Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 11 oktober 2023)
Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 en de Tunnelwet Westerschelde in verband met de implementatie van de herziene Eurovignetrichtlijn
Eindtekst
Nummer: 2023D42139, datum: 2023-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2023Z12056:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-28 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-05 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-11 12:00: Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 en de Tunnelwet Westerschelde in verband met de implementatie van de herziene Eurovignetrichtlijn (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-11 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-12 13:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-19 10:15: Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding in verband met de implementatie van de herziene Eurovignetrichtlijn (Kamerstuk 36384) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 11 oktober 2023) | |
36 384 | Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 en de Tunnelwet Westerschelde in verband met de implementatie van de herziene Eurovignetrichtlijn |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in enkele bepalingen in de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 en de Tunnelwet Westerschelde wijzigingen aan te brengen in verband met de implementatie van de herziene Eurovignetrichtlijn;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I (WIJZIGING VAN DE WET TIJDELIJKE TOLHEFFING BLANKENBURGVERBINDING EN VIA15)
De Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbepaling âeuro-emissieklasseâ komt te vervallen.
2. In de alfabetische volgorde wordt ingevoegd:
Richtlijn 99/62/EG: Richtlijn 99/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187).
B
In artikel 4a, eerste lid, wordt âop of aan de wegâ vervangen door âop of aan het wegvak bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder aâ.
C
Artikel 5, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdeel c naar onderdeel b.
2. In onderdeel b (nieuw) wordt na âhet toltarief plaatsvindtâ ingevoegd âonder de voorwaarden als bedoeld in artikel 7 decies, leden 2 en 2bis, van Richtlijn 99/62/EGâ.
D
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, wordt âontheffingâ vervangen door âbij uitzondering een vrijstellingâ.
2. Het vijfde lid vervalt onder vernummering van het zesde lid tot het vijfde lid.
E
In artikel 7 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een nieuw derde lid ingevoegd luidende:
3. De Minister maakt bij het heffen van het toltarief geen direct of indirect onderscheid als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van richtlijn 99/62/EG op grond van de nationaliteit van de weggebruiker, de lidstaat of het derde land waar de vervoerder gevestigd is, de lidstaat of het derde land waar het voertuig geregistreerd is, of de herkomst of de bestemming van het vervoer.
F
Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij ministeriële regeling kan, in afwijking van artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht, een termijn worden gesteld waarbinnen de houder, bedoeld in artikel 7, eerste lid, na aanmaning dient te betalen.
G
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid, onderdeel b, sub 4, komt te luiden:
4â°. gedurende een termijn van vijf jaar, voor zover van toepassing, nadat de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onherroepelijk is en is betaald, of indien de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 12, eerste lid, is vernietigd; of.
2. In het vijfde lid, wordt âartikel 6, eerste of tweede lidâ vervangen door âartikel 6, eerste, tweede of derde lidâ en wordt âartikel 6, derde of vierde lidâ vervangen door âartikel 6, vierde lidâ.
3. In het achtste lid wordt âkrachtens het tweede lidâ vervangen door âkrachtens het eerste lidâ.
H
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt âin afwijking van de termijn, bedoeld in artikel 12, tweede lidâ vervangen door âin afwijking van de termijn, bedoeld in artikel 12, derde lidâ.
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien in afwijking van het vierde lid de bestuurlijke boete niet onmiddellijk is betaald, is enkel na het verstrijken van twee weken nadat de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden, artikel 12, vierde tot en met achtste lid, van toepassing.
3. In het achtste lid wordt âWordt het beroep gegrond verklaardâ vervangen door âWordt het bezwaar of beroep gegrond verklaardâ.
ARTIKEL II (WIJZIGING VAN DE TUNNELWET WESTERSCHELDE)
De Tunnelwet Westerschelde wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de begripsbepaling voor âOnze Ministerâ te luiden:
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
B
In artikel 3, vierde lid, wordt âde minister van Verkeer en Waterstaatâ vervangen door âde Minister van Infrastructuur en Waterstaatâ.
C
In artikel 4 wordt na het tweede lid een derde lid toegevoegd luidende:
3. De exploitant benadeelt niet-reguliere gebruikers van de tunnel niet op ongerechtvaardigde wijze bij de toepassing van het eerste en tweede lid.
D
In artikel 5 wordt na het derde lid een vierde lid toegevoegd luidende:
4. De exploitant maakt bij het heffen van het toltarief geen direct of indirect onderscheid als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van Richtlijn 99/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187) op grond van de nationaliteit van de weggebruiker, de lidstaat of het derde land waar de vervoerder gevestigd is, de lidstaat of het derde land waar het voertuig geregistreerd is, of de herkomst of de bestemming van het vervoer.
ARTIKEL III (INWERKINGTREDING)
Deze wet treedt in werking met ingang van 25 maart 2024. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 24 maart 2024, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,