers bij de Juninota van het UWV is er in 2023 sprake van een tegenvaller van € 17,3 miljoen bij de transitievergoeding na 2 jaar ziekte. Er is namelijk een opwaartse bijstelling van het aantal toegewezen compensaties.

– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de loon- en prijsbijstelling voor 2023.

2.2 Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 7.101.129 648.436 7.749.565
Uitgaven 7.106.255 649.334 7.755.589
2.0 Bijstand, Participatiewet en toeslagenwet 7.106.255 649.334 7.755.589
Inkomensoverdrachten 6.900.054 669.075 7.569.129
Macrobudget participatiewetuitkering en intertemporele tegemoetkoming 6.055.897 606.847 6.662.744
Tozo en Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet (Bbz 2004) 23.083 – 2.828 20.255
AIO 379.174 39.814 418.988
TW 426.368 23.510 449.878
Bijstand overig 870 33 903
Onderstand (Caribisch Nederland) 14.662 1.699 16.361
Subsidies (regelingen) 119.697 – 14.775 104.922
SBCM 3.360 0 3.360
NIBUD 387 0 387
Overige subsidies algemeen 38.039 2.725 40.764
Armoede en schulden 165 0 165
Alle kinderen doen mee 19.646 0 19.646
Waarborgfonds sanering 100 0 100
Noodfonds 50.000 – 17.500 32.500
Geldzorgen Armoede en Schulden 8.000 0 8.000
Opdrachten 72.867 – 6.998 65.869
Opdrachten algemeen 72.867 – 6.998 65.869
Bekostiging 1.297 0 1.297
ZonMw 1.297 0 1.297
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 182 11 193
ZonMw 182 11 193
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 1.800 0 1.800
Financiën 1.800 0 1.800
Bijdrage aan sociale fondsen 10.000 0 10.000
Pensioenfonds Wsw 10.000 0 10.000
Bijdrage aan agentschappen 349 2.021 2.370
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 349 21 370
DUO 0 2.000 2.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 9 0 9
Contributie CASS 9 0 9
Ontvangsten 87.172 19.085 106.257

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 2 bedraagt € 649,3 miljoen bij de uitgaven, € 648,4 bij de verplichtingen en € 19,1 miljoen bij de ontvangsten. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

Macrobudget participatiewetuitkering en intertemporele tegemoetkoming

Het budget voor het macrobudget Participatiewetuitkering is met € 606,9 miljoen naar boven bijgesteld door de verwerking van de verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) in 2023 (€ 641,4 miljoen), op basis van de laatste ontwikkelingen in de werkloosheid (- € 47,7 miljoen) en door de verwerking van de prijs- en volumemutaties (respectievelijk € 11,9 miljoen en – € 13,5 miljoen). Ook is er door de herziene Meerjaren Productie Prognose een extra effect ingeboekt voor de hogere instroom van statushouders (€ 14,8 miljoen).

Tozo en Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet

Verwerking van de definitieve realisaties 2022 zorgt voor lagere verwachte uitgaven (- € 2,8 miljoen) in 2023.

Algemene Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)

De AIO-uitkeringslasten worden met € 39,5 miljoen naar boven bijgesteld. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Daarnaast is er een reservering getroffen voor een verlenging van de Tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Sudan (€ 0,4 miljoen).

Toeslagenwet (TW)

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe werkloosheidsverwachtingen van het CPB worden de TW-uitkeringslasten naar boven bijgesteld met € 23,5 miljoen. Ook is de nominale ontwikkeling dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Onderstand Caribisch Nederland (CN)

De begrotingsraming voor de onderstand en re-integratie CN is opwaarts bijgesteld met € 1,7 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Subsidies

Noodfonds

De onderuitputting van € 17,5 miljoen van het Noodfonds wordt als dekking ingezet voor de eenmalige tegemoetkoming aan studenten voor de energiekosten.

Overige subsidies algemeen

Er zijn diverse herschikkingen (in totaal € 2,7 miljoen) van Opdrachten naar Subsidies. Zo zal in het kader van het budget Bevordering Arbeidsparticipatie voor financiering van initiatieven op het terrein van sectorale loopbaanpaden en leerlijnen praktijkleren € 1,2 miljoen worden ingezet voor subsidieverleningen aan brancheorganisaties. Verder gaat het onder andere om subsidies aan SAM en Divosa voor het project Vakmanschap 2023 (€ 0,4 miljoen en € 0,3 miljoen) en een subsidie aan de Sectorraad GO (€ 0,4 miljoen).

Opdrachten

Opdrachten algemeen

– Er zijn diverse herschikkingen (in totaal € 2,7 miljoen) van Opdrachten naar Subsidies (zie toelichting bij Overige subsidies algemeen).

– Daarnaast wordt € 2,2 miljoen van het opdrachtenbudget ingezet voor de dekking van de formatieuitbreiding armoede en schulden.

Bijdrage aan agentschappen

Er wordt in 2023 alvast € 2 miljoen overgeboekt naar DUO voor de eerste uitvoeringskosten van de eenmalige tegemoetkoming voor de energiekosten die studenten in 2024 zullen ontvangen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 87.172 19.085 106.257
2.0 Bijstand, Participatiewet en toeslagenwet 87.172 19.085 106.257
Ontvangsten 87.172 19.085 106.257
Algemeen 24.128 17.990 42.118
Tozo retour kapitaal verstrekkingen 63.044 1.095 64.139

Toelichting

– Er zijn diverse terugontvangsten door afrekeningen over het jaar 2022. De grootste is van het SVB voor de Toeslagenwet (€ 16,7 miljoen).

– Naar aanleiding van een correctie in de realisaties van 2022 worden de terugvorderingen van de Tozo-kapitaalverstrekkingen met € 1,1 miljoen naar boven bijgesteld.

2.3 Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 16.407 678 17.085
Uitgaven 6.694 678 7.372
3.0 Abeidsongeschiktheid 6.694 678 7.372
Inkomensoverdrachten 1.195 139 1.334
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland) 1.195 139 1.334
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 5.499 539 6.038
Uitvoering individuele plaatsing & steun 5.499 539 6.038
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 3 begrotingsgefinancierd bedraagt € 0,7 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De begrotingsraming voor de Ongevallenverzekering Caribisch Nederland is opwaarts bijgesteld met € 0,1 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,5 miljoen aan het budget toegevoegd.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 13.069.747 – 29.548 13.040.199
Uitgaven 13.069.747 – 29.548 13.040.199
3.0 Arbeidsongeschiktheid 13.069.747 – 29.548 13.040.199
Inkomensoverdrachten 12.941.846 – 29.548 12.912.298
WAO 3.179.631 126.013 3.305.644
IVA 4.487.308 255.467 4.742.775
WGA 4.148.871 162.959 4.311.830
WAZ 72.545 9.239 81.784
WGA eigenrisicodragers 447.138 23.127 470.265
WAO nominaal 142.703 – 142.703 0
IVA nominaal 201.127 – 201.127 0
WGA nominaal 234.041 – 234.041 0
WAZ nominaal 3.259 – 3.259 0
WGA eigenrisicodragers nominaal 25.223 – 25.223 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 127.901 0 127.901
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW 119.257 7.964 127.221
Scholingsexperiment WGA 680 0 680
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW nominaal 7.964 – 7.964 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 3 premiegefinancierd bedraagt € 29,5 miljoen.

– Op basis van de uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de ramingen bijgesteld met per saldo – € 29,5 miljoen. Er is een uitwisseling tussen de IVA (meer uitkeringen) en WGA (minder uitkeringen). Ook in de WAO ligt het aantal uitkeringen lager dan eerder verwacht. Per saldo levert dit een meevaller op.

– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.4 Artikel 4 Jonggehandicapten

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 3.715.014 436.056 4.151.070
Uitgaven 3.715.014 436.056 4.151.070
4.0 Jonggehandicapten 3.715.014 436.056 4.151.070
Inkomensoverdrachten 3.636.471 427.995 4.064.466
Wajong 3.636.471 427.995 4.064.466
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 78.543 8.061 86.604
Re-integratie Wajong 78.543 8.061 86.604
Ontvangsten 0 41.861 41.861

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 4 bedraagt € 436,1 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

– De raming van het budget voor de Wajong is met € 463,0 miljoen verhoogd in verband met de prijsindexatie voor 2023. Hierbij is het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen overgeboekt, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

– Tevens is op basis van uitvoeringsinformatie UWV de raming voor de Wajong verlaagd met € 36,0 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat UWV op het fonds bijhorend bij de Wajong rentebaten ontvangt.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Op basis van verwachtingen van het UWV is het re-integratiebudget Wajong voor 2023 met € 8,1 miljoen naar boven bijgesteld. Dit komt door de loon- en prijsbijstelling (€ 5,4 miljoen) en door een nabetaling aan UWV over 2022 (€ 2,6 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 0 41.861 41.861
4.0 Jonggehandicapten 0 41.861 41.861
Ontvangsten 0 41.861 41.861
Restituties 0 41.861 41.861

Toelichting

De mutatie van € 41,9 miljoen betreft de afrekening naar aanleiding van de jaarrekening 2022 van het UWV over het Wajong-budget.

