Motie van het lid Inge van Dijk over het Nationaal Verenigings Onderzoek eenmalig verbreden naar gemeenteniveau
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Motie
Nummer: 2023D43293, datum: 2023-10-19, bijgewerkt: 2024-08-20 16:55, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VII-66).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VII-66 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2023Z17926:
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-10-19 15:35: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (36410-VII) voor het jaar 2024 - Overige beleidsartikelen (inclusief gemeentefonds (36410-B) en provinciefonds (36410-C) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-10-24 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Nr. 66 MOTIE VAN HET LID INGE VAN DIJK
Voorgesteld 19 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat afgelopen jaar voor de derde maal het Nationaal Verenigings Onderzoek is uitgevoerd door een samenwerking van het Instituut voor Verenigingen, Branches en Beroepen en De Nederlandse Associatie (vereniging van verenigingen);
constaterende dat deze cijfers op regionaal niveau zowel kwantitatief als kwalitatief nader onderzocht zijn bij de verenigingen die onder druk staan en dat het beeld forse verschillen laat zien door heel Nederland;
overwegende dat inzicht op lokaal niveau én meer inzicht gaat geven in de problematiek én ook gemeenten een handvat biedt om hun verenigingsleven gericht te ondersteunen;
overwegende dat voor het komende vierde onderzoek, waar de basis al voor is gelegd, enkele vragen toegevoegd zouden kunnen worden op basis waarvan we wel op gemeenteniveau vragen kunnen beantwoorden;
verzoekt de regering in gesprek te gaan met deze samenwerking om eenmalig dit onderzoek te verbreden naar gemeenteniveau en na te denken hoe ze daarin te faciliteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Inge van Dijk