IOB-evaluatie klimaatdiplomatie
Internationale klimaatafspraken
Brief regering
Nummer: 2023D39776, datum: 2023-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31793-253).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake IOB-evaluatie klimaatdiplomatie
- IOB Report Climate Diplomacy 2018-2021
Onderdeel van kamerstukdossier 31793 -253 Internationale klimaatafspraken .
Onderdeel van zaak 2023Z16332:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-12 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 253 BRIEF VAN DE BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2023
De Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een evaluatie uitgevoerd van de Nederlandse klimaatdiplomatie (2018–2022). In de Strategische Evaluatie Agenda van BHOS, bijlage 4 van de Memorie van Toelichting 2023, staat deze evaluatie aangekondigd als «Analyse van de effectiviteit van de Nederlandse klimaatdiplomatie» (Kamerstuk 36 410 XVII, nr. 2).
Het evaluatierapport gaat in op het beleid, de strategie en de effectiviteit van de Nederlandse klimaatdiplomatie, met nadruk op de campagne om hogere klimaatambities te bevorderen bij niet-EU landen (2018–2022). Die campagne werd geleid door een klimaatdiplomatieteam bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het IOB-rapport laat zien dat de strategie van het team effectief was en dat het waarschijnlijk is dat actieve ambassades in de doellanden hebben bijgedragen aan hogere ambities, ook al was Nederland slechts een van de gelijkgezinde spelers in een context van groeiende klimaatambities.
Het betreft een deelstudie in het kader van de periodieke rapportage over het Nederlandse klimaatbeleid ten behoeve van ontwikkelingslanden. Een brief over de opzet en vraagstelling van die periodieke rapportage «Klimaatbeleid voor ontwikkeling» ging Uw Kamer toe op 24 mei 2022 (Kamerstuk 34 124, nr. 26). IOB verwacht de periodieke rapportage eind 2023 af te ronden, waarna deze in het eerste kwartaal van 2024 aan uw Kamer zal toekomen met een beleidsreactie.
In die beleidsreactie zal nader worden ingegaan op de conclusies en aanbevelingen van het IOB-onderzoek, inclusief die van deze deelstudie.
Andere deelstudies die aan de basis zullen liggen van de periodieke rapportage zijn een IOB-evaluatie van klimaatfinanciering (mei 2021) en een over klimaatadaptatie (nog te verschijnen in 2023).
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher