Gewijzigd amendement van het lid Paternotte c.s. ter vervanging van nr. 49 over het verhogen van de belasting op leidingwater en de BTW op sierteelt ter dekking van de 0%-rente op studieleningen
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2023D44303, datum: 2023-10-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36418-92).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: J.M.P. van der Laan, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36418 -92 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024).
Onderdeel van zaak 2023Z18360:
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M.P. van der Laan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-10-26 00:20: Einde vergadering: STEMMINGEN (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Nr. 92 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET PATERNOTTE C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 49
Ontvangen 25 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel XVI wordt «en 46» vervangen door «, 46 en 48».
II
Na artikel XXIV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIVa
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12, eerste lid, onderdeel h, wordt na «afzonderlijke watervoorziening,» ingevoegd «onderscheidenlijk als exploitant van een voor het publiek toegankelijke plaats welke is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen, anders dan in oppervlaktewater,».
B
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «, met dien verstande dat de belasting wordt geheven over een hoeveelheid van maximaal 300 kubieke meter per verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting. Bij een verbruiksperiode korter dan wel langer dan twaalf maanden wordt de hoeveelheidsgrens, genoemd in de eerste volzin, naar evenredigheid verlaagd, onderscheidenlijk verhoogd».
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
C
In artikel 17 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
D
Artikel 18a vervalt.
E
Hoofdstuk III, afdeling 6, vervalt.
Toelichting
Dit jaar werden studenten en starters verrast door een stijgende rente op studieleningen. Deze stijgende rente raakt de leenstelselstudenten het hardst. Zij hebben immers meer moeten lenen tijdens hun studie. Daarom wensen de indieners de rente voor al deze studenten vast te zetten op 0%. Ongeacht hoe lang de student onder het leenstelsel studeerde. De regering wordt verzocht dit zo snel mogelijk in te voeren, in ieder geval in 2025. En ook een regeling te treffen voor studenten die studeerden in 2024, al dan niet met terugwerkende kracht.
Dit kost in 2028 circa € 0,5 miljard euro. Dit voorstel wordt gedekt via maatregelen die genomen worden in het belastingplan. Ten eerste komt het heffingsplafond van 300 m3 van de belasting op leidingwater te vervallen. Publiek toegankelijke zwembaden worden uitgezonderd van de belasting. Deze maatregel levert circa € 0,1 miljard op in 2028. Daarnaast wordt de wet omzetbelasting gewijzigd en het verlaagd btw-tarief op sierteelt afgeschaft. Deze maatregel levert € 0,4 miljard op in 2028.
Met de middelen die de maatregelen zoals voorgesteld met dit amendement opleveren, roepen de indieners de regering op om deze maatregel nader uit te werken in de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Wet Studiefinanciering 2000. Omdat vanwege uitvoeringstechnische redenen zeer waarschijnlijk niet voor het cohort 2024 worden geregeld, verzoeken de indieners het kabinet om de rente in ieder geval in 2025 vast te zetten op 0% en een regeling te treffen voor het cohort leenstelselstudenten met een rente van 2,56% of 2,95%, bijvoorbeeld door rente met terugwerkende kracht vast te stellen op 0%. De dekking van dit amendement vindt in een ander boekjaar plaatsvindt, daarom volstaat een enkel amendement op het Belastingplan 2024 met verwijzing naar de budgettaire reeks waar deze uit wordt gedekt en volgt hierbij geen separaat amendement op de OCW-begroting.
Budgettair
Dit amendement regelt dat het heffingsplafond van 300 kubieke meter per 2025 vervalt in de belasting op leidingwater. Vanaf 1 januari 2025 wordt de belasting geheven over het totale waterverbruik. In 2028 is de budgettaire opbrengst € 0,1 miljard euro. Een belasting op milieugrondslag zou uit moeten gaan van het principe «de vervuiler betaalt». De huidige vormgeving van de belasting op leidingwater zorgt er echter voor dat grootverbruikers niet volledig betalen voor hun gebruik. Afnemers van leidingwater betalen door het heffingsplafond geen leidingwaterbelasting over een verbruik van boven de 300 kubieke meter per aansluiting per jaar. Dit amendement schaft het heffingsplafond voor grootverbruikers af per 1 januari 2025. Hiermee wordt een prijsprikkel ingebouwd voor grootverbruikers om zuiniger om te gaan met leidingwater.
Ook regelt dit amendement dat het verlaagde btw-tarief voor de sierteelt (nu 9%) wordt afgeschaft. Dit verlaagde btw-tarief is recent geëvalueerd en daaruit bleek dat dit een ondoelmatige fiscale regeling betreft. Dit levert in 2028 € 0,4 miljard euro op. De indieners beogen de opbrengst van de met dit amendement voorgestelde maatregelen aan te wenden voor het op 0% vastzetten van de rente op studieleningen, nader uit te werken in de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Wet Studiefinanciering 2000.
Paternotte
Kwint
Van der Laan
Alkaya
Van Weyenberg