Motie van de leden Westerveld en Drost over in gesprek gaan over in hoeverre de huidige beurzen en faciliteiten toereikend zijn om bestuursfuncties toegankelijk te maken voor jongeren met diverse achtergronden en opleidingsniveaus
Maatschappelijke diensttijd
Motie
Nummer: 2023D44892, datum: 2023-10-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35034-29).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: N. Drost, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35034 -29 Maatschappelijke diensttijd.
Onderdeel van zaak 2023Z18708:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N. Drost, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-10-26 00:15: Tweeminutendebat Maatschappelijke diensttijd (CD 25/10) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-10-26 00:20: Einde vergadering: STEMMINGEN (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
35 034 Maatschappelijke diensttijd
Nr. 29 MOTIE VAN DE LEDEN WESTERVELD EN DROST
Voorgesteld 26 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet «om jongeren in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de samenleving» een bedrag oplopend tot 200 miljoen euro per jaar beschikbaar stelt voor de maatschappelijke diensttijd;
overwegende dat Nederland al tientallen jongerenorganisaties kent die een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving;
overwegende dat in beleid en debat veel minder aandacht is voor jongeren met minder kansen of jongeren die niet studeren en zij ook vrijwel niet gerepresenteerd worden in besturen van landelijke belangen- of politieke jongerenorganisaties;
verzoekt de regering om samen met de jongerenorganisaties die momenteel een beurs krijgen, in gesprek te gaan over in hoeverre de huidige beurzen en faciliteiten toereikend zijn om bestuursfuncties toegankelijk te maken voor jongeren met diverse achtergronden en opleidingsniveaus;
verzoekt tevens jongerenorganisaties die belangen vertegenwoordigen van jongeren in de jeugdzorg en jongeren met een beperking beter te faciliteren, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Drost