Overeenstemming over schadeafhandeling voormalige steenkoolwinning in Limburg
Mijnbouw
Brief regering
Nummer: 2023D44917, datum: 2023-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32849-238).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 32849 -238 Mijnbouw.
Onderdeel van zaak 2023Z18721:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 17:00: Procedurevergadering commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-01-25 13:00: Mijnbouw/Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 849 Mijnbouw
Nr. 238 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2023
Tijdens het Commissiedebat over Groningen / Mijnbouw op 22 juni 2023 heb ik toegezegd (TZ202307-045) (Kamerstuk 33 529, nr. 1168) om uw Kamer voor het herfstreces te informeren over de voortgang aangaande het afhandelen van mijnbouwschade ten gevolge van voormalige steenkoolwinning in Limburg. Met deze brief geef ik gevolg aan deze toezegging.
Op 25 mei 2023 heb ik in Heerlen met regionale en lokale bestuurders gesproken over de schadeafhandeling in Limburg. We zijn het toen eens geworden over de uitgangspunten van de schadeafhandeling in Limburg. Er zijn daarbij een aantal onderwerpen benoemd die nog nader uitgezocht dienden te worden. De verdere uitwerking is opgepakt door een stuurgroep en een werkgroep bestaande uit de regionale, lokale overheden, de stichting Calamiteitenfonds Mijn(water)schade en Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vandaag is er overeenstemming bereikt over de schadeafhandeling en de organisatie daarvan. In deze brief ga ik nader in op de schadeafhandeling zoals wij deze nu voor ons zien.
Hoofdlijnen
Ik stel een regeling open op grond waarvan bewoners met schade als gevolg van de voormalig steenkolenwinning in Limburg hun schade, afhankelijk van de omvang daarvan, vergoed krijgen of kunnen laten herstellen. Deze voorziening heeft het karakter van een onverplichte tegemoetkoming van overheidswege. Ik laat mij voor de uitvoering van deze regeling ondersteunen door het op te richten regionale instituut I3ML en adviseren door de Limburg Kamer van de Commissie Mijnbouwschade.
I3ML regionaal instituut
Er komt zoals eerder afgesproken een Limburgs instituut voor de schadeafhandeling met de naam I3ML (Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw in Limburg). Het voornemen is om van het instituut een rijksdienst te maken. Deze organisatievorm wordt regionaal en lokaal gesteund. Deze voorkeur voor een rijksdienst maakt het mogelijk dat ik over de uitvoering van mijn besluiten over de schadeafhandeling en financiering van de werkzaamheden van het instituut verantwoording kan afleggen aan uw Kamer. Het instituut wordt regionaal verankerd. Hierbij geldt Heerlen als voorkeurslocatie.
Bewoners worden ontzorgd
Bewoners die een vermoeden hebben dat hun huis schade heeft door de voormalige steenkoolwinning in Zuid-Limburg kunnen zich via het lokale loket melden en worden daar verder geholpen bij het indienen van een aanvraag op grond van de door mij opengestelde regeling. De bewoner krijgt een zaakbegeleider die hem of haar zal helpen en vragen kan beantwoorden over de verdere afhandeling van de melding. Ook draagt het instituut zorg voor de uitbetaling van de door mij toegekende vergoeding of het herstel van de schade.
Beoordeling door de Limburgse Kamer van de Commissie Mijnbouwschade
Om een beslissing te nemen op een aanvraag om vergoeding of herstel vraag ik advies van de Commissie Mijnbouwschade. Dit betekent dat de schade zal worden bekeken en beoordeeld door de Commissie Mijnbouwschade (hierna: commissie). Deze landelijke commissie wordt daartoe uitgebreid met een Limburgse Kamer. De commissie gebruikt daarbij een nog verder uit te werken schadeprotocol dat speciaal voor deze schadeafhandeling wordt opgesteld. De commissie beoordeelt de schade daarbij op aannemelijkheid. Hierdoor zal er minder onderzoek nodig zijn, wordt de regeling vriendelijker voor bewoners en worden uitvoeringskosten beperkt.
Drie verschillende schadecategorieën
We onderscheiden drie schadecategorieën die elk door de Limburgse Kamer van de commissie worden beoordeeld. Ten eerste kleine schades tot 5.000 euro; deze zullen, na inschatting van de hoogte van de mijnbouwschade, worden uitbetaald. De tweede categorie betreft de reguliere mijnbouwschades tot 20.000 euro. Deze schades worden hersteld door een aannemer waar I3ML mee samenwerkt, of, indien de bewoner hier expliciet om vraagt, door een aannemer in opdracht van de bewoner en gefinancierd via een bouwdepot. De schades in de derde categorie, de zware schades (boven de 20.000 euro), worden altijd door een door I3ML geselecteerde aannemer hersteld. Op deze manier worden grote schades veilig en goed hersteld. Na een jaar zal de regeling worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld.
Vervolgstappen
In de komende weken worden het schadeprotocol en de regeling op grond waarvan de vergoedingen of het herstel kan worden toegekend gefinaliseerd. De kosten van de uitbetaalde vergoedingen of de uitgevoerde herstelwerkzaamheden worden waar mogelijk verhaald op de nog bestaande rechtsopvolgers. In de komende maanden zal de invulling van I3ML verder worden vormgegeven. Er wordt daarvoor een tijdelijke werkorganisatie ingericht. Hierbij geldt Heerlen als voorkeurslocatie.
Als eerste worden de zware schadegevallen behandeld. Ik verwacht dat dit zal kunnen vanaf medio 2024. In het najaar van 2024 zal aangegeven worden wanneer de complete regeling verder wordt opengesteld en dan kunnen ook de lichte schadegevallen worden afgehandeld.
De regeling zal een jaar na de openstelling worden geëvalueerd naar aanleiding van de eerste ervaringen en indien nodig worden aangepast.
Ik ben verheugd dat overeenstemming bereikt is met de regio over de schadeafhandeling. We hebben door de inzet van een ieder in de afgelopen maanden goede stappen kunnen zetten. Nu breekt de fase aan van het concreet organiseren van de schadeafhandeling. Zodat de inwoners van Zuid-Limburg zich kunnen melden en de schade als gevolg van de steenkoolwinning hersteld gaat worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief