[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Openbaarmaking van het verslag van de rapporteurs over verslaggevingsstelsel en kwaliteit begrotings- en verantwoordingsstukken

Verbetering verantwoording en begroting

Brief commissie

Nummer: 2023D44724, datum: 2023-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31865-239).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31865 -239 Verbetering verantwoording en begroting.

Onderdeel van zaak 2023Z18569:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 239 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2023

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft op 23 februari 2022 de leden Sneller (D66) en Inge van Dijk (CDA) benoemd tot rapporteurs verslaggevingsstelsel en kwaliteit begrotings- en verantwoordingsstukken. Op 26 januari 2023 heeft de commissie na een portefeuillewisseling besloten het lid Slootweg (CDA) te benoemen als opvolger van het lid Inge van Dijk. Het rapporteurschap richtte zich op activiteiten voor

1. de (kabinets)evaluatie van het verslaggevingsstelsel;

2. de opvolging van de aanbevelingen van het rapport van de Algemene Rekenkamer «Zicht op rijksbezit»1 (motie-Inge van Dijk);

3. de kwaliteit van de begrotings- en verantwoordingsstukken (waaronder intervisiebijeenkomsten).

De bijbehorende rapportage is besproken in de procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven van 26 oktober 2023. De commissie heeft besloten dit verslag openbaar te maken.

Hierbij bied ik u een exemplaar van het verslag aan.

De voorzitter van de commissie,
Sneller

De griffier van de commissie,
Schukkink


  1. Kamerstuk 31 490, nr. 311.↩︎