Amendement van de leden van Raan en Van Esch over het uitzonderen van havermelk van de verbruiksbelasting voor alcoholvrije dranken
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Amendement
Nummer: 2023D43825, datum: 2023-10-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36418-50).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M. van Esch, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36418 -50 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024).
Onderdeel van zaak 2023Z18130:
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-10-26 00:20: Einde vergadering: STEMMINGEN (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Nr. 50 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN RAAN EN VAN ESCH
Ontvangen 24 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel XXVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel XXVIA
In de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken komt artikel 9, derde lid, onderdeel b, te luiden:
b. de uit een plant of peulvrucht dan wel uit granen, noten of zaden bereide drank, waarbij die drank voldoet aan de volgende kenmerken:
1°. een ingrediënt als bedoeld in de aanhef is voor ten minste 2% in de drank aanwezig;
2°. de drank bevat een kwantitatieve opgave als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1990/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304) van het ingrediënt;
3°. de drank is niet koolzuurhoudend.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken niet langer van toepassing is op plantaardige alternatieven voor melk, zoals haverdranken en notendranken. Per 1 januari 2024 wordt de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken met 196% verhoogd. Deze belastingverhoging dient een budgettair doel. Toch wordt met het uitzonderen van mineraalwater al een eerste voorzet gedaan om deze belasting te gebruiken als suikertaks. Ook liggen er plannen om een gedifferentieerde verbruiksbelasting als suikertaks te gebruiken per 2026. Tot die tijd is de huidige reikwijdte van de belasting onlogisch. Zo zijn melk en sojadranken uitgezonderd van deze belasting, ongeacht de hoeveelheid suiker die het product bevat, terwijl andere plantaardige dranken, zoals havermelk, wel worden belast, ook als deze suikervrij zijn. In de praktijk leidt dit er toe dat bijvoorbeeld chocolademelk is vrijgesteld van deze belasting, in tegenstelling tot suikervrije haverdrank. De indieners zijn van mening dat deze belasting het beste gaat werken als je meer belasting heft op dranken met veel suiker. Hoe mee suiker, hoe meer belasting er betaald moet worden.
De indieners pogen met dit amendement de reikwijdte van de belasting logischer te maken door alle plantaardige melkdranken, net zoals melk en sojamelk uit te zonderen van deze belasting. De huidige reikwijdte van de belasting werkt daarnaast de eigen kabinetsdoelen op het gebied van de Nationale Eiwitstrategie (NES) tegen. Dit amendement draagt hiermee bij aan de doelstellingen van de NES. Ook wordt de innovatie en productontwikkeling van plantaardige melkdranken gestimuleerd, aangezien nieuwe plantaardige melkdranken dan niet meer zwaarder worden belast dan melk of sojadranken.
Als technische omschrijving is voor dit amendement gekozen voor dranken die zijn bereid uit een plant of peulvrucht dan wel uit granen, noten of zaden en die voldoen aan een drietal voorwaarden. Ten eerste dient de drank voor ten minste 2% te bestaan uit de uit een plant of peulvrucht dan wel uit granen, noten of zaden bereide drank. Ten tweede dient de hoeveelheid van het bij de bereiding van de drank gebruikte ingrediënt dat bestaat uit de uit een plant of peulvrucht dan wel uit granen, noten of zaden bereide drank, op het etiket te zijn aangeduid. Ten derde mag de drank niet koolzuurhoudend zijn. Voor dranken die aan deze vereisten voldoen, is geen verbruiksbelasting verschuldigd. Omdat in ieder geval de uit soja bereide dranken met een vetgehalte en een eiwitgehalte die vergelijkbaar zijn met het vetgehalte en het eiwitgehalte van melk aan deze voorwaarden voldoen, komt het huidige artikel 9, derde lid, onderdeel b van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (waarin sojadranken op dit moment worden uitgezonderd van de verbruiksbelasting), te vervallen.
Het budgettaire beslag van de maatregel is € 8 miljoen per jaar. Dekking hiervoor wordt gevonden in het afschaffen van de vrijstelling voor duaal verbruik en non-energetisch gebruik van kolen (zie amendement bij wetsvoorstel 36 432).
Van Raan
Van Esch