De berichten ‘Joodse school Cheider opnieuw dicht uit angst voor antisemitische incidenten’ en ‘Gepeste Joodse leerlingen wisselen van school’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D44911, datum: 2023-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z18713).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z18713:
- Gericht aan: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z18713
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de berichten «Joodse school Cheider opnieuw dicht uit angst voor antisemitische incidenten» en «Gepeste Joodse leerlingen wisselen van school» (ingezonden 27 oktober 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Joodse school Cheider opnieuw dicht uit angst voor antisemitische incidenten» en «Gepeste Joodse leerlingen wisselen van school»?1 2
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voor alle betrokkenen een ingrijpende ervaring is als scholen moeten sluiten vanwege zorgen over de veiligheid? Op welke wijze worden leerlingen, ouders en personeel hierin ondersteund? Hoe houdt u er rekening mee dat dit ook voor de voortgang van het onderwijsproces een belastende situatie is?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel leerlingen inmiddels van school zijn veranderd vanwege dreigende, antisemitische uitingen? Klopt het dat het niet alleen gaat om bedreigingen voor leerlingen onderweg naar school, maar ook om misstanden op het schoolplein en in de school?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het uitgangspunt bij misstanden moet zijn dat niet de slachtoffers genoodzaakt zijn van school te veranderen, maar dat de daders worden aangepakt? Worden de scholen die het betreft aangesproken op de kaders die hiervoor gelden? Neemt de Inspectie van het Onderwijs contact op met scholen die hiermee te maken krijgen?
Vraag 5
Hoe verhoudt de veiligheidsinschatting van de gemeente en de betrokken diensten zich tot die van de school? Hoe bevordert u dat op dit punt zoveel mogelijk eenduidigheid bestaat? Deelt u de opvatting dat het bevoegd gezag van de scholen op grond van de wet uiteindelijk een eigenstandige afweging moet maken of de veiligheid van de leerlingen voldoende gewaarborgd kan worden?
Vraag 6
Bent u bereid in contact te treden met Joodse scholen en alles te doen wat nodig is om deze scholen te ondersteunen?