Monitor stapeling eigen bijdragen
Herziening Zorgstelsel
Brief regering
Nummer: 2023D39434, datum: 2023-09-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29689-1226).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29689 -1226 Herziening Zorgstelsel.
Onderdeel van zaak 2023Z16194:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-10-03 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-11 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-01-24 11:00: Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (36410-XVI) 1TK (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-01-25 15:45: Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (36410-XVI) antwoord 1e TK + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-19 12:00: Zorgverzekeringsstelsel (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1226 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2023
In mijn brieven van 23 december 20221en 14 juni 20232is u de stand van zaken rond de monitor stapeling eigen bijdragen toegelicht. Aanleiding voor de ontwikkeling van de monitor stapeling eigen bijdragen is de afspraak in het Coalitieakkoord 2021–20253 om de stapeling van eigen bijdragen te monitoren en tegen te gaan. Zoals in voorgaande brieven vermeld, is het CBS daarom gevraagd de monitor vorm te geven en te publiceren in het kader van de Monitor Langdurige Zorg. Ik ben verheugd u, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te kunnen melden dat het CBS de monitor stapeling eigen bijdragen op 21 september 2023 heeft gepubliceerd.4
In deze brief wordt nader toegelicht welke informatie in deze monitor is opgenomen. Gegeven de omvang van de data, de complexiteit en de benodigde analyse hiervan vergt een inhoudelijke reactie meer tijd. Zoals in de brief van 14 juni aangegeven, streef ik ernaar u uiterlijk in het eerste kwartaal van 2024 een inhoudelijke reactie op de monitor te sturen.
De monitor geeft inzicht in de gemiddelde hoogte van eigen bijdragen en in welke mate verzekerden c.q. cliënten en huishoudens te maken hebben met een stapeling van eigen bijdragen over de verschillende zorgdomeinen heen. Per soort eigen bijdrage en combinatie van soorten eigen bijdragen is inzichtelijk gemaakt hoeveel verzekerden c.q. cliënten en huishoudens deze eigen bijdrage betalen en hoe hoog de gemiddelde eigen bijdrage is. Ook kunnen er uitsplitsingen gemaakt worden naar achtergrondkenmerken als leeftijd, geslacht, huishoudsamenstelling en huishoudinkomen. Op dit moment bevat de monitor informatie over de jaren 2015 t/m 2020.
In de monitor zijn eigen bijdragen meegenomen die verzekerden moeten betalen uit hoofde van het tot het basispakket behorende verzekerde zorg (Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet Langdurige Zorg (Wlz)) en/of voor ondersteuning vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015). Het gaat om de volgende eigen bijdragen: verplicht eigen risico (Zvw); eigen bijdragen in de Zvw voor extramurale farmacie, ziekenvervoer, kraamzorg en mondzorg; eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen5en beschermd wonen in de Wmo 2015; en eigen bijdragen in de Wlz. Andere kosten zoals de nominale premie voor de basisverzekering, zorgkosten buiten het basispakket – zoals een premie voor een aanvullende verzekering – of andere eventuele bijkomende kosten die voortvloeien uit een zorg- of ondersteuningsbehoefte, zijn niet meegenomen in de monitor.
In bovenstaande opsomming ontbreken de eigen bijdragen in de Zvw voor hulpmiddelen, waarover ik in mijn brief van 23 december jl. heb opgemerkt dat deze wel onderdeel zouden zijn van de monitor. Afgelopen tijd is echter duidelijk geworden dat er verschillen bestaan tussen zorgverzekeraars bij het gebruik van declaratiecodes van hulpmiddelen. Dit wordt mede veroorzaakt door verschillen in inkoopafspraken en heeft bijvoorbeeld als gevolg dat de leverancier – op basis van bundelafspraken met de verzekeraar – kan bepalen welk hulpmiddel in het concrete geval het meest passend is. Daardoor is niet altijd met zekerheid te zeggen welk hulpmiddel exact is geleverd en is het op dit moment helaas niet mogelijk om de eigen bijdragen voor hulpmiddelen in de Zvw met voldoende zekerheid op te nemen. Momenteel wordt deze problematiek nog nader onderzocht, waardoor de eigen bijdragen voor hulpmiddelen pas in een later stadium in de monitor kunnen worden meegenomen. In de aangekondigde brief voor het eerste kwartaal van 2024 bericht ik u hier nader over.
Nadere toelichting bij de monitor
De monitor stapeling eigen bijdragen bestaat uit de volgende 4 tabellen:
1. Eigen risico en eigen bijdrage van personen in de Zvw, Wmo en/of Wlz, in maand.6 Deze tabel toont informatie over personen en op stelselwetniveau, waarbij uitsplitsingen gemaakt kunnen worden naar verschillende persoonskenmerken.
2. Eigen risico en eigen bijdrage van particuliere huishoudens in de Zvw, Wmo en/of Wlz, in maand.7 Deze tabel geeft informatie over particuliere huishoudens en op stelselwetniveau, waarbij uitsplitsingen gemaakt kunnen worden naar verschillende huishoudenskenmerken.
3. Eigen risico en eigen bijdrage personen in de Zvw, Wmo en/of Wlz, type, in maand.8 Deze tabel toont informatie over personen waarbij uitsplitsingen gemaakt kunnen worden naar verschillende persoonskenmerken. Per stelselwet zijn ook uitsplitsingen mogelijk naar zorgtype/leveringsvorm.
4. Eigen risico en eigen bijdrage particuliere huishoudens in de Zvw, Wmo en/of Wlz, type, in maand.9 Deze tabel geeft informatie over particuliere huishoudens waarbij uitsplitsingen gemaakt kunnen worden naar verschillende huishoudenskenmerken. Per stelselwet zijn ook uitsplitsingen mogelijk naar zorgtype/leveringsvorm.
Aandachtspunten
– De data hebben betrekking op de maand waarin de peildatum valt. Dat wil zeggen dat er voor de maand waarin een specifieke datum (in dit geval de tweede vrijdag van november10) valt, is gekeken hoeveel personen of huishoudens een specifieke eigen bijdrage betalen en hoe hoog deze eigen bijdrage is. Voor kosten onder het verplicht eigen risico en de eigen bijdragen Zvw wordt gekeken naar 1/12e deel van het jaarbedrag. Door de data op deze manier te presenteren kan inzichtelijk worden gemaakt hoe de gemiddelde eigen bijdrage van een specifieke combinatie van eigen bijdragen er voor een maand uitziet. Hoewel de tabellen dus geen informatie tonen over de totale gemiddelde eigen bijdrage op jaarbasis, is dit wel te berekenen of te benaderen met de gegevens uit de monitor. Dit geldt ook als er sprake is van een verandering van de zorg- en/of ondersteuningsvraag waardoor de stapeling van eigen bijdragen verandert.
○ Voorbeeld: een persoon ontvangt bij aanvang van het jaar ondersteuning vanuit de Wmo 2015. Ook maakt hij kosten onder het verplicht eigen risico. De gemiddelde eigen bijdrage per maand voor de stapeling van het verplicht eigen risico en een eigen bijdrage Wmo 2015 is inzichtelijk in de monitor (€ 60,75 in 2020). Indien de zorg- en ondersteuningsvraag gelijk blijft gedurende de rest van het jaar, is de verwachting dat deze persoon over het gehele jaar 12 maal de gemiddelde eigen bijdrage per maand moet betalen.
○ Mocht de persoon gedurende het jaar een zwaardere zorgvraag ontwikkelen, waardoor er vanaf september behoefte is aan Wlz-zorg, dan verandert hiermee ook de gemiddelde eigen bijdrage per maand. De gemiddelde eigen bijdrage per maand van het verplicht eigen risico en de eigen bijdrage Wlz is inzichtelijk in de monitor (€ 509,29 in 2020). De schatting van de totale eigen bijdrage per jaar bestaat dan voor de eerste acht maanden uit de gemiddelde eigen bijdrage per maand van het verplicht eigen risico en de eigen bijdrage Wmo 2015 (€ 60,75) en de laatste vier maanden uit de gemiddelde eigen bijdrage per maand van het verplicht eigen risico en eigen bijdrage Wlz (€ 509,29).11
– De cijfers in de monitor voor de eigen bijdragen in de Zvw betreffen schattingen van de verwachte eigen bijdrage. Deze schattingen zijn gebaseerd op de declaratiedata van zorgverzekeraars, omdat er geen data beschikbaar zijn over de daadwerkelijk betaalde eigen bijdrage. Deze schattingen kunnen afwijken van de daadwerkelijk betaalde eigen bijdrage, bijvoorbeeld als bepaalde zorg wordt gedekt door een aanvullende verzekering.
– Institutionele huishoudens, waar onder andere verpleeg- en verzorgingshuizen toe behoren, zijn niet meegenomen in de tabellen over huishoudens. Door de veelal grote aantallen cliënten die voor kunnen komen per institutioneel huishouden, zouden de data slecht te interpreteren zijn. Cliënten die in een institutioneel huishouden wonen, zijn wel meegenomen in de tabellen over personen.
– De aantallen personen en huishoudens zijn afgerond op 100-tallen. Als het afgeronde aantal personen of huishoudens minder dan 100 is, wordt zowel het aantal personen of huishoudens als de gemiddelde eigen bijdrage onderdrukt (dit is weergeven middels een punt), vanwege waarborgen op het gebied van privacy en betrouwbaarheid van de registerdata.12 Ook kan het voorkomen dat een bepaald gegeven op logische gronden niet voor kan komen (dit is weergeven middels een lege cel). Een voorbeeld hiervan is de combinatie van een eigen bijdrage voor ondersteuning thuis vanuit de Wmo 2015 en een eigen bijdrage Wlz die niet voor kan komen vanwege anti-cumulatie.
– Tabellen 1 en 2 kennen minder detailniveau dan tabellen 3 en 4 en zijn hierdoor beter leesbaar. Tabellen 1 en 2 zijn direct af te lezen binnen StatLine op de Monitor Langdurige Zorg. Tabellen 3 en 4 zijn te downloaden als maatwerktabel van de Monitor Langdurige Zorg.
– De tabellen worden elk najaar van een update voorzien waarbij er een nieuw jaar wordt toegevoegd. Daarbij zij opgemerkt dat data over het verplicht eigen risico pas in het najaar van T+2 beschikbaar zijn. Hierdoor kunnen gegevens over een nieuw jaar pas twee jaar later toegevoegd worden. Data over 2021 wordt dus in het najaar van 2023 toegevoegd.
Om de monitor goed te kunnen lezen, heeft het CBS een toelichting gemaakt. Hierin staat onder andere uitgebreid beschreven welke eigen bijdragen zijn meegenomen in de monitor, welke over- en onderschattingen er eventueel zijn en wat de definities zijn van verschillende begrippen. Deze toelichting is te vinden via het informatie-icoon («i») bij tabellen 1 en 2 en in het tabblad «toelichting» bij tabellen 3 en 4 die gepubliceerd zijn op de Monitor Langdurige Zorg.
Tot slot
Deze brief bevatte een technische toelichting op welke informatie in de monitor is opgenomen. Gegeven de omvang en de complexiteit van de data en de benodigde analyse hiervan, streef ik ernaar u uiterlijk in het eerste kwartaal van 2024 een inhoudelijke duiding en reactie op de monitor toe te sturen.
De monitor stapeling eigen bijdragen is samen met het CBS in een nauwkeurig proces vormgegeven. Ook het Zorginstituut Nederland heeft daaraan een belangrijke bijdrage geleverd. Ik ben hen hiervoor zeer erkentelijk. De monitor is een nieuw product en het is mogelijk dat de vormgeving de komende jaren zal worden aangepast, bijvoorbeeld omdat er aanvullende gegevens wenselijk zijn of een andere wijze van presenteren beter aansluit bij de vraag. Uitbreiding van de monitor stapeling eigen bijdragen is echter alleen mogelijk mits er registerdata beschikbaar zijn over hetgeen dat toegevoegd dient te worden.
De kern van de tabel over de stapeling van eigen bijdragen op persoonsniveau en per stelselwet is ook toegevoegd aan de Staat van Volksgezondheid en Zorg.13 Hierin wordt de kern van de monitor op een overzichtelijke manier gepresenteerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Kamerstukken 29 689 en 32 805, nr. 1176.↩︎
Kamerstuk 29 689, nr. 1199.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77.↩︎
https://www.monitorlangdurigezorg.nl/kerncijfers/eigen-bijdrage/stapeling-eigen-risico-en-eigen-bijdrage-zvw-wmo-wlz.↩︎
Vanaf 2020 zitten ook de eigen bijdragen voor algemene voorzieningen met een duurzame hulpverleningsrelatie in de Wmo 2015 in de monitor stapeling eigen bijdragen.↩︎
https://mlzopendata.cbs.nl/MLZ/nl/dataset/40094NED/table.↩︎
https://mlzopendata.cbs.nl/MLZ/nl/dataset/40096NED/table.↩︎
https://www.monitorlangdurigezorg.nl/publicaties/maatwerk-publicaties/2023/09/21/stapelingsmonitor-eigen-risico-en-eigen-bijdrage-zvw-wmo-wlz-2015–2020.↩︎
https://www.monitorlangdurigezorg.nl/publicaties/maatwerk-publicaties/2023/09/21/stapelingsmonitor-eigen-risico-en-eigen-bijdrage-zvw-wmo-wlz-2015–2020.↩︎
Zie https://www.monitorlangdurigezorg.nl/begrippen/peildatum-jaar.↩︎
In het voorbeeld wordt gerefereerd aan gegevens uit tabel 1 van de monitor. Tabel 1 bevat alleen gegevens op stelselwetniveau. Binnen een stelselwet kan er een grote spreiding zitten tussen eigen bijdragen voor specifieke leveringsvormen. Bij een specifiek voorbeeld is het daarom aan te bevelen te kijken naar de eigen bijdrage behorende bij de specifieke leveringsvorm. Dit kan teruggevonden worden in tabel 3 (voor personen) en tabel 4 (voor huishoudens).↩︎
Bij te kleine aantallen personen of huishoudens komt niet alleen de privacy, maar ook de kwaliteit van de inkomensgegevens te veel onder druk te staan.↩︎
https://www.staatvenz.nl/stapeling-eigen-risico-en-eigen-bijdrage.↩︎