Verslag van een schriftelijk overleg over AcICT Advies Logius ICT-infrastructuur (Kamerstuk 26643-1014)
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D48049, datum: 2023-12-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26643-1093).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.C. Kathmann, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1093 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Onderdeel van zaak 2023Z19729:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-12-13 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-20 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-12-21 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1093 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 7 december 2023
De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 24 april 2023 over «AcICT Advies Logius ICT-infrastructuur» (Kamerstuk 26 643, nr. 1014) en over de brief van 5 juli 2023 inzake «Bestuurlijke reactie AcICT-rapport Logius Infrastructuur» (Kamerstuk 26 643, nr. 1050).
De vragen en opmerkingen zijn op 26 september 2023 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 6 december zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Kathmann
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en antwoord
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het AcICT advies over de Logius ICT-infrastructuur en de bestuurlijke reactie op het rapport.
De leden van de VVD-fractie vragen of met het bouwen van de nieuwe Digipoort rekening gehouden is met het feit dat deze ook moeten voldoen aan alle door Europa op ons afkomende wetten, zodat we in de nabije toekomst niet alsnog alles opnieuw hoeven te bouwen? Met andere woorden: is het nieuwe platform EU-wetgevingsproof? (1)
De nieuwe softwarearchitectuur van Digipoort is wendbaar. In tegenstelling tot de huidige Digipoort, is de nieuwe architectuur opgebouwd uit kleine en herbruikbare componenten. Daarbij maakt het meer gebruik van open standaarden en open source technologie. Het is daarmee makkelijker om wijzigingen, ook als die voortkomen uit Europese regelgeving, te realiseren.
Gezien Logius herhaaldelijk adviezen niet heeft opgevolgd sluiten de leden van de VVD-fractie niet uit dat dit in de toekomst vaker gaat gebeuren. Er lijkt ook sprake te zijn van een verstoorde samenwerkingsrelatie die niet snel zal verbeteren. Deze leden vragen hoe de Staatssecretaris van plan is dit op te lossen. (2)
Ik heb naar aanleiding van het AcICT-advies direct mitigerende maatregelen genomen en een heroriëntatie in gang gezet langs de lijn van het AcICT-advies. Ik heb DG Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO) en Logius gevraagd het zakelijk sturen verder vorm te geven.
Logius heeft allereerst de zakelijke aansturing op de eigen processen verbeterd. Om meer grip te krijgen op de eigen werkzaamheden wordt er gewerkt aan het inrichten van inhoudelijke domeinsturing (om de span-of-control te verbeteren). Daarnaast wordt er strakker gestuurd op rapportages om zo tijdig te kunnen bijsturen als dat nodig is.
Het opdrachtgeverschap aan Logius is in zijn geheel ondergebracht bij DGDOO. Daarnaast werken Logius en DGDOO aan het invoeren van organisatie-overstijgende domeinsturing, waarbij de inhoudelijke lijnen tussen Logius en DGDOO korter worden.
De afgelopen periode is de samenwerking belangrijk verbeterd. Logius rapporteert periodiek en er is meer transparantie en afstemming over de keuzes die Logius moet maken. DGDOO stuurt daarbij als opdrachtgever op deze keuzes, in samenspraak met de programmeringsraad Generieke Digitale Infrastructuur, waarin de belangrijkste afnemende overheidsorganisaties vertegenwoordigd zijn.
De dagelijkse samenwerking tussen beleidsopdrachtgever en Logius is geïntensiveerd.
DGDOO is daarbij gestart met het versterken van de eigen functies zoals architectuur, strategisch portfolio management, financieel management en quality assurance, om effectiever invulling te geven aan de opdrachtgeversrol en het verzakelijken van de aansturing van Logius.
Al met al zijn er belangrijke stappen gezet, in lijn met het AcICT advies op dit punt, ook om herhaling te voorkomen.
De leden van de VVD-fractie vragen of er is gekeken naar de mogelijkheden om de huidige Digipoort te ontwikkelen (in plaats van te herbouwen) naar exact wat het nu al doet, maar dan met andere technologie. (3)
Ja, Logius heeft in 2019 en 2020, in samenwerking met adviseurs van het ministerie en van uitvoeringsorganisaties en medeoverheden (vanuit de programmeringsraad van Logius) verschillende scenario’s voor de doorontwikkeling of herbouw van Digipoort onderzocht.
De scenario's bleken, mede door de beperkte contractuele ruimte met de huidige leverancier van Digipoort met name inzake het intellectueel eigendom op Digipoort, slecht realiseerbaar.
Dit heeft geleid tot de noodzaak om grote delen van de Digipoort te herbouwen, op een wijze die toekomst-vast is (zie ook het antwoord op de eerste vraag).
De streefdatum van het nieuwe ICT-platform van Logius staat nu naar aanleiding van de heroriëntatie op 2024. De leden van de VVD-fractie vragen of dit nog steeds reëel is, of dat het nu al niet haalbaar is. Indien dit het geval is, kan dit opnieuw worden onderzocht en aangepast worden naar een wel haalbare streefdatum? (4)
Op 24 mei 2023 is versie 1.2 van het ICT-platform van Logius (Picard) opgeleverd en in gebruik genomen, wat betekent dat de voorzieningen van Logius – na een gedegen testproces en pas na formele goedkeuring door de betreffende directies van Logius en het ministerie – gebruik kunnen maken van Picard.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie met antwoord
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bestuurlijke reactie op het AcICT-rapport over de Logius Infrastructuur. Voor deze leden is het belangrijk dat er gehoor wordt gegeven aan het advies van het AcICT. Over de brief van de Staatssecretaris hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in het rapport van het AcICT dat het contract met Logius vanaf 9 november 2020 onrechtmatig is verlengd en dat hiermee de continuïteit tot 2024 geborgd blijft. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe het kan dat dit onrechtmatig is gebeurd en in hoeverre heeft dit nog invloed op het huidige contract? (1)
Het AcICT-advies verwijst hier naar het contract met de bestaande ICT-infrastructuur leverancier (het zogenaamde EASI-contract). Dit contract is in november 2020 verlengd om de continuïteit van de vitale digitale dienstverlening zoals DigiD, MijnOverheid en Berichtenbox te waarborgen. De onrechtmatigheid is verantwoord in het jaarverslag van 2020.
Het EASI-contract had geen rechtmatige verlengingsopties meer na november 2020. Er is sprake van een onrechtmatige verlenging, omdat het vervangende contract niet tijdig aanbesteed kon worden en de EASI-contract niet tijdig afgebouwd kon worden. Op grond van het Europese aanbestedingsrecht had dit wel gemoeten.
Ik heb daarom moeten besluiten om het EASI-contract te verlengen om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, totdat de voorzieningen die gebruikmaken van het EASI-contract zijn overgezet naar een ander ICT-platform.
De verlenging van het EASI-contract heeft geen invloed op het nieuwe contract voor Picard. Deze bestaan naast elkaar.
Het succesvol en tijdig migreren en herbouwen van de Logius-voorzieningen heeft wel invloed op de snelheid waarmee de bestaande dienstverlening (en onrechtmatigheid) van het EASI-contract wordt afgebouwd.
De leden van de D66-fractie zien dat er opvolging wordt gegeven aan het advies om Logius zich te laten beperken tot een eenvoudig platform. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe dit nieuwe platform (PICARD 1.2) verschilt van het oorspronkelijke platform? En voldoet dit platform aan wat er werd beoogd? (2)
Op 24 mei jongstleden is het nieuwe ICT-platform (Picard 1.2) opgeleverd. Dit was de laatste oplevering voor de pas op de plaats ten behoeve van de heroriëntatie zoals in de kamerbrief aangegeven.
Het platform dat vóór het uitkomen van het AcICT-advies werd beoogd voorzag in een hoge mate van geautomatiseerde functies. Een deel van deze automatisering zou worden gerealiseerd door maatwerk-functies. Op het nieuwe ICT-platform (Picard) is een belangrijk deel van deze maatwerk-functies geschrapt. Deze functies worden waar mogelijk met standaardcomponenten ingevuld en waar nodig door handmatige handelingen.
Momenteel wordt voor elk van de maatwerk-functies beoordeeld of deze noodzakelijk is voor de veiligheid en de stabiliteit van het platform. Voorts wordt bezien of deze functies door standaardcomponenten van de markt of door andere werkwijzen kunnen worden vervangen of opgevangen. De uitkomst van deze beoordeling wordt getoetst, waarbij het uitgangspunt is dat er geen maatwerk wordt toegevoegd aan het platform tenzij dit noodzakelijk is voor de veilige en stabiele werking en dit niet op een andere manier redelijkerwijs ingevuld kan worden.
De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris een tijdspad kan schetsen van de voorgenomen migratiestrategie. Welke middelen kan zij inzetten om hierop te sturen? Hoe wordt de Kamer op de hoogte gehouden van dit traject? Ook schrijft de Staatssecretaris dat de opdrachtgeversrol van het ministerie breder wordt gedefinieerd. Wat betekent dit concreet, vragen deze leden? Is de Staatssecretaris de formele opdrachtgever en hoe geeft zij uiting aan die rol? (3)
Op mijn verzoek heeft de afgelopen maanden DGDOO van het Ministerie BZK – in overeenstemming met advies 2 en 3 van AcICT – de aansturing en samenwerking met Logius meer programmatisch ingericht.
Een resultaat hiervan is dat elke voorziening een migratiestrategie en plan van aanpak heeft opgesteld, die planmatig ten uitvoering wordt gebracht. Op deze wijze behoud ik een sterke sturing op de migraties. Inmiddels zijn al enkele niet kritische voorzieningen gemigreerd.
De grotere voorzieningen zullen pas kunnen migreren nadat er voldoende zekerheid is dat deze beheerst kunnen overgaan naar Picard. In mijn brief van 5 juli heb ik toegezegd om rond de jaarwisseling de Kamer schriftelijk te zullen informeren.
In mijn brief van 5 juli heb ik toegezegd om in het najaar de Kamer schriftelijk te zullen informeren, ik verwacht dat rond de jaarwisseling te doen (vóór het Kerstreces). Hiernaast zal ik de over implementatie van het IT-fundament als groot ICT-project de Kamer te informeren via de rapportage Grote ICT projecten.
Voor de vragen met betrekking tot het opdrachtgeverschap en hoe ik uiting geef aan deze rol, verwijs ik u naar het antwoord op de eerder gestelde vraag van de VVD.
Ten slotte, de kostenstijging is fors. Kan de Staatssecretaris kort reflecteren op hoe dit voorkomen had kunnen worden en in hoeverre Logius ook aansprakelijk is voor deze kostenoverschrijding? (4)
De kostenstijging is onder andere een resultaat van vertraging veroorzaakt door stapeling van (noodzakelijke) veranderingen en vernieuwingen binnen Logius. Hierover had het AcICT in 2019 al geadviseerd. De veranderagenda en ambitie van Logius zijn groot, de kostenstijging had voorkomen kunnen worden door nog meer in lijn met het AcICT advies de stapeling van veranderingen te prioriteren, de veranderingen in kleinere stappen te nemen en ook de vernieuwing te temporiseren.
Logius is een agentschap van het ministerie, en kan daarom niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Binnen de mogelijkheden is het mijn inzet dat Logius binnen de beschikbare financiële middelen alle kosten zelf financiert.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie en antwoord
De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de ontwikkelingen rondom het implementeren van een nieuwe ICT-infrastructuur bij de overheid. Deze leden zijn verrast en teleurgesteld over de gang van zaken, die een veilige en verantwoorde migratie naar nieuwe ICT verder vertraagt.
De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie vragen de Staatssecretaris naar een reflectie op het proces voorafgaand aan de heroriëntatie. Wanneer kreeg de Staatssecretaris voor het eerst te weten dat de ambitieuze migratieplanning onhaalbaar zou zijn? Heeft zij hier toen actie op ondernomen om kosten te beperken? Deze leden missen in de brief van 5 juli jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 1050) een appreciatie van de tweede aanbeveling uit het AcICT-rapport. Kan deze alsnog schriftelijk worden gegeven? (1)
Ik ben bij het AcICT advies te weten gekomen over de te ambitieuze migratieplanning. Vanwege de opgetreden vertragingen heb ik aan het AcICT gevraagd om mij onafhankelijk van advies te dienen. Over de vertraging heb ik de Kamer geïnformeerd in mijn brieven van 27 juni 2022 en 18 oktober 2022.
De Kamer heb ik geïnformeerd over het advies en de door mij direct genomen maatregelen in mijn brief van 5 juli 2023.
Met betrekking tot de appreciatie van de tweede aanbeveling van het AcICT, deze appreciatie was gecombineerd met de appreciatie van de derde aanbeveling, zijnde:
«In afwachting van de uitkomsten van de heroriëntatie heb ik ook de geplande migraties van de 18 Logius-voorzieningen, waaronder bijvoorbeeld DigiD, Berichtenbox en MijnOverheid, naar het ICT-platform van Logius opgeschort. Voor elk van deze voorzieningen wordt op dit moment de eerder gemaakte keuze voor het IT-platform PICARD en de geplande migratie opnieuw tegen het licht gehouden. Alle relevante documentatie, met specificaties van het nu beoogde basisplatform, wordt gedeeld met de betrokken uitvoeringsorganisaties en medeoverheden. In nauwe afstemming wordt per voorziening gewogen of deze zal migreren naar PICARD, of dat migratie naar een ander platform zal plaatsvinden. Hierbij worden onder andere technische, juridische, financiële en functionele impact meegewogen.
De migratiestrategie met de migratieplanning wordt vervolgens vastgesteld, waarna de eerste voorziening kan starten met de migratie. Om stevig te sturen wordt het ministerie direct opdrachtgever van de ICT-activiteiten voor de bouw van en migraties naar de Logius-infrastructuur. Tot de afronding van de migraties en de overgang naar beheer zal sturing door Logius en het ministerie in de vorm van een programma gebeuren. Hier zet ik direct een zakelijke sturing op zoals in mijn reactie op aanbeveling 4 beschreven.»
De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie lezen dat het ministerie de opdrachtgeversrol breder zal definiëren. Kan de Staatssecretaris deze definitie duidelijk formuleren? Hoe zal deze sturing voorkomen dat er niet nogmaals te ambitieus wordt gepland? Hoe worden de publieke waarden, gedefinieerd in de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren, toegepast in de doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur? Worden deze waarden als uitgangspunt genomen bij de keuze voor ICT-leveranciers en ICT-oplossingen? (2)
Voor de vragen met betrekking tot het opdrachtgeverschap en hoe ik uiting geef aan deze rol, verwijs ik u naar het antwoord op de eerder gestelde vraag van de VVD.
Met deze gewijzigde samenwerking tussen DGDOO en Logius, krijgt DGDOO een expliciete rol in het prioriteren van ambities en het komen tot een realistische planning. Logius wordt zodoende vanuit één stuurlijn aangestuurd waardoor DGDOO beter in staat is om te hoge ambities die Logius betreffen te beteugelen, te prioriteren en te controleren. Deze sturing en de wijze van opdrachtverstrekking worden uitgevoerd binnen de kaders van de financiële opdrachtverstrekking en de eisen die aan het goed beheer van IT-processen worden gesteld. Waarbij de ingerichte rapportagelijnen ervoor zorgen dat er tijdig kan worden bijgestuurd wanneer de veranderdruk te groot wordt.
De publieke waarden worden als uitgangspunt genomen bij – en geborgd vanuit het opdrachtgeverschap op – de doorontwikkeling van de GDI.