[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D46290, datum: 2023-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36470-XII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36470 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z19166:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 470XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII);
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatie vraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:

  1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.
  2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgavenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2023 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
  3. In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2023 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstukken II 2022-2023, 36 200 XII, nr 2) toegelicht met uitzondering van de verplichtingen. De begrotingsmutaties van de najaarsnota en de verplichtingenmutaties van de miljoenennota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.
  4. In de paragraaf agentschappen (paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Op aanwijzing van Minfin is in de prinsjesdagsuppletoire begroting geen agentschapsparagraaf opgenomen. De Agentschapsparagraaf is opgesteld met de stand 1e suppletoire als uitgangspunt. Aangezien de mutaties prinsjesdag nog niet eerder zijn toegelicht in de agentschapsparagraaf dienen ook deze meegenomen te worden in de toelichting van de 2e suppletoire begroting.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzigingen weer in de uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de Miljoenennota 2023. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2023 12.407.473
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Overboekingen Ministeries Divers 45.109
2) Overboekingen HXII/Fondsen 26 ‒ 31.556
- waarvan met MF Divers 32.100
- waarvan met DF Divers ‒ 544
3) Luchtvaart in Transitie 17 ‒ 28.344
4) Beschikbaarheidsvergoeding OV 16 3.217
5) Mee- en tegenvallers Divers ‒ 7.057
6) Overige mutaties Divers 11.588
Stand 2e suppletoire begroting 2023 12.431.986

Toelichting

1. Overboekingen ministeries

Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting. Per saldo wordt € 45,1 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van IenW. Het gaat met name om:

  1. Voor het uitvoeren van de verkenning OV en Wonen Utrecht hebben Rijk en Regio tijdens in 2019 gezamenlijk € 380 miljoen gereserveerd. De bijdrage vanuit het Ministerie van BZK bedraagt € 69,3 miljoen.
  2. De investeringskosten van het project MOC KW van Defensie nemen toe als gevolg van prijsstijging van de bouwkosten, een hogere zeespiegelstijging en aanpassingen in het ontwerp. Het aandeel van het Ministerie van IenW hierin betreft € 8,3 miljoen.
  3. Voor de innovatieregeling Zero Emissie Pilots wordt er ingezet op zero emissie bouwmateriaal in de Rijksvastgoedbedrijf bouwprojecten Binnenhof en 't Harde. Hiervoor draagt het Ministerie van IenW € 4,8 miljoen af aan het Ministerie van BZK.
  4. In opdracht van het Ministerie van EZK gaat Rijkswaterstaat data verzamelen over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee. EZK boekt hier € 4,3 miljoen euro voor over naar IenW.

2. Overboeking HXII/Fondsen

Per saldo is € 31,6 miljoen overgeboekt vanuit het mobiliteitsfonds en Deltafonds naar HXII, waarvan € 32,1 miljoen van het mobiliteitsfonds naar HXII is overgeboekt en € 0,5 miljoen van HXII naar het Deltafonds. Het gaat met name om:

  1. Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 31,2 miljoen overgeboekt naar artikel 16 voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering bij Najaarsnota 2023 uitbetaald.
  2. Een budgetoverheveling van het Mobiliteitsfonds art 11 Reservering pakket Zeeland naar HXII ten behoeve van de subsidie NS en naar aanleiding van een subsidie aanvraag voor de continuering van de uitbreiding dienstregeling Zeeland in 2023. IenW is Overeengekomen om deze treindienst te continueren in de dienstregelingsjaren 2022 t/m 2024 (€ 4,2 miljoen).

3. Luchtvaart in Transitie

Het subsidiebudget voor luchtvaart in transitie neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van middelen van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tijd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.

4. Beschikbaarheidsvergoeding OV

De budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de in het kader van deze regelingen verstrekte bijdragen.

5. Mee -en tegenvallers

Diverse kleine mee- en tegenvallers zorgen voor een positief saldo van € 7,1 miljoen. Hiervan betreft een positief saldo van € 1,7 miljoen de HGIS budgetten en bestaat uit het programma Partners voor Water 5 (€ 1,0 miljoen) en het HGIS subsidie budget (€ 0,7 miljoen).

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2023 65.471
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Beschikbaarheidsvergoeding OV ‒ 4.792
2) Overige mutaties Divers 12.752
Stand 2e suppletoire begroting 2023 73.431

Toelichting

1. Beschikbaarheidsvergoeding OV

Naar aanleiding van recente vaststellingen van de BVOV wordt er verwacht dat er minder ontvangsten zullen binnenkomen (€ -4,8 miljoen).

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

16 en 98 Beschikbaarheidsvergoeding OV 46,3 108,4 20,7 Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71
17 Lening Winair 0,0 0,0 3,0 Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 , 31 936, nr. 896
22 Tegemoetkoming vuurwerkbranche 2,1 2,3 0,0 Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14
97 en 98 COVID-testen reizigers 1,0 4,8 0,0 Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71
Totaal 49,4 115,5 23,7

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 45.457 1.906 47.363
Uitgaven 57.416 ‒ 2.904 54.512
1 Algemeen Waterbeleid 46.232 ‒ 2.235 43.997
Opdrachten 16.764 ‒ 6.006 10.758
FLOW 0 0 0
KAWI 1.945 ‒ 743 1.202
Klimaat Bestuur/NOVI 306 0 306
CORA 400 240 640
VN Water 1.500 ‒ 1.500 0
Overige opdrachten 12.613 ‒ 4.003 8.610
Subsidies 11.420 3.546 14.966
Partners for Water 5 (HGIS) 3.117 27 3.144
Blue Deal (HGIS) 6.960 610 7.570
WI 1.212 113 1.325
Overige subsidies 131 2.796 2.927
Bijdragen aan agentschappen 16.628 325 16.953
Waarvan bijdragen aan KNMI 707 140 847
Bijdragen aan RWS 15.346 60 15.406
Overige bijdragen aan agentschappen 575 125 700
Bijdragen aan mederoverheden 100 ‒ 100 0
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.320 0 1.320
2 Waterveiligheid 2.315 ‒ 243 2.072
Opdrachten 2.315 ‒ 243 2.072
RWS Waterveiligheid 1.507 ‒ 343 1.164
Overige opdrachten 808 100 908
3 Grote oppervlaktewateren 1.069 ‒ 175 894
Opdrachten 1.069 ‒ 175 894
RWS Zuid-Westelijke Delta 370 0 370
Overige opdrachten 699 ‒ 175 524
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0
4 Waterkwaliteit 7.800 ‒ 251 7.549
Opdrachten 5.612 ‒ 731 4.881
Noordzee en Oceanen 158 ‒ 101 57
Waarvan RWS (BOA) 3.517 ‒ 201 3.316
Overige opdrachten 1.937 ‒ 429 1.508
Subsidies 552 557 1.109
Bijdragen aan medeoverheden 50 0 50
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.586 ‒ 77 1.509
WKK contributies 36 31 67
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.550 ‒ 108 1.442
Ontvangsten 30 0 30

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd. Dit heeft met name betrekking op een subsidieverlening voor de actieprogramma's KRW en PFAS voor MKB Nederland en VNO-NCW. VNO-NCW en MKB Nederland gaan het bedrijfsleven ondersteunen met actieprogramma’s op het gebied van de Kaderrichtlijn Water en PFAS, waarmee de kennis bij bedrijven wordt vergroot en concrete (bovenwettelijke) maatregelen worden verkend en gestimuleerd. IenW draagt hier de komende jaren € 3,1 miljoen aan bij, waarvan € 2,0 miljoen voor het actieprogramma PFAS en € 1,1 miljoen voor het actieprogramma KRW.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget per saldo € 1,2 miljoen verlaagd is.

Uitgaven

Artikel 11.1 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van per saldo ‒ € 6,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Herprioritering van € 2,9 miljoen van het opdrachtenbudget van Partners voor Water naar subsidies ter dekking van een subsidie aan Deltares binnen het programma Partners voor Water. Dit betreft een in 2022 aangegane verplichting die in 2023 is betaald.
  2. Een correctie van HGIS-budgetten naar het financieel instrument subsidies (- € 1,5 miljoen) voor de uitvoering door Deltares van de gemaakte afspraken in de VN Waterconferentie voor het International Panel on Deltas (IPDC).
  3. Een lagere kasprognose ( € 1,0 miljoen) op het door RVO uitgevoerde programma Partners voor Water 5. Tevens heeft RVO aangegeven dat programma-activiteiten vertragen naar 2024, omdat het maken van bestuurlijke internationale afspraken na de VN top meer tijd vergt dan verwacht.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 2,6 miljoen verlaagd is.

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met per saldo € 3,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven toegelichte HGIS herverdeling van opdrachten en subsidies (€2,7 miljoen).

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.

2 Waterveiligheid

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

3 Grote oppervlaktewateren

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

4 Waterkwaliteit

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 94.319 38.430 132.749
Uitgaven 110.468 ‒ 701 109.767
4 Ruimtegebruik bodem 110.468 ‒ 701 109.767
Opdrachten 13.097 ‒ 611 12.486
Bodem en STRONG 8.207 ‒ 595 7.612
RWS Leefomgeving 2.376 140 2.516
Overige opdrachten 2.514 ‒ 156 2.358
Subsidie 23.224 ‒ 500 22.724
Bedrijvenregeling 9.322 0 9.322
Subsidies Caribisch Nederland 12.552 ‒ 500 12.052
Overige subsidies 1.350 0 1.350
Bijdragen aan agentschappen 10.865 0 10.865
Waarvan bijdragen aan RWS 5.489 0 5.489
Waarvan bijdragen aan RIVM 5.376 0 5.376
Bijdragen aan medeoverheden 63.194 410 63.604
Meerjarenprogramma Bodem 63.194 410 63.604
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 88 0 88
Ontvangsten 3.500 0 3.500

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 38,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door enkele versnellingen van verplichtingenruimte uit latere jaren.

  1. Per 1 januari 2024 gaat de Wet Bodembescherming op in de Omgevingswet. Daarmee vervalt per 1 januari de grondslag voor het Besluit financiële bepalingen bodemsanering, behoudens overgangsrecht. Bedrijven die zich voor 2008 hebben aangemeld voor de Bedrijvenregeling hebben nog tot 1 januari 2025 de mogelijkheid om aan te geven dat ze ook daadwerkelijk gebruik gaan maken van de regeling. Het saneringsplan moet dan voor 1 januari 2024 zijn ingediend. Om de aangewezen coördinerende rechtspersonen, Stichting Bodembeheer Nederland en Bosatex, in staat te stellen om de nog resterende werkvoorraad af te handelen, wordt dit jaar aanvullende verplichtingenruimte verstrekt (€ 16,0 miljoen).
  2. Er is een verplichtingschuif van 2028 naar 2023 voor de sanering van het EMK-terrein (€ 10,0 miljoen). Deze sanering is onderdeel van de oude afspraken in het meerjarenprogramma bodemsanering (looptijd tot en met 2030), waarvoor het Ministerie van IenW, in tegenstelling tot reguliere bodemsaneringsprojecten, zelf opdrachtgever is. Op basis van de gewijzigde Uniforme administratieve voorwaarden (UAV) in 2023 zal dit jaar nog een vervolgopdracht van circa € 10,0 miljoen worden verstrekt.
  3. Binnen het meerjarenprogramma Bodemsanering wordt ingezet op versnelling van saneringsprojecten voor onder meer PFAS, Asbest, drugs gerelateerde verontreiniging en waterbodems. Hiervoor wordt binnen het meerjarenprogramma verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar 2023 geschoven (€ 9,0 miljoen).
  4. Een verplichtingenschuif naar 2023 vanuit 2024 en 2025 om een meerjarige opdracht aan het RIVM vast te kunnen leggen voor de gevraagde FTE-inzet (€ 3,2 miljoen).
  5. Een verplichtingenschuif ten behoeve van de vastlegging van de meerjarige opdracht aan het RIVM voor de externe projectkosten die RIVM zal maken voor de opdracht (€ 1,5 miljoen).

Verder hebben er enkele kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo ‒ € 1,3 miljoen die het verplichtingenbudget verlagen.

Uitgaven

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,7 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 526.319 3.535 529.854
Uitgaven 346.544 ‒ 1.093 345.451
1 Netwerk 25.118 ‒ 972 24.146
Opdrachten 14.101 ‒ 472 13.629
Wegverkeersbeleid 5.107 43 5.150
Unit Smart Mobility 6.444 ‒ 1.284 5.160
Overige opdrachten 2.550 769 3.319
Bijdragen aan agentschappen 8.879 ‒ 876 8.003
Bijdragen aan agentschap RWS 8.073 ‒ 879 7.194
Overige bijdragen aan agentschappen 806 3 809
Bijdragen aan medeoverheden 764 ‒ 84 680
Regionale bijdrage MIRT 764 ‒ 84 680
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 1.374 460 1.834
2 Verkeersveiligheid 24.974 207 25.181
Opdrachten 6.591 ‒ 790 5.801
Verkeersveiligheid 5.208 ‒ 363 4.845
Overige opdrachten 1.383 ‒ 427 956
Subsidies 10.785 ‒ 180 10.605
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) 4.463 ‒ 213 4.250
Veilig Verkeer Nederland (VVN) 4.244 0 4.244
Overige subsidies 2.078 33 2.111
Bijdragen aan agentschappen 729 28 757
Bijdragen aan medeoverheden 0 14 14
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 30 565 595
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 3.122 287 3.409
Bijdragen aan CBR 2.287 ‒ 631 1.656
Overige bijdragen 835 918 1.753
(Schade)vergoedingen 3.717 283 4.000
Stint 3.717 283 4.000
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit 296.452 ‒ 328 296.124
Opdrachten 45.419 ‒ 6.721 38.698
Reservering Klimaatakkoord 1.672 ‒ 1.672 0
Duurzame logistiek 3.604 1.367 4.971
Innovatie en Intelligente Transportsystemen 9.100 ‒ 1.689 7.411
Programma duurzame mobiliteit 5.736 ‒ 3.506 2.230
Innovatie, strategie voor Mobiliteit (ISM) 997 ‒ 72 925
Verkeersemissies 845 ‒ 468 377
Programma fiets 1.962 ‒ 116 1.846
Duurzame energiedragers in mobiliteit 1.238 ‒ 127 1.111
NGF-project Dutch Metropolitan Innovations 8.769 0 8.769
KF: Slimme laadinfra 4.376 0 4.376
Overige opdrachten 7.120 ‒ 438 6.682
Subsidies 202.352 0 202.352
Bronmaatregelen stikstof 57.598 0 57.598
Elektrisch vervoer 127.686 0 127.686
Duurzame mobiliteit 14.790 0 14.790
Overige subsidies 2.278 0 2.278
Bijdragen aan agentschappen 24.362 401 24.763
Bijdragen aan agentschap Nea 5.359 0 5.359
Bijdragen aan agentschap RWS 4.168 0 4.168
Bijdragen aan agentschap RVO 14.368 399 14.767
Overige bijdragen aan agentschappen 467 2 469
Bijdragen aan medeoverheden 24.216 5.452 29.668
Duurzame mobiliteit 13.500 3.500 17.000
Mobiliteit en Gebieden 2.062 1.952 4.014
KF: Slimme Laadinfra 8.624 0 8.624
Overige bijdragen aan medeoverheden 30 0 30
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 103 440 543
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 0 100 100
Ontvangsten 5.782 ‒ 657 5.125

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

1 Netwerk

De uitgavenverlaging met per saldo € -0,9 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

2 Verkeersveiligheid

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

3 Slimme en Duurzame mobiliteit

De uitgavenverlaging met per saldo ‒ € 0,8 miljoen wordt veroorzaakt door diverse mutaties. Onderstaand worden de mutaties toegelicht per instrument, waar de mutatie hoger is dan de voorgeschreven norm.

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met per saldo ‒ € 7,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Herschikking Reservering klimaatakkoord naar Duurzame logistiek (€ 1,7 miljoen): Bij het opstellen van de Ontwerpbegroting 2024 is een negatieve begrotingsstand in het jaar 2023 ontstaan. Door de budgetten uit de reservering voor het klimaatakkoord opnieuw toe te delen worden de begrotingsstanden gecorrigeerd.
  1. BTW Compensatiefonds afdracht VDI en IVRI (€ 1,2 miljoen): Dit betreft de BTW afdracht aan het BTW Compensatiefonds (BCF) voor de specifieke uitkering Veilig Doelmatig en Duurzaam (€ 0,3 miljoen) en Intelligente Verkeersregelinstallaties (€ 0,9 miljoen).
  1. SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen): Dit betreft een mutatie voor de SPUK Vergroenen Reisgedrag inzake regeling Veilig, Slim Duurzaam (VSD). Er zijn bij het BO MIRT 2022 afspraken gemaakt over de werkgeversaanpak. De grondslag is meegenomen in de “Tijdelijke stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023-2027” en zal onder deze noemer worden uitgekeerd.
  1. Het overige verschil wordt verklaard door diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 5,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. De hierboven toegelichte SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen).
  1. HXII Specifieke uitkeringen Intelligente Verkeersregelinstallaties (iVRI) (€ 2,0 miljoen): Voor de specifieke uitkering (iVRI) is er in totaal nog € 2,0 miljoen nodig voor het betalen van uitkeringen. Dit bedrag wordt overgeboekt van het Mobiliteitsfonds naar HXII waar de regeling wordt verantwoord.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 273.669 ‒ 18.781 254.888
Uitgaven 260.497 30.218 290.715
1 OV en Spoor 42.301 26.720 69.021
Opdrachten 10.571 ‒ 2.761 7.810
ACM 1.783 ‒ 1.783 0
OV & Stations 2.376 ‒ 43 2.333
Aanst. NS en ProRail 4.229 ‒ 972 3.257
Opdrachten SU 324 ‒ 183 141
Overige opdrachten 1.859 220 2.079
Subsidies 16.056 3.136 19.192
Maatregelen Spoorgoederenvervoer 10.176 ‒ 813 9.363
Consumentenorganisatie OV 1.093 0 1.093
Subsidie NS SV 2.000 0 2.000
Overige subsidies 2.787 3.949 6.736
Bijdragen aan agentschappen 1.124 4 1.128
Bijdragen aan RWS 1.057 0 1.057
Bijdragen aan KNMI 14 0 14
Bijdragen aan overige agentschappen 53 4 57
Bijdragen aan medeoverheden 14.448 26.341 40.789
Bijdrage medeoverheden OVS 11.971 26.041 38.012
CLU Betuwe en HSL 2.477 300 2.777
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 102 0 102
2 Maatregelenpakket OVS 218.196 3.498 221.694
Subsidies 218.196 3.498 221.694
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector 104.848 3.217 108.065
Transitievangnet OV 113.348 281 113.629
Ontvangsten 25.522 ‒ 1.419 24.103

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting in totaal per saldo met € 18,7 miljoen verlaagd. Dit bedrag wordt met name verklaard door:

  1. Een verplichtingenverlaging van € 58,5 miljoen voor de budgetbijstelling van de BVOV (Beschikbaarheidvergoeding OV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de bijdragen die in het kader van deze regelingen zijn verstrekt.
  2. Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met € 8,6 miljoen is toegenomen.
  3. Het resterende verschil wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 30,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

1 OV en Spoor

Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden van € 26,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een overboeking van € 31,2 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering uitbetaald.
  2. Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het budget bijdragen aan medeoverheden met € 4,9 miljoen is afgenomen.

2 Maatregelenpakket OVS

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met € 3,5 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. een budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022. De vaststellingen van de verstrekte bijdragen zijn hoger dan van te voren is opgenomen in de prognose.
  2. Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met € 0,3 miljoen is toegenomen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 254.234 ‒ 12.056 242.178
Uitgaven 119.451 ‒ 18.425 101.026
1 Luchtvaart 119.451 ‒ 18.425 101.026
Opdrachten 13.831 6.010 19.841
GIS-4 regeling 0 1.234 1.234
Caribisch Nederland 385 ‒ 235 150
Klimaatbeleid 953 51 1.004
Luchtruim Regio Luchthaven 1.108 404 1.512
Luchtruimherziening 1.295 ‒ 361 934
Onbemande luchtvaart 373 423 796
Onderzoek luchtvaart 2.868 ‒ 1.742 1.126
NGF-project Luchtvaart in transitie 887 ‒ 562 325
Overige opdrachten 5.962 6.798 12.760
Subsidies 96.926 ‒ 28.384 68.542
Subsidies klimaatbeleid 2.850 0 2.850
Subsidies tarieven Bonaire 420 0 420
Subsidies omploegen graan 1.700 0 1.700
NGF-project Luchtvaart in transitie 89.940 ‒ 28.344 61.596
Overige subsidies 2.016 ‒ 40 1.976
Bijdragen aan agentschappen 1.443 5.337 6.780
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI 14 0 14
Waarvan bijdragen aan agentschap RWS 858 5.327 6.185
Overige bijdragen aan agentschappen 571 10 581
Bijdragen aan medeoverheden 1.550 0 1.550
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.625 0 1.625
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization 1.455 0 1.455
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 170 0 170
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s 2.365 323 2.688
Leningen 1.711 ‒ 1.711 0
Ontvangsten 4.522 3.087 7.609
Waarvan garantieverplichtingen 52.600 0 52.600
Waarvan overige verplichtingen 201.634 ‒ 12.056 189.578

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd. De verlaging van het verplichtingenbudget is met name het gevolg van:

  1. Het verplichtingenbudget neemt met € 16,1 miljoen af vanwege het doorschuiven van verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. Deze mutatie wordt onder subsidies nader toegelicht.
  2. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget met € 3,2 miljoen opgehoogd vanwege een bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie. De vervangingsopdracht wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.

Uitgaven

Het uitgavenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 18,4 miljoen verlaagd.

1 Luchtvaart

Opdrachten

Het opdrachtbudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door:

  1. Het opdrachtenbudget wordt met € 8,1 miljoen opgehoogd vanuit diverse budgetten binnen IenW. Deze middelen worden ingezet voor:

    1. de betaling van de planschade aan de gemeente Lansingerland. Dat is een vergoeding vanuit IenW aan de gemeente Lansingerland voor de door de gemeente betaalde planschade aan WTZI-vastgoed Parnassia groep B.V., n.a.v. een uitspraak van de RvS.
    2. de betaling van de nadeelcompensatie te Rijdt, een nadeelcompensatieregeling voor de overschrijding van de geluid grenswaarde Schiphol.
  2. Het opdrachtenbudget wordt met € 1,6 miljoen verlaagd vanwege diverse herschikkingen binnen artikel 17.

Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 0,5 miljoen verlaagd is.

Subsidies

Het subsidiebudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tijd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan het agentschap Rijkswaterstaat voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 5,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende opdrachten die door RWS worden uitgevoerd:

  1. De vervanging Airfield Ground Lighting installatie van Bonaire International Airport (€ 3,4 miljoen). De ophoging van het budget bestaat uit de bijdrage vanuit Bonaire International Airport (€ 3,2 miljoen) en een bijdrage vanuit de directie Luchtvaart (€ 0,2 miljoen).
  2. De uitvoering van de nadeelcompensatie te Rijdt. Het budget wordt vanuit het opdrachtenbudget van directie Luchtvaart met € 1,9 miljoen opgehoogd voor de uitvoeringskosten van de nadeelcompensatieregeling.

Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het totale uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is afgenomen. Deze mutaties hebben effect op de budgetten voor bijdragen aan ZBO's en RWT's en leningen.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,1 miljoen opgehoogd. Dit is met name vanwege de bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie (€ 3,2 miljoen).

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 66.377 ‒ 3.974 62.403
Uitgaven 88.416 ‒ 318 88.098
1 Scheepvaart en Havens 88.416 ‒ 318 88.098
Opdrachten 30.060 ‒ 1.666 28.394
Caribisch Nederland 100 ‒ 100 0
Topsector logistiek 11.312 0 11.312
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek 12.949 0 12.949
Overige opdrachten 5.699 ‒ 1.566 4.133
Subsidies 52.364 115 52.479
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch 15.600 0 15.600
Innovatieve Duurzame Binnenvaart 22.324 0 22.324
Walstroom 11.285 115 11.400
Topsector Logistiek 3.000 0 3.000
Overige subsidies 155 0 155
Bijdragen aan agentschappen 4.112 ‒ 60 4.052
Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS 2.810 0 2.810
Overige bijdragen aan agentschappen 1.302 ‒ 60 1.242
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.644 1.120 2.764
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 236 173 409
Ontvangsten 0 419 419

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door een verplichtingenschuif op het budget voor de bijdragen aan medeoverheden (- € 3,0 miljoen). In de Ontwerpbegroting 2024 is een kasschuif (- € 3,0 miljoen) van 2023 naar 2025 opgenomen waarmee middelen voor de aanleg van de nieuwe zeehaven op Saba naar 2025 worden geschoven. Met deze verplichtingenschuif wordt ook de verplichting voor deze opdracht naar achteren geschoven.

Tot slot hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het verplichtingenbudget met € 1,0 miljoen is verlaagd.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verlaagd.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt met € 1,1 miljoen verhoogd in verband met een bijdrage aan het IOPC-fonds. Het IOPC-fonds is een internationaal schadefonds voor vergoeding van schade als gevolg van ongevallen met olietankers. Het fonds wordt gevuld door bedrijven die olie ontvangen maar als gevolg van achterstallige betalingen van Nederlandse bedrijven dient de staat de bijdrage aan dit fonds te compenseren om in de toekomst aanspraak te kunnen blijven maken op de middelen uit dit fonds.

Daarnaast hebben er diverse kleine mutaties plaatsgevonden waarmee het uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is verlaagd.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 12.668 ‒ 629 12.039
Uitgaven 11.972 ‒ 629 11.343
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking 11.972 ‒ 629 11.343
Opdrachten 3.984 ‒ 559 3.425
Uitvoering Intereg 282 ‒ 1 281
Uitvoering HGIS 793 ‒ 210 583
Uitvoering niet-HGIS 1.756 91 1.847
Overige opdrachten 1.153 ‒ 439 714
Subsidies 1.692 ‒ 700 992
Interreg 1.622 ‒ 700 922
Overige subsidies 70 0 70
Bijdragen aan agentschappen 2.885 0 2.885
Waarvan Bijdragen aan RIVM 142 0 142
Waarvan Bijdragen aan RWS 644 0 644
Waarvan Bijdragen aan RVO 2.099 0 2.099
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 3.011 630 3.641
Waarvan bijdragen HGIS 2.811 180 2.991
Waarvan bijdragen niet-HGIS 200 450 650
Bekostiging 400 0 400
Bekostiging GCA 400 0 400
Overige bekostiging 0 0 0
Ontvangsten 312 257 569

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,6 miljoen verlaagd. Dat wordt veroorzaakt door diverse kleine uitgavenmutaties. Gezien deze kleiner zijn dan de gehanteerde norm worden deze niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 66.718 4.941 71.659
Uitgaven 61.584 ‒ 85 61.499
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder 61.584 ‒ 85 61.499
Opdrachten 12.212 ‒ 567 11.645
Waarvan RIVM 5.380 182 5.562
Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering 6.569 ‒ 759 5.810
Overige opdrachten 263 10 273
Bijdragen aan agentschappen 16.608 735 17.343
Waarvan bijdragen aan RWS 2.816 0 2.816
Waarvan bijdragen aan RIVM 13.562 725 14.287
Bijdragen aan overige agentschappen (RVO en KNMI) 230 10 240
Bijdragen aan medeoverheden 32.301 ‒ 190 32.111
Programma NSL en SLA 7.669 ‒ 969 6.700
Uitvoering geluidsanering 24.632 779 25.411
Bekostiging 463 ‒ 63 400
Ontvangsten 1.000 946 1.946

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een ophoging van € 3,0 miljoen van het verplichtingenbudget om de meerjarige opdracht (2024-2027) aan te gaan voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Omgevingswet.
  2. Een ophoging van € 2,1 miljoen van het verplichtingenbudget ten behoeve van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Wet Geluidhinder. Het subsidieplafond 2023 wordt opgehoogd met de middelen die waren gereserveerd voor de sanering onder de Omgevingswet (ingangsdatum vastgesteld op 1 januari 2024).
  3. Diverse kleinere mutatie opgeteld tot - € 0,2 miljoen.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 63.776 152 63.928
Uitgaven 58.661 309 58.970
5 Duurzame productieketens 55.788 1.822 57.610
Opdrachten 20.020 ‒ 1.629 18.391
Uitvoering duurzame productieketens 11.736 ‒ 1.521 10.215
Waarvan RWS 6.149 ‒ 299 5.850
KF: Plastics norm 525 0 525
Overige opdrachten 1.610 191 1.801
Subsidies 9.955 4.291 14.246
Subsidies duurzame productieketens 9.955 4.291 14.246
Bijdragen aan agentschappen 24.487 ‒ 831 23.656
Waarvan bijdragen aan RWS 11.662 ‒ 18 11.644
Waarvan bijdragen aan RVO 11.400 ‒ 813 10.587
Overige bijdragen aan agentschappen 1.425 0 1.425
Bijdragen aan medeoverheden 800 ‒ 49 751
Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland 800 ‒ 49 751
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 50 40 90
Bijdragen aan ZBO's en RWT's 476 0 476
6 Natuurlijk kapitaal 2.873 ‒ 1.513 1.360
Opdrachten 2.233 ‒ 1.686 547
Uitvoering Natuurlijk kapitaal 1.759 ‒ 1.644 115
Overige opdrachten 474 ‒ 42 432
Bijdragen aan agentschappen 640 173 813
Ontvangsten 0 59 59
waarvan garantieverplichtingen 0 1.750 1.750
waarvan overige verplichtingen 63.776 ‒ 1.598 62.178

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een verplichtingenoverheveling voor de vastlegging van de garantieverplichting uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) textiel. Hiervoor wordt € 1,8 miljoen overgeheveld binnen artikel 21 van overige verplichtingen naar garanties.
  2. De resterende verhoging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte kasmutaties.

5 Duurzame productieketens

Subsidies

Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  1. De RVO heeft de uitgavenraming bijgesteld voor de uitvoering van de regeling Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie, Circulaire Ketenprojecten en de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie. Hiervoor wordt € 3,9 miljoen overgeboekt vanuit het opdrachtenbudget Duurzame productieketens (€ 3,6 miljoen) en het opdrachtenbudget Natuurlijk kapitaal (€ 0,3 miljoen) naar het subsidiebudget.
  2. Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

6 Natuurlijk kapitaal

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 67.932 ‒ 3.952 63.980
Uitgaven 79.952 ‒ 5.356 74.596
1 Veiligheid chemische stoffen 27.429 ‒ 4.036 23.393
Opdrachten 9.259 ‒ 3.958 5.301
Waarvan RWS 1.841 0 1.841
Waarvan RIVM 1.081 65 1.146
Uitvoering veiligheid 1.525 ‒ 1.524 1
Uitvoering stoffen en M&G 2.628 ‒ 1.989 639
Overige opdrachten 2.184 ‒ 510 1.674
Subsidies 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 16.612 725 17.337
Waarvan Bijdragen aan RWS 3.396 0 3.396
Waarvan Bijdragen aan RIVM 12.877 725 13.602
Overige bijdragen aan agentschappen 339 0 339
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 250 490 740
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 1.308 ‒ 1.293 15
Waarvan Bijdragen aan CTGB 1.308 ‒ 1.293 15
2 Veilige biotechnologie 6.350 ‒ 280 6.070
Opdrachten 1.364 ‒ 60 1.304
Uitvoering veiligheid GGO 1.304 0 1.304
Overige opdrachten 60 ‒ 60 0
Bijdragen aan agentschappen 4.986 ‒ 220 4.766
Waarvan bijdragen aan COGEM 1.700 0 1.700
Waarvan bijdragen aan RIVM 3.286 ‒ 220 3.066
3 Veiligheid bedrijven en transport 46.173 ‒ 1.040 45.133
Opdrachten 15.582 ‒ 4.376 11.206
EPK Bijdrage RWS 1.831 0 1.831
Opdrachten asbest 1.684 ‒ 951 733
Programma omgevingsveilig 5.526 ‒ 1.468 4.058
VTH-stelsel 3.339 ‒ 1.358 1.981
Uitvoering Buisleidingen 1.386 ‒ 599 787
Uitvoering veiligheid VGS 1.356 0 1.356
Overige opdrachten 460 0 460
Subsidies 10.378 2.952 13.330
Subsidies inrichtingen & transport 7.603 0 7.603
Subsidies asbest 0 0 0
Subsidies vuurwerk 2.260 0 2.260
Overige subsidies 515 2.952 3.467
Bijdragen aan agentschappen 6.673 230 6.903
Waarvan bijdragen aan RWS 4.184 0 4.184
Waarvan bijdragen aan RIVM 2.083 230 2313
Waarvan bijdragen aan RVO 406 0 406
Bijdragen aan medeoverheden 9.619 154 9773
Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland 125 1 126
Overige bijdragen aan medeoverheden 9.494 153 9.647
Inkomensoverdrachten 3.921 0 3921
Inkomensoverdrachten mesothelioom 3.921 0 3921
Ontvangsten 250 0 250

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 2,7 miljoen om de subsidie Safety Deal 2024 aan de RVO te kunnen verstrekken.
  2. Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 0,3 miljoen voor de opdracht aan RWS voor het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS). RWS is de beheerder van het programma LAVS. De verplichtingenoverheveling is nodig zodat RWS tijdig voorafgaand aan 2024 de opdracht voor beheer aan het LAVS kan verstrekken.
  3. Een verplichtingenoverheveling van - € 1,6 miljoen van artikel 22 naar artikel 98 voor ICT werkzaamheden voor het project vergunningsverlening toezicht en handhavingstelsel.
  4. De overige verlaging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,4 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

1 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:

  1. Een overboeking van € 1,7 miljoen van artikel 22 naar artikel 21. Er is minder budget benodigd op artikel 22 voor de dataverkenning afzet biociden en monitoring impulsprogramma, visie ontwikkeling externe veiligheid en maatwerkafspraken. Dit wordt ingezet op artikel 21 voor de jaarafrekening RVO 2022.
  2. Een overboeking van € 1,0 miljoen van artikel 22 naar ANVS voor de kosten om het radionuclidenlaboratorium van RIVM weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw.
  3. Een herschikking van € 0,2 miljoen binnen artikel 22 voor de bijdrage aan het Ministerie van LNV voor het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB).
  4. Een herschikking van € 0,4 miljoen binnen artikel 22 voor een bijdrage aan de OECD voor het project Pepper. Het gaat hierbij om testmethodes van hormoonontregelende eigenschappen van stoffen.
  5. Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,7 miljoen.

2 Veilige biotechnologie

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,4 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:

  1. Een herschikking van € 2,6 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).
  2. Een verlaging van het budget met € 1,0 miljoen op artikel 22. Er is minder budget nodig voor het interbestuurlijke programma VTH.
  3. Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM voor de ondersteuning en uitvoering van het beleid gericht op emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen.
  4. Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

Subsidies

Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  1. Een herschikking van € 2,9 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).
  2. Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,1 miljoen.

Ontvansten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 76.098 517 76.615
Uitgaven 75.027 517 75.544
1 Meteorologie en seismologie 51.850 517 52.367
Bijdragen aan agentschappen 47.760 517 48.277
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI 47.760 517 48.277
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 4.090 0 4.090
Contributie ECMWF (HGIS) 3.150 0 3.150
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 940 0 940
2 Aardobservatie 23.177 0 23.177
Bijdragen aan agentschappen 23.177 0 23.177
Waarvan bijdragen aan KNMI 23.177 0 23.177
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  1. Twee overboekingen vanuit het Ministerie van EZK optellend tot € 0,4 miljoen voor Space Weather. Dit betreft een opdracht om een ruimteweer-alarmeringsservice op te zetten. Het KNMI brengt hiervoor effecten en gevaren van ruimteweer in kaart en monitort de situatie in de ruimte.
  2. Een overboeking vanuit het Ministerie van OCW van € 0,1 miljoen voor de uitvoering van de Subsidieregeling Matching Horizon Europe.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 189.203 906 190.109
Uitgaven 189.203 906 190.109
1 Personele uitgaven 162.927 938 163.865
Waarvan eigen personeel 132.368 6.273 138.641
Waarvan inhuur externen 30.559 ‒ 5.335 25.224
Waarvan overige personele uitgaven 0 0 0
2 Materiële uitgaven 26.276 ‒ 32 26.244
Waarvan ICT 2.817 1.484 4.301
Waarvan bijdragen SSO's 7.326 ‒ 384 6.942
Waarvan overige materiële uitgaven 16.133 ‒ 1.132 15.001
Ontvangsten 14.948 0 14.948

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,9 miljoen verhoogd en wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 24.01 Personele uitgaven

Eigen Personeel

Het budget voor eigen personeel wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,3 miljoen verhoogd, met name als gevolg van:

  1. Een herschikkig van € 5,0 miljoen vanuit inhuur externen naar eigen personeel. Een deel van de inhuur op formatieplekken is eerder vervangen dan verwacht. Met deze herschikking wordt voorkomen dat er problemen ontstaan bij de verwerking van de salarissen.
  2. Bijdrage van € 0,8 miljoen voor de Banenafspraak.
  3. Een overboeking vanuit het Ministerie van BZK voor de kosten toezicht Energielabels 2023. De ILT houdt toezicht op de naleving van de regelgeving m.b.t. de energielabels. De huidige toezichtstaak wordt uitgebreid naar actief toezicht op de andere aspecten van het vigerende Besluit Energieprestatie Gebouwen (BEG).
  4. Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

Inhuur externen

Het budget voor inhuur externen wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,3 miljoen verlaagd, met name als gevolg van:

  1. De hierboven genoemde herschikking van € 5,0 miljoen tussen de instrumenten inhuur externen en eigen personeel.
  2. Een overboeking van € 0,4 miljoen naar het programma Vrachtwagenheffing op het mobiliteitsfonds voor de afrekening van de werkzaamheden ILT voor de implementatie van kilometerheffing bij Vrachtverkeer.

