[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D46302, datum: 2023-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36470-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36470 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z19172:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 470V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H.G.J.Bruins Slot

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting Prinsjesdag 2023 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2023. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven per saldo toe met EUR 238,7 miljoen en nemen de ontvangsten toe met EUR 116,3 miljoen. Het ODA budget neemt toe met EUR 386,5 miljoen en het non-ODA budget neemt af met EUR 147,8 miljoen.

Stand uitgaven VJN 2023 9.358,9 6.434,1
Totaal mutaties 238.7 386,5
Stand uitgaven NJN 2023 9.597,6 6.820,7

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De toename is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingshoofdstukken. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

1) Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) 172,8 166,2
2) Overboekingen van en naar de HGIS 86,4 130,8
3) Desaldering op ontvangsten 69,9 21,6
4) Kasschuif 2,6 67,9
5) Onderuitputting huisvesting ‒ 69,6 0,0
6) Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting) ‒ 23,2 0,0
Totaal 238,7 386,5

Toelichting uitgaven:

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 238,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de Voorjaarsnota 2023 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  1. Macrobijstellingen: op basis van de wijzigingen, zoals ze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product, is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA budget met EUR 166,2 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA budget met EUR 6,6 miljoen verhoogd.
  2. Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het non-ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 44,5 miljoen afneemt. Dit komt voornamelijk doordat de Europese Vredesfaciliteit niet meer onder het HGIS-kader valt. De ophoging van de Europese Vredesfaciliteit staat namelijk conform Europese begrotingssystematiek in lopende prijzen op de begroting, waardoor het buiten de HGIS budgetten is geplaatst zodat de bedragen niet dubbel geĂŻndexeerd worden.
    De ODA-uitgaven nemen met EUR 130,8 miljoen toe. Dit is het gevolg van steunpakketten aan OekraĂŻne in het kader van steun en wederopbouw welke als ODA kwalificeren.
    Per saldo neemt de HGIS toe met EUR 86,4 miljoen.
  3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 69,9 miljoen. Dit is met name het gevolg van extra ontvangsten op de begrotingen van BZ en BHOS. Op de BZ-begroting gaat het dan met name om hogere consulaire ontvangsten en een verwacht positief koersverschil. Op de BHOS-begroting gaat het om een onttrekking uit de FOM reserve en een verwacht positief koersverschil.
  4. Kasschuif: op het terrein van non-ODA worden er middelen naar latere jaren geschoven op de begroting van Defensie om de steun aan OekraĂŻne in het juiste kasritme te zetten. Op het gebied van ODA stijgen de uitgaven met EUR 70 miljoen vanwege de kasschuif als gevolg van het aangenomen amendement Grinwis c.s.1
  5. Toevoeging middelenafspraak huisvesting (verwachte onderuitputting op huisvesting): het huisvestingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 23,2 miljoen doorgeschoven naar volgende jaren. Uitvoering van de huisvestingsprojecten loopt vertraging op.
  6. Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie. Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.
Stand ontvangsten VJN 2022 153,8 26,1
Totaal mutaties 116,3 21,6
Stand ontvangsten NJN 2022 270,1 47,7

Toelichting ontvangsten:

  1. De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 116,3 miljoen. Dit is met name het gevolg van hogere ontvangsten op de begroting van Defensie, Buitenlandse Zaken en BHOS.
  2. Defensie raamt EUR 48 miljoen aan hogere ontvangsten. Dit betreft de verwachte ontvangsten aan cofinanciering voor een aantal militaire goederen dat aan OekraĂŻne wordt geleverd.
  3. Buitenlandse Zaken raamt hogere ontvangsten vanwege hogere consulaire ontvangsten op het gebied van visa's en paspoorten en een verwacht positief koersverschil.
  4. BHOS raamt hogere ontvangsten vanwege een extra onttrekking uit de FOM reserve en een verwacht positief koersverschil.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 758,9 miljoen in 2023. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Incidentele Suppletoire Begroting Prinsjesdag worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Vastgestelde begroting 2023 13.009.330
Stand 1e suppletoire begroting 2023 13.094.853
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 12.794.804
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 1.1 4.172
2) Gastlandbeleid internationale organisaties 1.3 ‒ 5.246
3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 2.4 ‒ 5.964
4) Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 2.5 1.088
5) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 ‒ 762.624
4) Personeelsuitgaven 7.1.13 27.900
5) MateriĂ«le uitgaven 7.1.14 ‒ 10.100
6) Overige mutaties ‒ 8.149
Stand 2e suppletoire begroting 2023 12.035.881

Toelichting

Artikelonderdeel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
De uitgaven voor dit artikelonderdeel stijgen doordat de betaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof op verzoek van de organisatie vervroegd is en daardoor plaatsvindt in 2023 in plaats van in 2024.

Artikelonderdeel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties
De uitgaven voor het gastlandbeleid voor de internationale organisaties dalen doordat een deel van de geplande betalingen voor het Vredespaleis in 2024 gedaan wordt in plaats van in 2023.

Artikelonderdeel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband dalen in 2023. Dit is met name het gevolg van de contributie aan VN-vredesmissies die lager uitviel dan voorzien.

Artikelonderdeel 2.5 Transitie in prioritaire gebieden
De uitgaven voor transitie in prioritaire gebieden worden naar boven bijgesteld. Dit is het gevolg van een verhoging op het Matra-programma voor aanvullende projecten ten behoeve van OekraĂŻne.

Artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De afdrachten aan de Europese Unie dalen met EUR 763 miljoen. Dit komt door de vierde aanvullende begroting (DAB4) en een nabetaling invoerrechten. Verder treedt er bij de invoerrechten gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten neerwaarts bijgesteld met EUR 324 miljoen.

Artikelonderdeel 7.1.13 Personele uitgaven
Deze stijging van het budget betreft een saldo van verschillende mutaties. Dit komt met name door een desaldering op het apparaatsbudget. Deze desaldering is onder andere het gevolg van een stijging van de ontvangsten door hogerere consulaire ontvangsten van EUR 19 miljoen op het gebied van visa's en paspoorten. Verder is EUR 5 miljoen hiervan afkomstig van koerswinsten en EUR 3,7 miljoen van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiele uitgaven
Er wordt EUR 10,1 miljoen doorgeschoven naar de komende jaren via de middelenafspraak huisvesting. Vanwege vertragingen zal niet al het budget in 2023 worden uitgegeven.

Vastgestelde begroting 2023 2.785.406
Stand 1e suppletoire begroting 2023 2.767.385
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 1.375.691
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's 2.40 3.906
2) Diverse ontvangsten EU 3.10 ‒ 73.053
3) Consulaire diensten aan vreemdelingen 4.20 18.000
6) Overige mutaties 9.807
Stand 2e suppletoire begroting 2023 1.334.351

Ontvangsten
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 41,3 miljoen in 2023. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Incidentele Suppletoire Begroting Prinsjesdag worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Toelichting

Artikelonderdeel 2.40 Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's
De ontvangsten op artikelonderdeel 2.40 nemen toe als gevolg van een terugontvangen bedrag uit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

Artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten EU
In totaal worden de ontvangsten neerwaarts met EUR 73,1 miljoen bijgesteld. Dit komt enerzijds door de TEM-nabetaling aan de Europese Unie. Deze leidt tot EUR 7,9 miljoen hogere perceptiekosten. Ten tweede wordt naar aanleiding van de actualisatie van de inkomstenraming van de TEM bij de Najaarsnota 2023 ook de raming van de perceptiekostenvergoeding geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van EUR 81 miljoen.

Artikelonderdeel 4.20 Consulaire diensten aan vreemdelingen
Door meer visa uitgiften en een nieuw intern verrekentarief met de IND zijn de ontvangsten gestegen.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 132 621 45 797 178 418
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 154 368 ‒ 74 154 294
waarvan juridisch verplicht 88%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 70 804 4 172 74 976
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 650 1 735 2 385
Opdrachten
Internationaal recht 2 550 ‒ 1 350 1 200
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 38 154 114 38 268
OESO 7 955 23 7 978
Internationaal Strafhof 3 910 4 390 8 300
Internationaal recht 17 585 ‒ 740 16 845
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 67 777 1 000 68 777
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 20 517 ‒ 535 19 982
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 37 110 685 37 795
Mensenrechten multilateraal 10 150 850 11 000
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 15 787 ‒ 5 246 10 541
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 5 749 1 154 6 903
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 6 750 ‒ 6 317 433
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 858 19 877
Speciaal Tribunaal Libanon 1 800 ‒ 313 1 487
Nederland Gastland 630 211 841

Toelichting


Verplichtingen

De toename van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door een vijfjarige overeenkomst die is afgesloten met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De nieuwe overeenkomst leidt tot een aanpassing van het verplichtingenritme over de jaren.

Uitgaven
Artikelonderdeel 1.1
Het uitgavenbudget op Internationaal Strafhof wordt met EUR 4,4 miljoen verhoogd doordat de betaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof op verzoek van de organisatie vervroegd is en daardoor plaatsvindt in 2023 in plaats van in 2024.

Artikelonderdeel 1.3
Het uitgavenbudget op Gastlandbeleid internationale organisaties is verlaagd met EUR 5,2 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat een deel van de geplande betalingen voor het Vredespaleis in 2024 gedaan wordt in plaats van in 2023.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 349 068 24 153 373 221
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 347 451 ‒ 4 439 343 012
waarvan juridisch verplicht 98%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 93 743 ‒ 256 93 487
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 565 0 565
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 13 150 0 13 150
WEU 750 44 794
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 428 0 2 428
Veiligheidsfonds 1 850 ‒ 300 1 550
NAVO OekraĂŻne UCAP Trust Fund 75 000 0 75 000
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 17 252 0 17 252
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 650 150 800
Contra-terrorisme 4 850 850 5 700
Cyber security 4 032 ‒ 160 3 872
Global Forum on Cyber Expertise 1 250 1 000 2 250
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 3 600 ‒ 1 500 2 100
Cyber security 2 870 ‒ 340 2 530
2.3 Wapenbeheersing 13 022 675 13 697
Opdrachten
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 465 0 465
Conferentie REAIM en follow up 2 000 675 2 675
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 7 317 0 7 317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 320 0 1 320
CTBTO 1 920 0 1 920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 190 293 ‒ 5 946 184 347
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 0 28
Stabiliteitsfonds 25 000 0 25 000
Training buitenlandse diplomaten 3 350 357 3 707
Opdrachten
Makandra 2 919 ‒ 1 036 1 883
Bijdrage aan agentschappen
Makandra 320 ‒ 22 298
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 6 000 0 6 000
Stabiliteitsfonds 55 432 13 206 68 638
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 91 353 ‒ 12 560 78 793
Overige 1 891 ‒ 1 891 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 0 0 0
Nog te verdelen
Nog te verdelen 4 000 ‒ 4 000 0
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 33 141 1 088 34 229
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 15 582 635 16 217
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 3 939 ‒ 870 3 069
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4 463 1 050 5 513
Bijdrage aan agentschappen
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 678 0 678
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 0 453 453
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 8 479 ‒ 180 8 299
Ontvangsten 1 000 3 906 4 906
2.10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 0
2.40 Restituties programma's 1 000 3 906 4 906

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget stijgt in 2023. Dit is met name het gevolg van het vastleggen van nieuwe meerjarige verplichtingen voor het Matra-programma.

Uitgaven
Artikelonderdeel 2.4
Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband daalt in 2023. Dit is met name het gevolg van de contributie aan VN-vredesmissies die lager uitviel dan voorzien. Op het Stabiliteitsfonds worden terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust Fund opnieuw ingezet ten behoeve van het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) Trust Fund. De ombuiging op het Stabiliteitsfonds als gevolg van de asieltegenvaller wordt deels teruggedraaid door EUR 4 miljoen over te hevelen vanuit het budget voor nog te verdelen middelen naar het Stabiliteitsfonds ODA.

Artikelonderdeel 2.5
Het budget voor de bevordering van transitie in prioritaire gebieden stijgt in 2023 met EUR 1,1 miljoen. Dit is het gevolg van een verhoging op het Matra-programma voor aanvullende projecten ten behoeve van Oekraïne.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 2.40
De ontvangsten stijgen in 2023 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 11 582 018 ‒ 760 760 10 821 258
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 11 178 082 ‒ 762 979 10 415 103
waarvan juridisch verplicht 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 11 003 570 ‒ 762 624 10 240 946
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 4 546 290 ‒ 477 582 4 068 708
BTW-afdrachten 1 409 353 0 1 409 353
Invoerrechten 4 814 712 ‒ 285 042 4 529 670
Plastic-grondslag 233 215 0 233 215
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 100 313 ‒ 2 219 98 094
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 100 313 ‒ 2 219 98 094
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 32 800 1 611 34 411
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 11 000 1 628 12 628
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank 21 800 ‒ 17 21 783
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4 996 253 5 249
Subsidies (regelingen)
EIPA 348 0 348
Opdrachten
Europa College beurzenprogamma 190 0 190
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 0 8 8
EU-sanctiebeleid 208 0 208
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 4 250 245 4 495
3.5 Europese Vredesfaciliteit 36 403 0 36 403
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Europese Vredesfaciliteit 36 403 0 36 403
Ontvangsten 1 284 546 ‒ 72 946 1 211 600
3.10 Diverse ontvangsten EU 1 284 296 ‒ 73 053 1 211 243
Invoerrechten 1 200 515 ‒ 73 053 1 127 462
Overige ontvangsten EU 83 781 0 83 781
3.11 Europees herstelfonds 0 0 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 107 357

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt af. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1

De neerwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 762,6 miljoen betreft een optelsom van verschillende mutaties. Deze worden hieronder toegelicht.

BNI-afdrachten
In de vierde aanvullende begroting (DAB4) voor 2023 stelt de Commissie het uitgavenniveau naar beneden bij als gevolg van vertraging in de betalingen van de cohesiefondsen. Normaal gesproken is de raming van de EU-afdrachten gebaseerd op het MFK-betalingenplafond en de maximale inzet van de speciale instrumenten bij het MFK. Omdat DAB4 de laatste aanvullende begroting van 2023 is, is besloten hiervan af te wijken en in plaats daarvan het betalingenniveau zoals door de Commissie in DAB4 geraamd over te nemen. Dit is de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2023. Op EU-niveau ligt de raming van de betalingen onder de MFK-hoofdstukken en voor de speciale instrumenten samen circa EUR 8 miljard onder de betalingenmaxima. Deze bijstelling betekent een verlaging van de raming van de Nederlandse bni-afdracht in 2023 met EUR 477,6 miljoen. Het is hierbij van belang om te melden dat het verschil tussen de daadwerkelijke betalingen en de MFK-maxima in enig jaar via het Enkelvoudige marge-instrument (Single Margin Instrument; SMI) mag worden opgeteld bij de betalingenplafonds van toekomstige MFK-jaren. Dit gebeurt ieder jaar in de technische aanpassing die in juli verschijnt. In juli 2024 zal dus naar verwachting de raming van de Nederlandse bni-afdracht voor de jaren 2024-2027 met een vergelijkbaar bedrag naar boven worden bijgesteld. Per saldo stijgt of daalt de raming van de Nederlandse EU-afdrachten over het gehele MFK genomen dus niet.             

Nabetaling invoerrechten
Er is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 39 miljoen in 2023 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers. Dit is het saldo van nabetalingen van verschillende dossiers, waaronder een dossier m.b.t. zonnepanelen. Deze middelen zijn na aftrek van de perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting. Van deze bruto betalingen is EUR 28,8 miljoen onder voorbehoud en EUR 10,2 miljoen definitief.

Actualisatie invoerrechten
Bij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten neerwaarts bijgesteld met EUR 324 miljoen.

Artikelonderdeel 3.3
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.3, een hechtere Europese waardengemeenschap, is gestegen met EUR 1,6 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa, met name om het wegvallen van de jaarlijkse bijdrage van Rusland te compenseren.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
In totaal worden de ontvangsten neerwaarts met EUR 73 miljoen bijgesteld. Dit komt enerzijds door de TEM-nabetaling aan de Europese Unie. Deze leidt tot 7,9 miljoen euro hogere perceptiekosten. Ten tweede wordt naar aanleiding van de actualisatie van de inkomstenraming van de TEM bij de Najaarsnota 2023 ook de raming van de perceptiekostenvergoeding geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van EUR 81 miljoen.
Het bedrag aan perceptiekostenvergoeding is als een gewogen gemiddelde berekend aan de hand van een samengesteld percentage. Op dossiers die hun oorsprong vinden in de periode vóór 1 januari 2021 bedraagt het perceptiekostenpercentage 20%. Op dossiers die vanaf 1 januari 2021 zijn ontstaan rust een percentage van 25%.

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) Mutaties 2e suppletoire begroting (2) Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
2023 2023 2023
Verplichtingen 70 192 ‒ 137 70 055
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 72 191 ‒ 4 926 67 265
waarvan juridisch verplicht 99%
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 13 423 ‒ 2 605 10 818
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 2 260 ‒ 1 005 1 255
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 540 0 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 394 0 394
Reisdocumenten en verkiezingen 2 441 0 2 441
Consulaire opleidingen 400 ‒ 300 100
Consulaire informatiesystemen 7 388 ‒ 1 300 6 088
Loket buitenland 0 0 0
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 23 738 ‒ 2 927 20 811
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 150 0 150
Visumverlening 2 858 ‒ 800 2 058
Legalisatie en verificatie 80 0 80
Consulaire informatiesystemen 19 622 ‒ 2 200 17 422
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Asiel en migratie 1 028 73 1 101
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8 237 343 8 580
Subsidies (regelingen)
Internationaal Cultuurbeleid 4 589 ‒ 141 4 448
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 3 648 484 4 132
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 26 793 263 27 056
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 800 0 800
Programma ondersteuning buitenlands beleid 3 872 1 000 4 872
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 49 22 71
Publieksdiplomatie 2 229 29 2 258
Onderzoeksprogramma 100 0 100
Academische Leerstoel Anton de Kom 344 ‒ 139 205
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken 635 74 709
Instituut Clingendael 3 071 ‒ 82 2 989
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1 000 110 1 110
Algemene voorlichting 1 590 0 1 590
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten 2 000 650 2 650
China-strategie 27 2 29
Onderzoeksprogramma 2 212 0 2 212
Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen 4 000 ‒ 1 000 3 000
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 1 200 30 1 230
Publieksdiplomatie 0 0 0
Verkeersnotificaties 400 ‒ 50 350
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 868 ‒ 600 268
Publieksdiplomatie 2 396 217 2 613
Ontvangsten 47 374 19 000 66 374
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9 200 1 000 10 200
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 37 900 18 000 55 900
4.40 Doorberekening Defensie diversen 74 0 74
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 200 0 200

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget neemt af met EUR 1 miljoen. De verplichtingen mutaties houden verband met de uitgavenmutaties zoals hieronder toegelicht.

Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening wordt naar beneden bijgesteld, omdat betalingen voor een aantal projecten doorschuiven naar 2024. Dit betreft onder andere de subsidie voor gedetineerdenbegeleiding en consulaire informatiesystemen.

Artikelonderdeel 4.2
Het budget wordt naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de BMVI middelen, die vallen onder consulaire informatiesystemen, pas in 2024 uitgegeven worden.

Artikelonderdeel 4.4
Voor het uitdragen van de Nederlandse waarden is het budget gestegen. Dit komt onder andere door het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid. Er is gebleken dat de nieuwe geopolitieke realiteit de afgelopen jaren om extra inzet van dit instrument vraagt. Daarnaast zijn de kosten voor de conferentie van het Feministisch Buitenland Beleid lager dan voorzien.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.10
De paspoortontvangsten zijn hoger dan voorzien.

Artikelonderdeel 4.20
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen vallen hoger uit, doordat er meer visa zijn verstrekt.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Verplichtingen 0 0 0
Uitgaven 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0

Toelichting


Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld

Verplichtingen 7 427 ‒ 7 427 0
Uitgaven
Uitgaven totaal 7 427 ‒ 7 427 0
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 7 427 ‒ 7 427 0

Toelichting


Verplichtingen en uitgaven
Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS non-ODA budget afgelopen najaar gestegen met EUR 6,6 miljoen. Dit is verwerkt in de suppletoire begroting Prinsjesdag. Aan het einde van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de volgende jaren.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Verplichtingen 1 048 385 7 822 1 056 207
Uitgaven 1 035 285 20 922 1 056 207
7.1.13 Personele uitgaven 656 372 27 953 684 325
7.1.13.1 Eigen personeel 644 372 27 953 672 325
7.1.13.2 Inhuur extern 12 000 0 12 000
7.1.13.3 overige personeel 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 378 913 ‒ 7 031 371 882
7.1.14.1 ICT 72 197 1 004 73 201
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 54 147 0 54 147
7.1.14.3 Overige materieel 252 569 ‒ 8 035 244 534
7.2 Koersverschillen 0 0 0
Ontvangsten 42 771 8 700 51 471
7.10 Diverse ontvangsten 42 771 3 700 46 471
7.11 Koersverschillen 0 5 000 5 000

Toelichting


Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.13
Deze stijging van het budget met EUR 27,9 miljoen betreft een saldo van verschillende mutaties. Dit komt met name door een desaldering op het apparaatsbudget. Deze desaldering is onder andere het gevolg van een stijging van de ontvangsten door hogerere consulaire ontvangsten van EUR 19 miljoen op het gebied van visa's en paspoorten. Verder is EUR 5 miljoen hiervan afkomstig van koerswinsten en EUR 3,7 miljoen van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikel onderdeel 7.1.14
De mutatie op materiële uitgaven bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. De onderuitputting op het huisvestingsbudget van EUR 10,1 miljoen wordt doorgeschoven naar de komende jaren via de middelenafspraak huisvesting. Vanwege vertragingen zal niet al het budget in 2023 worden uitgegeven.
  2. Verder wordt er een bedrag van EUR 2,7 miljoen overgeheveld van programma naar apparaat in verband met hogere uitgaven op materieel. In het jaar 2024 vindt een omgekeerde overheveling plaats.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 7.10
Deze mutatie betreft een ontvangst van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikelonderdeel 7.11
Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het apparaatsartikel maar geldt voor de gehele BZ-begroting. Als gevolg van koersontwikkelingen ten opzichte van de Euro, zijn de koersverschillen vooralsnog per saldo EUR 5 miljoen positief.


  1. __Kamerstukken II, 36435-XVII-15↩