Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D47199, datum: 2023-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D47199).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Kat, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.L. Nouse, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z19406:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-11-27 12:00: JBZ-Raad van 4 en 5 december 2023 (algemeen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-11-27 12:00: JBZ-Raad van 4 en 5 december 2023 (vreemdelingen- en asielbeleid) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 17:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-01-18 12:00: Informele JBZ-Raad van 24, 25 en 26 januari 2024 (vreemdelingen- en asielbeleid) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (ð origineel)
2023D47199 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende stukken:
⢠Geannoteerde agenda JBZ-Raad 4 en 5 december 2023
⢠Verslag van Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 19 en 20 oktober 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 861)
⢠Fiche: Richtlijn bodemmonitoring en veerkracht (Kamerstuk 22 112, nr. 3798)
⢠Fiche: Raadsaanbeveling EU-coördinatie bij verstoring vitale infrastructuur (Kamerstuk 22 112, nr. 3803)
De voorzitter van de commissie,
Kat
Adjunct-griffier van de commissie,
Nouse
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II Reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben hierover geen vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen dat een aantal leden van het Europees Parlement heeft voorgesteld het Scandinavische prostitutiemodel aan te houden. Deze leden ondersteunen de inzet van het kabinet om dit aan individuele lidstaten te laten. Kan de Staatssecretaris het krachtenveld rondom dit voorstel schetsen? Zij vragen de Staatssecretaris daarnaast het krachtenveld te schetsen omtrent de koppeling tussen verblijfsrecht en medewerking aan het strafrechtelijke proces. Wat zou het gevolg voor het verblijfsrecht van slachtoffers zijn als deze koppeling wordt losgelaten?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het agendapunt over de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik (CSAM) op de geannoteerde agenda. De schaduwrapporteurs van het Europees Parlement hebben in oktober een akkoord bereikt over een onderhandelingspositie. Dit is op 15Â november in de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) vastgesteld. Kan de Minister een appreciatie geven van dit akkoord? Kan de Minister daarbij precies ingaan op de vraag wat het Nederlandse standpunt ten opzichte van dit concept is en op welke punten daar eventueel van wordt afgeweken? Deze leden constateren dat deze conceptverordening meer in de richting is van de lijn die overeenkomt met de vele moties en suggesties die deze leden hebben gedaan ten behoeve van het Nederlandse standpunt. Erkent de Minister dat zij onvoldoende heeft gedaan om de wens van een meerderheid van de Kamer te vervatten in de Nederlandse onderhandelingspositie, gezien het gehele Europese standpunt nu hoogstwaarschijnlijk draait? Hoe reflecteert de Minister op haar eigen rol? Blijft zij volharden in het standpunt dat in de oorspronkelijke positie van de Minister te weinig balans zat en in hoeverre wordt dit nu aangepast? Daarnaast willen deze leden graag weten wat de stand van zaken is van de onderhandelingen in de Raad. In hoeverre heeft de berichtgeving over het vermeende favouritism voor de Amerikaanse organisatie Thorn (waar deze leden eerder naar gevraagd hebben) en de formele klacht van de privacyorganisatie Noyb over het gericht targetten door de Europese Commissie om steun voor dit voorstel te vergaren invloed op het verdere verloop van de onderhandelingen? Kan de Minister een toelichting geven op de vraag waarom er weinig met de wensen van de meerderheid van de Kamer is gedaan door een Minister in demissionaire staat (en die dus wordt geacht beleidsarm te besturen)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie constateren dat er ontwikkelingen zijn ten aanzien van de Richtlijn 2011/36 inzake voorkoming van bestrijding van mensenhandel en bescherming van slachtoffers. De Minister geeft aan kritisch te zijn op een aantal aangenomen amendementen, die onder andere zien op het strafbaar stellen van het gebruik maken van diensten van slachtoffers van mensenhandel. Deze leden vragen of de Minister kan aangeven of zij bij de beoordeling van de amendementen de belangen van slachtoffers meeweegt en waaruit dat blijkt. In de annotatie wordt gesproken over het eerdere non-paper wat met de Kamer is gedeeld. Deze leden vragen om voortaan de link hierbij te voegen, bijvoorbeeld in de noot.
De leden van de CDA-fractie constateren dat er ten aanzien van de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik mandaat is voor eindonderhandelingen met de Raad. Deze leden vragen of de Minister een actuele schets van het krachtenveld in de Raad wil geven. Zij vragen ook of de Minister wil reageren op de onderhandelingspositie van het Europees Parlement. Specifiek vragen deze leden hoe deze positie zich verhoudt tot het kabinetsstandpunt om tenminste voor bestaand materiaal van kinderporno detectie bij diensten die gebruik maken van end-to-end-encryptie toe te staan. Deze leden vragen de Minister verder welke voorbereidingen worden getroffen om de implementatie zo snel als mogelijk uit te rollen, mede gezien het feit dat er geen tijd te verliezen is in de bestrijding van kinderporno omdat uit een schatting blijkt dat 45% van al het wereldwijde materiaal aan kinderporno wordt gehost in Nederland.