Kabinetsappreciatie Commissievoorstel uitbreiding ‘Richtlijn Europese gehandicaptenkaart en Europese gehandicaptenparkeerkaart’
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2023D48969, datum: 2023-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3848).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3848 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2023Z20030:
- Indiener: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Gehandicaptenbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-12-14 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-20 16:30: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-04-17 14:00: Informele EU-Gezondheidsraad d.d. 23 en 24 april 2024 (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3848 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2023
Op 6 september jl. publiceerde de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel voor een richtlijn voor het invoeren van een gestandaardiseerde Europese gehandicaptenkaart en een nieuwe gestandaardiseerde Europese gehandicaptenparkeerkaart. Naar aanleiding van dit voorstel is een BNC-fiche opgesteld waarin het kabinet zijn steun heeft uitgesproken voor de Richtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 3791). Nederland onderschrijft de doelstelling, namelijk het bevorderen van het vrije verkeer van personen met een beperking binnen de Europese Unie (hierna: EU) en de gelijke behandeling van EU-burgers met een beperking, die de Commissie met dit voorstel nastreeft. Zoals eerder aangegeven in de beantwoording op de vragen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, was het Spaanse Voorzitterschap voornemens op korte termijn een Algemene Oriëntatie te behalen op de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (Epsco). Ik kan hierbij bevestigen dat deze Algemene Oriëntatie inderdaad is behaald en dat Nederland hiermee heeft ingestemd.
De hiervoor genoemde Richtlijn heeft betrekking op burgers van de Unie en hun familieleden (ongeacht hun nationaliteit) bij de uitoefening van hun recht op vrij verkeer overeenkomstig de regels van de Unie. Om onderdanen van derde landen en EU-burgers gelijk te behandelen publiceerde de Commissie op 31 oktober een Richtlijnvoorstel ter uitbreiding van het toepassingsgebied van dat voorstel naar onderdanen van derde landen. Hierbij gaat het om mensen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven, niet onder het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, een door die lidstaat erkende gehandicaptenstatus hebben en zich mogen verplaatsen of reizen naar andere lidstaten overeenkomstig het recht van de Unie. Vanwege beperkingen bij de rechtsgrondslag van het oorspronkelijke Richtlijnvoorstel is voorliggend uitbreidingsvoorstel nodig. In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, over de inhoud van het voorstel en de beoordeling van het kabinet. Er is gekozen voor een brief in plaats van een BNC-fiche, omdat het voorstel alleen ziet op uitbreiding van de oorspronkelijke Richtlijn naar onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven, niet onder het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, een door die lidstaat erkende gehandicaptenstatus hebben en zich mogen verplaatsen of reizen naar andere lidstaten overeenkomstig het recht van de Unie. Inhoudelijk verandert er niets aan het oorspronkelijke voorstel.
Inhoud van het voorstel
De Commissie stelt voor om het toepassingsgebied van de oorspronkelijke Richtlijn uit te breiden naar onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven, niet onder het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, een door die lidstaat erkende gehandicaptenstatus hebben en zich mogen verplaatsen of reizen naar andere lidstaten overeenkomstig het recht van de Unie. Deze derdelanders met een erkende beperking kunnen zo hun recht om zich binnen de EU te verplaatsen of te reizen overeenkomstig het recht van de Unie gemakkelijker uitoefenen.
Inhoudelijk verandert er niets aan het oorspronkelijke voorstel waarin de Commissie een voorstel doet om een nieuwe uniforme Europese gehandicaptenkaart in te voeren en de huidige Europese gehandicaptenparkeerkaart te verbeteren.
Kabinetsappreciatie
Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie en is positief gestemd over dat de Commissie oog heeft voor derdelanders met een beperking die legaal verblijven in een Europese lidstaat. Vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid is het terecht dat deze groep ook aanspraak maakt op de Europese gehandicaptenkaart en Europese gehandicaptenparkeerkaart. Zoals eerder vermeld in het BNC-fiche is het voor het kabinet van belang dat de richtlijn niet bedoeld of onbedoeld mensen uitsluit.
Om de Richtlijn goed te kunnen uitvoeren voor de legaal verblijvende derdelanders, is het noodzakelijk dat volstrekt duidelijk is wie tot de doelgroep behoort en wie niet. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet in de onderhandelingen. Specifiek vraagt het kabinet zich af of derdelanders met kort verblijf ook onder de Richtlijn vallen, deze personen zullen nauwelijks aanspraak kunnen maken op (tijdige) erkenning van hun gehandicaptenstatus.
Zoals hierboven genoemd is voorliggend uitbreidingsvoorstel nodig vanwege beperkingen bij de rechtsgrondslag van het oorspronkelijke Richtlijnvoorstel. De grondslag voor het voorstel is Artikel 79, lid 2 (onder b) VWEU. Dit artikel omschrijft en waarborgt de rechten van onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven ten aanzien van het vrije verkeer en het vrije verblijf. Het biedt daarmee de noodzakelijke rechtsgrondslag voor het regelen van de afgifte van de kaarten aan derdelanders met een beperking – welke ook is erkend door de lidstaat – die legaal verblijven op het grondgebied van een Europese lidstaat en het recht hebben op vrij verkeer en vrij verblijf in andere lidstaten.
De instrumentkeuze geeft de mogelijkheid om de maatregel in te bedden in de bestaande regelingen en is in de geest van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De maatregel neemt onderscheid weg op basis van verblijfstatus. De vastgestelde problemen hebben een grensoverschrijdende dimensie die niet door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden opgelost. Het is daarom noodzakelijk dat de EU optreedt en zorgt voor een gecoördineerde aanpak tussen de lidstaten. Optreden op EU-niveau is daarom gerechtvaardigd.
De Commissie heeft geen aanvullende effectbeoordeling uitgevoerd voor dit voorstel, omdat de effectbeoordeling bij het voorstel tot invoering van de Europese gehandicaptenkaart en Europese gehandicaptenparkeerkaart ook van toepassing is op dit voorstel. De beoordeling is uitgegaan van alle personen met een beperking in de EU die voor korte perioden naar andere lidstaten reizen, met inbegrip van derdelanders. Ik verwijs u graag naar het eerdere BNC-fiche voor meer informatie over de financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht, geopolitieke aspecten en juridische implicaties van het voorstel.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder