Gevolgen niet behandelen Ontwerpbegrotingen 2024 ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2023D37906, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VII-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VII-6 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2023Z15535:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-09-28 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-10-10 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-19 14:54: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Op verzoek van uw Kamer bied ik hierbij een overzicht aan van de grootste budgettaire aanpassingen in de Ontwerpbegrotingen 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het overzicht zijn per begroting de uitgaven voor 2024 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd. In de toelichting van de maatregelen is de meerjarige doorwerking opgenomen.
De koopkracht en daarmee de bestaanszekerheid staan onder druk. Zo heeft bijvoorbeeld een deel van de mensen moeite om iedere maand de woonlasten te kunnen betalen en moeten in Caribisch Nederland steeds meer mensen gebruik maken van de voedselbank. Het Kabinet heeft daarom maatregelen getroffen om de koopkracht en bestaanszekerheid in 2024 in zowel Europees als Caribisch Nederland zoveel mogelijk op peil te brengen en te houden.
Een aantal van die maatregelen is opgenomen in de begrotingen van BZK, zoals het verlagen van de eigen bijdrage in de huurtoeslag waardoor mensen meer huurtoeslag ontvangen en hun koopkracht verbetert (VII). De wettelijke basis voor de verlaging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag staat in een wetsvoorstel bij het Belastingplan 2024, welke gelijktijdig met de Miljoenennota 2024 en Ontwerpbegrotingen 2024 van andere departementen aan uw Kamer wordt aangeboden. Het is daarom van belang om het Belastingplan en de Ontwerpbegrotingen in samenhang te bezien. Op de begroting van Hoofdstuk IV zijn middelen voor Caribisch Nederland toegevoegd om de kosten voor mensen ten aanzien van het openbaar vervoer te verlagen en voor een bijdrage aan de voedselbanken.
Daarnaast zijn er in de BZK-begroting (VII) verschillende maatregelen opgenomen die bijdragen aan de verduurzaming van onder andere woningen en maatschappelijk vastgoed, waardoor de energierekening lager wordt. Er worden zowel middelen aan bestaande regelingen toegevoegd, bijvoorbeeld voor het Nationaal Isolatieprogramma, als middelen ter beschikking gesteld voor nieuwe regelingen, zoals de Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe.
Deze maatregelen zijn van groot maatschappelijk belang. Daarom is het belangrijk dat de Staten-Generaal vóór 1 januari 2024 heeft ingestemd met de begrotingen van BZK. Voor beleid dat écht nieuw is in 2024 geldt bovendien dat dit niet in uitvoering kan worden gebracht voordat de begrotingen geautoriseerd zijn door beide Kamers. Hierdoor loopt de uitvoering van beleid mogelijk vertraging op. Desgewenst ben ik bereid alle begrotingen van BZK tijdens één debat te behandelen, gezien het krappe tijdsbestek waarin de begrotingen behandeld kunnen worden.
Hoofdstuk VII1 | ||
1) Regio deals 5e tranche | 1 | € 192.600 |
2) Wet op de Politieke Partijen | 1 | € 9.995 |
3) Koopkrachtmaatregel – Eigen bijdrage huurtoeslag | 3 | € 703.400 |
4) 6e tranche Woningbouwimpuls | 3 | € 223.885 |
5) Wetsvoorstellen Regie volkshuisvesting en betaalbare huur | 3 | € 130.000 |
6) Stimuleringsregeling Flex II | 3 | € 58.896 |
7) Financiële Herplaatsingsgarantie | 3 | € 14.300 |
8) Uitvoeringskracht Woningbouw | 3 | € 10.500 |
9) Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 4 | € 304.700 |
10) Doe-Het-Zelf Vouchers | 4 | € 25.980 |
11) Biobased Bouwen | 4 | € 10.400 |
12) Nationaal Isolatieprogramma | 4 | € 417.100 |
13) Collectieve aanpak woonisolatie | 4 | € 160.000 |
14) Ontzorgen MKB / Verduurzamen bedrijventerreinen | 4 | € 50.000 |
15) SEEH/SVVE | 4 | € 13.640 |
16) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe | 4 | € 50.000 |
Hoofdstuk IV | ||
17) Koopkrachtmaatregelen – Caribisch Nederland | 4 | € 900 |
1 In bovenstaande tabel zijn voor hoofdstuk VII de budgettaire aanpassingen met een omvang vanaf circa € 10 mln. in 2024 opgenomen. Bij het opstellen van deze tabel is verondersteld dat de Eerste suppletoire begrotingen van BZK in 2023 worden aangenomen. |
Hoofdstuk VII
1) Regio deals 5e tranche
Om de brede welvaart in de regio te versterken is er in het coalitieakkoord € 900 mln. gereserveerd voor Regio Deals. Er wordt in 2024 € 192,6 mln. beschikbaar gesteld ten behoeve van de 5e tranche Regio deals.
