Reactie op de motie van het lid Krul over het wettelijk vastleggen van analyse en weging van de lasten en lusten van nieuwe luchthavenbesluiten (Kamerstuk 31936-1106)
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D43926, datum: 2023-10-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-1118).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -1118 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z18177:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-20 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-12-21 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2023
Bij het ordedebat van 3 oktober jl. heeft het lid Krul verzocht om een reactie van het kabinet over de wijze waarop de aangenomen motie over het wettelijk vastleggen van analyse en weging van de lasten en lusten van nieuwe luchthavenbesluiten1 wordt uitgevoerd (Handelingen II 2023/24, nr. 7, Stemmingen). Deze brief gaat in op het verzoek.
Met de motie van het lid Krul verzoekt de Kamer het kabinet een wettelijke verplichting uit te werken om bij elk nieuw luchthavenbesluit vooraf de economische waarde af te wegen ten opzichte van de impact op mens, milieu, leefbaarheid, samenleving en de brede welvaart.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal juridisch bezien op welke manier een dergelijke verplichting vastgelegd kan worden. Dat is niet op voorhand duidelijk, daarom worden de mogelijkheden verkend. Over de uitkomsten wordt de Kamer geïnformeerd, naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Kamerstuk 31 936, nr. 1106.↩︎