Reactie op verzoek commissie over periodieke Rapportage artikel 12 - Kasbeheer (Kamerstuk 31935-83)
Beleidsdoorlichting Financiën
Brief regering
Nummer: 2023D46253, datum: 2023-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31935-84).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31935 -84 Beleidsdoorlichting Financiën.
Onderdeel van zaak 2023Z19156:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-21 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-01-18 15:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 935 Beleidsdoorlichting Financiën
Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2023
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de vaste commissie voor Financiën over de onderzoeksopzet van de periodieke rapportage artikel 12 – kasbeheer (Kamerstuk 31 935, nr. 83) van 12 oktober jl.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Vraag 1
Van welke beleidstheorie wordt uitgegaan bij de periodieke rapportage Kasbeheer?
Antwoord 1
De beleidstheorie wordt de komende maanden verder uitgewerkt, hier kom ik nader op terug in het eindrapport van de periodieke rapportage. De basiselementen uit de beleidsdoorlichting artikel 12 – kasbeheer uit 20181 komen hierin terug.
Vraag 2
Wanneer wordt de specifieke onderzoeksmethode uitgewerkt en aan de Kamer voorgelegd?
Antwoord 2
De specifieke onderzoeksmethode wordt in 2024 uitgewerkt in de periodieke rapportage die in het najaar van 2024 aan uw kamer zal worden aangeboden.
Vraag 3
Wordt in de periodieke evaluatie ook expliciet ingegaan op de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering in het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het kasbeheer?
Antwoord 3
Artikel 4 lid 5(i) van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE 2022)2 schrijft voor dat een periodieke rapportage de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering in het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het (beleids)thema dient te bevatten. Om hieraan te voldoen zal de periodieke evaluatie expliciet ingaan op deze kennis- en inzichtlacunes.
Vraag 4
Welke externe expert zal zitting nemen in de begeleidingsgroep en is deze onafhankelijk?
Vraag 5
Welke externe(n) word(t)(en) voor aanvang van het onderzoek benaderd om een oordeel te vellen over het onderzoek inclusief de validiteit en betrouwbaarheid van de bevindingen van het uitgevoerde onderzoek, is/zijn deze externe(n) onafhankelijk en wanneer zullen zij dit oordeel vellen?
Antwoord 4 & 5
In de begeleidingscommissie van de periodieke rapportage artikel 12 – kasbeheer zullen twee externe experts zitting nemen. De externe experts zijn professor C. Koopmans, hoogleraar beleidsevaluatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en B. de Kruijf, manager Operations betalingsverkeer bij De Nederlandsche Bank. Beide experts zijn onafhankelijk aangezien zij niet in dienst zijn bij het Ministerie van Financiën. De externe experts zullen in de tweede helft van 2024 een oordeel vellen over het uitgevoerde beleidsonderzoek.