2) Wet op de Politieke Partijen
In het wetsvoorstel Wet op de politieke partijen wordt een Autoriteit Wet op de politieke partijen opgericht, waarvoor vanaf 2024 structureel € 1,8 mln. beschikbaar wordt gesteld op de begroting van BZK. In het wetsvoorstel wordt de grondslag gecreëerd voor een subsidieregeling voor decentrale politieke partijen van jaarlijks € 8,2 mln. in de periode 2024–2028, die door de Autoriteit wordt uitgekeerd. De ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wpp.
3) Koopkrachtmaatregel – Eigen bijdrage huurtoeslag
Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. De wettelijke basis voor deze maatregel staat in een wetsvoorstel bij het Belastingplan 2024. Het is daarom van belang het Belastingplan en de Ontwerpbegrotingen in samenhang te bezien. De eerste betaling aan de huurtoeslagontvangers vindt plaats in december 2023 als voorschot voor januari 2024. In 2024 en verder is er ruim € 700 mln. beschikbaar gesteld.
4) 6e tranche Woningbouwimpuls
Dit betreft een ophoging van budget van circa € 224 mln. voor de 6e tranche van de woningbouwimpuls.
5) Wetsvoorstellen Regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur
In 2024 is € 130 mln. beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de wetsvoorstellen Regie op de volkshuisvesting en Betaalbare huur. De middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten (namelijk de provincies, gemeenten en de Huurcommissie) als de wetten zijn aangenomen door de Staten Generaal.
6) Stimuleringsregeling Flex II
Voor de stimuleringsregeling flex-en transformatiewoningen II wordt voor 2024 € 59 mln. aan middelen toegevoegd aan de BZK-begroting. Deze middelen worden ingezet voor het stimuleren van flexwoningen zodat onder andere meer statushouders en Oekraïense ontheemden kunnen worden gehuisvest.
7) Financiële Herplaatsingsgarantie
Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. In 2024 wordt € 14,3 mln. beschikbaar gesteld.
8) Uitvoeringskracht Woningbouw
Om de uitvoeringskracht binnen het woningbouwdomein bij gemeenten te vergroten zijn er voor circa € 10,5 mln. aan middelen beschikbaar gesteld uit de woningbouwimpuls.
9) Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed is aan de bestaande subsidieregeling DUMAVA uit het Klimaatfonds voor circa € 305 mln. aan middelen toegekend voor 2024 voor verduurzaming van gebouwen. Tevens zijn middelen vrijgemaakt voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed en handhaving van de normering ter uitfasering van de slechtste labels.
10) Doe-Het-Zelf Vouchers
Voor de doe-het-zelvers komt in 2024 € 26 mln. subsidie beschikbaar met middelen uit het Klimaatfonds, zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral kunnen worden ingezet voor complexe werkzaamheden.
11) Biobased Bouwen
Vanuit het Klimaatfonds is in totaal € 22 mln. beschikbaar gesteld voor de jaren 2023 t/m 2025, waarvan € 10,4 mln. in 2024 voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen. Dit beleid start reeds in 2023 met een bedrag van € 2 mln. De toevoeging van deze middelen in 2023 is opgenomen in de incidentele suppletoire begroting Prinsjesdag 2023.
12) Nationaal Isolatieprogramma
Het Nationaal Isolatieprogramma heeft als doel om 2,5 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030 met de nadruk op de slecht geïsoleerde woningen (label E, F en G). Dit betreft de middelen vanuit het Klimaatfonds voor de bestaande regeling lokale aanpak door gemeenten voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten. Hiervoor is reeds in 2023 een extra bedrag van € 8 mln. beschikbaar. In 2024 is € 160 mln. extra beschikbaar. De toevoeging van deze middelen in 2023 is opgenomen in de incidentele suppletoire begroting Prinsjesdag 2023.
13) Collectieve aanpak woonisolatie
Betreft het beschikbaar stellen van € 160 mln. in 2024 aan gemeenten specifiek voor kwetsbare huishoudens in energetisch slechte woningen, zodat bij deze huishoudens de woningen een hogere mate van verduurzaming kunnen bereiken. De middelen zijn bedoeld voor isolatie- en energiebesparende ventilatiemaatregelen en eventueel interne voorzieningen voor aansluiting op warmtenetten indien aan de orde in het kader van de wijkaanpak. Dit beleid start reeds in 2023 met een bedrag van € 119 mln. De toevoeging van deze middelen in 2023 is opgenomen in de incidentele suppletoire begroting Prinsjesdag 2023.
14) Ontzorgen mkb / Verduurzamen bedrijventerreinen
Deze € 50 mln. aan middelen voor prestatie-eisen nieuwbouw wordt beschikbaar gesteld voor het ondersteunen van mkb’ers in hun transitie naar duurzame gebouwen en duurzame processen. Deze middelen worden ook ingezet om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verhogen als randvoorwaarde voor verduurzaming.
15) SEEH/SVVE
Dit betreft de middelen (€ 14 mln.) vanuit het Klimaatfonds voor de bestaande regeling SEEH voor de jaren 2024 en 2025.
16) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe
Dit betreft een maatregel uit de kabinetsreactie «Nij Begun» over het isoleren van woningen in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe. Hiervoor is € 50 mln. beschikbaar gesteld in 2024.
Hoofdstuk IV
17) Koopkrachtmaatregelen – Caribisch Nederland
Middels de augustusbesluitvorming zijn er voor de begroting 2024 middelen toegevoegd in verband met de koopkrachtmaatregelen voor Caribisch Nederland. Het gaat hier om middelen voor de voedselbank (2024 € 0,1 mln., daarna structureel € 0,3 mln.) en middelen voor het opzetten van een passende vorm van openbaar vervoer (2024 € 0,8 mln., daarna € 0,7 mln. structureel).
Deze onderdelen maken onderdeel uit van het totale pakket aan koopkrachtmaatregelen dat wordt getroffen om de koopkracht in Caribisch Nederland te verbeteren (in 2024 € 30 mln., daarna € 32 mln. structrureel.) waarvan het overgrote deel via de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid loopt.
In het kader van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen wordt met Curaçao en Sint Maarten sinds dit voorjaar ook gewerkt aan een akkoord over de oplossing van de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA. Dit is in de brieven van 18 juli en 25 augustus jl. met de Kamer gedeeld (Kamerstuk 35 420, nr. 527 en Kamerstuk 36 200 IV, nr. 93). Op dit moment ligt er een concept hooflijnenakkoord met de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en Sint Maarten en Curaçao voor de doorstart van ENNIA met een kapitaalinjectie door de landen van ongeveer € 600 mln. Voor deze kapitaalinjectie zijn de landen aangewezen op leningen van Nederland. Deze leningen staan nog niet in de Ontwerpbegroting voor 2024, omdat het akkoord nog niet is getekend en omdat ingeval van een lening het zogenoemde toetsingskader risicoregelingen ex-ante gerespecteerd moet worden. Na ondertekening van het hoofdlijnenakkoord zal deze lening via een nota van wijziging aan de ontwerpbegroting 2024 worden toegevoegd, zodat de lening met akkoord van de Staten-Generaal per 1 januari 2024 verstrekt kan worden. Daarbij is het van belang dat de Ontwerpbegroting van dit Hoofdstuk voor 1 januari 2024 door de Staten-Generaal goedgekeurd wordt.
Hoofdstuk IIA, IIB,
Voor de ontwerpbegroting van IIA en IIB worden geen problemen voorzien indien de ontwerpbegrotingen niet op 1 januari 2024 zijn geautoriseerd. De budgetten en mutaties in de Ontwerpbegroting 2024 behelzen huidige bedrijfsvoering en continuering van beleid.
Hoofdstuk 50 (GF) en 51 (PF),
Er worden geen problemen voorzien indien de ontwerpbegrotingen gemeentefonds en provinciefonds 2024 niet op 1 januari 2024 zijn geautoriseerd. Dit hangt ook samen met de aard van deze beide fondsen als verdeelfondsen. De uitkeringen aan gemeenten en provincies vinden door het jaar heen plaats in vijftig wekelijkse termijnen.
Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge