[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen op 7 en 8 december 2023 (Kamerstuk 21501-30-590)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D47538, datum: 2023-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D47538).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z19417:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D47538 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen op 7 en 8 december 2023 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 590).

De voorzitter van de commissie,

Klink

De adjunct-griffier van de commissie,

Van Tilburg

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding van de Raad voor Concurrentievermogen op 7 en 8 december aanstaande. Deze leden wensen de Minister nog enkele vragen voor te leggen.

De leden van de D66-fractie benadrukken dat zij verheugd zijn dat er op veel onderwerpen, die van uiterst belang zijn voor de toekomst van Europa, eensgezindheid lijkt te zijn binnen de Raad. Deze kernpunten, zoals innovatie en verduurzaming, zijn volgens deze leden zaken waar we als Europa in moeten investeren en waarop we stilstand niet kunnen veroorloven.

Net zoals in Nederland willen de leden van de D66-fractie dat ook de industrie in de gehele Europese Unie verduurzaamd wordt, voor onze planeet maar ook voor ons concurrentievermogen in een geopolitiek veranderende wereld. Deze leden willen daarom ook de Minister oproepen om zich op Europees niveau in te blijven zetten voor de verduurzaming van de Europese industrie. Op welke manier vult de Minister haar rol hierop in en ziet zij mogelijkheden om deze rol nog te versterken? Bijvoorbeeld door het vormen van een kopgroep met gelijkgestemde landen die ieder ook in hun eigen lidstaat vooruitstrevend toewerkt naar het verduurzamen van de industrie.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de waarschuwingen die onder andere Nederland heeft gedaan over mogelijke complexe regels voor groene technologiecontracten. Kan de Minister hier meer duidelijkheid over geven? Wat is er met de waarschuwingen van deze lidstaten gebeurt. Is de compromistekst aangepast zodat regeldruk niet toeneemt? Op welke manier kunnen lidstaten dit zelf in de hand houden?

De leden van de D66-fractie horen graag van de Minister hoe zij aankijkt tegen het voorstel van het Europees Parlement (EP) voor een enkele lijst met categorieën waarbij de lidstaten kunnen bepalen welke technologieën zij strategisch achten. Pleit Nederland hier ook voor in de Raad, zo nee, waarom niet? Deze leden nemen kennis dat de Raad hier niet voor pleit. Wat is hier de reden van en welke meerderheid aan lidstaten steunt dit idee van het EP niet?

De leden van de D66-fractie merken op dat de ruimtevaart wereldwijd een steeds prominentere rol inneemt en de EU kan daar niet op achterblijven. Deze leden vinden dat we onze positie als Nederland moeten behouden en verder moeten versterken op Europees niveau. Zij vinden daarnaast dat de ruimtevaart bij zou moeten dragen aan een duurzame toekomst op aarde. De leden vragen de Minister daarom om het vanuit de ruimte in kaart brengen van diverse vormen van klimaatimpact tot een van de prioriteiten te maken.

De versterking van onderzoek en innovatie (O&I) in het beleidsproces van de EU is voor de leden van de D66-fractie van enorm belang en willen benoemen dat zij content zijn met het onderscheid tussen Cohesiebeleid en Horizon Europe. Wel hebben we beide doelstellingen nodig om op concurrentiegebied echte vooruitgang te boeken. Daarom vragen deze leden de Minister om de doelen van de O&I-ecosystemen ten alle tijden voorop te zetten en waar nodig ook in samenspraak te handelen.

De leden van de D66-fractie zijn blij dat er een politiek akkoord ligt die bijdraagt aan het verzekeren van duurzame en betrouwbare bronnen van kritieke grondstoffen voor de EU. Wel vinden deze leden dat dit akkoord ambitieuzer zou mogen zijn, onder meer de recyclingdoelen. Daarom roepen deze leden de Minister op om een stapje extra te zetten voor de recyclingdoelen zodat onze strategische autonomie verbetert en ons milieu.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen op 7 en 8 december 2023. Deze leden hebben een aantal vragen.

De leden van de BBB-fractie merken op dat uit het fiche inzake de Net Zero Industry Act (NZIA) blijkt dat het kabinet het NZIA-voorstel verwelkomt en de doelstellingen om de energietransitie in de EU te versnellen en risicovolle afhankelijkheden in dit domein af te bouwen. Het kabinet constateert ook verbeterpunten ten aanzien van de volgende onderwerpen: het productiedoel van 40%, de reikwijdte, aanvullende reikwijdte, vergunningverlening, toegang tot markten, vaardigheden en governance. Kan er meer verduidelijking komen wat er in het fiche bedoeld wordt met dat het kabinet voorstander is van «een EU breed, overkoepelend en indicatief doel dat uitgaat van een gemiddelde productie van strategische netto-nul technologieën in de EU»? Wat zou dit indicatieve doel moeten zijn en wat zouden de gevolgen zijn voor de Nederlandse industrie ten opzichte van andere Europese industrieën?

Ook hebben de leden van de BBB-fractie de vraag wat het NZIA-voorstel Nederland ongeveer zou gaan kosten op structurele basis, ook omdat de Commissie aangeeft dat de huidige EU-begroting onvoldoende middelen biedt. Deze leden horen graag horen of 40% een haalbaar percentage is. Eerder probeerde de EU middels de Strategie van Lissabon om de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden door iedere lidstaat 3% van het Bruto binnenlands product (bbp) te laten investeren in research en development (R&D), iets wat faliekant mislukte. Nu is het NZIA-voorstel iets anders, maar deze leden hebben wel twijfels bij de haalbaarheid van de 40%-doelstelling, en wat dit moet gaan vergen van de lidstaten.

De leden van de BBB-fractie merken tevens op dat in het fiche valt te lezen dat het kabinet met name positief is over de opname van hernieuwbaar op zee. Deze leden vragen waarom, aangezien er ook een aantal nucleaire technologieën is opgenomen in het NZIA-voorstel, waarmee de Nederlandse ambitie om twee centrales te bouwen, beperkt onder de reikwijdte ondersteund kunnen worden. Waarom wordt er niet meer ingezet op de reikwijdte van nucleaire technologieën te versterken, in plaats van blijven inzetten op hernieuwbaar op de zee?

De leden van de BBB-fractie zien graag dat we méér investeren in CO2-afvanginstallaties, waarmee vrijgekomen CO2 wordt afgevangen en onder andere wordt getransporteerd naar tuinders die CO2 gebruiken voor hun teeltproces. Daardoor daalt het gasverbruik van tuinders én wordt de uitstoot van CO2 verminderd. Welke ruimte biedt het NZIA-voorstel voor opvang en afvang van CO2 en wat is de inzet van Nederland om dit voor onze ondernemers te bevorderen? Op pagina 39 van het voorstel staat dat: «Member States shall ensure that the national competent authority responsible for the entire permit-granting processes, including all procedural steps, has a sufficient number of qualified staff and sufficient financial, technical and technological resources necessary, including for up- and re-skilling, for the effective performance of its tasks under this Regulation.» Welke autoriteit wordt dit in Nederland? Wordt het ondergebracht bij een bestaande autoriteit of komt er een nieuwe? Hoeveel gaat dit kosten?

De leden van de BBB-fractie merken op dat het Europees Parlement in tegenstelling tot de Raad pleit, voor een enkele lijst bestaande uit 17 categorieën waarbij de lidstaten kunnen bepalen welke technologie als «strategisch» wordt geacht. Hierdoor zou het voor bedrijven gunstiger zijn om in de EU te vestigen. Hoe ziet het kabinet dit?

II Antwoord / Reactie van de Minister