2.5 Artikel 5 Werkloosheid

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 190.147 17.201 207.348
Uitgaven 189.826 16.741 206.567
5.0 Werkloosheid 189.826 16.741 206.567
Inkomensoverdrachten 100.266 8.806 109.072
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) 99.970 8.801 108.771
Cessantiawet (Caribisch Nederland) 46 5 51
Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven 250 0 250
Subsidies (regelingen) 14.489 956 15.445
Overige subsidies algemeen 505 0 505
Coordinatie arbeidsmarktdienstverlening 4.984 956 5.940
Subsidieregeling praktijkleren 9.000 0 9.000
Opdrachten – 27 27 0
Opdrachten algemeen – 27 27 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 73.123 6.827 79.950
Arbeidsmarktdienstverlening 73.123 6.827 79.950
Bijdrage aan agentschappen 1.975 125 2.100
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1.975 125 2.100
Ontvangsten 0 4.756 4.756

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 5 begrotingsgefinancierd bedraagt € 16,7 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 17,2 miljoen naar boven bijgesteld. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) is per saldo met € 8,8 miljoen naar boven aangepast vanwege loon- en prijs bijstelling en verwerking van uitvoeringsinformatie. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

– Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 4,4 miljoen aan het budget toegevoegd.

– Naar aanleiding van het jaarverslag UWV (kassiersverslag) vindt er een nabetaling van € 2,4 miljoen plaats voor de personeelsbudgetten en aanvullende dienstverlening omdat de realisatie hoger is uitgevallen dan dat de bevoorschotting UWV in 2022 was.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 0 4.756 4.756
5.0 Werkloosheid 0 4.756 4.756
Ontvangsten 0 4.756 4.756
Restituties 0 4.756 4.756

Toelichting

De mutatie van € 4,8 miljoen betreft de afrekening naar aanleiding van de jaarrekening 2022 van het UWV over het WW-Scholingsbudget (€ 2,6 miljoen) en de IOW (€ 2,1 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 2.937.519 – 17.920 2.919.599
Uitgaven 2.937.519 – 17.920 2.919.599
5.0 Werkloosheid 2.937.519 – 17.920 2.919.599
Inkomensoverdrachten 2.924.419 – 18.692 2.905.727
WW 2.754.350 151.377 2.905.727
WW nominaal 170.069 – 170.069 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 13.100 772 13.872
Scholing WW 13.100 772 13.872
Ontvangsten 197.468 – 17.468 180.000

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 5 premiegefinancierd bedraagt € 17,9 miljoen.

– De bijstellingen op de WW naar aanleiding van de uitvoeringsinformatie van het UWV leiden per saldo tot een neerwaartse correctie van circa € 17,9 miljoen. Enerzijds is de WW-prijs gestegen, wat tot hogere kosten leidt. Anderzijds zijn de volumes lager dan verwacht.

– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 197.468 – 17.468 180.000
5.0 Werkloosheid 197.468 – 17.468 180.000
Ontvangsten 197.468 – 17.468 180.000
Ufo 186.000 – 6.000 180.000
Ufo nominaal 11.468 – 11.468 0

Toelichting

Op basis van realisatiecijfers van UWV zijn de ontvangsten van het Uitvoeringsfonds voor de overheid (UFO) voor 2023 met € 17,5 miljoen naar beneden bijgesteld.

2.6 Artikel 6 Ziekte en Verlofregelingen

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 45.967 2.024 47.991
Uitgaven 45.967 2.024 47.991
6.0 Ziekte en verlofregelingen 45.967 2.024 47.991
Inkomensoverdrachten 45.967 2.024 47.991
Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) 6.397 243 6.640
Ziekteverzekering (Caribisch Nederland) 5.944 694 6.638
OPS- fonds 300 10 310
Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB) 33.326 1.077 34.403
Ontvangsten 0 290 290

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 6 begrotingsgefinancierd bedraagt € 2,0 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De verwachte uitgaven aan de Tegemoetkoming Asbest Slachtoffers (TAS), Ziekteverzekering Caribisch Nederland, CSE regeling (Organo Psycho Syndroom/schildersziekte) en de TSB zijn naar boven bijgesteld als gevolg van loon- en prijsbijstellingen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 4.613.297 – 14.949 4.598.348
Uitgaven 4.613.297 – 14.949 4.598.348
6.0 Ziekte en verlofregelingen 4.613.297 – 14.949 4.598.348
Inkomensoverdrachten 4.613.297 – 14.949 4.598.348
ZW 2.032.896 110.411 2.143.307
WAZO 1.527.333 93.347 1.620.680
WAZO aanvullend geboorteverlof partners 228.085 14.119 242.204
Uitkeringslasten ouderschapsverlof 557.639 34.518 592.157
ZW nominaal 125.836 – 125.836 0
WAZO nominaal 92.871 – 92.871 0
WAZO aanvullend geboorteverlof partners nominaal 14.119 – 14.119 0
Uitkeringslasten ouderschapsverlof nominaal 34.518 – 34.518 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Per saldo dalen de uitgaven op artikel 6 premiegefinancierd voor 2023 met 14,9 miljoen. Deze daling wordt verklaard door een aantal onderliggende mutaties.

– Enerzijds zijn de uitgaven aan de ziekte- en verlofregelingen overgezet naar prijspeil 2023. Dit wordt gedaan door een overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen. Deze overboeking is voor artikel 6 budgetneutraal.

– Het beroep op de ZW is in 2023 gedaald, waardoor de uitgaven afnemen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat twee grote uitzendbureaus eigenrisicodrager zijn geworden. Het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt hiervoor gecorrigeerd.

– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.7 Artikel 7 Kinderopvang

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 4.271.312 265.435 4.536.747
Uitgaven 4.273.812 265.435 4.539.247
7.0 Kinderopvang 4.273.812 265.435 4.539.247
Inkomensoverdrachten 4.200.922 265.241 4.466.163
Kinderopvangtoeslag 4.200.922 265.241 4.466.163
Subsidies (regelingen) 11.406 1.156 12.562
Kinderopvang 1.500 0 1.500
Subsidies Caribisch Nederland 9.906 1.156 11.062
Opdrachten 10.190 111 10.301
Overige Opdrachten 2.884 – 25 2.859
Opdrachten Caribisch Nederland 3.306 636 3.942
Opdrachten Stelselherziening KO 4.000 – 500 3.500
Bekostiging 1.593 – 1.002 591
Projectbureau PGV 1.593 – 1.002 591
Bijdrage aan agentschappen 8.864 560 9.424
Agentschap DUO 8.864 560 9.424
Bijdrage aan medeoverheden 40.837 – 631 40.206
Versterking Kinderopvang Samenwerking BES(t) 4 kids CN 8.600 – 2.046 6.554
SPUK kwijtschelden schulden Kinderopvang 32.237 1.415 33.652
Ontvangsten 1.725.031 87.544 1.812.575

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 7 bedraagt € 265,4 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De uitgaven aan kinderopvangtoeslag zijn met € 265,2 miljoen naar boven bijgesteld. Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 zijn de uitgaven kinderopvangtoeslag op prijspeil 2023 gebracht. Daarnaast is de uitgavenraming aangepast op basis van de uitvoeringsinformatie.

Subsidies

De raming van het budget voor de subsidies Caribisch Nederland is opwaarts bijgesteld met € 1,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Bekostiging

Bijdrage van € 1,0 miljoen aan het nationaal actieplan seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag (Projectbureau PGV).

Bijdrage aan agentschappen

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,6 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage aan medeoverheden

– Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,9 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

– Doordat de bouw/ontwikkeling van huisvesting kinderopvang op de BES-eilanden is vertraagd wordt € 2,5 miljoen van 2023 naar 2024 kasgeschoven.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 1.725.031 87.544 1.812.575
7.0 Kinderopvang 1.725.031 87.544 1.812.575
Ontvangsten 1.725.031 87.544 1.812.575
Algemeen 480 0 480
Terugontvangsten kinderopvangtoeslag 247.627 3.018 250.645
Werkgeversbijdrage Kinderopvang 1.476.924 84.526 1.561.450

Toelichting

– De ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang zijn naar boven bijgesteld met € 84,5 miljoen op basis van de meest recente cijfers van het CPB. De werkgeversbijdrage kinderopvang bestaat uit een vast percentage van de loonsom. De loonsom is hoger uitgekomen en als gevolg daarvan stijgen ook de ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang.

– De raming voor de terugontvangsten kinderopvangtoeslag is met € 3,0 miljoen naar boven bijgesteld.

2.8 Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 37.609 4.336 41.945
Uitgaven 37.609 4.336 41.945
8.0 Oudedagsvoorziening 37.609 4.336 41.945
Inkomensoverdrachten 37.268 4.336 41.604
AOV inclusief tegemoetkoming (Caribisch Nederland) 36.098 4.213 40.311
Overbruggingsregeling AOW 1.170 123 1.293
Opdrachten 341 0 341
Opdrachten 341 0 341
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 8 begrotingsgefinancierd bedraagt € 4,3 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) is opwaarts bijgesteld met € 4,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 47.999.950 0 47.999.950
Uitgaven 47.999.950 0 47.999.950
8.0 Oudedagsvoorziening 47.999.950 0 47.999.950
Inkomensoverdrachten 47.999.950 0 47.999.950
AOW 43.205.212 4.598.430 47.803.642
Inkomensondersteuning AOW 196.308 0 196.308
AOW nominaal 4.598.430 – 4.598.430 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

De mutaties van artikel 8 premiegefinancierd houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.9 Artikel 9 Nabestaanden

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 1.946 221 2.167
Uitgaven 1.946 221 2.167
9.0 Nabestaanden 1.946 221 2.167
Inkomensoverdrachten 1.946 221 2.167
AWW (Caribisch Nederland) 1.946 221 2.167
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 9 begrotingsgefinancierd bedraagt € 0,2 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Wet Algemene Weduwen en Wezenverzekering (AWW) Caribisch Nederland (CN) is opwaarts bijgesteld met € 0,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 333.494 – 1.169 332.325
Uitgaven 333.494 – 1.169 332.325
9.0 Nabestaanden 333.494 – 1.169 332.325
Inkomensoverdrachten 333.494 – 1.169 332.325
ANW 295.758 31.037 326.795
Tegemoetkoming ANW 5.207 323 5.530
ANW nominaal 32.206 – 32.206 0
Tegemoetkoming ANW nominaal 323 – 323 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

– Er zijn diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 1,2 miljoen).

– De overige mutaties van artikel 9 premiegefinancierd houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.10 Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 7.777.757 419.602 8.197.359
Uitgaven 7.777.757 419.602 8.197.359
10.0 Tegemoetkoming ouders 7.777.757 419.602 8.197.359
Inkomensoverdrachten 7.777.757 419.602 8.197.359
AKW 4.106.909 270.541 4.377.450
WKB 3.663.610 148.140 3.811.750
Kinderbijslagvoorziening BES 7.238 921 8.159
Ontvangsten 259.622 18.674 278.296

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 10 bedraagt € 419,6 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

– De raming van het budget voor de AKW, de WKB en de Kinderbijslagvoorziening BES is opwaarts bijgesteld vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023 (€ 551,7 miljoen). Daarnaast is er een neerwaartse bijstelling van € 130,6 miljoen in verband met lagere ramingen op basis van uitvoeringsinformatie van Toeslagen.

– In het Koopkrachtpakket van de augustusbesluitvorming zit een verhoging van het Kindgebonden budget (WKB), een verlaging van de alleenstaande ouderkop en een verlaging van de inkomensafbouwgrens voor paren. In 2023 stijgen de uitgaven hierdoor met € 81,6 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 259.622 18.674 278.296
10.0 Tegemoetkoming ouders 259.622 18.674 278.296
Ontvangsten 259.622 18.674 278.296
Terugontvangsten 259.622 18.674 278.296

Toelichting

De ontvangsten voor de WKB zijn op basis van de uitvoeringsgegevens bijgesteld. Deze zijn naar boven bijgesteld, onder meer naar aanleiding van de indexatie van 2022 op 2023. Immers, hoe groter de WKB-beschikkingen in absolute zin, hoe groter ook de nabetalingen en terugvorderingen in absolute zin worden.

2.11 Artikel 11 Uitvoering

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 689.578 63.653 753.231
Uitgaven 689.578 62.661 752.239
11.0 Uitvoeringskosten 689.578 62.661 752.239
Opdrachten 1.347 – 207 1.140
Handhaving smal 1.347 – 207 1.140
Bekostiging 9.729 565 10.294
Uitvoeringskosten CN 9.729 565 10.294
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 677.522 61.723 739.245
Uitvoeringskosten UWV 479.863 50.241 530.104
Uitvoeringskosten SVB 182.608 10.541 193.149
Uitvoeringskosten IB 15.051 941 15.992
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 980 580 1.560
Landelijk Clientenraad 980 580 1.560
Ontvangsten 0 53.045 53.045

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 11 begrotingsgefinancierd bedraagt € 62,7 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 63,7 miljoen naar boven bijgesteld. De verwachte ontvangsten nemen met € 53,0 miljoen toe. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Verplichtingen artikel 11

Het verschil van € 1,0 miljoen tussen de kas- en verplichtingenbijstelling komt doordat het verplichtingenbudget voor de interdepartementale overboeking voor Vaardig met Vaardigheden naar EZK/TNO al vorig jaar is overgeboekt.

Bijdrage aan zbo's en rwt's

– Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 39,1 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

– Er is een bijstelling naar boven voor € 35,3 miljoen voor de nabetaling op de uitvoeringskosten UWV crisisdienstverlening n.a.v. de afrekening van het jaarverslag UWV 2022. De grootste zijn NOW 6 (€ 20,8 miljoen), Wajong (€ 8,6 miljoen) en basisdienstverlening (€ 5,4 miljoen).

– Uit de jaarlijkse herijking van het Lightmodel (het model waarmee het benodigde budget voor uitvoeringskosten van UWV wordt bepaald) volgt een budgetneutrale schuif tussen premie- en begrotingsgefinancierd budget van € 1,3 miljoen.

– Er zijn vijf interdepartementale overboekingen van in totaal – € 2,3 miljoen waarvan de grootste- € 1,1 miljoen naar VWS bedraagt voor de hogere uitvoeringskosten van dubbele AKW voor kinderen die intensieve zorg van ouders nodig hebben. Het CIZ verzorgt ten behoeve van de SVB de indicatiestelling.

– Er is een kasschuif van € 8,0 miljoen voor de uitvoering UWV van STAP uit 2023 naar 2024. De gehele uitvoeringskosten zijn in 2024 afgeboekt, terwijl er nog afrondende werkzaamheden zullen plaatsvinden (laatste tranche is 1 november t/m 31 december).

– In verband met heroverwegingen in het programma Keten voor Derdenbeslag over de inrichting van Stroomlijning Keten Derdenbeslag is er vertraging opgelopen en een kasschuif benodigd van € 2,2 miljoen van 2023 naar 2025.

Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 0 53.045 53.045
11.0 Uitvoeringskosten 0 53.045 53.045
Ontvangsten 0 53.045 53.045
Algemeen 0 53.045 53.045

Toelichting

Betreft een terugontvangst op de uitvoeringskosten UWV crisisdienstverlening naar aanleiding van de afrekening van het jaarverslag UWV 2022. De grootste zijn NOW 1–5 (€ 32,8 miljoen), Kassierstaak (€ 2,6 miljoen) en inzet doelgroep banenafspraak (€ 4 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Art. Verplichtingen 2.207.387 – 16.857 2.190.530
Uitgaven 2.207.387 – 16.857 2.190.530
11.0 Uitvoeringskosten 2.207.387 – 16.857 2.190.530
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 2.207.387 – 16.857 2.190.530
Uitvoeringskosten UWV 1.922.816 104.894 2.027.710
Uitvoeringskosten SVB 153.149 9.671 162.820
Uitvoeringskosten UWV nominaal 121.751 – 121.751 0
Uitvoeringskosten SVB nominaal 9.671 – 9.671 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 11 premiegefinancierd bedraagt € 16,9 miljoen.

– Er is een neerwaartse bijstelling op het uitvoeringsbudget UWV, van € 15,5 miljoen naar aanleiding van het aanpassen van de volumes voor WW, ZW, WAO, WIA en WAZ.

– Uit de jaarlijkse herijking van het Lightmodel (het model waarmee het benodigde budget voor uitvoeringskosten van UWV wordt bepaald) volgt een budgetneutrale schuif tussen premie- en begrotingsgefinancierd budget van € 1,3 miljoen.

– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden.

2.12 Artikel 12 Rijksbijdragen

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 20.634.298 – 4.565 20.629.733
Uitgaven 20.634.298 – 4.565 20.629.733
12.0 Rijksbijdragen 20.634.298 – 4.565 20.629.733
Bijdrage aan sociale fondsen 20.634.298 – 4.565 20.629.733
Kosten heffingskortingen AOW 2.822.300 – 20.200 2.802.100
Vermogenstekort Ouderdomsfonds 17.543.400 0 17.543.400
Tegemoetkoming arbeidsongeschikten 171.141 8.555 179.696
Zwangere zelfstandigen 97.457 7.080 104.537
Ontvangsten 0 20 20

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 12 bedraagt € 4,6 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

– Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe verwachtingen van het CPB nemen de kosten voor de heffingskortingen AOW naar verwachting af met € 20,2 miljoen.

– Op basis van de nieuwe ramingen worden de uitgaven aan Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (€ 8,6 miljoen) en Zwangere zelfstandigen (€ 7,1 miljoen) hoger.

Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 0 20 20
12.0 Rijksbijdragen 0 20 20
Ontvangsten 0 20 20
Algemeen 0 20 20

2.13 Artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 455.966 25.528 481.494
Uitgaven 457.966 24.888 482.854
13.0 Integratie en maatschappelijke samenhang 457.966 24.888 482.854
Inkomensoverdrachten 38.578 781 39.359
Remigratiewet 38.578 781 39.359
Subsidies (regelingen) 17.979 396 18.375
Opbouw kennisfunctie integratie 2.926 444 3.370
Vluchtelingenwerk Nederland 1.086 155 1.241
Overige subsidies algemeen 6.171 – 360 5.811
Vroege Integratie en Participatie 7.796 157 7.953
Opdrachten 12.336 1.307 13.643
Inburgering en Integratie 10.736 1.307 12.043
Remigratie 1.600 0 1.600
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 74.749 1.771 76.520
COA 74.749 1.771 76.520
Bijdrage aan agentschappen 28.203 1.411 29.614
Agentschap DUO 28.203 1.411 29.614
Bijdrage aan medeoverheden 201.177 4.160 205.337
Gemeenten maatschappelijke begeleiding 0 5.276 5.276
Gemeenten inburgeringsvoorzieningen 184.177 0 184.177
Specifieke uitkering onderwijsroute 15.000 884 15.884
Specifieke uitkering overig 2.000 – 2.000 0
Leningen 84.944 15.062 100.006
DUO 84.944 15.062 100.006
Ontvangsten 11.270 3.656 14.926

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 13 bedraagt € 24,9 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 25,5 miljoen naar boven bijgesteld en de verwachte ontvangsten met € 3,7 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Remigratiewet is met € 0,8 miljoen naar boven aangepast op basis van de uitvoeringsinformatie. Dit komt doordat de gemiddelde uitkeringshoogte bij alle regelingen is gestegen.

Opdrachten

– Er wordt € 2,0 miljoen toegevoegd aan het budget voor Impuls Startbanen uit het bestedingsplan statushouders en werk.

– Daarnaast zijn er herschikkingen tussen Opdrachten en Subsidies van € 0,8 miljoen.

Bijdrage aan zbo's en rwt's

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,8 miljoen aan budget voor de COA-begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage agentschappen

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,4 miljoen aan budget voor de DUO-begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage medeoverheden

– Het budget voor de maatschappelijke begeleiding is verhoogd met € 5,3 miljoen. Dit betreft een nacalculatie vanwege meer trajecten dan oorsponkelijk begroot.

– Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,9 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd voor de specifieke uitkering onderwijsroute.

– De overboeking naar gemeenten voor specifieke uitkeringen vindt plaats vanaf artikel 99. Daarom is er op artikel 99 een plusboeking en op artikel 13 een minboeking van dezelfde omvang van € 2,0 miljoen.

Leningen

Op basis van prognoses van DUO is de raming aangepast met € 15,1 miljoen. Deze aanpassing is nodig vanwege de realisaties tot en met april, die aanzienlijk hoger zijn dan eerder geraamd.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Art. Ontvangsten 11.270 3.656 14.926
13.0 Integratie en maatschappelijke samenhang 11.270 3.656 14.926
Ontvangsten 11.270 3.656 14.926
Algemeen 0 3.656 3.656
Leningen 1.000 0 1.000
Ontvangsten SPUK Inburgering 10.270 0 10.270

Toelichting

– COA verwacht over 2022 een onderuitputting van circa € 3,0 miljoen, die wordt overgeboekt naar SZW.

– DUO verwacht op basis van de jaarrekening over 2022 een bedrag van € 0,5 naar SZW te boeken. Het gaat hier om niet-benodigde middelen voor de bedrijfsvoering van DUO.

3 Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 96 Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 518.885 35.029 553.914
Uitgaven 539.082 35.029 574.111
96.0 Apparaat Kerndepartement 539.082 35.029 574.111
Personele uitgaven 445.600 20.429 466.029
eigen personeel 428.367 10.838 439.205
externe inhuur 15.148 9.591 24.739
overige personele uitgaven 2.085 0 2.085
Materiële uitgaven 93.482 14.600 108.082
overige materiële uitgaven 18.499 3.048 21.547
ICT 20.328 1.504 21.832
bijdrage aan SSO's 54.655 10.048 64.703
Ontvangsten 83.567 7.083 90.650

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 96 bedraagt € 35,0 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Personele uitgaven en Materiële uitgaven

– Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 25,8 miljoen), waaronder het verdelen van de loon- en prijsbijstelling.

– Op basis van uitvoeringsinformatie over de schoonmaak is de begroting van de rijksschoonmaakorganisatie (RSO) met € 7,1 miljoen naar boven aangepast.

– Er zijn acht interdepartementale overboekingen (totaalbedrag € 0,4 miljoen) waarvan de grootste naar het Ministerie van VWS voor de Commissie Maatschappelijk Impact Team (€ 0,9 miljoen).

Ontvangsten

– Op basis van de uitvoeringsinformatie is de begroting van de RSO met € 7,1 miljoen naar boven aangepast. De kosten van de RSO worden via tarieven doorberekend aan de departementen.

3.2 Artikel 99 Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Art. Verplichtingen 216.374 – 212.162 4.212
Uitgaven 216.374 – 212.162 4.212
99.0 Nog onverdeeld 216.374 – 212.162 4.212
Nog te verdelen 216.374 – 212.162 4.212
waarvan apparaat 77.792 – 67.019 10.773
waarvan programma 138.582 – 145.143 – 6.561
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 99 bedraagt – € 212,2 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

– De loon- en prijsbijstelling 2023 (in totaal € 99,9 miljoen waarvan € 53,9 miljoen apparaat en € 46,1 miljoen programma) is overgeheveld naar de desbetreffende artikelen om de uitgavenramingen op prijspeil 2023 te brengen.

– Een deel van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 7,0 miljoen) wordt doorgeschoven naar 2024 vanwege de behoefte aan budget voor apparaatsuitgaven in 2024.

– Er zijn 18 overboekingen met andere departementen voor in totaal € 38,8 miljoen. De grootste mutatie is de overboeking (€ 26,6 miljoen) naar het Gemeentefonds voor de Integratie uitkeringen (IU)-Participatie Rijksbijdrage WSW (Wet sociale werkvoorziening). Voor de SPUK Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) is € 13,3 miljoen in 2023 naar BZK overgeboekt.

– Daarnaast wordt er in 2023 € 7,5 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds voor de tegemoetkoming voor energietoeslag studenten.

– Om beter aan te sluiten bij het kasritme zijn er diverse kasschuiven. De grootste is een kasschuif voor de energietoeslag studenten van 2023 naar 2024 van € 63 miljoen. Dit is vervolgens overgeboekt naar het beleidsartikel.

– In verband met heroverwegingen in het programma Keten voor Derdenbeslag over de inrichting van Stroomlijning Keten Derdenbeslag is er vertraging opgelopen en zijn er twee kasschuiven benodigd van 2023 naar 2025 (€ 7,1 miljoen totaal).

– Tot slot zijn er diverse budgettair neutrale herschikkingen (€ 6,0 miljoen in 2023) binnen de SZW-begroting.