[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de Negende Voortgangsrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer over de eerste helft van 2023 (Kamerstuk 32404-119)

Programma hoogfrequent spoorvervoer

Lijst van vragen

Nummer: 2023D44278, datum: 2023-10-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D44278).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z16796:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D44278 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de Negende Voortgangsrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer over de eerste helft van 2023 (Kamerstuk 32 404, nr. 119).

De voorzitter van de commissie,

Tjeerd de Groot

De adjunct-griffier van de commissie,

Wiendels

Nr Vraag
1 Kunt u toelichten hoe is aangetoond dat de mogelijkheid voor treinen om elkaar korter op te volgen, een situatie die nu geschapen is ten behoeve van Amsterdam Centraal station, even veilig is als de huidige praktijk? Wat is de relatie met het grote project European Rail Traffic Management System (ERTMS) en welke kansen biedt dit korter opvolgen op de rest van het Nederlandse spoornet?
2 Wat betekent de tijdelijke oplossing voor de overweg Beverwijkerstraatweg voor de reiziger? Wat is er nog nodig om een definitieve oplossing voor dit knelpunt te realiseren?
3 Welke impact hebben de recente reizigersaantallen op het toekomstbeeld en de vervolgaanpak voor de verschillende onderdelen van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)?
4 Op welke trajecten verwacht u dat extra infrastructuur gereedkomt, maar vervolgens niet direct volledig wordt benut?
5 Klopt het beeld dat de inschatting van exogene risico´s beperkt is toegenomen, terwijl toekomstige prijsstijgingen hierin meegerekend worden en de prijsstijging in afgelopen periode fors was? Met welke stijging houdt u rekening?
6 Is de noodzaak om kwartsloze ballast te gaan gebruiken meegenomen in de risicoinschattingen voor PHS?
7 Wat zijn de gevolgen van het feit dat de afronding van het programma verschuift naar 2031, met name financieel, qua bemensing, aansturing en verantwoording?
8 Hoe gaat u de Kamer betrekken als moeilijke keuzes nodig zijn, gezien de door u benoemde zeer beperkte mogelijkheden om binnen het Mobiliteitsfonds verdere risico’s op te vangen?
9 In hoeverre is er ruimte in de planning om moeilijke keuzes aan het volgende kabinet over te laten en wat zijn hiervan de risico’s?
10 Bent u bereid de rapporteur PHS van de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat te betrekken bij de nieuwe opzet van de voortgangsrapportage en specifiek de risicoaanpak?