Antwoord op vragen van het lid Bisschop over biostimulanten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D41240, datum: 2023-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-178).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van zaak 2023Z11908:
- Gericht aan: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
178
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over biostimulanten (ingezonden 26 juni 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3279.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de opmerkingen over biostimulanten in het advies vervolg Fonds kleine toepassingen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe waardeert u de mogelijkheden die biostimulanten bieden om de weerbaarheid van planten te vergroten en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te beperken?
Antwoord 2
Het toepassen van biostimulanten kan een goede manier zijn om de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Om die reden zijn daarvoor ook acties opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming. Biostimulanten kunnen de groei van planten stimuleren, de nutriëntenopname bevorderen en de weerbaarheid van planten verhogen waardoor deze beter bestand zijn tegen abiotische stressfactoren.
Vraag 3
Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat onduidelijkheden in wetgeving en eventuele onnodige belemmeringen voor introductie van biostimulanten op de markt worden aangepakt?
Antwoord 3
Met de aanpassing van de Europese Meststoffenverordening (EU 2019/1009) zijn onduidelijkheden weggenomen en is bijvoorbeeld duidelijkheid gecreëerd over de afbakening met gewasbeschermingsmiddelen. Biostimulanten zijn momenteel niet gedefinieerd in de Nederlandse meststoffenregelgeving. Het is alleen mogelijk om producten als biostimulant op de markt te brengen onder de Europese Meststoffenverordening2. Inmiddels zijn diverse biostimulanten goedgekeurd en worden ze met een CE-label op de markt gebracht. Het is mijn inzet om de mogelijkheden voor biostimulanten onder Europese Meststoffenverordening (EU 2019/1009) te vergroten, en de groep van micro-organismen, die worden benoemd onder bijlage II van deze verordening uit te breiden.
Vraag 4 en 5
Wat is de stand van zaken van het toegezegde overleg met de sector over het proces om te zorgen voor uitbreiding van de Europese lijst van micro-organismen die kunnen worden gebruikt bij de productie van biostimulanten (CD Gewasbescherming, 20 oktober 2022)?3
Is de veronderstelling juist dat uitbreiding van de genoemde Europese lijst van micro-organismen waarschijnlijke enige jaren zal duren en derhalve geen oplossing is voor de korte termijn?
Antwoord 4 en 5
De Europese Commissie heeft in juni 2023 een oproep tot inschrijving gedaan voor een technische studie naar mogelijk nieuwe micro-organismen in bijlage II van de Europese Meststoffenverordening. Micro-organismen in deze bijlage kunnen gebruikt worden om microbiële plant biostimulanten te produceren. Het zal inderdaad enige tijd duren, voordat de in de studie benoemde micro-organismen kunnen worden opgenomen in de Europese Meststoffenverordening. Wanneer meer duidelijk wordt over de mogelijkheden van de opname van nieuwe micro-organismen in de Europese meststoffenwetgeving, ga ik in gesprek met de sector over de verdere stappen om de micro-organismen ook daadwerkelijk beschikbaar krijgen.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat een toetsingskader in enige vorm voor biostimulanten, die geen CE-markering hebben, kan bijdragen aan het verkrijgen van vertrouwen in biostimulanten?
Hoe kijkt u aan tegen de Vlaamse werkwijze waarbij onder voorwaarden ontheffingen worden afgegeven voor biostimulanten die (nog) geen CE-markering hebben, die aansluit bij optie 3c uit het onderzoek van de Wageningen University & Research en die door sectorpartijen wordt gewaardeerd? Neemt u deze aanpak in overweging?4, 5
Antwoord 6 en 7
Er is op dit moment geen nationaal toetsingskader, noch een uitvoerende instantie die biostimulanten kan toetsen. Bij een toekomstige aanpassing van de meststoffenregelgeving zal worden bekeken of en op welke wijze hiervoor kaders kunnen worden gesteld. Tot die tijd blijft de huidige situatie gehandhaafd, waarbij producten op de Nederlandse markt gebracht kunnen worden zonder nationale toetsing vooraf, tenzij het betreffende product als gewasbeschermingsmiddel wordt ingezet en hiervoor een nationale toelating nodig is.
Rijksoverheid, 1 maart 2023, «Advies vervolg Fonds Kleine Aanpassingen» (Advies vervolg Fonds Kleine Toepassingen | Rapport | rijksoverheid.nl).↩︎
Nieuwe mestproducten ontwikkelen (rvo.nl).↩︎
Kamerstuk 27 858, nr. 596.↩︎
Energie- en milieu-informatiesysteem (EMIS) voor het Vlaamse Gewest, 12 januari 2023, «koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 2004 tot vaststelling van de maatregelen met betrekking tot de officiële bemonstering van meststoffen, bodemverbeteraars en teeltsubstraten en het koninklijk besluit van 28 januari 2013 betreffende het in de handel brengen en het gebruiken van meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten» (https://emis.vito.be/nl/actuele-wetgeving/12-januari-2023-koninklijk-besluit-tot-wijziging-van-het-koninklijk-besluit-van-4).↩︎
Wageningen Universteit, februari 2022, «Opties voor opname van plantbiostimulanten in de Nederlandse Meststoffenwet» (Opties voor opname van plantbiostimulanten in de Nederlandse Meststoffenwet: WP-2 Implementatie van VO-EU 2019/1009 in de Meststoffenwet – Research@WUR).↩︎