Amendement van het lid Erkens c.s. over het in stand houden van de accijnskorting op benzine, diesel en LPG
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Amendement
Nummer: 2023D43544, datum: 2023-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36418-42).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
- Mede ondertekenaar: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid (Ooit Fractie Den Haan kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: A.P.C. (Tony) van Dijck, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van kamerstukdossier 36418 -42 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024).
Onderdeel van zaak 2023Z18022:
- Indiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.P.C. (Tony) van Dijck, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Nr. 42 AMENDEMENT VAN HET LID ERKENS C.S.
Ontvangen 20 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel XXXII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
G
In het met artikel XLV, onderdeel A, voorgestelde artikel Vb, aanhef, wordt «2024» vervangen door «2025».
II
Na artikel XXXIX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXXIXa
Artikel 27a van de Wet op de accijns vindt bij het begin van het kalenderjaar 2024 geen toepassing op de bedragen, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel a, tweede bedrag, onderdeel b, tweede bedrag, en onderdeel d, van die wet.
Toelichting
Steeds meer mensen hebben moeite om rond te kunnen komen. Of ze redden het nu nog net wel, maar maken zich zorgen over of dat in de toekomst ook nog steeds lukt. Dat geldt ook voor veel mensen die afhankelijk zijn van de auto. Bijvoorbeeld om op hun werk te komen, naar vrienden en familie toe te rijden of om mantelzorg te verlenen. De benzineprijzen zijn op dit moment op het hoogste niveau in ruim een jaar tijd en ook de kerninflatie lag in september 2023 volgens het CBS op 5,5%. De geplande accijnsverhoging van 1 januari 2024 zet de betaalbaarheid van vaste uitgaven voor veel gezinnen verder onder druk. Daarom stellen de indieners van dit amendement voor om deze accijnsverhoging voor benzine, diesel en LPG in 2024 niet door te laten gaan.
Bij ongewijzigd beleid had deze voorgenomen accijnsverhoging ertoe geleid dat 1 liter benzine met bijna 21 eurocent extra belast zou worden. Voor 1 liter diesel zou dan ruim 13 cent extra aan belasting geheven worden aan de pomp. De verwachting is dat deze accijnsverhoging tot een aanzienlijke en ongewenste toename van grenseffecten zou leiden. Nederland heeft nu al de hoogste accijnstarieven van de ons omliggende landen. Op basis van de meest actuele tarieven zou het belastingverschil met België bij ongewijzigd beleid in 2024 opgelopen zijn tot 36 cent per liter benzine en het verschil met Duitsland tot 31 cent per liter. Onderzoek naar de effecten van de eerdere accijnskorting toont bovendien aan dat deze accijnsverlaging wordt doorberekend aan de consument. Bovendien blijkt uit dit onderzoek niet dat de accijnsverlaging heeft geleid tot hogere winsten van de sector.
Met dit amendement wordt daarom deze prijsstijging voorkomen. De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt met dit amendement één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd. Hiermee is een bedrag van 1.211 miljoen euro gemoeid (prijzen 2023).
Ter dekking stellen de indieners voor om nog niet-bestemde middelen uit het Nationaal Groeifonds aan te wenden. Hierbij is beoogd de dekking te halen uit de niet-juridisch verplichte en niet reeds voor projecten gereserveerde middelen, gelijkmatig verdeeld over art. 1 en art. 2 van de NGF-begroting middels een kasschuif uit het boekjaar 2028. Vanwege deze kasschuif verslechtert het EMU-saldo in 2024 en verbetert het EMU-saldo in 2028. De indieners achten dit desalniettemin verantwoord, omdat het CPB voor 2024 een EMU-saldo van –2,4% raamt, terwijl het EMU-saldo in 2028 op -3,6% wordt geraamd. Indien er in 2024 onderuitputting blijkt op de betreffende artikelen in het NGF, kan deze onderuitputting bij suppletoire begroting verrekend worden met de kasschuif vanuit 2028 om het saldo in 2024 minder te belasten. Doordat de dekking van dit amendement in een ander boekjaar plaatsvindt, volstaat een enkel amendement op het Belastingplan 2024 met verwijzing naar de budgettaire reeks waar deze uit wordt gedekt en volgt hierbij geen separaat dekkingsamendement op de NGF-begroting.
Erkens
Tony van Dijck
Alkaya
Stoffer
Van Haga
Den Haan