Stand van zaken inwerkingtreding Besluit inkomstenverhouding (IKV)
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Brief regering
Nummer: 2023D49343, datum: 2023-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26448-737).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26448 -737 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI).
Onderdeel van zaak 2023Z20208:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-12-19 15:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-02 16:30: Uitvoering sociale zekerheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-04 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 737 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2023
In februari 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over uitstel van inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen inzake de inkomstenverhouding (hierna: Besluit IKV).1 Dit uitstel was noodzakelijk nadat was gebleken dat implementatie van het Besluit IKV per 1 januari 2025 voor UWV niet haalbaar bleek. In de betreffende brief heb ik aangegeven dat uiterlijk rond de zomer van 2023 een weegmoment was gepland om te bezien of implementatie van het Besluit IKV per 1 januari 2026 voor UWV haalbaar is. In dezelfde brief heb ik toegezegd uw Kamer zo snel mogelijk te informeren over de uitkomsten van dit weegmoment.
UWV heeft aangegeven de implementatie van het Besluit IKV per 1 januari 2026 niet te kunnen garanderen. Zoals ik heb vermeld in de Kamerbrief van februari 2023 werkt UWV aan de noodzakelijke vervanging van verouderde softwaresystemen. Binnen deze operatie moeten bepaalde onderdelen tijdig gerealiseerd zijn om het Besluit IKV te kunnen implementeren. Op dit moment bestaat er onvoldoende beeld of de voortgang tijdig gerealiseerd kan worden. Om implementatie per 2026 nu te garanderen zou UWV verouderde, kwetsbare systemen langer in de lucht moeten houden, de invoering van andere wetgeving en beleidswijzigingen moeten uitstellen en door het prioriteren van IKV boven stabiliteit en continuïteit moeten handelen in strijd met het UWV Informatieplan. Vanwege deze consequenties deel ik met UWV de constatering dat invoering per 1 januari 2026 niet aan de orde is.
UWV heeft commitment afgegeven voor implementatie van het Besluit IKV per 1 januari 2027. Hiervoor gelden wel enkele voorwaarden. Zo is het noodzakelijk het lopende wijzigingstraject van het Besluit IKV af te ronden zodat de definitieve regels rondom het gebruik van de inkomstenverhouding in samenhang met de vervanging van de verouderde systemen bezien kunnen worden. Op dit moment verwerk ik de opbrengsten van de uitvoeringstoetsen en internetconsultatie op het voorgelegde wijzigingsbesluit. Vervolgens zal ik UWV vragen het gewijzigde Besluit IKV te toetsen op uitvoerbaarheid per 1 januari 2027.
Ik vraag UWV daarbij uit te gaan van een aantal nog op te stellen uitgangspunten over situaties waarin de werkgever het loon en de uitkering betaalt aan de werknemer in geval van een zogenoemde werkgeversbetaling. Die uitgangspunten worden afgestemd met UWV en de Belastingdienst. Op die manier kan UWV een uitvoeringstoets uitbrengen, ook al zijn nog niet alle regels over IKV in regelgeving vastgelegd. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk, in ieder geval in 2024, informeren over de uitkomsten.
Ik vind het niettemin belangrijk dat het Besluit IKV ingevoerd wordt. Het vastleggen van eenduidige regels over het gebruik van de IKV in de aangifte loonheffingen zorgt voor een verbetering in de kwaliteit van gegevens in de polisadministratie. Dit is belangrijk voor de uitvoering van regelingen die gebaseerd zijn op gegevens uit de polisadministratie, waarvan het aantal en het belang de afgelopen jaren is toegenomen. Tegelijkertijd heb ik oog voor de zorgen van werkgevers en salarisprofessionals die in het Besluit IKV vooral een administratieve lastenverzwaring zien en daarbij wijzen op de complexiteit van het besluit. Om die reden ben ik gestart met het reeds genoemde wijzigingstraject, waarmee het aangeven van werkgeversbetalingen bij ZW- en WAZO-uitkeringen eenvoudiger wordt.
Tot slot heb ik in mijn brief van februari 2023 aangegeven dat de uitgestelde inwerkingtreding van het Besluit IKV als gevolg heeft dat de Belastingdienst het juiste gebruik van de inkomstenverhouding in de aangifte loonheffingen niet kan handhaven. Dit heeft onder andere gevolg voor het toezicht op de aangegeven en afgedragen AWf-premie en Aof-premie. Door dit verdere uitstel is er geen perspectief op inwerkingtreding van het Besluit IKV op korte termijn. Om de handhaving van het gebruik van inkomstenverhoudingen in het algemeen te verbeteren werkt de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst op dit moment aan een codificatie van de thans geldende voorschriften volgens het Handboek Loonheffingen voor het gebruik van de inkomstenverhouding. Een voorstel hiertoe met beoogde invoering per 1 januari 2024 is onlangs in consultatie geweest.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Kamerstukken II, 2022/23, 26 448, nr. 695.↩︎