Motie van het lid Van den Berg over een herschikkingsplan voor alle hoogcomplexe zorg en/of laagvolumezorg in Nederland
Kwaliteit van zorg
Motie
Nummer: 2023D44414, datum: 2023-10-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31765-827).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31765 -827 Kwaliteit van zorg .
Onderdeel van zaak 2023Z18438:
- Indiener: J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-10-25 23:30: Tweeminutendebat Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen (31765-772) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-10-26 13:30: Stemmingen (over alle onderwerpen tot en met 25 oktober 2023) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 827 MOTIE VAN HET LID VAN DEN BERG
Voorgesteld 25 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij niet-hoogcomplexe zorg concentratie niet leidt tot lagere kosten en/of betere kwaliteit;
van mening dat deze zorg daarom in de regio beschikbaar en bereikbaar moet zijn;
constaterende dat concentratie van hoogcomplexe en/of laagvolumezorg wel leidt tot betere zorg;
constaterende dat er jaren gebakkeleid is en artsen als vechtende honden over straat zijn gegaan met betrekking tot de concentratie van kinderhartcardiologie, hetgeen veel onrust heeft gegeven en onnodig veel zorgcapaciteit en geld heeft gekost;
constaterende dat de voorzitter van de NFU in het Financieele Dagblad opmerkt dat veel ziekenhuizen nog een egogerichte benadering hebben;
verzoekt de regering te zorgen dat de NFU, daarbij geassisteerd door de STZ en de NVZ, voor het najaar 2025 een herschikkingsplan maakt waarbij alle hoogcomplexe en/of laagvolumezorg eerlijk verdeeld over heel Nederland geconcentreerd wordt;
verzoekt de regering, indien veldpartijen er niet uitkomen, de Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) te gebruiken als ultimum remedium en in 2025 alle voorbereidingen te treffen zodat hoogcomplexe en/of laagvolumezorg waarover geen overeenstemming gevonden kan worden, gereguleerd kan worden op basis van de Wet op bijzondere medische verrichtingen en vergunningsplichtig wordt onder deze wet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berg