Uitstel beantwoording vragen van het lid Kröger over het gebruik van Russisch uranium door kerncentrale Borssele
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2023D47331, datum: 2023-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-493).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
Onderdeel van zaak 2023Z19130:
- Gericht aan: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
493
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Klimaat en Energie, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Buitenlandse Zaken over het gebruik van Russisch uranium door kerncentrale Borssele (ingezonden 14 november 2023).
Mededeling van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 28 november 2023).
Vraag 1
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er een langdurig contract is tussen Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) en een Europese leverancier die gebruikt maakt van een Russische subcontractor? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom u in antwoord op eerder gestelde vragen aangaf dat het vervoeren van Russisch nucleair materiaal naar EPZ onmogelijk zou zijn terwijl dit nu toch het geval blijkt te zijn?
Vraag 3
Was u ten tijde van bovenstaande uitspraak op de hoogte dat de leverancier van EPZ gebruikmaakt van een Russische subcontractor?1
Vraag 4
Waarom was het mogelijk voor EPZ om in 2019 langdurige contracten te sluiten met levering vanuit Rusland?
Vraag 5
Waren de Russische subcontractors bij de Europese leverancier al bekend ten tijde van bovenstaande onjuiste uitspraken?
Vraag 6
Deelt u de mening dat er een afhankelijkheid is ontstaan van Russische leveringen en komt u daarmee terug op de eerdere uitspraak dat er geen afhankelijkheid bestaat?2 Deelt u de mening dat dit zeer zorgelijk is?
Vraag 7
Kunt u toelichten waarom u zich volledig achter de verklaring van EPZ stelt over waarom er geen alternatief beschikbaar zou zijn voor Russisch uranium?
Vraag 8
Bent u bereid de evaluatie van EPZ onafhankelijk te laten toetsen?
Vraag 9
Hoe beoogt u deze afhankelijkheid in de toekomst te voorkomen?
Vraag 10
Kunt u duidelijkheid bieden over de banden met MSZ Machinery Manufacturing Plant JSC, gevestigd in Rusland, met kerncentrale Borssele? Bent u zich ervan bewust dat de Oekraïense regering aangeeft dat deze fabriek militaire producten heeft gemaakt en geleverd voor de Oekraïense invasie?
Vraag 11
Gaat u deze bevindingen over de Russische subcontractor van kerncentrale Borssele opnemen in de volgende Actualisering beleidskader, in tegenstelling tot de versie van vorig jaar?3
Vraag 12
Gaat u uw beleidsuitgangspunt voor de voorkeur voor opwerking van verbruikte splijtstof heroverwegen met de kennis van de lock-in van EPZ met de Russische subcontractor? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Kunt u aangeven of kerncentrale-exploitanten in Japan en Frankrijk ook ERU-splijtstof inzetten? Laten zij het RepU ook in Rusland bewerken? Zo ja, hoe evalueren zij deze relatie met Rusland in het licht van de Russische agressie in Oekraïne?
Mededeling
De vragen van het lid Kröger (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Klimaat en Energie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het gebruik van Russisch uranium door de Kerncentrale Borssele (ingezonden op 14 november 2023 met het kenmerk 2023Z19130) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De indirecte relatie van EPZ met Rusland is ingewikkeld en belegd bij verschillende departmenten. Voor de zorgvuldige beantwoording van de vragen is daarom interdepartementale afstemming vereist en mogelijk ook feitelijke afstemming met EPZ. Ik zal de antwoorden op de vragen zo spoedig mogelijk naar uw Kamer verzenden. Deze brief stuur ik mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.