Reactie op de motie van het lid Van Haga over drinkwaterbedrijven beter betrekken bij het bestrijden, beoordelen en opruimen van drugsafval in de buurt van waterwinning (Kamerstuk 27625-642)
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D39262, datum: 2023-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-653).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -653 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z16096:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-04 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-11 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-29 10:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 653 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2023
Op 6 juli heeft uw kamer de motie aangenomen van het lid Van Haga om drinkwaterbedrijven beter te betrekken bij het bestrijden, beoordelen en opruimen van drugsafval als dat in de buurt van waterwinning wordt aangetroffen (Handelingen II 2022/23, nr. 103, item 76)1. Na de stemming heeft het lid Van Haga tevens verzocht om een brief. Via deze weg voldoe ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, aan dit verzoek.
Ook zal in deze brief ingegaan worden op de opvolging van het RIVM-rapport «De gevaren van dumpingen en lozingen van drugsproductieafval voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen».2
Naar aanleiding van het rapport van het RIVM en het aannemen van de motie door de Kamer is deze zomer verkend met de drinkwaterbedrijven hoe zij beter kunnen worden geïnformeerd bij het aantreffen van drugsdumpingen die mogelijk invloed hebben op de drinkwaterwinningen.
De uitkomst hiervan is, is dat er verbeteringen mogelijk zijn in de manier waarop drinkwaterbedrijven geïnformeerd worden over aangetroffen drugsafval. Op het moment dat in een waterwingebied drugsafval wordt aangetroffen is het, in lijn met de aanbevelingen van het RIVM, wenselijk dat naast de hulpdiensten ook het betreffende drinkwaterbedrijf geïnformeerd wordt door het Operationeel Centrum van de politie, waar 112- en 0900–8844 meldingen binnenkomen en waar regionale politie-eenheden worden aangestuurd.
Hiertoe moet nog een aantal maatregelen worden getroffen. Op grond van hun bevoegdheden hebben de provincies en waterbeheerders gebieden rond de drinkwaterwinningen die beschermd moeten worden aangewezen en opgenomen in bijvoorbeeld de provinciale verordening. Op dit moment wordt eraan gewerkt om de kaartbestanden met deze gebieden duurzaam te ontsluiten ten behoeve van de Operationele Centra (OC) van de politie.
Vervolgens zal in het protocol dat gebruikt wordt bij het informeren van de juiste partijen door het OC de instructie worden opgenomen om, indien drugsafval aangetroffen wordt in een gebied dat een drinkwaterfunctie heeft, het betreffende drinkwaterbedrijf te informeren. Daartoe zijn de controlekamers van de drinkwaterbedrijven 24/7 bereikbaar.
Deze werkwijze heeft tevens als voordeel dat dit leidt tot een eenduidig werkproces voor de OC. Op dit moment wordt eraan gewerkt om het kaartmateriaal, met bijbehorende metagegevens te ontsluiten voor de GIS systemen van de OC.
Omdat het oordeel over de impact van een incident voor de drinkwatervoorziening gebaseerd moet worden op kennis over stofeigenschappen, de (geo-) hydrologische omstandigheden en de wijze waarop op de betreffende locatie drinkwater geproduceerd wordt heeft het de voorkeur dat de hulpdiensten deze inschatting aan het drinkwaterbedrijf laten. Dat past ook bij het gedachtegoed van de risico gestuurde monitoring door de drinkwaterbedrijven.
Indien zich een incident voordoet waarbij het drinkwaterbedrijf een significante impact verwacht, kan dit er toe leiden dat de (grond-)waterbeheerder dit in overleg met het drinkwaterbedrijf opneemt in het gebiedsdossier. Daarin worden locatie specifieke risico’s voor de drinkwatervoorziening geïdentificeerd, en waar nodig beheersmaatregelen getroffen, bijvoorbeeld ten aanzien van monitoring na afronding van de opruimwerkzaamheden.
De drinkwaterbedrijven hebben aangegeven het onwenselijk te vinden een actieve rol in te krijgen in de bestrijding van drugsafval, zoals de motie ook vraagt. Dit omdat dit enkel mogelijk is door een actieve rol te gaan spelen in de opsporing van productiefaciliteiten van drugs. Deze rol past ook niet bij de taken van het drinkwaterbedrijf zoals beschreven in artikel 7 van de Drinkwaterwet. Op dit punt zijn dan ook geen verdere afspraken gemaakt.
Het proces rondom het opruimen van drugsafval is onderwerp van de gesprekken die IenW en JenV met verschillende instanties en organisaties voeren over de inrichting van een Rijksregeling voor de opruimkosten van drugsafval3, welke vanaf 1 januari 2025 de huidige door het Rijk gefinancierde provinciale Regelingen moet vervangen, en het idee van een «vliegende brigade» om gedupeerden van een dumping te ontlasten.4
Tot slot, ten aanzien van de aanbeveling om voor de meest voorkomende, en voor drinkwater meest relevante stoffen in drugsproductieafval drinkwaterrichtwaarden af te leiden. Hier is voorzien in de offerteaanvraag van IenW aan het RIVM voor 2024. Hiervoor is gekozen omdat de reguliere werkwijze ten aanzien van het bepalen van drinkwaterrichtwaarden gevolgd wordt en het bepalen van de drinkwaterrichtwaarden voor een groep aan elkaar gerelateerde stoffen geschikt is voor een projectmatige aanpak.
Op het moment dat de werkwijze is aangepast zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers