Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over "Het bericht Deense regering wil koranverbrandingen voorkomen met wet"
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D39253, datum: 2023-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-89).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2023Z14007:
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
89
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Deense regering wil koranverbrandingen voorkomen met wet» (ingezonden 4 augustus 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 27 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Deense regering wil koranverbrandingen voorkomen met wet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat ook Zweden de mogelijkheden onderzoekt om verbrandingen van de Koran te verbieden?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat is uw reactie op dit voornemen?
Antwoord 3
Het kabinet monitort de voorgenomen wetgeving en onderzoeken van zowel Denemarken als Zweden en zal de uitkomsten met interesse volgen.
Vraag 4
Bent u het eens met de Minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken dat de koranverbrandingen beledigende en roekeloze daden zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het in het openbaar verbranden van een koran kan gezien worden als een verwerpelijke, provocerende en aanstootgevende actie die op geen enkele manier de opvattingen van de Nederlandse regering reflecteert.
Tegelijkertijd is de vrijheid van meningsuiting een grondrecht en daarmee een essentieel onderdeel van onze democratische rechtsstaat. Daarom komt het een hoge mate van bescherming toe, ook als de uitoefening daarvan ons niet bevalt. In het concrete geval is het uiteindelijk aan de rechter om de grenzen van de vrijheid van meningsuiting aan te geven.
Vraag 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat koranverbrandingen of verbrandingen van andere religieuze geschriften niet onder de vrijheid van meningsuiting vallen? Waarom wel of niet?
Deelt u de mening dat het verbranden van een Koran, of een ander heilig boek, verboden zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Wilt u, in navolging van Denemarken en Zweden, ook onderzoeken of het mogelijk is om koranverbrandingen en verbrandingen van andere heilige boeken, te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6 en 7
Nederland monitort de uitkomsten van de onderzoeken van Zweden en Denemarken om koranschendingen te voorkomen. Op dit moment ziet het kabinet geen aanleiding voor een eigen onderzoek naar aanvullende juridische mogelijkheden om het schenden van religieuze boeken bij demonstraties of op bepaalde plekken te verbieden.
De vrijheid van meningsuiting is een belangrijk grondrecht in een democratische samenleving. Ze geeft ieder het recht om deel te nemen aan het publieke debat. Juist minderheidsopvattingen en (overheids)kritische stemmen behoeven bescherming, ook als het gaat om uitingen die schokken, kwetsen of verontrusten.2 Bovendien bepaalt artikel 7 van de Grondwet dat het niet aan de overheid is om vooraf te bepalen welke uitingen toelaatbaar zijn – dit wordt ook wel het verbod op preventieve censuur genoemd. Wanneer een koran tijdens een vreedzame demonstratie wordt verbrand, valt de uiting ook onder de werkingssfeer van artikel 9 van de Grondwet, dat het recht om te demonstreren bevat. Ook dan geldt het grondwettelijke censuurverbod: de inhoud van de demonstratie mag als zodanig geen rol spelen bij het al dan niet beperken van het demonstratierecht.
De vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd en kan bij wet worden beperkt. Het schenden van een koran of een ander religieus geschrift is als zodanig niet wettelijk verboden.
Discriminatoire uitlatingen kunnen strafbaar zijn. Te denken valt aan het opzettelijk beledigen van een groep mensen wegens hun godsdienst (artikel 137c Sr), het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie van mensen wegens hun godsdienst (artikel 137d Sr) en eenvoudige belediging (artikel 266 Sr). Het is in het individuele geval aan de rechter om te wegen of en, zo ja, hoe het schenden van een koran meegewogen kan worden bij strafbare feiten die gelijktijdig worden gedaan.
Daarnaast kan de burgemeester op basis van de Wet openbare manifestaties een demonstratie beperken of in het uiterste geval verbieden als dat noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Vraag 8
Zijn u voorbeelden van andere landen bekend waar wetgeving bestaat die in Nederland implementeerbaar zou kunnen zijn om de verbranding van heilige boeken te verbieden?
Antwoord 8
Mij zijn binnen de Europese Unie geen voorbeelden van dergelijke landen bekend. In onze buurlanden Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk geldt dat het verbranden van een koran als zodanig niet strafbaar is gesteld.
Wetgeving van het ene land is gewoonlijk niet direct implementeerbaar in een ander land, maar kan wel ideeën en opties laten zien. Zoals hierboven aangegeven monitort Nederland de ontwikkelingen in Zweden en Denemarken.