[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie 14 november 2023 (Kamerstuk 21501-28-259)

Defensieraad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D45451, datum: 2023-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D45451).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z18809:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D45451 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Defensie hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Defensie over de Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 14 november 2023.

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Manten

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 14 november 2023. Zij hebben hierover een aantal vragen en opmerkingen.

Militaire EU-steun aan Oekraïne

Momenteel blokkeert Hongarije financiële steun aan Oekraïne. De leden van de VVD-fractie ontvangen graag een toelichting op de vraag wat de huidige stand van zaken is in de onderhandelingen over de EVF-fondsen en het door de Hoge Vertegenwoordiger Borrell voorgestelde Ukraine Assistance Fund. Aanvullend horen deze leden graag hoe de Minister de kansen voor het vrijgeven van deze fondsen ziet en wanneer de Minister een besluit hierover voorziet. Daarnaast zien de leden van de VVD-fractie dat de nieuwe premier van Slowakije, Robert Fico, heeft aangekondigd te gaan stoppen met de militaire steun aan Oekraïne. Welke gevolgen verwacht de Minister dat dit zal hebben voor zowel de onderhandelingen over de zojuist genoemde fondsen als de militaire EU-steun aan Oekraïne in het algemeen?

De leden van de VVD-fractie maken zich voorts ernstige zorgen over de voortgang van het plan om tussen maart 2023 en maart 2024 één miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne te leveren. Niet alleen berichtten internationale media op basis van betrokken functionarissen over problemen om het doel te halen, maar ook de Litouwse president sprak hierover op 31 oktober. Kan de Minister aangeven in hoeverre de leveringen nu op koers liggen, of er duidelijke ijkpunten zijn om de voortgang te meten, en zo ja, of en wanneer er eventueel wordt bijgestuurd?

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat om Rusland niet wijzer te maken dan nodig er geen exacte leverschema’s openlijk besproken kunnen worden, maar zij vragen wel om een meer gedetailleerd antwoord dan een overzichtsopsomming van bestaande plannen en instrumenten. Deze leden brengen in herinnering dat bij het akkoord over het plan in het voorjaar van 2023 er verdeeldheid was tussen landen zoals Frankrijk, die voorop stelden dat de munitie in Europa zelf geproduceerd en gekocht zou worden (ook al zorgde dat voor vertragingen in leveringen), en landen die desnoods buiten de EU aankopen wilden doen als dit de snelheid ten goede kwam. Er is toen besloten om alleen binnen de EU te kopen, omdat de voorstanders daarvan verzekerden dat de capaciteit voor productie en levering hiervoor aanwezig was. Is de Minister bereid om aan te dringen op een check of dit nog steeds het geval is, en indien er gerede twijfels zijn zich ervoor in te zetten om alsnog buiten de EU aankopen van munitie te doen?

Daarnaast wensen de leden van de VVD-fractie te weten wat de plannen zijn om de levering van één miljoen artilleriegranaten door te kunnen zetten na maart 2024. Hoe wordt hier nu al aan gewerkt? Indien dit niet gebeurt, hoe kan Nederland zich hiervoor inzetten? De leden van de VVD-fractie merken ook op dat een aankoop op korte termijn van munitie buiten de EU niet hoeft te botsen met EU-investeringen in de Europese productiecapaciteit, omdat er ook na maart 2024 een grote behoefte aan munitie zal zijn. Deelt de Minister deze analyse, en hoe is zij bereid zich hiervoor in te zetten?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister in dat kader ook om een appreciatie van de bijdrage die het defensiebedrijf Nammo heeft geleverd tijdens de hoorzitting over de Defensiebegroting 2024 in het Noorse parlement. Deelt de Minister de analyse dat de productiecapaciteit in Europa op dit moment niet meer is dan een half miljoen 155mm-granaten per jaar? Zo nee, hoe hoog is de productiecapaciteit en waarom zit Nammo ernaast? Zo ja, betekent dit niet dat er, naast een forse ophoging van de productiecapaciteit op korte termijn, ook overgeschakeld moet worden op aankopen van munitie buiten de EU om één miljoen artilleriegranaten tot maart 2024 te leveren en daarna geen haperingen in het leverschema te laten ontstaan?

Recentelijk heeft Europarlementariër Bart Groothuis opgeroepen om, naar Amerikaans voorbeeld, geconfisqueerd militair materieel aan Oekraïne te doneren. Hierin heeft hij steun gevonden van meerdere leden van het Europees Parlement. Is de Minister het met deze leden eens dat binnen EU-missies of door EU-landen geconfisqueerde militaire goederen en munitie geschonken dienen te worden aan Oekraïne, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Nederland werkt samen met partners aan de training van F-16 vliegers. De leden van de VVD-fractie vragen wat de meest actuele stand van zaken is aangaande deze trainingen. Wanneer verwacht de Minister dat de Oekraïense jachtvliegers gereed zullen zijn om de F-16’s in gebruik te nemen? De Minister geeft aan dat Nederland de mogelijkheden onderzoekt om de F-16 trainingsmodules onder te brengen bij de EU Military Assistance Mission (EUMAM) missie. Deze leden vragen de Minister wat de huidige stand van zaken is in het onderzoeken van deze mogelijkheid. Ook vragen zij van de Minister een toelichting van de mogelijke voor- en nadelen van het bij de EUMAM-missie onderbrengen van de F-16 trainingsmodules.

Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen over de Westerse veiligheidseisen bij het geven van trainingen aan Oekraïense militairen en in het bijzonder het probleem dat Westerse veiligheidseisen dusdanig strikt zijn dat er te weinig realistisch wordt geoefend. In antwoord op schriftelijke vragen van de leden Brekelmans en Valstar schreef de Minister op 5 oktober 2023 dat deze trainingen worden georganiseerd «binnen de gestelde veiligheidseisen, voortkomend uit wet- en (interne)regelgeving» (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 152). Klopt het dat de Minister hier doelt op wet- en regelgeving die geldt in vredestijd voor Nederlandse militairen op trainingslocaties?

De leden van de VVD-fractie vragen ook in hoeverre deze wet- en regelgeving ook geldt tijdens het geven van training aan lokale militairen in een missiegebied. Kan de Minister per casus aangeven of de «gestelde veiligheidseisen, voortkomend uit wet- en (interne)regelgeving», waar de Minister aan refereert, ook dusdanig strikt golden tijdens (1) de activiteiten van Operational Mentoring and Liaison Teams in Urzugan, (2) de begeleiding van Afghaanse special forces in Mazar-e-Sharif als onderdeel van Resolute Support, (3) de training aan Peshmerga en Iraakse militairen sinds 2014, of dat er bij deze activiteiten een ander (soepeler) regime werd gehanteerd? Indien er bij deze trainingsactiviteiten een soepeler regime werd gehanteerd, bijvoorbeeld omdat het officieel om een missie in een operatiegebied ging, is de Minister dan bereid de mogelijkheden te onderzoeken voor een constructie waarbij dergelijk maatwerk ook wordt geleverd voor de training aan Oekraïners?

Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog een vraag over de bewering uit de eerdergenoemde beantwoording op 5 oktober dat het «ook in het belang van de Oekraïense militairen (is) om te trainen binnen de gestelde veiligheidseisen. Immers, trainen onder onveilige omstandigheden kan onacceptabele of beperkende gevolgen hebben voor de capaciteiten en inzetbaarheid van de Oekraïense militairen.» De leden van de VVD-fractie vinden dat het al dan niet accepteren van eventuele risico’s voor Oekraïners, die kleven aan training onder zo realistisch mogelijke omstandigheden, primair aan de Oekraïners zelf is, en niet aan Nederland. Is de Minister het hiermee eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat de Minister zich inzetten om te zorgen dat de Oekraïners in Europa risicovoller en realistischer trainingen kunnen uitvoeren als zij dat willen?

De leden van de VVD-fractie vragen in dat kader ook aan de Minister of zij bekend is met de woorden van Valerii Zaluzhnyi, de commandant van de Oekraïense strijdkrachten, die op 1 november in een artikel voor The Economist1 het volgende schreef. «We have limited capabilities to train reserves on our own territory, since the enemy has the ability to launch missile and air strikes on training centres and training grounds.» De leden van de VVD-fractie zijn er mede op basis van deze woorden van overtuigd dat het voor de Oekraïners veiliger is om risicovolle oefeningen in Europa te houden, dan dat zij deze hier niet mogen houden en later alsnog in eigen land moeten inhalen. Dan lopen zij bovenop het gevaar van de oefening ook nog eens het risico getroffen te worden door een Russische raket. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan en welke rol speelt dat bij een mogelijke heroverweging van veiligheidseisen bij oefeningen door Oekraïners?

Israël en Palestijnse Gebieden

De leden van de VVD-fractie veroordelen de terroristische aanslag van Hamas op Israël en steunen het recht van Israël op zelfverdediging. Kan de Minister aangeven wat de meest actuele stand van zaken is met betrekking tot de 200 Nederlandse militairen in Cyprus en het Defensieteam in Libanon, en welke ontwikkelingen de Minister hier voorziet. Voorts vragen deze leden de Minister in te gaan op berichtgeving in de Financial Times2 dat Nederland zou over- wegen een maritieme bevoorradingscapaciteit naar Gaza te sturen. Los van de vraag over de wenselijkheid, verzoeken deze leden ook in te gaan op de beschikbare capaciteit, daar de Zr.Ms. Karel Doorman en Zr.Ms. Rotterdam niet beschikbaar zijn wegens onderhoud en de Zr.Ms. Johan de Witt net uit onderhoud is en vaarproeven en een intensief opwerktraject voor de bemanning dient te ondergaan.

Sahel en West-Afrikaanse Kuststaten

In de geannoteerde agenda lezen de leden van de VVD-fractie dat de Nederlandse bijdrage aan de European Union Capacity Building Mission in Mali (EUCAP Mali) gecontinueerd wordt zolang de veiligheidssituatie het toelaat en het mandaat van de missie uitvoerbaar blijft. Kan de Minister aangeven wat de meest actuele stand van zaken is met betrekking tot de veiligheidssituatie en de uitvoerbaarheid van het mandaat?

Operationalisering van de Rapid Deployment Capacity (RDC)

De Minister geeft aan dat Nederland de doelstelling om de RDC in 2025 gereed te hebben steunt en de daartoe benodigde stappen wil zetten. Tijdens de vorige Raad Buitenlandse Zaken Defensie diende er nog belangrijke stappen gezet te worden om de RDC operationeel te krijgen. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister een actuele stand van zaken te geven. Deelname aan de RDC, in combinatie met onze huidige verplichtingen en het zwaardere beroep dat de NAVO op Nederland zal doen, vragen veel van onze capaciteiten. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan en acht zij Nederland in staat overal aan bij te dragen?

Ministeriële Bestuursraad Europees Defensieagentschap

In de geannoteerde agenda wordt ook de deelname van de Minister aan de ministeriële bestuursraad van het Europees Defensieagentschap (EDA) aangekondigd. Er wordt daarbij aangegeven dat om de Europese Defensie Technologische en Industriële basis (EDTIB) te kunnen ondersteunen en de Europese defensie te versterken, voldoende toegang tot zowel publieke als private financiering van belang is en de Ministers private en publieke financiële instellingen oproepen hun beleid aan te passen om deze investeringen mogelijk te maken. In hoeverre spelen het Ministerie van Defensie, dan wel het Ministerie van Economische Zaken hierin een actieve rol buiten het louter «oproepen»? Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat het kabinet een actievere industriepolitiek dient na te streven en Nederlandse bedrijven waar nodig en mogelijk dient te ondersteunen?

Voorts verzoeken deze leden de Minister in te gaan op berichtgeving «Nederland lonkt naar Belgische wapenfabriek in strijd tegen munitietekort» in de Telegraaf van 21 oktober jl.3. Klopt het dat er Nederlandse interesse is getoond? Indien ja, in welk stadium bevindt die interesse zich? Zijn er al contracten of memoranda van overeenstemming ondertekend? De leden van de VVD-fractie vragen de Minister ook in te gaan op de vraag of er ook aan Nederlandse ondernemers is gedacht en de mogelijkheden munitie(componenten) in Nederland te produceren. Indien dit niet het geval is vragen deze leden de Minister te reflecteren op de gevolgen voor Nederlandse ondernemers die plannen hebben zelf munitie(componenten) in Nederland te produceren en in hoeverre een dergelijke order c.q. samenwerking met FN Herstal hen niet ernstig in de weg zit.

Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen over de additionele Nederlandse bijdrage aan het Military Planning and Conduct Capability (MPCC) van de Europese Unie. Kan de Minister aangeven om hoeveel geld dit gaat en uit welk artikel van de begroting dit wordt gedekt? Komt dit uit het Budget Internationale Veiligheid of uit de reguliere Defensiebegroting? Is de Nederlandse financiële bijdrage aan de MPCC vergelijkbaar met wat andere landen bijdragen, of levert Nederland nu een grotere financiële inspanning dan andere landen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De oorlog in Oekraïne

De leden van de SP-fractie hebben de geannoteerde agenda met belangstelling bestudeerd. De agenda spreekt van een bestendiging van het beleid van steun aan Oekraïne op basis van een gezamenlijke verklaring van de NAVO en EU als ook op basis van de motie van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 36 045, nr. 140) waarin onder andere gesproken wordt van «onderhandelingen met Moskou ingaan op basis van een positie van kracht».

Nu de regering van Slowakije heeft aangekondigd geen wapens meer aan Oekraïne te geven4, vragen de leden van de SP-fractie op welke manier de gezamenlijke verklaring gestand kan worden gedaan. Hoe ziet het kabinet de kansen op een gezamenlijke positie? In dezelfde lijn ligt de opstelling van Hongarije. Op welke wijze denkt de Minister Hongarije te overtuigen om de blokkade voor financiële en militaire steun aan Oekraïne op te geven? Is het reëel te verwachten, in het licht van deze rafelende eenheid onder EU-lidstaten, dat het Ukraine Assistance Fund daadwerkelijk op korte termijn tot stand komt? De behandeling van het voorstel is immers al twee maal uitgesteld.

Heeft de EU of de Minister een overzicht van wat nodig is om tot een gewenste positie te komen? Deelt de Minister de indruk dat inmiddels een complexe militaire situatie is ontstaan die reden geeft tot herbezinning op de gestelde doelen?

Afgelopen week meldde Minister-President Rutte dat Nederlandse F-16’s naar het internationale trainingscentrum in Roemenië worden overgebracht ter training van Oekraïense piloten. Om hoeveel toestellen gaat het en wanneer verwacht de Minister dat de Oekraïense piloten de toestellen kunnen bedienen?

Wat is naar het oordeel van het kabinet «een positie van kracht» om onderhandelingen te kunnen voorstellen? Kan de Minister deze voorwaarde verder uitwerken? Deelt het kabinet de opvatting dat ook de EU onderdeel van dergelijke afwegingen moet zijn?

Deelt de Minister de opvattingen dat als gevolg van recente aanmaningen, zoals die van generaal Eichelsheim in Buitenhof op 22 oktober 20235, het urgenter wordt te weten hoe en zelfs óf die positie van kracht kan worden bereikt? Kan de Minister aangeven hoe lang het naar verwachting duurt voordat het effect van een verhoogde munitieproductie kan worden gezien?

De Gaza-oorlog

Zoals ook bij andere, schriftelijke en mondelinge, overleggen aangegeven, dringen de leden van de SP-fractie er op aan om onmiddellijk een staakt-het-vuren te bereiken in de oorlog van Israël in Gaza. Naar het oordeel van de leden van de SP-fractie is het grootschalig bombarderen van burgerdoelen en het weigeren van humanitaire hulp onacceptabel.

Wat zijn de langetermijngevolgen voor de EU als de EU zo verdeeld blijft als nu en niet ingrijpt tegen de massale bombardementen, waarbij op moment van schrijven al meer dan 8000 mensen om het leven zijn gekomen? Deelt de Minister de mening dat niet adequaat optreden een politiek fiasco betekent voor het gezamenlijke EU-beleid en het failliet van zogeheten beleid van waarden? Indien nee, waarom niet? Deelt de Minister de mening dat dat Nederland en de EU tot in lengte van jaren ongeloofwaardig zullen blijven en dus onproductief zullen zijn in diplomatieke contacten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben de geannoteerde agenda en het verslag van de RBZ met Defensieministers met belangstelling gelezen en hebben de volgende vragen.