Artikel 24.02 Materiële uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.113.061 0 1.113.061
Uitgaven 1.066.023 0 1.066.023
1 Brede doeluitkering 1.066.023 0 1.066.023
Brede doeluitkering 1.066.023 0 1.066.023
Bijdrage BDU 1.066.023 0 1.066.023
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Er zijn geen mutaties doorgevoerd op dit artikel.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 9.345.914 16.293 9.362.207
Uitgaven 9.346.064 16.471 9.362.535
1 Bijdragen aan het Mobiliteitsfonds 7.808.084 26.803 7.834.887
2 Bijdragen aan het Deltafonds 1.537.980 ‒ 10.332 1.527.648
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting met in totaal per saldo € 10,8 miljoen verhoogd en hebben betrekking op de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023 wordt met € 21,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door overboekingen vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen vanuit andere ministeries.

2 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2023 wordt met € 10,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name door overboekingen naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen naar andere ministeries.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Verplichtingen 54.606 3.456 58.062
Uitgaven 66.046 2.795 68.841
1 Algemeen departement 61.610 2.795 64.405
Opdrachten 41.415 2.673 44.088
van A naar Beter 1.525 0 1.525
Ext. juridische adv. 1.876 224 2.100
Onderzoeken PBL 5.332 410 5.742
Onderzoeken ANVS 4.187 ‒ 550 3.637
DCC 9.360 ‒ 350 9.010
Regeringsvliegtuig 14.723 2.891 17.614
Overige opdrachten 4.412 48 4.460
Subsidies 30 116 146
Bijdragen aan agentschappen 15.465 1.536 17.001
Waarvan bijdragen aan agentschap RWS 3.164 0 3.164
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI 2.457 0 2.457
Dienstverlening RIVM 9.844 1.536 11.380
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 0 170 170
Bijdragen aan medeoverheden 4.700 ‒ 1.700 3.000
HGIS ODA 4.700 ‒ 1.700 3.000
3 COVID-19 Testen reizen 4.436 0 4.436
Opdrachten 4.436 0 4.436
Opdrachten COVID-19 4.436 0 4.436
Ontvangsten 1.501 2.016 3.517

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 3,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil betreft diverse kleine vertragingen op uitgaven waarvoor verplichtingen reeds in 2023 zijn aangegaan.

Uitgaven

1 Algemeen departement

Opdrachten

De ophoging van het opdrachtenbudget met € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget voor de hogere uitgaven voor het Regeringsvliegtuig door stijgende brandstofkosten en aanvullende onderhoudskosten en onvoorziene reparaties (€ 2,9 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

De ophoging van het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 1,5 miljoen betreft de dekking van de meerkosten om het huidige radionuclidenlaboratorium weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw. Daarnaast is het een bijstelling van nucleaire adviesdiensten ten behoeve van RIVM n.a.v. de eindafrekening 2021.

Bijdragen aan medeoverheden

De verlaging van het budget voor bijdragen aan medeoverheden met € 1,7 miljoen komt door een overboeking naar het opdrachtenbudget en het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties om de middelen voor de noodhulp aan Oekraïne op het juiste instrument te zetten. Voor het 2e hulpdossier wordt strooizout geregeld zodat Oekraïne de winter door kan komen.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit betreft:

  1. de ontvangsten van Boeing voor het Regeringsvliegtuig (€ 1,5 miljoen)
  2. de onvoorziene ontvangsten van de Europese Commissie voor onderzoeksopdrachten PBL (€ 0,3 miljoen).
  3. de onvoorziene retourontvangst van een eerder verstrekte subsidie (€ 0,3 miljoen).

4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement

Verplichtingen 465.111 1.893 467.004
Uitgaven 470.149 2.808 472.957
1 Personele uitgaven 353.561 10.195 363.756
Waarvan eigen personeel 293.905 8.016 301.921
Waarvan inhuur externen 55.782 3.810 59.592
Waarvan overige personele uitgaven 3.874 ‒ 1.631 2.243
2 Materiële uitgaven 116.588 ‒ 7.387 109.201
Waarvan ICT 33.130 ‒ 283 32.847
Waarvan bijdrage SSO's 63.339 ‒ 595 62.744
Waarvan overige materiële uitgaven 20.119 ‒ 6.509 13.610
Ontvangsten 8.104 3.252 11.356

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 1,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil wordt verklaard door een correctieboeking ten behoeve van de overboekingen naar het Mobiliteitsfonds.

Uitgaven

1 Personele uitgaven

Eigen personeel

De ophoging van het budget voor eigen personeel met € 8,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. hogere personele uitgaven voor de Luchtvaartdirectie (€ 3,1 miljoen). Op een aantal plaatsen eerder vacatures zijn vervuld dan verwacht en er bij de oprichting van een programmadirectie onduidelijkheid is ontstaan over de financiering van een aantal fte’s die overkwamen van een andere directie en daardoor is een aantal formatieplaatsen dubbel bezet. Daarnaast was er aan het begin van het jaar budget nodig voor externe inhuur en dat nu is teruggeboekt naar het personele budget.
  2. Hogere personele uitgaven van de Maritiemdirectie (€ 1,7 miljoen). Bij begrotingsvoorbereiding is rekening gehouden met een ingroeipad. Werving van het benodigde personeel is sneller verlopen dan verwacht, waardoor een tekort is ontstaan.
  3. De Naheffing Werkkostenregeling WKR (€ 3,0 miljoen). IenW heeft een naheffing inkomstenbelasting ontvangen vanwege het overschrijden van de vrije ruimte van de Werkkostenregeling voor onbelaste vergoedingen aan werknemers.
  4. Ontvangen klimaatfondsbijdragen vanuit het Ministerie van EZK en een verrekening van de kosten Rekenmeesterfunctie die door PBL wordt uitgevoerd (totaal € 2,0 miljoen).
  5. Lagere uitgaven als gevolg van vertraagde invulling van vacatureruimte (- € 2,9 miljoen).
  6. Van eerder gedane overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor projecten ERTMS, Tijdelijke Tolheffing en Vrachtwagenheffing voor apparaatsuitgaven wordt, door geactualiseerde prognoses, een deel teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds (totaal - € 0,9 miljoen).
  7. Herschikking vanuit materiele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (€ 2,0 miljoen).

Inhuur externen

De ophoging van het budget voor externe inhuur met € 3,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Dit betreft het eerder ontvangen aandeel van RWS voor de werkzaamheden voor de Vernieuwing SAP dat, door vertraging, niet meer in 2023 worden betaald. Deze worden teruggegeven aan RWS via het Mobiliteitsfonds (- € 0,6 miljoen)
  2. Inzet op vacatureruimte. Doordat het wervingstraject van nieuwe medewerkers, voornamelijk voor Inkoop en Subsidies, op vacatures langer loopt dan voorzien wordt externe inhuur ingezet (€ 2,8 miljoen).
  3. Een deel van de werkzaamheden voor vernieuwing SAP worden door uitbesteding derden uitgevoerd i.p.v. externe inhuur -€ 1,6 miljoen.
  4. Herschikking vanuit materieel. Voor de personele inzet voor de projecten Vernieuwing Content Manager, Cybersecurity, Open Overheid en vernieuwing CIO-stelsel is een herschikking noodzakelijk (€ 1,9 miljoen).
  5. Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van Maatwerkafspraken, Nucleair en het programma VTH (Vergunningverlening Toetsing en Handhaving) is meer externe inhuur noodzakelijk dan eerder was voorzien (€ 0,5 miljoen).
  6. Een actualisatie van de apparaatsuitgaven van Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing voor inhuur en detachering vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 0,8 miljoen).

Overige personele uitgaven

Het budget voor overige uitgaven wordt verlaagd met € 1,6 miljoen omdat de verzekeringsmaatschappijenminder kosten in rekening hebben gebracht dan zij eerder hadden voorzien voor aanspraken van oud-werknemers.

2 Materiële uitgaven

ICT

De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Bijdrage aan SSO's

De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Overige materiële uitgaven

Het budget voor overige uitgaven wordt met € 6,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:

  1. de bijdragen aan diverse IenW-onderdelen voor het invullen van arbeidsplaatsen, om te voldoen aan de banenafspraak o.a. RWS (MF) en ILT (artikel 24) (-€ 2,2 miljoen).
  2. een herschikking naar personele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (- € 2,8 miljoen).
  3. een verlaging van het budget, omdat de commissie integriteit, zoals bepaald in CAO, nog niet is aangesteld (- € 0,4 miljoen).
  4. een verlaging van het budget door de niet uitgevoerde geplande uitbreiding van gebouwen en lagere kosten voor bedrijfsvoeringsbeheer (- € 1,0 miljoen).

Ontvangsten

De ophoging van het ontvangstenbudget met € 3,3 miljoen betreft met name de de ontvangsten in 2023 voor de oprichtingsvergunning Pallas i.h.k.v. De Kernenergiewet (€ 2,5 miljoen) en de ICBR-bijdrage uit de Kostenverdeelnotitie 2023 voor Doorontwikkeling en Vernieuwing (€ 0,8 miljoen).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Verplichtingen 25.809 ‒ 25.809 0
Uitgaven 0 0 0
Nominaal en onvoorzien 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met - € 25,8 miljoen verlaagd. Met de prinsjesdag suppletoire begroting is de eindejaarsmarge toebedeeld aan de verschillende artikelen binnen HXII. Deze verplichtingenruimte is niet nodig om de verplichtingen aan te gaan en wordt daarom afgeboekt.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Baten
- Omzet 3.419.264 111.335 3.530.599
waarvan omzet moederdepartement 3.361.130 ‒ 79.699 3.281.431
waarvan omzet overige departementen 100.818 8.769 109.587
waarvan omzet derden 219.108 9.261 228.369
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden ‒ 261.792 173.004 ‒ 88.788
Rentebaten 40.218 12.451 52.669
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 1.500 0 1.500
Totaal baten 3.460.982 123.785 3.584.767
Lasten
Apparaatskosten 1.408.985 71.753 1.480.738
- Personele kosten 1.104.977 57.983 1.162.960
waarvan eigen personeel 1.027.886 54.568 1.082.454
waarvan inhuur externen 77.091 3.415 80.506
waarvan overige personele kosten 0 0 0
- Materiële kosten 304.008 13.770 317.778
waarvan apparaat ICT 50.009 ‒ 3.026 46.983
waarvan bijdrage aan SSO's 72.202 ‒ 4.354 67.848
waarvan overige materiële kosten 181.797 21.149 202.946
Externe Productkosten 2.022.000 28.873 2.050.873
Rentelasten 1.468 90 1.558
Afschrijvingskosten 18.879 114 18.993
- Materieel 18.744 ‒ 731 18.013
waarvan apparaat ICT 4.554 0 4.554
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 14.190 ‒ 731 13.459
- Immaterieel 135 845 980
Overige lasten 8.000 960 8.960
waarvan dotaties voorzieningen 8.000 960 8.960
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 3.459.332 101.791 3.561.123
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 1.650 21.995 23.645
Agentschapsdeel Vpb-lasten 130 0 130
Saldo van baten en lasten 1.520 21.995 23.515
Dotatie aan reserve Rijksrederij 1.520 ‒ 20 1.500
Te verdelen resultaat 0 22.015 22.015

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De lagere omzet moederdepartement ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023

ad. € -79,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. het gemelde in de Kamerbrief van 17 maart over het Basiskwaliteitsniveau, waarbij benodigd budget in lijn is gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. (€ -274,6 miljoen);
  2. uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 171,1 miljoen);
  3. programmamiddelen voor de planstudie Stikstof (€ 5,9 miljoen);
  4. apparaatsmiddelen voor capaciteit Beheer en Onderhoud (€ 5,6 miljoen);
  5. bijdrage van RWS aan Min. IenW ten behoeve van het programma Vernieuwing SAP (€ -6 miljoen);
  6. het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen,

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 8,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 7,0 miljoen)

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken.

De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting toenemen met € 88.8 miljoen tot € 1.199,0 miljoen ultimo 2023 (ultimo 2022 € 1.110,2 miljoen). De verwachte toename van de NUTW is daarmee beperkter dan eerder gemeld in de eerste suppletoire begroting 2023 (€ 261,8 miljoen). In lijn met de afspraken rondom het basiskwaliteitsniveau van de netwerken in beheer van RWS (Kamerbrief 17 maart), is het benodigd budget voor de periode 2023-2030 in lijn gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. Daarbij is rekening gehouden met een NUTW inzet van € 100,0 miljoen per jaar in 2026 ‒ 2030 (totaal € 500,0 miljoen).

De balanspost zorgt er voor dat de middelen die dit jaar niet kunnen worden ingezet, beschikbaar blijven voor beheer en onderhoud in 2024 en latere jaren voor het uitvoeren van de SLA afspraken.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.

De hogere kosten eigen personeel ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 54,6 miljoen zijn met name het gevolg van gemaakte afspraken in de CAO Rijk 2022-2024. Hierin zijn afspraken gemaakt over verlofuren in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) voor het personeel. Het opsparen van deze verlofuren zorgt voor toename van de personeelskosten (€ 40 miljoen). Daarnaast wordt deze toename met name veroorzaakt door toegenomen capaciteit van RWS als gevolg van Strategisch Capaciteit Management (SCM) (24 FTE), beleidsondersteuning en advisering (BOA) (11 FTE), Werving en selectie voor Min. IenW (11 FTE), Programma Vrachtwagenheffing (9,5 FTE), Wet Open Overheid (8,2 FTE) en Verkeersbegeleiding Kanaal Gent Terneuzen (7,5 FTE).

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten.

De hogere materiële kosten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 13,8 miljoen zijn met name het gevolg van prijsstijgingen.

Externe productkosten

In de prognose van de Externe productkosten is rekening gehouden met de overdracht van zes zijobjecten van de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (HLD). Deze overdracht vindt, conform besluit van de Minister op 6 september, plaats in 2023 (€ 41,2 miljoen).

Rentelasten

De verwachte rentelasten zijn ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met name toegenomen als gevolg de investering in een strategische zoutloods.

Overige lasten

Dotaties voorzieningen

De toename van de dotatie is met name het gevolg een dotatie aan de reeds gevormde reorganisatievoorziening als uitkomst van het onderhandelingsresultaat tussen Vakbonden en RWS over de compensatieregeling bij de reorganisatie bij de Rijksrederij. De omvang van de dotatie komt overeen met de schatting van de kosten die verbonden zijn aan de laatst voorgestelde compensatieregeling.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 1.500.697 0 1.500.697
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 3.722.774 ‒ 49.219 3.673.555
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 3.432.583 ‒ 100.716 ‒ 3.533.299
2. Totaal operationele kasstroom 290.191 ‒ 149.935 140.256
Totaal investeringen (-/-) ‒ 48.808 ‒ 6.650 ‒ 55.458
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 48.808 ‒ 6.650 ‒ 55.458
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) ‒ 19.309 0 ‒ 19.309
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 8.500 0 8.500
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 16.044 43 ‒ 16.001
Beroep op leenfaciliteit (+) 46.368 ‒ 2.238 44.130
4. Totaal financieringskasstroom 19.515 ‒ 2.195 17.320
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 1.761.595 ‒ 158.780 1.602.815

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De lagere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -49,2 miljoen worden met name veroorzaakt door de lagere ontvangsten van het moederdepartement. Voor meer toelichting wordt verwezen naar de post Omzet moederdepartement in het exploitatieoverzicht.

