Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023 (Kamerstuk 21501-32-1597) (tweede deel)
Landbouw- en Visserijraad
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D46667, datum: 2023-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1600).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Amhaouch, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1600 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2023Z19310:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-12-06 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-13 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1600 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 november 2023
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 7 november 2023 inzake de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1597).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 november 2023 aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voorgelegd. Bij brief van 16 november 2023 is het eerste deel van de vragen beantwoord (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1599). Bij brief van 20 november zijn de overige vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Amhaouch
De griffier van de commissie,
Jansma
Vragen en opmerkingen van de leden en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad op 20 november (en 12/12 december). Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
Natuurherstelverordening
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat de Raad en het Europees Parlement een akkoord hebben bereikt op het voorstel voor de natuurherstelverordening. Deze leden hebben zich altijd kritisch uitgelaten over het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie; zij steunen de ambitie om biodiversiteitsverlies te stoppen en natuur te herstellen, maar verdergaande juridificering is wat hen betreft niet de oplossing. Ook het kabinetsstandpunt was kritisch, met name ten aanzien van het zogeheten verslechteringsverbod. De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet een reflectie op het onderhandelingsresultaat. Waar zitten de overeenkomsten en de verschillen met de Nederlandse inzet? Wat gaat nu de vervolginzet van Nederland zijn in aanloop naar de definitieve stemming in de Raad?
Antwoord
Op het moment van schrijven is de definitieve tekst van het akkoord nog niet beschikbaar, waardoor het kabinet nog niet kan reageren op deze inhoudelijke vragen. Wanneer de definitieve tekst ontvangen is door het kabinet zal de Minister voor Natuur en Stikstof een inhoudelijke appreciatie met uw Kamer delen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen. Te beginnen bij de tijdlijn en urgentie omtrent de EU-dierenwelzijnsrichtlijn. Er is vertraging opgedaan waar het gaat om aanpassingsvoorstellen van EU-dierenwelzijnsregelgeving. Alleen voorstellen tot wijziging van de dierentransportverordening zullen nog in 2023 opgeleverd worden. Deze leden zijn van mening dat het een uiterst ongewenste zaak is dat deze voorstellen vertraging oplopen en daarmee dierenwelzijn nog langer in het geding brengen. Zij verzoeken de Minister in de raad met klem aan te dringen op versnelling van het proces, zodat er zo spoedig mogelijk een volledig pakket aan voorstellen komt ter wijziging van de EU-dierenwelzijnswetgeving. Kan de Minister daarnaast aandringen op het belang van samenhangende beoordeling van de wetgeving omtrent (1) transport, (2) het houden van dieren voor commerciële doeleinde, (3) slacht en (4) etikettering rond dierenwelzijnsstandaarden op dierlijke producten, zowel in de bedrijfsvoering als in het valideren van wetenschappelijke inzichten? Wordt hier afdoende rekening mee gehouden door de Commissie? Ten slotte vragen zij of de Minister duidelijkheid kan geven over de tijdlijn van de voorstellen.
Antwoord
Ik betreur dat de publicatie van het gehele pakket aan dierenwelzijnswetgevingsvoorstellen vertraging heeft opgelopen. De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft, afgezien van het voorstel over welzijn tijdens transport, nog geen planning gegeven voor de publicatie van de voorstellen over welzijn bij het doden en houden van dieren en dierenwelzijnsetikettering. Dit is ook waarom ik tijdens de Raad van 18 september jl. de Commissie heb verzocht om snelle publicatie van alle eerder aangekondigde voorstellen. Helaas is op dit moment niet duidelijk wanneer de overige voorstellen zullen worden gepresenteerd. Vooralsnog worden de voorstellen niet genoemd in het jaarprogramma van de Commissie voor 2024. Ik ben daarom voornemens om, wanneer de Commissie haar voorstel voor de transportverordening in de Raad van december 2023 presenteert, aan te geven dat ik ook ten zeerste uitkijk naar de andere dierenwelzijnswetgevingsvoorstellen. Ook onderzoek ik momenteel of meer lidstaten bereid zijn een vergelijkbare oproep te doen in de Raad.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken voor dit schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023 en hebben nog enkele vragen.
Natuurherstelverordening
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het nieuws dat de Raad en het Europees Parlement een akkoord hebben bereikt op de Natuurherstelverordening. Kan de Minister concreet aangeven wat hij vindt van de voorstellen in het akkoord? Welke voorstellen vindt hij goed en over welke is hij bezorgd? Zitten er punten in het voorstel die mogelijk bijdragen aan het bieden van een uitweg in de stikstofproblematiek, zoals bijvoorbeeld het prioriteren van Natura 2000-gebieden? Welke stappen is de Minister voornemens om de komende tijd te zetten ten aanzien van dit punt? Kan de Minister dit in een tijdlijn schetsen?
