[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 september 2023

Raad voor Concurrentievermogen

Brief regering

Nummer: 2023D41401, datum: 2023-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-30-587).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-587 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2023Z17004:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 587 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2023

Op 25 september 2023 vond de Raad voor Concurrentievermogen plaats in Brussel. Deze Raad stond in het teken van de interne markt en industrie. Met deze brief stuur ik u het verslag van de Raad, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens

Inleiding

De Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) van 25 september 2023 stond in het teken van de interne markt en industrie. Tijdens de Raad zijn er algemene oriëntaties aangenomen op de EU-wetgeving inzake ontwerpbescherming1 en het Euro 7 voorstel2. Tevens vond er een beleidsdebat plaats over de rol van de concurrentie-toets in de formulering van nieuwe wetsvoorstellen en kwam er een aantal diversenpunten aan bod waaronder Europese wetgeving inzake geneesmiddelen3 en het voorstel voor een Herziene Richtlijn Grotere rol voor de consument bij de groene transitie.4

EU-wetgeving inzake ontwerpbescherming

Algemene oriëntatie

Tijdens de Raad gaven alle lidstaten steun aan de algemene oriëntatie voor Europese wetgeving inzake ontwerpbescherming (Directive on the legal protection of designs (recast) en Proposal for a Regulation on Community designs) zoals voorgesteld door het Spaanse voorzitterschap. Het voorzitterschap benadrukte dat de wetgeving bijdraagt aan modellenwetgeving die past bij de digitale transitie en aan de financiële stabiliteit van de Europese intellectuele eigendomsorganisaties. Daarnaast gaf het voorzitterschap aan dat de reparatieclausule, die het intellectueel eigendom van onderdelen van complexe producten regelt, het belangrijkste onderdeel van het voorstel is.

De Europese Commissie (hierna: Commissie) gaf aan dat de herziene Europese wetgeving inzake ontwerpbescherming een technisch voorstel is dat aansluit bij verschillende voorstellen rond ontwerp en modellenbescherming. De Commissie onderstreepte dat ze streeft naar een voorstel dat zowel het Europees concurrentievermogen versterkt als consumentenbescherming waarborgt. De algemene oriëntatie van de Raad is volgens de Commissie een gebalanceerd voorstel, echter zijn er twee punten die de Commissie anders had willen zien: (i) geen verlaging van registratiekosten voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en (ii) vrijblijvende administratieve functies waardoor het mkb minder makkelijk toegang heeft tot bescherming. De Commissie had liever verplichte functies gezien. De Commissie zal het verlagen van administratieve lasten voor het mkb graag in de triloog willen bespreken.

Alle lidstaten verwelkomden de algemene oriëntatie, die ook door het kabinet wordt ondersteund. Een aantal lidstaten gaf aan tevreden te zijn met de goede balans in de verdeling van competenties tussen nationale en de Europese intellectuele eigendomsorganisaties, met name op het gebied van registratiekosten. Ook gaven lidstaten aan tevreden te zijn met een vermindering van administratieve lasten voor intellectuele eigendomsorganisaties. Ook het compromis op de reparatieclausule werd door verschillende lidstaten toegejuicht. Enkele lidstaten waren kritisch dat het compromis een afzwakking was van het oorspronkelijke voorstel en nu enkel om reparatieonderdelen gaat, terwijl zij graag een bredere reikwijdte voor de gehele circulaire economie hadden gezien. Ook over de lengte van de transitieperiode voor de inwerkingtreding van de reparatieclausule was een kleine groep lidstaten kritisch en pleitte voor een kortere periode. Daarentegen gaven andere lidstaten juist aan dat ze de lengte van de transitieperiode maar net konden aanvaarden.

Verordening aanscherping typegoedkeuring voor personenauto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen (Euro 7)

Algemene oriëntatie

Tijdens de Raad gaf een merendeel van de lidstaten hun steun aan de algemene oriëntatie voor een Verordening aanscherping typegoedkeuring voor personenauto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen (Euro 7) zoals voorgesteld door het Spaanse voorzitterschap. Deze norm reguleert non-CO2-emissies van wegvoertuigen, ter verbetering van de luchtkwaliteit. Hierbij worden ook fijnstofemissies door banden- en remslijtage in de toekomst beperkt. Het voorzitterschap benadrukte dat het voorstel voordelen heeft voor het milieu en volksgezondheid. Een groot deel van de Europese bevolking wordt nog steeds blootgesteld aan vervuiling die hoger ligt dan de grenswaarden voor luchtkwaliteit en het wegvervoer draagt daar voor een groot deel aan bij. Het voorzitterschap benadrukte ook, dat de voertuigproductie rendabel moet blijven en dat de industrie voor grote opgaven staat, zoals concurrentie van buiten Europa, het ontwikkelen van nul-emissie voertuigen en oplopende prijzen voor grondstoffen. Met die afweging is de compromistekst opgesteld, aldus het voorzitterschap.

De Europese Commissie sprak dank uit voor het werk van het voorzitterschap en gaf aan dat het initiële commissievoorstel al evenwichtig was, goed aansloot bij emissiewetgeving in China en de Verenigde Staten en niet voor te hoge kosten zou zorgen. De Commissie is blij met de consensus op het gebied van de eisen aan de batterijlevensduur en over de slijtage-emissies van banden en remmen. Ook is de Commissie positief over de verlenging van levensduureisen aan emissiebestrijdingssystemen en over het On-Board Monitoring-systeem, dat nog steeds deel uitmaakt van de tekst. Hiermee kunnen uitlaatemissies gedurende de levensduur van voertuigen gevolgd worden. De Commissie zegt toe de uitwerking van e-fuels5 verder uit te werken onder Euro 6/VI, waarna de tekst ook in Euro 7 overgenomen zal worden.

Het grootste deel van de lidstaten dat kon instemmen met de algemene oriëntatie waren veelal lidstaten met een auto- of autotoeleveringsindustrie. Deze lidstaten zijn tevreden dat de eisen voor personenauto’s en bestelwagens niet worden aangescherpt ten opzichte van Euro 6. Ook zijn deze lidstaten tevreden met de naar achter geschoven implementatiedata, met de redenering dat deze daarmee meer in lijn liggen met de overstap naar nul-emissie voertuigen.

Een kleine groep lidstaten, waaronder Nederland, liet weten teleurgesteld te zijn over de ambitie in de compromistekst en meldde dat dit een gemiste kans is om voertuigen voor de komende decennia schoner te maken. Ook vinden zij de naar achteren geschoven implementatiedata niet passen bij het lage ambitieniveau van het compromis. Nederland onthield zich samen met enkele andere lidstaten van stemming. Twee andere lidstaten stemden tegen het voorstel.

Interne markt en concurrentievermogen: de rol van de concurrentie-toets in de formulering van nieuwe wetsvoorstellen

Beleidsdebat

Het Spaanse voorzitterschap startte de discussie door te benadrukken dat het belang van een kwalitatief goed regelgevend kader essentieel is voor het behoud van het concurrentievermogen van de Europese Unie. In dit licht acht het voorzitterschap het uitvoeren van een concurrentie-toets tijdens het formuleren van nieuwe Europese wetsvoorstellen van groot belang. Volgens het voorzitterschap kunnen hierdoor mogelijke effecten van nieuwe wetgeving op zowel de kosten- en prijsconcurrentie, het internationale concurrentievermogen als de capaciteit voor innovatie in overweging worden genomen. Het voorzitterschap vroeg de lidstaten om tijdens het beleidsdebat dieper in te gaan op welke elementen een concurrentie-toets zou moeten bevatten, of de concurrentie-toets naast wetgevende voorstellen ook op actieplannen en strategieën van toepassing zou moeten zijn, en of een vergelijkbare toets in de lidstaten al wordt uitgevoerd en hoe de Raad betrokken kan blijven bij de uitvoering van deze concurrentie-toets.

Eurocommissaris Breton benadrukte dat de digitale en groene transities alleen kunnen plaatsvinden als er bij nieuwe wetgeving rekening wordt gehouden met de impact op het concurrentievermogen. Daarbij moet worden gekeken naar de effecten van wetgeving op kosten en prijs, het internationale concurrentievermogen en het mkb. De in de Staat van de Unie6 aangekondigde toekomstige Europese mkb-gezant zal direct aan de Commissie rapporteren over mogelijke negatieve gevolgen van nieuwe wetsvoorstellen op het mkb. Als laatste ziet de Commissie een belangrijke rol voor deze Raad waar het gaat om het monitoren van de concurrentie-toets en het verminderen van regeldruk in den brede.

Verschillende lidstaten benadrukten het belang van een holistische aanpak bij het uitvoeren van een concurrentie-toets. Zowel de impact op het mkb, innovatie als productiviteit moeten in een dergelijke toets worden meegenomen. Ook maken veel lidstaten zich zorgen over het cumulatieve effect van verschillende wetgevingsvoorstellen en zien deze lidstaten de concurrentie-toets als een kans om dit te adresseren. Het verminderen van regeldruk en administratieve lasten voor bedrijven staat voor veel lidstaten hoog op de agenda. Zo lieten verschillende lidstaten weten de 25% vermindering van rapportageverplichtingen, zoals aangekondigd in de Mededeling Langetermijn Concurrentievermogen7, te verwelkomen. Ook vinden verschillende lidstaten het belangrijk dat er meer aandacht uitgaat naar het reeds aangekondigde 1 in 1 out principe (ofwel dat er voor alle nieuwe regelgeving, ook regelgeving verdwijnt).

Over de vorm van de concurrentie-toets hadden lidstaten verschillende ideeën. Er waren enerzijds lidstaten die aangaven dat er een aparte concurrentie-toets, naast de reguliere impact assessment, moet komen die gericht is op het effect van wetgeving op het concurrentievermogen. Andere lidstaten, waaronder Nederland, legden juist meer nadruk op het belang van het systematisch uitvoeren van impact assessments. Sommige lidstaten gaven daarbij aan dat het impact assessment naast voor wetgevende voorstellen, ook voor niet-wetgevende voorstellen, zoals strategische actieplannen, handelsakkoorden en partnerschappen, moet worden uitgevoerd. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat de Raad voor Regelgevingstoetsing (Regulatory Scrutiny Board) een aanbeveling kan geven over de vraag of een impact assessment nodig is. Een enkele lidstaat stelde een ex-post of mid-term evaluatie van wetgevingsvoorstellen voor.

Het grootste deel van de lidstaten, waaronder Nederland, benoemde tijdens het debat dat deze Raad een belangrijke rol heeft bij het implementeren en monitoren van een concurrentie-toets. Daarbij benoemde een kleine groep lidstaten dat deze Raad een jaarlijkse «concurrentievermogen beoordeling» moet kunnen geven op basis van verschillende indicatoren, zoals de impact van wetgeving op het bedrijfsleven. Andere lidstaten pleitten voor een rol van het Europese Chief Economist netwerk en de Taskforce interne-markthandhaving (SMET). Als laatste gaf een aantal lidstaten aan dat het uitvoeren van een concurrentie-toets reeds gangbaar was in die lidstaten en dat zij bereid waren om zogenoemde best practices te delen.

De EU-wetgeving inzake geneesmiddelen vanuit het oogpunt van industrie en concurrentievermogen

Diversenpunt

Twee lidstaten riepen op om de herziening van de EU-wetgeving inzake geneesmiddelen, die in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken wordt behandeld, ook in deze Raad te bespreken, vanuit het perspectief van industriebeleid en concurrentievermogen. Dit leidde tot gemengde reacties onder lidstaten. Het Spaanse voorzitterschap zal zich op het voorstel van de twee lidstaten beraden.

Rapport van het Ibero-Amerikaans Forum van Gourvernementele Consumentenbescherming

Diversenpunt

Het Spaanse voorzitterschap informeerde over de bijeenkomst op 14 september jl. in Madrid, tussen de Commissie en het Ibero-American Forum of Governmental Protection Agencies. Het doel van deze bijeenkomst was het versterken van consumentenrechten en het versterken van de onderlinge relaties, met een specifieke focus op consumentenbescherming in de digitale wereld.

Richtlijn Grotere rol voor de consument bij de groene transitie

Diversenpunt

Met dit voorstel beoogt de Commissie consumenten beter in staat te stellen om weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen door hen te voorzien van betrouwbare productinformatie op het gebied van duurzaamheid, mogelijkheden tot reparatie en de beschikbaarheid van software-updates. De Commissie gaf aan tevreden te zijn met het bereikte principeakkoord in de Raad. Een enkele lidstaat gaf aan dat consumenten beter beschermd moeten worden tegen zaken als green washing en vervroegde veroudering.


  1. COM (2022) 667↩︎

  2. COM (2022) 586↩︎

  3. COM (2023) 193↩︎

  4. COM (2022) 143↩︎

  5. E-fuels zijn synthetische brandstoffen op basis van (hernieuwbare) elektriciteit.↩︎

  6. Toespraak over de Staat van de Unie van 2023 door voorzitter Von der Leyen, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/speech_23_4426↩︎

  7. COM (2023) 168↩︎