Voortgang strafrechtelijke samenwerking met Colombia
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2023D45025, datum: 2023-10-27, bijgewerkt: 2024-09-30 16:31, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-427).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -427 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2023Z18747:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 17:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-04 10:00: Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-04 15:00: Strafrechtelijke onderwerpen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-05 13:34: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 427 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2023
Bij de bestrijding van de grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit is intensivering van de strafrechtelijke samenwerking met staten buiten Europa een onmisbaar element. Colombia is een van de staten waarmee het Koninkrijk der Nederlanden de strafrechtelijke samenwerking wil versterken. Daartoe zijn beide staten in 2022 gesprekken gestart. Deze gesprekken hebben inmiddels geleid tot overeenstemming op ambtelijk niveau over een bilateraal uitleveringsverdrag. Dit verdrag zal kunnen worden gesloten wanneer de noodzakelijke voorbereidingen, waaronder instemming van de Rijksministerraad, daarvoor zijn afgerond.
Na ondertekening wordt het verdrag vanzelfsprekend ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd, alsmede aan de Staten van de Caribische landen van het Koninkrijk.
Beide staten hebben besloten de gesprekken over verdere versterking van de strafrechtelijke samenwerking voort te zetten. De voorzetting van die gesprekken zal mede betrekking hebben op de mogelijkheden voor een verdrag inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken. Zodra zich verdere relevante ontwikkelingen voordoen zal ik uw Kamer daarvan op de hoogte stellen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius