Naar een toekomstbestendig rivierengebied; Ontwerp Programma IRM
Deltaprogramma
Brief regering
Nummer: 2023D49605, datum: 2023-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-31710-84).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Passende beoordeling Programma Integraal Riviermanagement
- Kengetallen kosten-batenanalyse
- Beslisnota inzake Naar een toekomstbestendig rivierengebied; OntwerpProgramma IRM
- PlanMER Programma Integraal Riviermanagement
- Naar een toekomst-bestendig rivierengebied. Ontwerp Programma Integraal Riviermanagement
Onderdeel van kamerstukdossier 31710 -84 Deltaprogramma.
Onderdeel van zaak 2023Z20303:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-12-20 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-24 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-01-29 10:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-01 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 710 Deltaprogramma
Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15Ā december 2023
Met deze brief wordt u geĆÆnformeerd over het Ontwerp Programma Integraal Riviermanagement (IRM). Dit programma bevat doelen en keuzes om te komen tot een toekomstbestendig rivierengebied dat meervoudig bruikbaar is. Het programma is in de afgelopen jaren ontwikkeld in samenwerking tussen het Rijk en diverse partijen uit ons rivierengebied. Het wordt nu vrijgegeven voor inspraak. De komende jaren staan in het teken van uitwerking tot maatregelen en besluiten.
Niets doen is geen optie
Aanpassingen van de rivieren in de afgelopen eeuwen (aanleg van dijken, kribben, stuwen en sluizen) hebben geleid tot rivierbodemerosie en doorgaande bodem-daling van twee tot drie meter in sommige delen van de rivieren. Hierdoor zakt het water en treedt er in de uiterwaarden verdroging op. In droge periodes zijn er nu al problemen voor de scheepvaart op onder andere de Waal, onze belangrijkste vaarweg, terwijl er tegelijkertijd te weinig aanvoer van water is via de IJssel naar het IJsselmeergebied, dat fungeert als zoetwaterbuffer. Op langere termijn ontstaat door rivierbodemdaling een steeds sterkere verdroging in uiterwaarden en het achterland. De noodzaak om keuzes te maken is de afgelopen jaren onderstreept door kennis over klimaatverandering en door merkbare effecten in zeer warme, zeer natte en zeer droge perioden: dit leidde tot extreem hoge of extreem lage waterstanden. Deze extremen zullen in de toekomst steeds vaker voorkomen, waardoor zowel de huidige problemen als de waterveiligheidsopgave steeds verder toenemen.
Een integrale aanpak is nodig
De verschillende opgaven kunnen niet langer los van elkaar worden opgelost: ze hangen met elkaar samen en leggen beslag op schaarse ruimte. Van de partijen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting en het beheer van het rivierengebied vraagt dit keuzes en een integrale aanpak met maatregelen die niet op zichzelf staan maar onderdeel zijn van een logisch en samenhangend geheel.
Beleidsdoelen
Met het Ontwerp Programma IRM besluit het Rijk ā met een positief advies van provincies en waterschappen ā om voor het rivierengebied de volgende nieuwe beleidsdoelen na te streven:
1. Voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding: een voldoende stabiele en beheerbare bodemligging van het zomerbed die bijdraagt aan herstel van de natuurlijke rivierdynamiek en zorgt voor een goede bevaarbaarheid en waterverdeling over Nederland bij lage rivierafvoeren.
2. Voor afvoer- en bergingscapaciteit: voldoende capaciteit om de hogere rivierafvoeren die in de loop van deze eeuw verwacht worden op te vangen en om ruimtelijke ontwikkelingen, natuur, bodemligging en overige opgaven te faciliteren.
Het Ontwerp Programma IRM bevat beleidskeuzes die duidelijk maken op welke manier deze doelen worden gerealiseerd.
Vervolg: maatregelen, ruimteclaim en samenwerking
De komende jaren worden de beleidskeuzes concreet uitgewerkt tot maatregel-pakketten inclusief de benodigde financiering. De uitwerking start met de vertaling van de onlangs gepubliceerde klimaatscenarioās naar verwachte gevolgen voor de rivieren. De ruimtelijke consequenties worden concreet uitgewerkt tot een claim voor binnendijkse ruimte langs rivieren. Daarnaast wordt een nieuw spelregel-kader opgesteld voor integraal gebiedsgericht samenwerken en er wordt een gezamenlijk proces ingericht voor agendering en beĆÆnvloeding in internationaal verband. Tussenresultaten kunnen worden opgenomen in de herijking van de Deltabeslissingen in 2026.
Relatie met Nota Ruimte
Het Ontwerp Programma IRM ā een programma gebaseerd op de Omgevingswet en zelfbindend voor het Rijk ā is in de NOVI aangekondigd als beleids- en uitvoeringsprogramma en is input voor de integrale visie en de te maken structurerende keuzes in de nieuwe Nota Ruimte. In deze nota worden alle opgaven en doelen met ruimtelijke impact met elkaar in verbinding gebracht.
Totstandkoming en inspraak
Het Ontwerp Programma IRM is tot stand gekomen in samenwerking tussen het Rijk (de Ministeries van IenW, LNV en BZK) en de Deltaprogrammaās Maas en Rijn. Het is breed afgestemd met gerelateerde sectorale en gebiedsprogrammaās en in het BO Water. Het Ontwerp Programma IRM wordt begin 2024 ter inzage gelegd. Gedurende zes weken kunnen zienswijzen worden ingediend. Die worden, waar daar aanleiding voor is, verwerkt in het definitieve Programma IRM.
Samen verder werken aan een toekomstbestendig rivierengebied
Het Rijk en de Deltaprogrammaās Maas en Rijn werken de komende jaren samen aan het vervolg. Kennis van de effectiviteit van concrete maatregelen en ervaring met manieren van samenwerken (uit de praktijk van IRM-pilots en andere projecten) vormen belangrijke input. Hiermee kunnen we de juiste stappen zetten om onze rivieren bevaarbaar te houden en ons rivierengebied veilig, leefbaar en aantrekkelijk voor huidige en toekomstige generaties.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers