Voorhang Ontwerpbesluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad
Rechtsstaat en Rechtsorde
Brief regering
Nummer: 2023D47940, datum: 2023-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-827).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Besluit van houdende regels met betrekking tot het verplicht elektronisch doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad (Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad)
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake voorhang Ontwerpbesluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad
Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -827 Rechtsstaat en Rechtsorde.
Onderdeel van zaak 2023Z19696:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-13 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 17:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 827 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2023
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot het verplicht elektronisch doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken in civiele prejudiciële procedures bij de Hoge Raad (Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 33, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Rekening houdend met het Kerstreces van uw Kamer eindigt deze termijn op dinsdag 30 januari 2024.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind