Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het opnieuw verlengen van de gedoogperiode voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en de Noordzeekust zone
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D47645, datum: 2023-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-518).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Mede namens: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van zaak 2023Z18840:
- Gericht aan: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
518
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het opnieuw verlengen van de gedoogperiode voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en de Noordzeekust zone (ingezonden 1 november 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 30 november 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 503.
Vraag 1
Welk perspectief denkt u te bieden met het wederom verlengen van de gedoogperiode, aangezien er vanuit de sector op wordt gewezen dat het verlengen van de gedoogperiode geen perspectief biedt voor de lange termijn?
Antwoord 1
De leverantie- en installatietijden van de katalysatoren belemmeren momenteel in praktische zin de ingezette verduurzaming. Met de langere periode van gedogen biedt ik de vissers extra ruimte om die verduurzaming toch door te zetten, juist ook door met de gecontinueerde visserij voldoende inkomsten voor die investering te genereren.
Ik wil in de loop van 2024 vervolgens overgaan op besluitvorming op de vergunningaanvragen.
Mij is bekend dat deze visserijsector van diverse kanten nog andere bedreigingen voor haar bedrijfsvoering en bestaansrecht ziet. Mede in dat verband werkt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, samen met de sector en betrokken natuurorganisaties, aan een Toekomstperspectief Garnalenvisserij voor de langere termijn.
Vraag 2
Wanneer verwacht u een definitief antwoord te kunnen geven op het verzoek vanuit de visserij waarin wordt verzocht om de visserij onder bestaand recht te laten vallen?
Antwoord 2
Ik heb reeds eerder inhoudelijk aangegeven op welke wijze de garnalenvissers eventueel een beroep op een bestaand recht zouden kunnen onderbouwen. Zonder daarbij te kunnen garanderen dat een dergelijk beroep juridisch ook stand zou kunnen houden.
Tot op heden is vanuit deze visserijsector nog geen dusdanige juiste danwel volledige documentatie aangeleverd om een beroep op een bestaand recht te kunnen doen. Uiteraard blijft het de individuele vissers vrij staan om hierop gecontinueerd inzet te plegen.
Vraag 3
Verwacht u dat er een juridisch houdbare route is om de visserij onder bestaand recht te laten vallen?
Antwoord 3
Ik moet en wil hierop flinke slagen om de arm houden; dat is de sector ook bekend. Eerder berichtte ik uw Kamer over de voorziene juridische houdbaarheid op 11 mei 2023 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2564).