Antwoord
De definitieve tekst van het akkoord is nog niet beschikbaar. Hierdoor kan ik ook nog niet ingaan op inhoudelijke punten. Wanneer de definitieve tekst ontvangen is door het kabinet, zal de Minister voor Natuur en Stikstof een inhoudelijke appreciatie met de Kamer delen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023. Deze leden hebben hierover een aantal vragen en opmerkingen.
De Minister schrijft dat Nederland streeft naar een leefbaar platteland en er binnen de EU onder andere voor pleit de sociaaleconomische opgaven op het platteland aan te pakken. De leden van de BBB-fractie kunnen enkel constateren dat het kabinet daar de afgelopen jaren averechts beleid op heeft gemaakt. Er zijn in de regio terecht hele grote zorgen dat het voortbestaan van de agrarische sector op het spel staat door het huidige stikstofbeleid: agrarische ondernemers die hun bedrijf verplicht moeten verkopen, verlies van banen in de regio, et cetera.
Boeren zijn toe aan zekerheid, maar krijgen steeds maar onhaalbaar beleid, waarna vervolgens kabinetspartijen en bewindspersonen daar toch weer van terugdeinzen (zoals eerder het CDA en de Minister van Buitenlandse Zaken over de 2030/2035 deadline). Nu doet deze Minister daar ook een eigen schepje bovenop.
Vorige week – circa twee weken voor de verkiezingen – legde de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een bom onder het stikstofbeleid in de media.1 Hij stelde in een gesprek dat «het huidige beleid in de praktijk niet werkbaar is». Ook had de Minister kritiek op het stikstofrekenmodel AERIUS. Deze leden benoemden dezelfde kritiekpunten al veel eerder, maar kregen van het kabinet toen hierover geen instemming. Denk bijvoorbeeld ook aan het aanhalen van NOS-onderzoek over het piekbelasterbeleid, het UvA-rapport over stikstofdepositie na vijfhonderd meter, de kritiek van het RIVM over de AERIUS-calculator en het TNO-onderzoek naar een wetenschappelijk onderbouwde stikstofondergrens. In alle gevallen negeerde het kabinet de realiteit dat het stikstofbeleid wetenschappelijk op losse schroeven staat.
Wat is de reden dat de Minister toevallig pas twéé weken voor de verkiezingen tot besef is gekomen dat het stikstofbeleid failliet is? Waarom was hij daar vele maanden voor de verkiezingen niet al over op de hoogte? Heeft de Minister niet talloze keren eerder in debatten vierkant gestaan achter het stikstofbeleid van zijn collega-Minister voor Natuur en Stikstof? Wat zegt dit over de toekomst van de samenwerking van deze Minister met de Minister voor Natuur en Stikstof?
Antwoord
De huidige meet- en rekenmethodiek van het stikstofdossier is gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke kennis. Zo zijn de toegepaste rekenmodellen (OPS en SRM-2) onderhevig aan internationale reviewstudies en worden deze uitgebreid gevalideerd. De methodiek wordt beheerd en continu doorontwikkeld door het RIVM, waarbij meerdere kennisinstellingen en onderzoeksinstituten een bijdrage leveren.
De uitspraak waaraan deze leden refereren betrof specifiek de garnalenvisserij. Voor deze sector is het maken van een goede stikstofberekening lastig, omdat vooraf moeilijk te bepalen is waar de vissers het komende jaar zullen varen. Die gegevens zijn essentiële input voor het uitvoeren van een depositieberekening in AERIUS, of ieder ander beschikbaar verspreidingsmodel.
De Minister voor Natuur en Stikstof kijkt daarom naar alternatieven om de locaties en emissie van de garnalenvissers goed te kunnen vastleggen om daarmee tot een goed onderbouwde vergunning te komen. Feit blijft dat dit proces helaas meer tijd in beslag zal nemen dan we allemaal graag zouden willen. Dit doet echter niks af aan de noodzaak van het door dit kabinet gevoerde stikstofbeleid.
Op 20 november 2023 zit de Minister namens Nederland bij de Landbouw- en Visserijraad. Hoe wordt er in de Raad gekeken naar het Nederlandse stikstofbeleid en het geruzie tussen bewindspersonen? Zien de collega-Ministers van landbouw binnen de EU ook niet het faillissement van het stikstofbeleid en de economische rampspoed die dit voor de agrarische sector kan betekenen?
Antwoord
De aanpak van de stikstofproblematiek in Nederland is als zodanig geen onderwerp van gesprek in de Raad. Uit de verschillende bilaterale gesprekken die ik afgelopen maanden gevoerd heb met collega-Ministers en de Commissie merk ik dat in de Raad de Nederlandse stikstofaanpak met interesse gevolgd wordt.
https://www.telegraaf.nl/nieuws/702812396/landbouwminister-adema-legt-bom-onder-stikstofbeleid-totaal-doorgeslagen-modelwerkelijkheid↩︎