[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36461 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in verband met het waarborgen van de parlementaire betrokkenheid bij de aanwijzing van andere samenwerkingsverbanden

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het strafmaximum voor deelneming aan een terroristische organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van de meest ernstige terroristische misdrijven (aanscherping artikel 140a Sr)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2023D46117, datum: 2023-11-13, bijgewerkt: 2024-04-23 11:45, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z19111:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No. W16.23.00144/II 's-Gravenhage, 12 juli 2023

Bij Kabinetsmissive van 26 juni 2023, no.2023001480, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in verband met het waarborgen van de parlementaire betrokkenheid bij de aanwijzing van andere samenwerkingsverbanden, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel betreft een aanpassing van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (hierna: WGS). Het voorziet erin dat de minister uitsluitend in spoedeisende situaties de gegevensverwerking van nieuwe samenwerkingsverbanden in een tijdelijke algemene maatregel van bestuur (amvb) kan regelen. Ook voor deze amvb geldt onder de WGS een verplichting tot het volgen een nahangprocedure.

De Afdeling advisering van de Raad van State wijst erop dat dit tot ongewenste vertraging kan leiden in spoedsituaties. Zij adviseert daarom in deze situaties af te zien van de nahangprocedure. In verband met deze opmerking is aanpassing van het wetsvoorstel en de toelichting wenselijk.

1. Inhoud van het wetsvoorstel

De WGS beoogt een juridische basis te bieden voor samenwerkingsverbanden. Samenwerkingsverbanden zijn, volgens het wetsvoorstel, verbanden van bestuursorganen en private partijen die gezamenlijk gegevens verwerken voor zwaarwegende algemene belangen, zoals de bestrijding van fraude en de georganiseerde criminaliteit. De WGS wijst een viertal samenwerkingsverbanden aan, te weten het Financieel Expertisecentrum, Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen, de Regionale Informatie- en Expertisecentra en de Zorg- en Veiligheidshuizen.

Het wetsvoorstel heeft betrekking op een specifiek onderdeel van de WGS, namelijk de mogelijkheid om de gegevensverwerking van nieuwe samenwerkingsverbanden in een amvb te regelen. Deze mogelijkheid was bedoeld voor nieuwe samenwerkingsverbanden, die nog geen grondslag hebben in de WGS.1 Met het wetsvoorstel kan enkel in spoedeisende situaties, waarin de totstandkoming van de wet niet kan worden afgewacht, de gegevensverwerking van een nieuw samenwerkingsverband in een amvb worden geregeld. De regering moet vervolgens zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel indienen om het betreffende samenwerkingsverband alsnog in de wet op te nemen. Als de Eerste of Tweede Kamer het wetsvoorstel verwerpt, moet de amvb onverwijld worden ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan moet de amvb worden ingetrokken op het tijdstip dat de wet in werking treedt.2 Met deze aanpassing geeft de regering gevolg aan een opmerking van de Afdeling in een voorlichting over de WGS, aldus de toelichting.3

2. Nahangprocedure

Wanneer de Minister van Justitie en Veiligheid in een spoedeisende situatie een nieuw samenwerkingsverband per amvb aanwijst, geldt er op grond van artikel 3.3 van de WGS zoals thans aanhangig bij de Eerste Kamer tevens een verplichting tot het volgen een nahangprocedure.4 Dit houdt in dat na publicatie van de amvb het parlement een periode van vier weken krijgt waarin één van beide Kamers met een absolute meerderheid kan verzoeken om het in de amvb geregelde onderwerp bij wet te regelen. In dat geval wordt de amvb onverwijld ingetrokken en wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend. Uit de toelichting blijkt dat de nahangprocedure blijft gehandhaafd om de ‘optimale betrokkenheid’ van het parlement bij het aanwijzen van nieuwe samenwerkingsverbanden te garanderen.5

De Afdeling acht de toelichting op dit punt niet overtuigend. De verplichting tot het volgen van een nahangprocedure kan op gespannen voet staan met het spoedkarakter van de situaties waarin nieuwe samenwerkingsverbanden per amvb kunnen worden geregeld.6 Uit de toelichting blijkt dat het op voorhand moeilijk te zeggen is in welke situaties van deze bevoegdheid gebruik zal worden gemaakt.7 Het is volgens de Afdeling echter niet uit te sluiten dat deze situaties zeer urgent zullen zijn. Het is dan noodzakelijk dat het nieuwe samenwerkingsverband zo snel mogelijk een formele grondslag voor de gegevensverwerking krijgt. De verplichting tot het volgen van de nahangprocedure, die vier weken in beslag neemt, kan daaraan in de weg staan en in een dergelijk geval tot ongewenste vertraging leiden.

De Afdeling erkent dat parlementaire betrokkenheid ook in spoedsituaties van groot belang is. Deze wordt echter voldoende gewaarborgd doordat de minister zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel indient om het nieuwe samenwerkingsverband in de WGS op te nemen. Het handhaven van de nahangprocedure is in die zin ook dubbelop en niet noodzakelijk. De geringe toegevoegde waarde van de nahangprocedure voor de parlementaire betrokkenheid weegt niet op tegen de vertraging die als gevolg van deze procedure ontstaat voor de inwerkingtreding van de amvb in urgente situaties.

In het licht van het voorgaande adviseert de Afdeling af te zien van de verplichting tot het volgen van een nahangprocedure wanneer een nieuw samenwerkingsverband per tijdelijke amvb wordt geregeld. Daartoe dient artikel 3.3 van de WGS, zoals thans aanhangig bij de Eerste Kamer, te worden geschrapt.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een opmerking bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.





De vice-president van de Raad van State,


  1. Kamerstukken II 2019/20, 35447, nr. 3, p. 133.↩︎

  2. Artikel I onder C van het wetsvoorstel.↩︎

  3. Voorlichting van de Afdeling advisering van 18 november 2021 over Regels omtrent gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden), Kamerstukken I 2021/22, 35447, H, p. 3-4.↩︎

  4. Zie Kamerstukken II 2019/20, 35447, nr. 3, p. 133.↩︎

  5. Memorie van toelichting, Algemeen deel, paragraaf 4. Parlementaire betrokkenheid bij spoed-amvb.↩︎

  6. Dit geldt ook voor de voorhangprocedure. Zie de (niet-aangenomen) motie van het lid Dekker-Abdulaziz c.s., Kamerstukken II 2022/23, 35447, nr. 23. De minister van Justitie en Veiligheid wijst in een reactie op de motie ook op het belang van snel en flexibel optreden (Handelingen II 2022/23, 77).↩︎

  7. Memorie van toelichting, Algemeen deel, paragraaf 3. Spoedsituaties.↩︎