[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Monitoringsrapportage vijf Rijkswaterstaatswerken waarin thermisch gereinigde grond is toegepast

Bodembeleid

Brief regering

Nummer: 2023D42535, datum: 2023-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30015-117).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30015 -117 Bodembeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z17550:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

30 015 Bodembeleid

27 625 Waterbeleid

Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2023

In 2017 werd bekend dat toegepaste Thermisch Gereinigde Grond (TGG) door het reinigingsproces andere eigenschappen heeft dan de grond die bij normale ontgravingen vrijkomt. Dat maakt dat zware metalen en sommige zouten in hogere concentraties kunnen uitspoelen dan eerder werd verwacht. Als beheerder heeft de dienst Rijkswaterstaat een zorgplicht. Om die reden is eerder de actie uitgevoerd om te inventariseren waar in het verleden TGG is toegepast in werken1. De geïnventariseerde werken zijn gerankt naar de kans op een mogelijk effect door een combinatie van ligging en bijvoorbeeld de nabijheid van grondwater. Bij de 5 werken waar deze kans het grootst werd beoordeeld is daarom in 2020 besloten om bij die werken, de grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit in de nabije omgeving te monitoren als onderdeel van de zorgplicht.

Het betreft de werken:

1. A4 Omlegging Steenbergen, deellocaties Zeelandweg-Oost en Triangel;

2. A5 Westrandweg Amsterdam, deellocaties vak E en C;

3. De Kleine Zaag, Krimpen a/d Lek;

4. A2 Rondweg Den Bosch;

5. A7 Hoorn afrit 9.

Bij de twee grote werken A4 omlegging Steenbergen en A5 Westrandweg Amsterdam zijn op twee verschillende plekken monitoringsmeetnetten aangelegd. Daarmee zijn in totaal zeven monitoringsmeetnetten opgezet.

Bevindingen van de monitoring

Bij de vijf werken is een jaar lang elk kwartaal het grondwater en oppervlaktewater bemonsterd en geanalyseerd op TGG relevante stoffen. Daarbij is vooral gelet op de aanwezigheid en spreiding van de stof bromide omdat deze een indicator is voor verspreiding van stoffen uit de toegepaste TGG. Er is gekeken naar de mate van invloed van de TGG op de omgeving op basis van de gemeten veldparameters, concentraties en stoffen.

Ter plaatse van twee meetnetten, de A5 Vak C en A2 rondweg Den Bosch, is geen invloed naar de omgeving aangetoond. Uit de meetresultaten van de monitoring van de andere vijf meetnetten volgt het beeld dat er indicaties zijn voor verspreiding naar de omgeving. Er zijn plaatselijk wel interventiewaarde overschrijdingen maar het is niet aannemelijk dat deze te herleiden zijn aan de toepassing met TGG. Ook is het niet aantoonbaar dat de overschrijdingen van streefwaarden veroorzaakt worden door de TGG-toepassing.

Vervolg van de monitoring om het beeld beter vast te stellen

Zorgvuldigheid en betrouwbaarheid zijn belangrijk bij de vorming van een beeld over de mogelijke effecten van de TGG. De huidige bevindingen zijn gebaseerd op een jaar monitoring bestaande uit vier meetrondes. Rijkswaterstaat heeft een review laten uitvoeren op de monitoringsrapportage. De bevindingen en adviezen van het review-team gebruikt Rijkswaterstaat om aanvullend door te gaan met het monitoren en daarbij de dataset uit te breiden. Het doel van het vervolgonderzoek is te komen tot een betrouwbaardere beoordeling van het beeld dat nu is verkregen en daarmee van de mate van invloed van de TGG naar de omgeving.

De vervolgmonitoring wordt in de periode zomer 2023 tot eind 2025 in drie stappen uitgevoerd. Er wordt een nadere uitwerking gemaakt voor de geohydrologische situatie en bepaling van eventuele kwetsbare objecten/functies ter plaatste van de werken ter voorbereiding van het vervolgonderzoek. De meetnetten worden indien nodig geoptimaliseerd waarna de monitoring wordt uitgevoerd. Medio 2025 zal een eindrapportage worden opgesteld.

Rijkswaterstaat deelt de kennis uit de monitoringsrapportage en het vervolg van de monitoring met de bestuurlijke omgevingspartners.

Over de voortgang van het vervolgonderzoek wordt uw Kamer geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen


  1. Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 495↩︎