Het kabinet noemt de aangekondigde Act in Support of Ammunition Production (ASAP) van de EU. Als er munitieproductie op Europees niveau gaat plaatsvinden, hoe beoogt het kabinet dan voldoende deelname van de Nederlandse industrie te bewerkstelligen? Verwacht het kabinet dat de centrale munitieproductie effectief en efficiënt zal zijn, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

De leden van de SGP-fractie vragen ook: kan het kabinet meer aan de Kamer laten weten over wat haar houding in de consultatiefase voor de European Defence Investment Program (EDIP) en de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) zal zijn?

De leden van de SGP-fractie vragen graag hoe de EU inzet op de gevechtspauze en hoort ook graag, mogelijk in het verslag achteraf, of dit ook door Israël gedragen en geaccepteerd wordt. Hoe ziet deze gevechtspauze eruit qua tijd en ruimte, en wat is het waar Israël mee kan leven? Wordt bij de gevechtspauze dit ook verlangd van Hezbollah en Hamas, en acht het kabinet het waarschijnlijk dat deze actoren zich aan gemaakte afspraken zullen houden?

De leden van de SGP-fractie lezen met verbazing de intentie van het kabinet om 150 militairen beschikbaar te stellen voor de Rapid Deployment Capacity van de EU en vraagt het kabinet of aan deze verplichting en de NAVO-verplichting voor snelle inzetcapaciteit voldaan kan worden. Kan eenzelfde eenheid beide functies vervullen zonder conflicterende planning of zijn dit dubbele eenheden die dan paraat staan, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

De leden van de SGP-fractie lezen over de potentiele negatieve impact van ESG-criteria voor Defensie-investeringen. Zijn er al signalen dat dit mogelijk zal hinderen? Betreffen deze criteria voor de sector Defensie-industrie normen of hardere afspraken? Is het kabinet het eens dat het verdedigen van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied dermate belangrijk is dat de Defensie-industrie gedeeltelijk ontzien moet worden van ESG-criteria, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

De leden van de SGP-fractie merken een knelpunt rond financiële steun aan Oekraïne vanuit de Europese Vredesfaciliteit die Hongaarse goedkeuring behoeft en juist tegengehouden wordt. Kan het kabinet schetsen hoe aan het knelpunt gewerkt wordt om dit op te heffen? Hoe ziet het kabinet het speelveld rondom steun voor Oekraïne zich ontwikkelen in de toekomst, zo vragen de leden van de SGP-fractie.

De leden van de SGP-fractie zijn geïnteresseerd in de F16-training voor Oekraïense piloten en vraagt het kabinet graag welke voordelen het onderbrengen bij de EU Military Assistance Mission (EUMAM) zal brengen ten opzichte van bilaterale regelingen nu. Kan het kabinet de voor- en nadelen kort schetsen?

II Antwoord/ Reactie van de Minister


  1. The Economist, 1 november 2023, Ukraine’s commander-in-chief on the breakthrough he needs to beat Russia (https://www.economist.com/europe/2023/11/01/ukraines-commander-in-chief-on-the-breakthrough-he-needs-to-beat-russia).↩︎

  2. The Financial Times, 31 oktober 2023, France and Netherlands draw up plans to ship aid to Gaza (https://www.ft.com/content/cb102ad1-8789-4a92-80f2-fa2852893c4f).↩︎

  3. De Telegraaf, 21 oktober 2023, Nederland lonkt naar Belgische wapenfabriek in strijd tegen munitietekort (https://www.telegraaf.nl/nieuws/522606695/nederland-lonkt-naar-belgische-wapenfabriek-in-strijd-tegen-munitietekort).↩︎

  4. The Defense Post, 26 oktober 2023, Slovakia announces Halt of Military Aid to Ukraine (https://www.thedefensepost.com/2023/10/26/slovakia-stops-military-aid-ukraine/).↩︎

  5. VPRO, 22 oktober 2023, Buitenhof (https://www.vpro.nl/buitenhof/lees/in-de-uitzending/2023/22-oktober.html).↩︎