Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 en 20 oktober 2023
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D40773, datum: 2023-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D40773).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, griffier
Onderdeel van zaak 2023Z16283:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2023-10-05 16:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-10-12 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-10-17 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2023D40773 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 en 20 oktober 2023.
De voorzitter van de commissie,
Wuite
De griffier van de commissie,
Meijers
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng SP-fractie
Inbreng Partij voor de Dieren-fractie
Inbreng ChristenUnie-fractie
Inbreng Volt-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda, en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) een goede handelsrelatie hebben en dat eventuele spanningen als gevolg van de IRA (Inflation Reduction Act) worden weggenomen. Is de Minister van mening dat er al genoeg discriminerende elementen van de IRA voor de EU voldoende zijn weggepoetst? In hoeverre ondervindt Nederland momenteel hinder van de IRA? Specifiek kijken de leden van de VVD-fractie naar de onderhandelingen die ervoor moeten zorgen dat Europese elektrische auto’s en batterijen onder de clean vehicle taks credit van de IRA kunnen vallen. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij een overzicht kan geven hoe dit Nederlandse handel in elektrische auto’s en batterijen zal bevorderen.
Daarnaast is het goed om te lezen dat er wordt onderhandeld over een grondstoffenakkoord tussen de VS en de EU. Hoe positioneert Nederland zich in deze onderhandelingen? Welke grondstoffen willen wij in ieder geval opnemen in het akkoord, kijkend naar de positie van de VS, die minder grondstoffen in het akkoord willen opnemen?
Op 20 oktober zal de EU-US Summit plaatsvinden. Welke handelsafspraken liggen er nog in het vooruitzicht tussen de VS en de EU? Kan de Minister een schets van het krachtenveld geven voor een nieuwe discussie over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) of een alternatief hiervan?
Een ander Europees onderwerp omtrent handel is de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten. Nederland handelt veel in de import en export van onder andere hout. Kan de Minister een overzicht geven, onder de huidige verordening, hoe Nederlandse bedrijven goed worden geïnformeerd en begeleid bij de implementatie van de nieuwe verordening? Kan de Minister tevens aangeven wat de impact van deze verordening zal zijn op de Nederlandse markt in houthandel? Is de Minister van mening dat de ontbossingsverordening ervoor zorgt dat belemmeringen omtrent de milieu impact van het EU-Mercosur verdrag zijn weggenomen?
De hoofdonderhandelaars van de EU en de Mercosur-landen hebben elkaar recent in Brazilië getroffen. De Mercosur-landen staan niet geheel positief tegenover de nieuwe eisen van de EU. Er zou ook verdeeldheid tussen de Mercosur-landen bestaan. Is het nog steeds realistisch dat er voor het einde van het jaar een akkoord wordt bereikt tussen de EU en de Mercosur-landen? Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat een handelsverdrag tussen de EU en Mercosur bijdraagt aan de economische veiligheid van Nederland en de hele EU? Is er voldoende besef bij de hoofdonderhandelaars van de EU dat handelsverdragen niet alleen een economisch doel dienen, maar ook van geopolitiek belang zijn?
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de interne markt van de EU geharmoniseerd moet worden en bij nieuwe wetgeving het gelijke speelveld binnen de EU, en met name met omringende langen, gewaarborgd moet blijven. Daarom zal, om het Nederlandse bedrijfsleven te beschermen eventuele regelgeving op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) op Europees niveau moeten worden geregeld. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij spoedig een update kan geven over de status van de (triloog)onderhandelingen over de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (het CSDDD-voorstel). Klopt het nog steeds dat we naar verwachting een akkoord kunnen verwachten aan het einde van dit jaar?
Verder bekommeren de leden van de VVD-fractie zich om de handelsrelatie tussen Nederland en Turkije. In het algemeen, maar zeker na de aardbeving in Turkije, ligt er een kans om Nederlandse bedrijven te stimuleren om handel te drijven met Turkse bedrijven. Is de Minister van plan met haar Turkse collega te kijken naar opties voor samenwerking tussen Nederland en Turkije op het gebied van handel met als doel handel voor Nederlandse en Turkse bedrijven toegankelijker te maken? De leden van de VVD-fractie horen geluiden dat het voor ondernemers die in Nederland en Turkije actief zijn lastig is om zakelijke rekeningen bij Nederlandse banken te openen. Heeft de Minister hier ook van gehoord en wat kan zij hieraan doen?
Tot slot willen de leden van de VVD-fractie hun steun uitspreken voor het onderzoek dat de Europese Commissie wil verrichten naar eventuele oneerlijke concurrentie van China op de Europese elektrische automarkt. Handel met derde landen is goed voor de Europese consument en voor de gehele Europese economie, maar dan is een gelijk speelveld wel een belangrijke voorwaarde. Kan de Minister haar steun uitspreken voor het onderzoek? Kan de Minister daarnaast bekijken of een dergelijk onderzoek relevant kan zijn voor andere sectoren?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de D66-fractie steunen de Nederlandse inzet wat betreft de handelsbetrekkingen met de VS over het Global Sustainable Arrangement on steel and aluminium (GSA). Echter betreurden de leden dat het uitzicht op een permanente oplossing voorlopig uitblijft. De leden van de D66-fractie zijn van mening dat een duurzame, lange termijn oplossing noodzakelijk is op het GSA, om te voorkomen dat Amerikaanse politieke of electorale veranderingen voor instabiliteit zorgen op dit punt, zoals in het verleden met de Trump- administratie is gebleken, wat ook beschreven in is de brief. Deelt de Minister het standpunt dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen over het GSA en een lange termijn oplossing wenselijk is om eventuele politieke veranderingen van de VS te weerstaan? Welke concrete stappen gaat de Minister hiervoor zetten?
Daarnaast constateren de leden van de D66-fractie dat de inzet van de Commissie in de Europese Economische Veiligheidsstrategie is om te komen tot betere EU-coördinatie op dit terrein, met inachtneming van de bestaande nationale competentie op exportcontrole en de huidige vertegenwoordiging van de lidstaten en de Commissie in de multilaterale exportregimes. De leden vragen zich af hoe de Minister concreet deze uitwerking ziet, gezien het feit dat de bestaande nationale competentie betere EU-coördinatie bemoeilijkt. Welke concrete implicaties heeft dit voor Nederland? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat de Nederlandse ambities niet worden afgezwakt, maar dat de andere lidstaten hun ambitie verhogen naar – minstens – ons niveau?
De leden van de D66-fractie onderschrijven de inzet van het kabinet op een actief handelsbeleid, waarin handelsakkoorden een belangrijk instrument zijn. De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat Ecorys de effecten van het afbouwen van tarieven op de handel in milieugoederen heeft gemodelleerd. Hieruit blijkt dat export vanuit Nederland van goederen met 16,5% zou kunnen toenemen wanneer deze tarieven worden afgeschaft. Bovendien wordt er gesteld dat de toename van de uitstoot van broeikasgassen door liberalisering naar verwachting zeer beperkt is. Deelt de Minister het enthousiasme over deze bevindingen betreft het milieugoederen akkoord? Deze cijfers in acht nemend, welke concrete stappen gaat de Minister op dit terrein zetten? De aan het woord zijnde leden lezen in de voortgangsrapportage handelsakkoorden dat er weinig interesse onder de WTO-leden lijkt voor een dergelijke tariefliberalisering. Is de Minister bereid dit opnieuw in te brengen tijdens de 13e Ministeriële Conferentie van de WTO in februari 2024?
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel. Dit heeft bij deze leden tot een aantal opmerkingen en vragen geleid.
Wat betreft de handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten, hebben de leden van de SP-fractie al meerdere keren aandacht gevraagd voor de «subsidiewedloop» tussen de VS en de Europese Unie. Daarbij gaat het om maatregelen om de concurrentiepositie van Europese bedrijven te verbeteren. De verruiming van staatssteunkaders zorgt ervoor dat er een overdracht plaatsvindt van publieke naar private middelen, zonder dat hier zeggenschap tegenover staat. Voor de regering is het helaas geen bezwaar gebleken. In de geannoteerde agenda wordt gesproken over de GSA en het Critical Mineral Agreement (CMA), die moeten bereiken dat verschillende Europese producten in aanmerking komen voor gunstige Amerikaanse regelingen onder de Inflation Reduction Act. Betekent dit volgens de Minister dat de handelsconflicten met de Verenigde Staten afnemen? Zo ja, werpt dit volgens de Minister nieuw licht op de verruiming van de staatssteunkaders die de Europese Commissie bijvoorbeeld in het Green Deal Industrial Plan heeft geïnitieerd?
Een gedeelte van de geannoteerde agenda betreft de Europese Economische Veiligheidsstrategie. De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche over deze strategie. De leden van de SP-fractie hebben met name moeite met de manier waarop de eerste van de drie beschreven sporen – «promote» – in het fiche is verwoord. De regering beschrijft dit eerste spoor namelijk als: «de bevordering van het concurrentievermogen en de groei van de EU, de versterking van de interne markt, de stimulering van de onderzoeks-, technologische en industriële basis van de EU om te komen tot een sterke en weerbare economie.» De leden van de SP-fractie hebben in de discussies rondom bijvoorbeeld het Green Deal Industrial Plan haar zorgen geuit over overdrachten van geld van publieke naar private partijen. De manier waarop «promote» hier staat omschreven wekt dezelfde zorgen bij de aan het woord zijnde leden op. Daarom de vraag: kan de regering uitsluiten dat onder deze strategie er overdrachten gaan plaatsvinden van publieke middelen naar private partijen, zonder dat hier zeggenschap tegenover staat?
Dan rest de aan het woord zijnde leden de bilaterale handelsakkoorden. Met name het akkoord tussen de EU en Mercosur achten de leden van de SP-fractie hierin controversieel. Is dit een gemengd handelsakkoord waarbij de onderwerpen niet gesplitst worden en ook niet apart worden doorgevoerd? Klopt het dat dit ook de kabinetsinzet is? Klopt het ook dat dit betekent dat de regering niet akkoord zal gaan met een akkoord dat wel gesplitst wordt? In hoeverre gaat de regering navolging geven aan de aangenomen Kamermoties om Mercosur van tafel te halen? Graag een reactie.
Inbreng leden van de Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op de reactie van de Mercosur-landen op het EU-voorstel voor een additioneel instrument voor duurzaamheid. Zij hebben hierover enkele vragen en opmerkingen aan het kabinet.
Onlangs heeft de EU een voorstel gedaan richting de Mercosur-landen met een addendum voor duurzaamheidsafspraken. Het addendum is niet openbaar gemaakt door de Europese Commissie. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden dit niet getuigen van een transparant en democratisch proces. De EU-Ombudsman, Emily O’Reilly, eist terecht transparantie rondom de afspraken over de deal en heeft de Commissie opgeroepen het geheime addendum openbaar te maken. De leden van de Partij voor de Dieren vragen zich af of de regering op de hoogte is van de oproep van de EU-ombudsman. Onderschrijft de regering de oproep van de EU-Ombudsman dat de Europese Commissie openheid moet betrachten in deze onderhandelingen over het Mercosur-verdrag ten behoeve van het democratisch proces? Wat gaat de Minister doen om deze openheid bij de Europese Commissie af te dwingen?
Ondertussen is het zowel het EU-addendum als de reactie van de Mercosurlanden gelekt en online te vinden. Volgens Braziliaanse media willen de Mercosurlanden een «lage ranking» krijgen in de benchmarking van de EUDR (de Europese Bossenwet) die in juni dit jaar is aangenomen. De leden van de Partij voor de Dieren vragen zich af of dit klopt, wat de Minister vindt van dit verzoek van de Mercosurlanden en hoe zij daartegen actie wil ondernemen. Wat vindt de Minister van de Mercosurlanden-eis voor een «mechanisme voor het balanceren van concessies (mechanism to rebalance trade concessions)»? Is het mogelijk dat de Mercosur-landen dit zullen gebruiken om hogere landbouwquota te eisen in ruil voor de gevolgen van de EUDR voor bijvoorbeeld hun rundvleesexporten?
Dit voorgestelde mechanisme lijkt rechtstreeks gericht te zijn op de EU-bossenwet die hiermee ondermijnd kan worden, waarbij Mercosur niet akkoord gaan met afspraken tegen ontbossing, en het niet akkoord gaat met sancties. Welke mogelijkheden ziet de Minister om voor de afronding van de onderhandelingen namens Nederland te eisen dat de EU-bossenwet niet ondermijnd mag worden, zo vragen deze leden.
Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft reeds in 2020 een motie aangenomen om de steun voor het Mercosur-verdrag in te trekken. Begin 2023 volgde nog een aangenomen motie die oproept om steun voor een verdrag waarin landbouw is opgenomen, niet te verlenen, vanwege de oneerlijke concurrentie die dit kan veroorzaken voor de Nederlandse boeren. Oostenrijk heeft zich reeds expliciet uitgesproken tegen het Mercosur-verdrag. Is de Minister bereid om, met het grote risico dat nu bestaat tot afzwakking van bindende duurzaamheidsregels, de moties van de Kamer alsnog uit te voeren?
De Europese Commissie legt alle voor besluitvorming noodzakelijke documenten voor aan de Raad. Mogelijk komt hierbij een EU-only verdrag van het handelsdeel van het Mercosurakkoord ter tafel. Dit zou in nadelig zijn voor het democratische proces, en nadelig zijn voor Nederland, in het bijzonder de boeren, omdat het Mercosur-verdrag gevolgen heeft voor hun concurrentiepositie. Dit jaar nam de Kamer al een motie aan tegen de splitsing van het verdrag. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister of zij bereid is om bij de komende handelsraad van de Europese Commissie te eisen dat een mogelijke splitsing voorafgaand aan een overeenkomst tussen Mercosur en de Europese Commissie aan de lidstaten moet worden voorgelegd voor akkoord.
Inbreng leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel. Naar aanleiding daarvan hebben zij een aantal vragen.
Ten aanzien van het thema economische vrijheid verwelkomen deze leden met het kabinet de oprichting van een expertgroep die de mogelijke risico’s van uitgaande investeringen gaat onderzoeken. Zij zouden graag weten wanneer er resultaten van het werk van deze expertgroep kunnen worden verwacht en hoe de Kamer daarover geïnformeerd zal worden.
Deze leden lezen dat de Raad in zal gaan op de toetsing van ingaande investeringen. Zij vragen zich daarbij af welke instrumenten de Raad of de Lidstaten hebben om in te grijpen wanneer deze toetsing uitwijst dat de economische veiligheid in het geding is.
Deze leden lezen verder met instemming dat Nederland bij het voorzitterschap zal blijven pleiten voor spoedige vaststelling van Europese IMVO-wetgeving, conform internationale standaarden en met aandacht voor een gelijk speelveld voor bedrijven en een zo groot mogelijke positieve impact voor mens en milieu. Zij zouden daarover willen vragen of de Minister bereid is zich binnen de Raad op te stellen als voorvechter op een aantal cruciale aandachtspunten die het Nationaal Contactpunt (NCP) noemt in de analyse van de concept Corporate Sustainability Due Diligence Directive aan de hand van de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-richtlijnen), zoals de financiële sector en de waardeketen? Hoe zet de Minister zich hier persoonlijk voor in, bijvoorbeeld in gesprekken met haar ambtsgenoten in andere EU-lidstaten?
Aan welke minimale voorwaarden moet een EU-richtlijn voor gepaste zorgvuldigheid volgens de Minister voldoen, om nog effectief bij te dragen aan het voorkomen van misstanden in wereldwijde waardeketens? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat het onderhandelingscompromis niet door deze ondergrens zakt?
De leden van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie zouden ook willen vragen of de Minister het belang onderschrijft, conform het BNC-fiche en de analyse van de EU-voorstellen voor de CSDDD door het NCP, van de verplichting om risicogericht en op proportionele wijze gepaste zorgvuldigheid toe te passen in de gehele waardeketen, inclusief het «downstream»-gedeelte?
Ten aanzien van de onderhandelingen over het Mercosur-verdrag zouden deze leden willen vragen hoe de reactie van de Mercosur-landen op het voorstel van de Europese Commissie om te komen tot een additioneel instrument bij het handelsdeel van het onderhandelingsakkoord uit 2019 zich verhoudt tot de berichten dat deze landen een ultimatum hebben gesteld aan Europa om het verdrag nog eind dit jaar te ondertekenen (Latijns-Amerika zet Europese Unie voor het blok met handelsultimatum | BNR Nieuwsradio).
Inbreng leden van de Volt-fractie
Bilaterale handelsakkoorden
De leden van de Volt-fractie vinden het positief dat Nederland in Raadsverband zal pleiten voor het behouden van een mogelijk EU-Mercosurakkoord als integraal associatieakkoord. Zoekt de Minister hiervoor ook bredere steun in de Raad, en zo ja, kan zij inzicht geven in het krachtenveld hiervoor? Zo nee, is de Minister bereid te onderzoeken of er gelijkgestemde lidstaten zijn en actief op te trekken met deze lidstaten?
Daarnaast hebben de leden van de Volt-fractie er begrip voor dat Nederland besloten heeft pas een uitspraak te doen over de positie van de regering tegenover het EU-Mercosurakkoord na de onderhandelingen. Nieuwsbronnen rapporteren echter dat de Europese Commissie en de Mercosurlanden mogelijk op zeer korte termijn tot een deal zullen komen. Daarbij heeft Paraguay aangegeven dat indien er geen deal ligt, wanneer zij het voorzitterschap overnemen op 6 december, zij de onderhandelingen zullen stoppen. De leden van de Volt-fractie vragen zich daarom af op basis van welke criteria de regering een afweging zal maken of Nederland zich voor of tegen het akkoord zal uitspreken en waar de rode lijnen liggen.
Daarnaast erkennen de leden van de Volt-fractie dat handelsakkoorden kunnen bijdragen aan de diversificatie van handelspartners en het mitigeren van de risico’s op strategische afhankelijkheden. Tegelijkertijd worden de geopolitieke risico’s aan het niet steunen van het EU-Mercosur akkoord vaak aangedragen als een belangrijke reden voor het akkoord. Hoeveel vergroot het EU-Mercosur verdrag de toegang van de Europese Unie tot kritieke grondstoffen? Hoe groot is het verwachtte percentage van kritieke grondstoffen dat geïmporteerd zal worden uit de Mercosur-landen? Hoe groot is de kans dat bij het niet sluiten van dit akkoord deze grondstoffen geëxporteerd zullen worden naar bijvoorbeeld China of de VS, in plaats van de EU? Hoeveel van deze grondstoffen worden nu al geëxporteerd naar deze landen, onafhankelijk van het akkoord? Hoe houdt het EU-Mercosur akkoord er rekening mee dat de Mercosur-landen ook zelf voldoende kritieke grondstoffen overhouden voor de ontwikkeling van hun duurzame industrie?
Kaderinstructie WTO
De leden van de Volt-fractie danken de Minister voor de uitgebreide kaderinstructie waarin de inzet voor de MC13 duidelijk en helder uiteen wordt gezet. Zij merken daarbij op dat dit document specifiek de prioriteiten voor Nederland uiteenzet. Tegelijkertijd is het onduidelijk hoe deze prioriteiten zich verhouden tot de Europese inzet voor de MC13. Kan de Minister hierover uitweiden? Hoe versterkt de Nederlandse inzet de Europese prioriteiten? Waar wijkt de Nederlandse inzet af van de Europese prioriteiten?
Overzicht IMVO-wetgeving
De leden van de Volt-fractie maken zich zorgen over de ambities van de EU-voorstellen voor de CSDDD. Zo schreef het NCP deze zomer dat in de EU-voorstellen een «ernstig afbreukrisico» ligt en dat « verwatering» van de OESO-richtlijnen dreigt. Dit vinden de leden van de Volt-fractie zeer zorgwekkend. Zij vinden het daarom belangrijk dat de Minister in de Europese onderhandelingen niet alleen inzet op een akkoord in de triloog voor de Europese verkiezingen van 2024, maar met name inzet op een zo ambitieus mogelijk akkoord. Daarom hebben de leden van de Volt-fractie nog de volgende vragen.
Kan de Minister aangeven hoe zij zich in de afgelopen maanden heeft ingezet om het draagvlak bij andere EU-lidstaten voor overeenstemming van de CSDDD met de OESO-richtlijnen te vergroten? Hoe zal zij zich hier de komende periode voor inzetten? Kan zij hierbij een overzicht geven van het krachtenveld?
Is de Minister bereid om naast de door haar toegezegde toets van de Richtlijn op administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven [14 februari 2023, antwoord op vragen VVD] ook te toetsen of het uiteindelijke onderhandelingsresultaat heeft geleid tot het formuleren van effectieve regelgeving, die de beoogde positieve effecten voor mensenrechten, het klimaat en het milieu in waardeketens ook daadwerkelijk bereikt?
Hoe wil de Minister voorkomen dat de uiteindelijke EU-Richtlijn bedrijven veel ruimte geeft om te leunen op audits, contractuele clausules en samenwerkingsinitiatieven waarmee bedrijven hun individuele verplichtingen kunnen ontlopen?
Hoe ver staat de Minister met de ontwikkeling van nationale wetgeving parallel aan de Europese wetgeving?
Verzoek kabinetsreactie op de reactie van de Mercosur-landen op het EU-voorstel voor een additioneel instrument voor duurzaamheid
De Minister geeft aan in haar brief dat er geen concrete voorstellen zijn gedaan door de Mercosur-landen in reactie op het addendum. Tegelijkertijd geven de landen aan in de pers (Reuters, september 2023) dat zij gevraagd hebben voor meer flexibiliteit in mogelijke sancties indien er niet voldaan wordt aan de Europese ontbossingsstandaarden. Klopt dit? Hoe staat de Minister tegenover dit voorstel van de Mercosur-landen?
Klopt het dat de Mercosur-landen hebben aangegeven dat zij niet akkoord zullen gaan met ook maar enige vorm van sancties in hun reactie op het addendum? Kan de Minister hier een reactie op geven? Hoe staat Nederland hier tegenover, indien dit inderdaad de uitkomst zou zijn van de onderhandelingen?
Klopt het dat de Mercosur-landen erop inzetten om meer uitzonderingen te krijgen voor lokale bedrijven in tenders voor overheidsopdrachten? Zo ja, wat vindt de Minister hiervan?
Kan de Minister uiteenzetten of er nog andere uitgangspunten van de Mercosur-landen zijn gekomen?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 en 20 oktober 2023. 2023Z16283 – Brief regering d.d. 28-09-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag van Buitenlandse Zaken Handel van 25 mei 2023. 21501-02-2666 – Brief regering d.d. 12-05-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Overzicht IMVO-wetgeving.26 485, nr. 422 – Brief regering d.d. 22-05-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Onderzoek naar Nederlands belangen bij faciliteren van handel in milieugoederen en -diensten.36 180, nr. 59 – Brief regering d.d. 25-05-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Kwartaalrapportage EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.22 112, nr. 3688 – Brief regering d.d. 26-05-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Voorlopig akkoord anti-dwang instrument.22 112, nr. 3714 – Brief regering d.d. 14-06-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag bezoek Chinese Vice-President Han Zheng aan Nederland.35 207, nr. 65 – Brief regering d.d. 20-06-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Voorstel voor een onderhandelingsmandaat voor een EU-VS grondstoffenakkoord.21 501-02, nr. 2691 – Brief regering d.d. 30-06-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Stijging export naar Iran in de laatste maanden van 2022 en specificatie van handel in chemicaliën.36 200 XVII, nr. 67 – Brief regering d.d. 07-09-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Besluitvorming EU-Angola Sustainable Investment Facilitation Agreement.31 985, nr. 81 – Brief regering d.d. 08-09-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Voorstel tot verlenging Algemeen Preferentieel Stelsel (APS).22 112, nr. 3755 – Brief regering d.d. 30-08-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Reactie op verzoek commissie op de reactie van de Mercosur-landen op het EU-voorstel voor een additioneel instrument voor duurzaamheid.2023Z16749 – Brief regering d.d. 05-10-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher