[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de conclusies van het inspectierapport ‘vernietiging adoptiedossiers’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D40058, datum: 2023-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-125).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z14131:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

125

Vragen van het lid van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de conclusies van het inspectierapport «vernietiging adoptiedossiers» (ingezonden 17 augustus 2023).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3581.

Vraag 1

Bent u het ermee eens dat ten aanzien van de vernietiging van de dossiers «onvoldoende zorgvuldig» handelen zoals omschreven door het ministerie, de lading voor de slachtoffers niet dekt en dat onzorgvuldig, gebrekkig en ook onwettig passender is?

Antwoord 1

Tegelijk met de antwoorden op deze vragen heeft uw Kamer mijn beleidsreactie op het inspectierapport «vernietiging adoptiedossiers» ontvangen. Graag verwijs ik voor mijn appreciatie naar deze brief.

Vraag 2

Erkent u dat aan de nu volwassen geadopteerden wiens dossier is vernietigd, onherstelbare immateriële schade is toegebracht door de Staat?

Antwoord 2

Het is pijnlijk dat de geadopteerden die het betreft als gevolg van de vernietiging niet meer met eigen ogen kunnen zien wat er in deze documenten ten aanzien van hun adoptieprocedure stond opgenomen. Het is belangrijk te vermelden dat er geen informatie over geadopteerden zelf verloren is gegaan met de vernietigingen in 1983 en 1999. Het betreft hoofdzakelijk informatie over de aspirant-adoptief ouders. In een enkel geval bevatte het dossier ook inreisgegevens van de geadopteerde, zoals bijvoorbeeld een Machtiging Voorlopig Verblijf. Op die inreisgegevens stond geen afstammingsinformatie van het kind. Daarop stond vaak alleen de voornaam van het kind, soms in combinatie met achternaam van aspirant-adoptiefouders. Dit gegeven neemt niet weg dat ik graag had gezien dat de geadopteerden deze documenten zelf hadden kunnen inzien en dat ik me kan voorstellen hoe hard deze boodschap kan overkomen in het vaak moeilijke traject dat een geadopteerde al doorloopt om zijn of haar afkomst te achterhalen.

Vraag 3

Erkent u dat inreisgegevens, die de oorspronkelijke namen bevatten van de geadopteerden, emotionele en gevoelsmatige grote waarde gehad konden hebben voor geadopteerden en dat geadopteerden recht hebben op deze informatie?

Antwoord 3

Ik kan me voorstellen hoe belangrijk het is om je oorspronkelijke naam te kennen in een zoektocht naar afstammingsinformatie. Graag herhaal ik dat de dossiers die zijn vernietigd slechts in een enkel geval inreisgegevens van een geadopteerde bevatte, zoals bijvoorbeeld een Machtiging Voorlopig Verblijf. Op die inreisgegevens stond geen afstammingsinformatie van het kind.

Vraag 4

Klopt het dat in tegenstelling tot eerdere berichtgeving van u, de juridische grondslag voor het bewaren van gegevens niet sinds 1999 maar pas sinds 2006 van kracht is omdat toen pas de selectielijst voor de Centrale Autoriteit (CA) is begonnen?

Antwoord 4

Het klopt dat de nieuwe selectielijst formeel pas sinds 2006 van kracht is. In de praktijk zijn er echter, zoals ik ook aan uw Kamer heb gemeld, vooruitlopend op de komst van deze nieuwe lijst al vanaf 2000 geen dossiers meer vernietigd.

Vraag 5

Kunt u ingaan op de recent verschenen brief van het Expertisecentrum Interlandelijke Adoptie (INEA) waarin suggesties worden gedaan voor financiële compensatie als wel gratis psychologische ondersteuning?1

Antwoord 5

Ik ben bekend met deze brief. Hierin doet INEA een oproep om extra, veelal financiële, ondersteuning aan geadopteerden.

Al eerder heb ik met uw Kamer gesproken over het bieden van financiële ondersteuning. In navolging op de aanbeveling van de commissie Joustra is er in 2021 voor gekozen om geen individuele tegemoetkomingen te verstrekken maar duurzaam te investeren in ondersteuningsaanbod met de komst van een expertisecentrum voor interlandelijke adoptie.2 Daarnaast is een subsidieregeling opgesteld, om naast dit centrum ook belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden de mogelijkheid te bieden hun organisatie en diensten te versterken.

INEA is dit voorjaar geopend en vormt één centraal loket waar kennis samenkomt en diensten worden aangeboden voor iedereen met vragen over identiteit, nazorg, erkenning en adoptievraagstukken. Deze diensten zijn zorgvuldig uitgedacht in afstemming met onder andere geadopteerden zelf en ook belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden en kunnen kosteloos bij INEA worden afgenomen. De diensten zien op begeleiding bij het krijgen van toegang tot en inzage in dossiers, hulp bij zoektochten naar afstammingsinformatie, psychosociale ondersteuning en het ontsluiten van juridische kennis

Ik vind het belangrijk dat allereerst de diensten, die nu nog in opbouw zijn, verder geoperationaliseerd worden. Zodat de beoogde ondersteuning ook daadwerkelijk van de grond komt en wordt ervaren door geadopteerden, adoptieouders en (biologische) familie, die bij INEA aankloppen. Ik voer periodiek overleg met INEA om de voortgang te volgen en ook de ervaringen van INEA in hun contact met de doelgroep te vernemen. In de reguliere jaargesprekken bespreek ik daarnaast in hoeverre het aanbod van INEA in de praktijk voorziet in de ondersteuningsbehoeften die leven onder de doelgroep. Ik zie dan ook geen aanleiding om op dit moment te spreken over andere dan wel aanvullende (financiële) ondersteuning.

Vraag 6

Wat vindt u van het advies van geadopteerden en INEA om psychologische ondersteuning voor geadopteerden te verbeteren, zoals door het bekostigen van specialistische hulp en hulpverlening?

Antwoord 6

Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Wat vindt u van het advies van geadopteerden en INEA om de juridische ondersteuning de komende jaren sterk te verbeteren in de vorm van juridische bijstand en aanspraak op een schadefonds

Antwoord 7

Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.

Vraag 8

Wat vindt u van het advies van geadopteerden en INEA onder andere om de rechten van geadopteerden sterk te verbeteren zoals het makkelijk wijzigen van de geboortenaam en plaats en het herroepen van adopties?

Antwoord 8

Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.

Vraag 9

Waarom valt het individuele recht tot het zoeken van de identiteit niet tot een taak van de Staat terwijl interlandelijke adopties tegelijkertijd wel worden gefinancierd en gesubsidieerd?

Antwoord 9

Het is niet zo dat interlandelijke adopties worden gefinancierd door de Staat. Interlandelijk adoptie is primair een financiële aangelegenheid van de aspirant-adoptief ouders zelf.

In de reactie van mijn voorganger op het rapport van de commissie Joustra is aangegeven dat de overheid met het oog op de uitkomsten van het onderzoek wel een morele verantwoordelijkheid voelt om geadopteerden te ondersteunen in de zoektocht naar hun afkomst. Zoals ook uitgebreid met uw Kamer besproken, heeft dit geleid tot het oprichten van het expertisecentrum (INEA), in lijn met de aanbeveling van Commissie Joustra zelf. In het antwoord op vraag 5 staat beschreven dat INEA één centraal loket vormt waar kennis samenkomt en diensten worden aangeboden voor iedereen met vragen over identiteit, nazorg, erkenning en adoptievraagstukken Daarnaast is een subsidieregeling opgesteld, waarmee belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden hun aanbod kunnen versterken voor het ondersteunen van geadopteerden, ook bij het organiseren van rootsreizen in klein verband

Vraag 10

Voldoet het huidige bestuur van de Klachtencommissie Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie (KVIA) zelf wel aan de huidige reglementaire eisen aangezien zij momenteel maar bestaat uit drie bestuursleden?

Antwoord 10

Het klopt dat deze Klachtencommissie op dit moment uit drie leden bestaat en daarmee niet voldoet aan het huidige reglement, dat voorschrijft dat de commissie uit vijf leden bestaat. Dit is niet van invloed op de behandeling van individuele klachten. Bij deze klachtencommissie worden individuele klachten door drie leden behandeld, zoals vaker de regel is bij klachtencommissies.

Ook in het aangescherpte systeem voor interlandelijke adoptie is een klachtenregeling vereist waar aspirant adoptiefouders terecht kunnen bij klachten over de bemiddeling. Op dit moment wordt bekeken wat een passende invulling is, onder andere in het licht van de komst van de centrale bemiddelingsorganisatie en het beperkt aantal landen van waaruit nog geadopteerd kan worden. De huidige klachtencommissie blijft in de tussentijd actief maar aldus in beperkte samenstelling.

Vraag 11

Waar kunnen klagers vervolgens terecht wanneer hun klacht niet wordt behandeld, ongegrond wordt verklaard of de vergunninghouder het advies naast zich neerlegt?

Antwoord 11

De rechtsrelatie tussen aspirant adoptiefouders en de vergunninghouder waar zij zich hebben ingeschreven voor bemiddeling, wordt beheerst door het civiele recht. Er is sprake van een civielrechtelijke dienstverleningsovereenkomst. Als een aspirant adoptiefouder ontevreden is over de geleverde diensten of de behandeling, dan kan dit desgewenst aan de rechter worden voorgelegd.

Vraag 12

Welke rol speelt de overheid als de KVIA een advies uitbrengt waarbij de vergunninghouder gevraagd wordt de fouten te herstellen maar dit vervolgens niet doet?

Antwoord 12

De rol van de overheid is hierin beperkt. De overheid beoordeelt in algemene zin of een vergunninghouder voldoet aan de eisen die bij of krachtens de wetgeving aan hen worden gesteld. Dat betreft ook de eisen die in de vergunning of in het Kwaliteitskader vergunninghouders zijn opgenomen. Bij deze beoordeling kunnen ook klachten die zijn ingediend bij de Klachtencommissie Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie (KVIA) en de wijze waarop de vergunninghouder hiermee is omgegaan worden betrokken. In dat geval zal hierover het gesprek worden aangegaan met de betreffende vergunninghouder.

Vraag 13

Wat is de precieze rol van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor geadopteerden als het aankomt op het halen van het recht en klachten?

Antwoord 13

De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op de kwaliteit van de bemiddeling in algemene zin en heeft geen rol bij individuele klachtafhandeling.

Vraag 14

Bent u in het licht van de conclusies van het inspectierapport bereid om de volledige kosten te betalen voor de fouten die gemaakt zijn door het ministerie, zoals ook wordt gevraagd door Stephanie Dong-Hee Kim3

Antwoord 14

Het is pijnlijk dat geadopteerden niet met eigen ogen kunnen zien welke informatie in het dossier was opgenomen. Door de vernietiging kan informatie over adoptiefouders verloren zijn gegaan. Ik wil echter nogmaals benadrukken dat de dossiers die zijn vernietigd geen kindgegevens bevatten, met uitzondering van in een enkel geval de voornaam. Ik realiseer me dat inzicht in het verloop van de gehele procedure voor geadopteerden belangrijk kan zijn. Mevrouw vraagt om compensatie voor geadopteerden voor geleden schade dan wel te maken kosten bij het herstellen van de achternaam dan wel het verkrijgen van een paspoort vanuit het geboorteland. Zoals meermaals met uw Kamer is besproken, is er in lijn met de aanbevelingen van commissie Joustra voor gekozen om te investeren in ondersteuningsaanbod, onder andere met de komst van INEA, waar geadopteerden nu en in de toekomst profijt van hebben. De diensten zijn kosteloos en er wordt maatwerk geleverd. Zie verder mijn antwoord op vraag 5.

Vraag 15

Waarom valt stichting Wereldkinderen momenteel niet onder de Archiefwet gezien het feit dat door onder andere de KVIA, de vergunninghouder als overheidsinstantie wordt gezien en zij door uzelf als bestuursorgaan worden beschouwd?

Antwoord 15

De Archiefwet geldt alleen als sprake is van een overheidsorgaan. Een overheidsorgaan is een orgaan van rechtspersonen die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Vergunninghouders zijn niet krachtens publiekrecht ingesteld. Voorts zijn zij niet met openbaar gezag bekleed, en kunnen daarom niet als overheidsorgaan of bestuursorgaan worden aangemerkt. De Archiefwet is dan ook niet op de stichting van toepassing.

Vraag 16

Kunt u een stand van zaken geven van de plannen die het kabinet heeft om bepaalde taken en verantwoordlijkheden bij stichting Wereldkinderen neer te leggen?

Antwoord 16

Wereldkinderen heeft een voorstel ingediend voor de vorming van de nieuwe centrale bemiddelingsorganisatie (CBO), dit voorstel is geselecteerd. Het voorstel behelst het oprichten van een nieuwe organisatie. Stichting Wereldkinderen levert een inhoudelijk bijdrage tot aan de oprichting, vanuit de inhoud van het ingediende voorstel, maar zal zelf de stichting niet oprichten. Stichting Wereldkinderen zal met de uitkomst van deze procedure aldus geen doorstart maken en net als de andere huidige vergunninghouders de werkzaamheden gaan afbouwen en overdragen naar deze nieuwe stichting. Een externe kwartiermaker werkt op dit moment aan de oprichting van deze nieuwe stichting. Er worden dus geen nieuwe taken en verantwoordelijkheden bij de Stichting Wereldkinderen neergelegd.

Vraag 17

Op welke manier wordt stichting Wereldkinderen gecontroleerd door het ministerie ten aanzien van hun werkzaamheden?

