Toezegging gedaan tijden het plenair debat NPLG en de stikstofproblematiek van 23 februari 2023 over het gebruik van de Open Bodem Index in Nederland
Bodembeleid
Brief regering
Nummer: 2023D44680, datum: 2023-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30015-119).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 30015 -119 Bodembeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z18545:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-13 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-04-17 10:00: Stikstof, NPLG en natuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
30 015 Bodembeleid
Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2023
Tijdens het Kamerdebat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de stikstofproblematiek (d.d. 23 februari 2023) (Handelingen II 2022/23, nr. 57, item 13) heeft de heer Boswijk (CDA) een vraag gesteld over het gebruik van de Open Bodem Index in Nederland. Met deze brief geef ik invulling aan mijn toezegging om schriftelijk op deze vraag terug te komen.
De heer Boswijk stelde de vraag: «Staat de Minister er voor open om te kijken of we de Open Bodem Index (OBI) niet voor heel Nederland kunnen gebruiken, zodat er één overzicht van de Nederlandse bodem komt?». Omdat de Open Bodem Index gericht is op agrarische percelen, ga ik ervan uit dat gedoeld wordt op één overzicht van de Nederlandse landbouwbodems. Ik deel met de heer Boswijk dat het nuttig is om één overzicht te hebben van de Nederlandse landbouwbodems.
Bodemindicatoren voor Landbouwbodems in Nederland
In het kader van het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) heb ik gewerkt aan een instrumentarium voor het eenduidig meten van de kwaliteit van landbouwbodems: de «Bodemindicatoren voor Landbouwbodems in Nederland» (BLN). De BLN is operationeel sinds 2019 en wordt nog verder doorontwikkeld. De BLN is een set indicatoren, waarmee bodemkwaliteit van landbouwgronden op een uniforme en integrale manier (bodemkoolstof, bodemfysica, bodemchemie en bodembiologie) kan worden gemeten. Deze set is wetenschappelijk onderbouwd, onafhankelijk en wordt breed gedragen door verschillende partijen (het Ministerie van LNV, Wageningen University and Research, BO Akkerbouw en andere partijen uit de plantaardige productieketen).
Toepassing van de BLN
De BLN wordt allereerst gebruikt voor de monitoring van beleid. Voor de landelijke en nationale bepaling van de staat van de Nederlandse landbouwbodems wordt periodiek (vijfjaarlijks) de bodemkwaliteit gemeten op basis van een grootschalige landelijke steekproef «Staat van de Nederlandse Landbouwbodems». Deze steekproef (circa 1.400 meetpunten) maakt gebruik van de indicatorenset BLN. De dataset is geschikt voor beleidsmonitoring als deze langjarig gebruik maakt van dezelfde meetpunten, dezelfde BLN indicatoren en vergelijkbare meetmomenten (seizoen). Op die manier kan een betrouwbaar meerjarig beeld worden gegeven van een trendontwikkeling van de kwaliteit van Nederlandse landbouwbodems.
Ten tweede wordt de BLN gebruikt voor het bepalen van de bodemkwaliteit van landbouwbodems, wetenschappelijk onderzoek naar het toepassen van maatregelen en voor praktische adviestools, waarbij de bodemkwaliteit onderdeel is van het advies. De BLN kan als «motor» fungeren voor diverse adviezen en beschikbare adviestools. Ook wordt de BLN breed toegepast ten behoeve van onderzoek naar maatregelen die bijdragen aan duurzaam bodembeheer vanuit het programma Slim Landgebruik. Deze kennis wordt ook actief met agrariërs gedeeld via onder meer het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer. De inzet van onafhankelijke bodemadviseurs is een essentiële vervolgstap voor een samenhangend advies aan agrariërs om te zorgen dat alle landbouwbodems duurzaam worden beheerd.
Eén van de adviestools op de markt is de OBI, een tool om de kwaliteit van de bodem te meten en te beoordelen met behulp van een index per perceel. Ik vind het een mooie ontwikkeling dat er tools zijn ontstaan uit de markt die agrariërs ondersteunen in hun ambitie om landbouwbodems te meten en beoordelen, met als doel om deze duurzaam te beheren. De OBI maakt gebruik van de wetenschappelijke kennis van de onafhankelijke en gedragen BLN. Naast OBI zijn er diverse andere adviestools op de markt zoals bijvoorbeeld de Soil Navigator en Bodemmaatlat. Adviseurs die op het boerenerf komen kunnen bij de advisering van agrariërs gebruik maken van deze tools. Een adviseur of agrariër kan zelf kiezen welke tool geschikt is ter ondersteuning van de adviezen. De doelstelling is dat de agrariër informatie krijgt over het eigen perceel en met maatregelen voor onder meer duurzaam bodembeheer aan de slag kan in de praktijk.
Mijn conclusie is dat er één onafhankelijke en gedragen set bodemindicatoren (BLN) voor het eenduidig meten van de bodemkwaliteit in Nederland bestaat. De datasets van zowel de landelijke beleidsmonitor de «Staat van de Nederlandse Landbouwbodems» als de Open Bodem Index tool (een private markttool gericht op perceelsadvies voor boeren) maken zoveel mogelijk gebruik van deze gedragen set bodemindicatoren. Beide toepassingen kunnen goed naast elkaar bestaan, omdat zij andere doelen dienen. Voor beleidsdoeleinden genereer ik een integraal beeld met behulp van het periodiek uitvoeren van een landelijke steekproef op basis van de BLN, de «Staat van de Nederlandse landbouwbodems».
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema