[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Tiende Conferentie van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten

Biodiversiteit

Brief regering

Nummer: 2023D47242, datum: 2023-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26407-150).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26407 -150 Biodiversiteit.

Onderdeel van zaak 2023Z19461:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

26 407 Biodiversiteit

Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2023

Hierbij informeer ik u graag over uitkomsten van tiende conferentie van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES-10) van 28 augustus tot 2 september jl.

IPBES is een onafhankelijke intergouvernementele organisatie die zich inzet voor een versterkte relatie tussen wetenschap en beleid op gebied van biologische diversiteit en ecosysteemdiensten. Het IPBES heeft vier functies, namelijk het (1) toetsen van wetenschappelijke kennis, (2) het opbouwen van capaciteit, (3) het versterken van algemene kennis, en (4) het ondersteunen van beleid. Het IPBES1 is de biodiversiteitsvariant van het al langer bestaande IPCC2 (Intergouvernementeel platform voor klimaatverandering) en kent inmiddels 144 deelnemende landen. Jaarlijks publiceert IPBES een rapport over een thema uit zijn werkveld. Deze rapporten schrijven geen beleid voor, maar bieden wetenschappelijke inzichten over de status van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, de consequenties van die status, en handelingsopties. In 2019, bij het uitkomen van de eerste Global Assessment van IPBES, kreeg biodiversiteit veel aandacht. Dit was het eerste grote overzichtsrapport van IPBES en toonde op basis van een omvangrijke hoeveelheid wetenschappelijk literatuur duidelijk aan dat wereldwijd de staat van biodiversiteit sterk achteruit gaat. Uw Kamer heeft destijds verzocht om een appreciatie van desbetreffend rapport3.

Het inhoudelijk verreweg belangrijkste onderdeel van de agenda van IPBES-10 betrof het rapport over invasieve exoten en de bijbehorende samenvatting voor beleidsmedewerkers. Daarnaast zijn ook afspraken gemaakt over de thema’s waarover de komende jaren rapporten zullen worden opgesteld. Verder is ook gesproken over versterkte samenwerking tussen IPBES en het IPCC.

Rapport over invasieve exoten

Tijdens de zesde IPBES plenaire vergadering in Medellin, Colombia is besloten een assessment uit te voeren over invasieve exoten omdat eerdere assessments invasieve exoten identificeerden als een van de voornaamste directe drijfveren van biodiversiteitverlies. Het rapport is verschillende keren gereviewd en de samenvatting voor beleidsmakers is tijdens deze IPBES-bijeenkomst woord voor woord besproken en goedgekeurd.

Enkele conclusies uit het rapport zijn dat invasieve exoten hebben bijgedragen aan 60% van de geregistreerde mondiale uitstervingen en dat invasieve exoten niet alleen impact op de natuur hebben, maar ook op ecosysteemdiensten, gezondheid en samenleving. Verder wordt geconcludeerd dat preventie van invasieve exoten vele malen goedkoper is dan bestrijding achteraf als invasieve exoten zich wijd hebben verspreid. Internationale kosten van invasieve exoten, voor zowel bestrijding en preventie als de aangerichte maatschappelijke als economische schade, komen jaarlijks neer op meer dan 423 miljard dollar wereldwijd. Ook neemt de verspreiding van invasieve exoten sterk toe en daarmee de bedreiging van de biodiversiteit en de impact op maatschappij en economie. Het rapport benadrukt dat snel actie ondernemen noodzakelijk is. Versterkte samenwerking met verschillende sectoren en tussen landen wordt benoemd als een belangrijke manier om invasieve exoten tegen te gaan.

De conclusies uit het rapport bevestigen voor mij de noodzaak en urgentie om serieus uitvoering te blijven geven aan de Europese Exotenverordening. En ik laat d in aanvulling op die Exotenverordening een nationale aanpak ontwikkelen die zich nog meer dan voorheen richt op preventie en vroege eliminatie van «nieuwe» invasieve exoten die in Nederland opduiken. Deze preventiestrategie maak ik onderdeel van het landelijk aanvalsplan dat ik, inclusief de kosten daarvan, op uw verzoek (motie VVD/CU en motie BBB (Kamerstuk 36 410 XIV, nrs. 12 en 11)) opstel samen met de provincies. Daarbij zal ik de samenwerking opzoeken met andere departementen. Interdepartementale aanpak is nodig omdat invasieve exoten steeds vaker negatieve impact hebben op andere beleidsterreinen dan de biodiversiteit. Een meer uitgebreide inhoudelijke appreciatie van het rapport zal u voor het eind van het jaar ontvangen, samen met mijn beleidsreactie op de aanbevelingen uit de evaluatie van de Nederlandse implementatie van de EU exotenverordening4.

Thema’s toekomstige rapporten

Tijdens IPBES-10 is ook afgesproken waar toekomstige rapporten over zouden moeten gaan. Zo is afgesproken dat er in 2028 een tweede Global Assessment komt, zo’n tien jaar na de eerste Global Assessment. Daarnaast is afgesproken dat er in 2026 een rapport komt over het monitoren van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, en in 2027 volgt een rapport over connectiviteit en ruimtelijke planning. De rapporten die voor IPBES-11 in 2024 op de agenda staan zijn een rapport over de nexus tussen biodiversiteit, water, voedsel en gezondheid en een rapport over de onderliggende oorzaken van biodiversiteitverlies en opties voor «transformative change». In 2025 zal een rapport over bedrijven en biodiversiteit op de agenda staan. In de bijlage vindt u een overzicht met de thema’s van IPBES-rapporten die de komende jaren, tot 2028, zullen verschijnen.

Samenwerking IPBES-IPCC

Gezien de vele raakvlakken tussen biodiversiteit en klimaatverandering wordt er ook gekeken naar opties voor samenwerking tussen het IPBES en het IPCC. Wetenschappers, kennisinstituten, beleidsmakers en andere stakeholders worden aangemoedigd om de raakvlakken tussen klimaat en biodiversiteit nader te onderzoeken en te laten landen in beleid. Zo worden ook nationale aanspreekpunten van IPBES aangemoedigd om meer samenwerking te zoeken met de nationale aanspreekpunten voor IPCC.

De Nederlandse inzet voor IPBES

De algemene Nederlandse inzet voor IPBES bevat verschillende sporen. Primair vindt het kabinet het van belang om zo dicht mogelijk bij de wetenschap te blijven en vertrouwen in wetenschap te tonen. Daar zet het kabinet tijdens de onderhandelingen over de samenvatting voor beleidsmakers dan ook op in. Het kabinet streeft ernaar de IPBES-rapporten zo breed mogelijk bekend te maken en zo goed mogelijk te laten aansluiten bij beleidsvraagstukken en onderhandelingen onder het VN biodiversiteitverdrag. Verder zet het kabinet er op in om de bekendheid van IPBES en haar rapporten te vergroten en om meer Nederlandse wetenschappers en kennishouders te betrekken bij IPBES. Dit gebeurt onder andere via het Nederlandse IPBES-secretariaat, dat sinds mei 2023 is opgezet en wordt uitgevoerd door Naturalis en de Nederlandse tak van de International Union on the Conservation of Nature (IUCN-NL).

De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink


  1. https://www.ipbes.net/↩︎

  2. https://www.ipcc.ch/↩︎

  3. Kamerstuk 26 407, nr. 130↩︎

  4. Kamerstuk 33 576, nr. 325↩︎