Antwoord 17

Alle huidige vier vergunninghouders worden op gelijke wijze gecontroleerd ten aanzien van hun werkzaamheden. De controle vindt plaats bij de uitvoering van de dagelijkse adoptiepraktijk door de Centrale Autoriteit. Daarnaast leggen de vergunninghouders ieder jaar verantwoording af door middel van een jaarverslag. Tevens wordt bij een aantal formele momenten gecontroleerd zoals bij de verlenging van de vergunning.

Vraag 18

Bent u het ermee eens dat bij een wens van de geadopteerde, Wereldkinderen het volledige dossier, zonder enig bestaand onderscheid tussen ouderdeel en kindsdeel aan de geadopteerde moet verstrekken?

Antwoord 18

Elke organisatie die adoptiedossiers beheert moet voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De AVG is een Europese verordening die de privacy van alle burgers beschermt. Dus niet alleen van geadopteerden, maar ook van de adoptieouders. Ik verwacht van vergunninghouders dat zij de AVG naleven.

Vraag 19

Waarom wordt er bij het Nationaal Archief de werkwijze betreffende inreisgegevens en aanhangende documenten gehanteerd dat een kopie ontvangen niet mogelijk is tenzij hier gegronde redenen voor zijn?

Antwoord 19

Het maken van kopieën van beperkt openbare archiefstukken is zeer beperkt mogelijk. Zo worden kopieën verstrekt als documenten nodig zijn als juridisch bewijsstuk. Ook in het geval een document, zoals een foto of handgeschreven brief, van grote persoonlijke of emotionele waarde is voor de aanvrager kan middels een belangafweging worden besloten tot het verstrekken van een kopie. Het Nationaal Archief dient echter de reden van de openbaarheidsbeperking, veelal de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de personen die in de archieven voorkomen, te respecteren. Het maken van kopieën doorkruist in veel gevallen het belang van bescherming van persoonsgegevens, wat reden is om geen kopieën te verstrekken.

Vraag 20

Heeft een geadopteerde per se een geboortecertificaat nodig om gegevens in de basisadministratie te kunnen wijzigen?

Antwoord 20

Het ligt eraan wat er gewijzigd dient te worden en welk document daar dan voor nodig is. Dit wordt per geval door de afdeling burgerzaken bij de gemeente bekeken.

Vraag 21

Bent u het ermee eens dat weliswaar de vernietiging van de dossiers niet kan worden teruggedraaid, maar het wel heel belangrijk is om na te denken over compensatie voor slachtoffers van het Nederlandse beleid omtrent adoptie?

Antwoord 21

Hiervoor verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 5.

Vraag 22

Bent u het eens met de uitspraak dat het belang van het kind te allen tijden moet prevaleren boven dat van de adoptieouders en ziet u dit vervolgens voldoende gewaarborgd in de huidige wet en regelgeving of ziet u hierin ook ruimte voor verbetering?

Antwoord 22

Elk kind moet in een liefdevol gezin kunnen opgroeien, het liefst in de eigen omgeving en cultuur, met de biologische familie dichtbij. Waar dit echt geen optie is, kan interlandelijke adoptie uitkomst bieden. In mijn besluit om onder voorwaarden door te gaan met interlandelijke adoptie is het belang van het kind te allen tijde uitgangspunt. Ik heb dit in mijn Kamerbrieven van 2022 nader uiteengezet. Daarbij heb ik ook aangegeven dat niet alle risico’s volledig zijn uit te bannen. Maar elke maatregel om dit risico verder te beperken neem ik met het oog op het belang van het kind. Daarom herzien we het gehele systeem, versterken we het toezicht, richten we een centrale bemiddelingsorganisatie op en is er een landenselectie uitgevoerd.

Vraag 23

Erkent u dat geadopteerden die in de periode 1967–1998 geadopteerd zijn, in het merendeel van de gevallen, al lange tijd en soms decennialang, op eigen kosten en in eigen tijd wanhopig op zoek zijn naar hun identiteit en familie?

Antwoord 23

Het zoeken naar identiteit en familie is voor veel geadopteerden een tijdrovende exercitie. Met de komst van INEA worden interlandelijk geadopteerden op weg geholpen en ondersteund gedurende de zoektocht. Zie ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 24

Kunt u toezeggen per direct te stoppen met het doorprocederen tegen interlandelijk geadopteerden?

Antwoord 24

Ik besef dat het procederen tegen de Staat betrokkenen zwaar kan vallen. De Staat gaat hier zeker niet lichtzinnig mee om. Ten aanzien van iedere aansprakelijkstelling geldt dat zorgvuldig wordt bezien of er naar het oordeel van de Staat grondslag is voor het nemen van aansprakelijkheid in het individuele geval, op grond van het destijds geldende recht. Voor zover de Staat hier geen grondslag voor ziet en er wordt vervolgens door betrokkene een civiele procedure aangespannen, zal de Staat ook verweer voeren in de procedure. Ik zie geen aanleiding om niet langer verweer te voeren in de thans lopende procedures.

Vraag 25

Wat bent u concreet voornemens om het overheidstoezicht op vergunninghouders in hun handelen met betrekking tot archivering, bewaring, vernietiging en inzagerechten en -procedures ten behoeve van volwassen geadopteerden en hun erfgenamen duurzaam wettelijk te borgen?

Antwoord 25

Zoals mijn ambtsvoorganger uw Kamer in het schriftelijk overleg van 23 november 2020 heeft laten weten zal de verlenging van de wettelijke bewaartermijn bij vergunninghouders onderdeel zijn van de nieuwe adoptiewet die de Wobka zal vervangen.4 Ook de huidige bepalingen in de Wobka die gaan over dossiervorming en inzage zullen daarbij opnieuw bekeken worden. Het recht op afstammingsgegevens zal hierin expliciete aandacht krijgen. De voorbereidingen van die wetswijziging zijn gaande. Daarnaast blijft de AVG ook van toepassing zijn op adoptieprocedures.

Vraag 26

Op welke manier wordt invulling gegeven aan de bevindingen van het rapport van de Commissie Joustra en de VN-verklaring over illegale interlandelijke adoptie en in hoeverre wordt er samengewerkt met diplomatieke vertegenwoordigingen in en van landen waarbij sprake was van misstanden, zoals uit Bangladesh, Brazilië Chile, Colombia en Zuid-Korea?

Antwoord 26

Zoals bekend wordt naar aanleiding van het rapport van de Commissie Joustra het systeem voor interlandelijke adoptie strikter gereguleerd. Met versterkt toezicht op de gehele keten, met een centrale bemiddelingsorganisatie die in de plaats komt van de huidige vergunninghouders en met adoptie uit slechts een beperkt aantal zorgvuldig geselecteerde landen. Vanuit de doelstelling om de kans op misstanden te verkleinen. Daarnaast is vanuit het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie als uitwerking van het Haags Adoptieverdrag de toolkit «illicit practices» ontwikkeld waarmee internationaal misstanden zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Deze toolkit wordt door overheden en zo ook door de Centrale Autoriteit gebruikt. Voor de landen waaruit Nederland in het verleden heeft geadopteerd, geldt dat INEA met behulp van partners in de landen van herkomst en met belangenorganisaties interlandelijke adoptie te ondersteunen bij het krijgen van antwoorden op vragen van geadopteerden over hun adoptie en afkomst.

Vraag 27

Kunt u aangeven wanneer er precies een reactie zal komen vanuit het kabinet over de conclusies van het inspectierapport «vernietiging van adoptiedossiers» en kunt u deze vragen nog voor deze tijd beantwoorden?

Antwoord 27

Gezien de omvang van de vragen en het streven naar het zorgvuldig beantwoorden hiervan is het niet gelukt de antwoorden eerder te verzenden dan de beleidsreactie, die uw Kamer gelijktijdig met deze beantwoording ontvangt.


  1. AD, 27 juli 2023, www.ad.nl/binnenland/ministerie-vernietigde-onrechtmatig-duizenden-adoptiedossiers-gebrekkig-en-onzorgvuldig~a5b78471/#:~:text=inspectierapportHet%20ministerie%20van%20Justitie,concludeert%20de%20inspectie%20na%20onderzoek.

    inea.nl/nieuws/inea-levert-input-voor-nieuwe-tweede-kamerverkiezingen/.

    www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2023/07/28/tk-bijlage-vernietiging-adoptiedossiers-rapport-inspectie-overheidsinformatie-en-erfgoed.↩︎

  2. Kamerstuk 31 265, nr. 105.↩︎

  3. AD, 27 juli 2023, www.ad.nl/binnenland/ministerie-vernietigde-onrechtmatig-duizenden-adoptiedossiers-gebrekkig-en-onzorgvuldig~a5b78471/#:~:text=inspectierapportHet%20ministerie%20van%20Justitie,concludeert%20de%20inspectie%20na%20onderzoek.

    inea.nl/nieuws/inea-levert-input-voor-nieuwe-tweede-kamerverkiezingen/

    www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2023/07/28/tk-bijlage-vernietiging-adoptiedossiers-rapport-inspectie-overheidsinformatie-en-erfgoed.↩︎

  4. Kamerstuk 31 265, nr. 75.↩︎