De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -100,7 miljoen is met name het gevolg van doorberekening van prijsstijgingen op uitvoering van werkzaamheden en de overdracht van zes zijobjecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Voor meer toelichting wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen onder de posten personele-, materiële- en externe productkosten.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

De hogere investeringen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 6,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aankoop van een strategische zoutloods.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

Het totaal aan investeringen is hoger. Daartegenover staat een lager beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -2,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de investeringen anders zijn verdeeld dan in 2022 was ingeschat. Op basis van de inschatting uit 2022 worden financieringsmogelijkheden uit de leenfaciliteit vastgezet. Gedurende 2023 is gebleken dat in enkele asset categorieën meer is geïnvesteerd en in andere minder dan verwacht. Dit verklaart waarom de investeringen hoger zijn, terwijl het beroep op de leenfaciliteit achterblijft.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut

Baten
- Omzet 107.487 ‒ 4.225 103.262
waarvan omzet moederdepartement 75.127 ‒ 4.725 70.402
waarvan omzet overige departementen 3.596 ‒ 200 3.396
waarvan omzet derden 28.764 700 29.464
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 107.487 ‒ 4.225 103.262
Lasten
Apparaatskosten 84.033 ‒ 1.122 82.911
- Personele kosten 54.298 190 54.488
waarvan eigen personeel 47.763 ‒ 1.300 46.463
waarvan inhuur externen 6.435 1.550 7.985
waarvan overige personele kosten 100 ‒ 60 40
- Materiële kosten 29.735 ‒ 1.311 28.424
waarvan apparaat ICT 12.439 ‒ 791 11.648
waarvan bijdrage aan SSO's 5.552 311 5.863
waarvan overige materiële kosten 11.744 ‒ 831 10.913
Rentelasten 0 95 95
Afschrijvingskosten 2.041 ‒ 228 1.811
- Materieel 1.915 ‒ 213 1.700
waarvan apparaat ICT 133 ‒ 58 75
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1.781 ‒ 156 1.625
- Immaterieel 126 ‒ 15 111
Overige lasten 21.888 ‒ 1.916 19.972
waarvan aardobservatie 21.888 ‒ 1.961 19.927
waarvan dotaties voorzieningen 0 45 45
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 107.962 ‒ 3.170 104.790
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 475 ‒ 1.055 ‒ 1.528
Agentschapsdeel Vpb-lasten 25 0 25

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De daling komt door achterblijven strategische projecten (€ -3,7 miljoen), lagere baten EUMETSAT (€ -1,9 miljoen), lagere baten voor het KNMI-Instrumenten fonds O&W (€ -1,0 miljoen), lagere baten RWS (€ -0,3 miljoen), overboeking van middelen voor Werving en selectie naar RWS (€ -0,3 miljoen) en enkele kleinere posten (€ -0,2 miljoen). Strategische projecten en het KNMI-Instrumenten fonds O&W blijven met name achter omdat het vullen van vacatures van deze specialistische rollen lastiger is dan verwacht in de huidige markt. Aan de andere kant zijn de baten gestegen door toevoegen van middelen voor loon- en prijsbijstelling (€ 2,7 miljoen).

Omzet overige departementen

Lagere omzet EZK ((€ 0,2) doordat er minder uren zijn gemaakt.

Omzet derden

De hogere baten komen met name door extra subsidieopbrengsten (€ 1,8 miljoen). Daartegenover staan lagere opbrengsten voor luchtvaart (€ -0,5 miljoen), licenties (€ -0,4 miljoen) en overige zaken (€ -0,2 miljoen).

Lasten

Personele kosten

Ondanks de stijging van de loonkosten volgens de cao is er door een lagere bezetting dan begroot een daling van de loonkosten (€ -2,4 miljoen). De lagere bezetting wordt veroorzaakt door moeite met aantrekken en behouden van personeel. Met name door de stijging van de ontvangen uren IKB in de nieuwe cao is het aantal openstaande verlofuren sterk gestegen. Dit maakt een ophoging van de reservering openstaande verlofuren van € 1,1 miljoen noodzakelijk. De inhuurkosten stijgen (€ 1,6 miljoen) doordat werving vast personeel moeizaam loopt. Om toch voortgang te boeken wordt extra ingehuurd. Dit speelt zowel voor de uitbreiding personeel voor strategische projecten als voor reguliere activiteiten.

Materiele kosten

Er is vooral sprake van onderschrijdingen op de kosten door vertragingen. Met name bij de ingebruikname van de nieuwe supercomputer op IJsland (€ -0,5 miljoen door langere testperiode) en het Masterplan De Bilt (€ -0,5 miljoen doordat leeghalen van archieven langer duurt dan verwacht). De overige € -0,3 miljoen wordt veroorzaakt door overige projecten en activiteiten.

Afschrijvingskosten

Prognose lager door lange doorlooptijden inkoopproces en achterblijven beschikbare capaciteit voor investeringen voor vervanging meetapparatuur (zichtmeters € -0,2 miljoen en lidar (soort radar gebaseerd op laserlicht) € -0,1 miljoen)

Overige lasten

Onderschrijding komt door teruggave overschotten EUMETSAT (€ 1,5 miljoen) en lagere contributies EUMETSAT (€ 0,5 miljoen). De overschotten worden door KNMI gesaldeerd met de contributies waardoor de realisatie op de contributies lager uitvalt.

Resultaat

Het verlies wordt vooral veroorzaakt door een ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,1 miljoen). Daarnaast worden er extra kosten gemaakt (€ 0,4 miljoen) voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, voor de Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en voor het programma Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening). Hier staan geen opbrengsten tegenover (maar wel een directe vermogensstorting).

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 8.496 8.496
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 2.644 ‒ 833 1.811
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 3.721 ‒ 3.721
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 1.077 ‒ 833 ‒ 1.910
Totaal investeringen (-/-) ‒ 3.780 760 ‒ 3.020
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 3.780 760 ‒ 3.020
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 1.170 939 2.109
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 2.056 ‒ 2.056
Beroep op leenfaciliteit (+) 3.780 ‒ 760 3.020
4. Totaal financieringskasstroom 2.894 179 3.073
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 6.533 106 6.639

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom daalt met € 0,8 miljoen. Oorzaken zijn een stijging van het begrote verlies van € 0,6 miljoen en een daling van de afschrijvingskosten met € 0,2 miljoen.

Investeringskasstroom

Een aantal investeringen loopt vertraging op door lange doorlooptijd inkoopproces (aanbesteding) en capaciteitsproblemen. Dit betreft de aanschaf van software voor luchtvaartinformatie systemen (€ 0,5 miljoen), het vervangen van het grondstation voor radio- en ozonsondes (€ 0,2 miljoen) en de aanschaf van handregenmeters voor vrijwillige neerslagmeters (€ 0,2 miljoen). Daarnaast zijn investeringen voor de aanschaf elektrische auto’s (€ 0,2 miljoen) en de argo floats (€ 0,1 miljoen) geannuleerd. Aan de andere kant is een aanschaf gedaan van een UV-lidar voor het Ruisdael project welke was voorzien voor 2022 (€ -0,5 miljoen).

Financieringskasstroom

Omdat er alleen wordt geleend voor gerealiseerde uitgaven neemt het beroep op de leenfaciliteit net als de investeringen af met € 0,8 miljoen. Daarnaast is voor de ontvangen bijdragen voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening) een storting moederdepartement toegevoegd van € 0,9 miljoen.