Rapportage Industrieel Participatie beleid 2021-2022
Compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het buitenland
Brief regering
Nummer: 2023D49969, datum: 2023-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26231-36).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Interne rapportage Industrieel Participatiebeleid 2021-2022
- Beslisnota bij Kamerbrief Rapportage Industrieel Participatiebeleid 20212022
Onderdeel van kamerstukdossier 26231 -36 Compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het buitenland.
Onderdeel van zaak 2023Z20419:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-12-19 15:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-23 17:00: Procedurevergadering commissie Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-02-15 18:00: Verdienvermogen van Nederland (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 231 Compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het buitenland
Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Hierbij bied ik u de rapportage aan over de resultaten die in 2021 en 2022 met het Industrieel Participatie (IP)-beleid zijn behaald. IP bestaat uit opdrachten bij de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie die een relatie hebben met de Defensie Industrie Strategie. Deze rapportage is een vervolg op de rapportage over 2019 en 2020, die op 1 december 2021 aan uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 26 231, nr. 33).
Nederland wil blijven beschikken over een eigen defensiegerelateerde technologische en industriële basis, zodat de eigen nationale veiligheid kan worden geborgd en een zeker autonoom handelingsperspectief behouden blijft. Dat is precies wat we willen bereiken met het IP-beleid. Door afspraken met internationale defensiebedrijven te maken over de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zorgen we ervoor dat ze toegang krijgen tot de veelal gesloten waardeketens in deze sector. Daarmee versterken en positioneren we de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis («DTIB») op internationale schaal.
De rapportage gaat eerst in op de ontwikkelingen die van invloed zijn op het IP-beleid. Vervolgens worden de resultaten van het IP-beleid gepresenteerd en geduid. In 2021 en 2022 is respectievelijk € 321 miljoen en € 348 miljoen aan IP gerealiseerd. Ondanks een stijging in de defensieuitgaven is daarmee de realisatie is stabiel ten opzichte van voorgaande jaren, Het is de verwachting dat de gerealiseerde IP de komende jaren een stijgende lijn laat zien, omdat het enige tijd duurt voordat de nieuw afgesloten contracten terug te zien zijn in de IP-realisatie.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens