Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over het schrijnende bericht van een jeugdzorginstelling
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D42767, datum: 2023-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-247).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2023Z14401:
- Gericht aan: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
247
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het schrijnende bericht van een jeugdzorginstelling (ingezonden 30 augustus 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 24.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het geheime onderzoeksrapport over jeugdzorginstelling Woodbrookers waarin ernstige misstanden zijn blootgelegd?1 Zo ja, kunt u toelichten welke stappen er zijn genomen naar aanleiding van dit rapport en kunt u dit onderzoeksrapport met de Kamer delen?
Antwoord 1
De instelling Woodbrookers is de accommodatie voor gesloten jeugdhulp van Jeugdhulp Friesland. Deze aanbieder heeft in opdracht van de IGJ het onderzoeksrapport laten opstellen waarover de artikelen gaan. Aanleiding daarvoor was de melding van een calamiteit bij de IGJ. Jeugdhulp Friesland heeft het rapport toegezonden aan de IGJ. Een dergelijk onderzoek in opdracht van de IGJ wordt in beginsel nooit openbaar gemaakt. Het rapport bevat gegevens die herleidbaar zijn naar personen en kan om die reden in principe niet openbaar verstrekt worden. Inmiddels heeft Jeugdhulp Friesland het rapport geanonimiseerd toch op de eigen website geplaatst vanwege de ontstane publiciteit. De rechter heeft in kort geding daarmee ingestemd omdat de ouders zelf de publiciteit hadden gezocht.
Op basis van het onderzoeksrapport heeft Jeugdhulp Friesland een verbeterplan gemaakt. De IGJ volgt de voortgang van de implementatie van dat verbeterplan. Gelet op de actuele situatie heeft de IGJ besloten het reeds geplande toezicht naar de ombouw van de gesloten jeugdhulp vervroegd uit te voeren. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten om uiterlijk op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm. Enerzijds is dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen) zoals die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij nodig hebben.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van andere onderzoeksrapporten over jeugdinstellingen waarin misstanden worden blootgelegd? Zo ja, kunt u deze met de Kamer delen en voorzien van uw reactie?
Antwoord 2
Nee. Wel weet ik door onder andere het rapport van de commissie De Winter dat ook in de gesloten jeugdhulp zich misstanden hebben voorgedaan.2 De transformatie van de gesloten jeugdhulp naar kleinschaligheid en minder gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen moet leiden tot een veiliger leefklimaat. De IGJ houdt toezicht op deze transformatie. Vanaf eind september bezoekt de IGJ alle gesloten jeugdhulpinstellingen in het kader van haar toezicht op de ombouw van de gesloten jeugdhulp, waaronder Woodbrookers. Gelet op de actuele situatie heeft op verzoek van de zorgaanbieder de IGJ besloten het reeds geplande toezicht naar de ombouw van de gesloten jeugdhulp vervroegd uit te voeren.
Vraag 3
Klopt het dat pijnprikkels, als methode om jongeren te begrenzen, werden ingezet in Woodbrookers? Zo ja, welke maatregelen worden genomen om deze verouderde en ongepaste methode overal uit te bannen?
Antwoord 3
Jeugdhulp Friesland ontkent dat pijnprikkels worden ingezet om jongeren te begrenzen. In noodsituaties kunnen jeugdigen worden vastgepakt als de veiligheid van de jeugdige zelf, groepsgenoten of medewerkers in het geding is. Daarbij komt het soms voor dat, wanneer de jongere zich hevig verzet, dit vastpakken de jeugdige pijn doet. Het gaat dan niet om het toedienen van een pijnprikkel, maar om pijn als gevolg van een escalatie waarbij medewerkers een jongere moet vastpakken. De instelling maakt gebruik van fysiek mentale weerbaarheidstraining en traint medewerkers hierin. Het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) accrediteert deze training. Uitgangspunt van deze methode is de- escalerend te werk gaan.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat de uitspraak in het artikel «toch wordt een jongere als ze agressief wordt niet alleen vastgepakt en naar de grond gewerkt, maar ook met toediening van een pijnprikkel naar haar kamer of een «time-out ruimte» gebracht. Daar wordt ze in eenzaamheid opgesloten» volkomen onacceptabel is en nooit mag voorkomen?
Antwoord 4
Wanneer een jeugdige op basis van een machtiging gesloten jeugdhulp is opgenomen in een gesloten accommodatie mag de instelling waar de jeugdige geplaatst is de vrijheidsbeperkende maatregelen vastpakken en tijdelijk afzonderen toepassen, maar uitsluitend indien dat noodzakelijk is. Het daarbij toedienen van pijnprikkels is niet toegestaan. Zoals uit het antwoord op de vorige vraag blijkt stelt Jeugdhulp Friesland dat wat in citaat staat niet gebeurd is.
Naar verwachting treedt op 1 januari 2024 de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp in werking. Die wet wijzigt de Jeugdwet en stelt strengere eisen en voorwaarden aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Ook met de wetswijziging wordt het toedienen van pijnprikkels als vrijheidsbeperkende maatregel niet toegestaan.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat er meer moet worden gekeken naar de behoeften van de desbetreffende jongeren, aangezien in dit rapport wordt gesteld dat er bij jongeren die binnenkomen niet goed wordt gekeken waar hun problemen vandaan komen maar dat er wel wordt gewerkt aan het aanpakken van problematisch gedrag?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
In hoeverre is de veiligheid van de jongeren in Woodbrookers gegarandeerd? Hoe kan het dat buurtbewoners zich onveilig voelden en zelfs overlast, vernielingen en geweld hebben ervaren? Welke maatregelen zijn genomen om de veiligheid in en rondom de instelling te waarborgen?
Antwoord 6
Op basis van de aanbevelingen van het onderzoeksrapport heeft Jeugdhulp Friesland een verbeterplan opgesteld en het aantal plekken op de locatie verlaagd. Ook is de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen teruggedrongen, onder meer door het sluiten van de time-out ruimtes. Verder is er inmiddels regelmatig contact van de instelling met buurtbewoners om eventuele vragen of klachten tijdig te signaleren en op te pakken. Hierdoor is de situatie voor zowel de jongeren en medewerkers op Woodbrookers als de buurtbewoners verbeterd. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten om uiterlijk op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm. Enerzijds is dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen) zoals die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij nodig hebben
Vraag 7
Een docent en onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) die zelf ook kinderrechter is, stelt dat hier fundamentele rechten van ouders en kinderen zijn geschonden, hoe kijkt u hiernaar?
Antwoord 7
Op grond van (internationale) bepalingen die zijn neergelegd in de Grondwet, het Internationaal Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke rechten en het Europees verdrag inzake de Rechten van de Mensen zijn beperkingen van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van het lichaam, alsmede het beperken van verplaatsings- of bewegingsvrijheid alleen toegestaan voor zover dit bij de wet is voorzien, een geoorloofd legitiem doel dient en noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Het in het kader van jeugdhulp toepassen van maatregelen die een beperking vormen van het recht op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de onaantastbaarheid van het lichaam, of het beperken van de verplaatsings- of bewegingsvrijheid is daarom ook alleen toegestaan als de rechter een (voorwaardelijke) machtiging voor gesloten jeugdhulp heeft verleend. Bovendien moet altijd worden voldaan aan alle onderdelen van hoofdstuk 6 van de Jeugdwet, waarin is geregeld wat is toegestaan in de gesloten jeugdhulp. De in het hoofdstuk limitatief benoemde maatregelen mogen uitsluitend worden toegepast als dat noodzakelijk is teneinde de met de jeugdhulp beoogde doelen te bereiken of als dat noodzakelijk is voor de veiligheid of gezondheid van de jeugdige of anderen. Ook moet de beperking telkens worden afgewogen tegen het met die vrijheidsbeperking te dienen belang en moet worden vastgesteld of het doel van de vrijheidsbeperkende maatregelen in redelijkheid niet op een andere, voor de jeugdige minder ingrijpende wijze kan worden behaald.
Indien vrijheidsbeperkende maatregelen niet op deze wijze worden toegepast (wordt niet voldaan aan de Jeugdwet en) kan dit leiden tot schending van bovengenoemde rechten.
Vraag 8
Worden de meldingsplicht en protocollen met betrekking tot calamiteiten en incidenten in jeugdzorginstellingen voldoende nageleefd? Hoe kan het dat er in Woodbrookers geen melding werd gemaakt van ernstige incidenten en seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Antwoord 8
Zorgaanbieders zijn wettelijk verplicht conform de Jeugdwet bij de inspectie te melden. Als blijkt dat een zorgaanbieder een wettelijk verplichte melding niet heeft gedaan, bijvoorbeeld doordat een signaal of melding via een andere melder (bijvoorbeeld familielid of zorgverlener) bij de IGJ terechtkomt, dan spreekt de IGJ de zorgaanbieder hierop aan en kan alsnog het reguliere toezicht in gang gezet worden. De signalen of meldingen via een andere melder geven geen aanleiding om te veronderstellen dat jeugdzorginstellingen de meldingsplicht onvoldoende naleven.
Jeugdhulp Friesland heeft zelf verklaard dat medewerkers dit wel degelijk wisten, maar als gevolg van de afwikkeling van het incident over het hoofd hebben gezien dat dit nog gemeld moest worden. Toen ontdekt werd dat dit incident niet was gemeld is het overigens alsnog gemeld. Het beeld dat Woodbrookers geen melding heeft gemaakt van ernstige incidenten herkent de IGJ niet. De IGJ heeft geregeld contact met jeugdzorginstelling Jeugdhulp Friesland (locatie Woodbrookers). Dit is onderdeel van het reguliere toezicht. Vanaf eind september bezoekt de IGJ alle gesloten jeugdhulpinstellingen in het kader van haar toezicht op de ombouw van de gesloten jeugdhulp, waaronder Woodbrookers. Gelet op de actuele situatie heeft op verzoek van de zorgaanbieder de IGJ besloten het reeds geplande toezicht naar de ombouw van de gesloten jeugdhulp vervroegd uit te voeren.
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden? Kunt u inzicht geven in mogelijke andere onderzoeksrapporten waarin misstanden worden blootgelegd?
Antwoord 9
Helaas heeft de beantwoording van deze en andere vragen naar aanleiding van de berichtgeving over de Woodbrookers meer tijd gevraagd.
Dat inzicht kan ik niet geven omdat ik niet beschik over andere rapporten waarin misstanden worden blootgelegd.