[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Van Baarle, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 21 september 2023, over het bericht ‘Muslim Rights Watch daagt de staat om terreurverdenking Tilburgse man’

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2023D41558, datum: 2023-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-819).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -819 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2023Z17051:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 819 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2023

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 21 september jl. (Handelingen II 2023/24, nr. 3, item 6) heeft uw Kamer gevraagd om een inhoudelijke reactie per brief naar aanleiding van het bericht «Muslim Rights Watch daagt de staat om terreurverdenking Tilburgse man» van 13 september jl. van de NOS. Met deze brief voldoen wij aan dit verzoek.

Over deze casus zijn eveneens drie sets schriftelijke vragen gesteld door leden van de fracties DENK, D66 en PvdA. De beantwoording van deze vragen hebben wij gelijktijdig met deze brief naar uw Kamer gestuurd (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nrs. 199 t/m 201).

De zaak van betrokkene is op dit moment onder de rechter. Bovendien zijn wij gebonden aan onder andere de AVG rondom individuele casuïstiek. Wij moeten daarom – zoals gebruikelijk – terughoudend zijn in onze beantwoording over de concrete casus.

Wel kunnen wij melden dat in algemene zin geldt dat Nederland geen toegang heeft tot informatie die ten grondslag ligt aan beslissingen van Spaanse autoriteiten en dat de Nederlandse Staat zich niet kan mengen in de Spaanse rechtsgang.

Voor wat betreft het al dan niet delen van informatie met Spaanse autoriteiten heeft het openbaar ministerie desgevraagd laten weten dat, zoals reeds bekend, het openbaar ministerie betrokkene niet verdenkt of heeft verdacht van enig strafbaar feit en dat betrokkene niet strafrechtelijk gesignaleerd staat of heeft gestaan. Het openbaar ministerie heeft de informatie met betrekking tot de signalering eerder al gedeeld met de advocaat van betrokkene.

Ook de Nederlandse Politie heeft desgevraagd laten weten dat zij van de Spaanse autoriteiten hebben vernomen dat betrokkene niet is aangehouden op grond van informatie van de Nederlandse politie.

Betrokkene is evenmin gesignaleerd door andere Nederlandse overheidsinstanties.

Tijdens zijn detentie heeft betrokkene consulaire bijstand ontvangen van de Nederlandse ambassade in Madrid. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan enkel consulaire bijstand verlenen en verder geen juridische adviezen verstrekken, anders dan een verwijzing naar lokale juridische rechtsbijstand. De ambassade heeft betrokkene en zijn familie gewezen op de mogelijkheid om een Nederlandse advocaat in Spanje in te schakelen en er is contact gezocht met de Spaanse advocaat van betrokkene. Daarnaast is betrokkene door twee medewerkers van de Nederlandse ambassade in Madrid en de Honorair Consul van Valencia bezocht. Op 19 september jl. is betrokkene door de Spaanse autoriteiten uitgezet en teruggekeerd in Nederland.

Het kort geding van betrokkene en de Stichting Muslim Right Watch Nederland tegen de Staat zou op 20 september jl. dienen. Eisers hebben de voorzieningenrechter echter voorafgaand aan de zitting gewraakt voordat de zaak inhoudelijk behandeld kon worden. De wrakingskamer van de rechtbank zal zich nu eerst over het wrakingsverzoek moeten buigen. Na de beslissing van de wrakingskamer zal de rechtbank een nieuwe datum voor de inhoudelijke behandeling van het kort geding bepalen.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot